I
J
De Arend.
Pracht-programma,
BRANDSTOFFEN.
Meursing machinale fabrieken van ge'oak, Amersfoort.
CENTRAAL ACCOUNTANTSKANTOOR.
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Bios
coop
Heden en volgende dagen
zooals tot dusverre nog nooit vertoond is.
G. TAKKEi'S
BrandstofTenliandel
Handel in alle
Van der Zoo de Jong Van Ophoven.
A.J.P.'s Kerstpudding
Methorst Van Lutterveld.
Feuilleton.
Gedetacheerd.
Hoofdkantoor Utrecht.
Liolrtoga.ttrd 8.
Directeuren
Mr. P. G. H. DOP.
J. G. DE JONGH.
Bijkantoor Amersfoort.
Wilh.elminas'traat 6.
Directeur
Mr. H. J. M. van den BERGH.
Belast zicb met INRICHTEN, CONTROLEEREN, BIJWERKEN en
BIJHOUDEN ran ADMINISTRATIËN, OPMAKEN van BALANSEN,
UITBRENGEN Tan RAPPORTEN, en verder alle voorkomende
accountants werkzaamheden.
z E I S T. «==-—
AMERIKAANSCHSYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen.
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht.
PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Zie tekst Programma in de krant van 12 Dec. j.l.
VRIJDAG SO DECEMBER
Weldadigheids voorstelling
Steente-oleiiparlt „"WilHelmi*"»",
Soesterweg. terrein H. IJ. S. M.,
AMERSFOORT. T E L E F OO N No. 173.
Bestellingen worden ook aangenomen bij
G. CASTEIN AMERSFOORT.
ARNHEMSCHEWEG 90. TELEFOON No. 261.
Westeiugel 37. AMERSFOORT. - Telefoon 93.
Nemen gelden a deposito tegen onderpand van Effecten, in bewaring te geveu
bij de Tweutsche Trust-maatschappij te Amsterdam.
Triumf! De vreugde stijgt ten top!
met nieuwe rozijntjes en amandelen.
10 cent per pakje.
Thans in alle winkels aanwezig.
Tracteert u op deze lekkernij
Kassiers en Commissionairs in Effecten.
(Commanditaire Yennooten H. OYENS ZONEN te Amsterdam).
AMERSFOORT
Buurhuizen 5 (naast de Nederl. Bank).
Telefoon 49.
BAARN
Beukenlaan.
Telefoon 15.
Verleenen van crcdieten onder persoonlijken of zake-
lijken waarborg.
Incasso's. Vreemd geld.
De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin
werden als dividend uitgekeerd.
34.)
,,Toch een knap paar" waagde het luitenants-
vrouwtje te zeggen.
„Meent u dat?" klonk het zeer gepiqueerd
terug. „Nu ja, hij ziet er goed uit, ofschoon in
d i e uniform iedereen er goed moet uitzien.
En Cierda behoeft óok niet om te kijken als
men „leelijkerd" roept; maar mooi is ze toch
6ok niet".
„Maar te heeft heel mooie oogen" bracht een
der dames in 't midden.
„Nu ja, maar dat alleen is toch niet voldoende.
Eu bovendien zjjn ze zwart en zwart is toch
werkelijk niet ieders gading".
Kn .too ging het maar door. Wat de een niet
wist, wist de ander. En er werd heelemaal niet
meer gebreid.
Mevrouw Von Langen was al over 't kwar
tier weg.
,,'t Wordt toch ill te, ons maar zóo te laten
wachten" begon de vrouw van den majoor
weer. „En als ze nu ten minste maar zoo beleefd
was geweest, onn een kopje koffie aan te bie
den. Maar zelfs dat niet".
Daar werd de deur geopend en de huis-op
passer trad binnen roet een groot theeblad.
„Wel vroeg de vrouw van den miyoor,
niet weinig uit de hoogte.
„Mevrouw heeft mij gelast, de kofiie en de
koekjes in den salon te brengen". In minder
dan geen lijd had hij de Bchatten op het blad
geplaatst en stapte hij er mee de deur uit.
Nauwelijks was deze achter hem dicht geval
len of een kreet van woede ontsnapte aan alie
kelen. Z60 iets was er sedert de schepping der
wereld nog nooit vertoond. Eerst liet ze je een
vol uur kijken en verlangen naar de koffie en
de taartjos; dan liet ze je een half uur alleen
en nu liet ze al dat lekkers weghalen.
„Neen maar, zóo iets I En dat noemt zichttf/
de vrouw van den regiments-commandant. En
dat wil het toonbeeld zijn van goede manieren,
't Is een schandaal. AÏaar als zij zoo weinig
omslag maakt met ons, zijn wij ook niet ver
plicht, eenige ógards tegenover haar in acht te
nemen. Ik pas er verder voor. Ik ga naar huiB".
En de vrouw van den majoor verhief zich in
volle waardigheid.
He', allerliefst waren alle dames meegegaan,
maar ze durfden toch niet goed. En ze dachten
ook aan de kousen. Hoe zouden ze die klaar
krijgen
„Maakt 11 uw kousen niet eerst af, mevrouw
waagde een der dames te vragen.
„Afmaken? Ben ik een schoolmeisje, dat
eerst haar taak moet afhebben eer ze naar huis
mag? Daar ligt rommel en hier en hier en
hier". En woedend gooide zij de kousen op
tafel, trok haar breipennen uit de kous waaraan
ze was bezig geweest en haalde die weer ge
heel uit.
„Maar mevrouw, hoe kunt u? Nu moet u
weer van voren aan beginnen".
„Geen baar op mijn hoofd, dat er aan denkt.
Neen maar, die kolonelsche als ik 't zoo
maar eens raag zeggen moet nog geboren
worden, die mg er toe brengt, nog éen keer in
mijn laven een breipen aan te raken. Voor mijn
part kunnen alle negerkinderen in de wereld
de kinkhoest krijgenik brei niet meer voor
ze. Wollen sokken voor Afrika. Is het niet je
reinste idiotie, dames En zeker foulard-zijde
voor de kindertjes in Groenland. Ze zijn gek
met hun zoogenaamde weldadigheid. En ik ga
naar huis".
„Ik ook" zeide het jonge luitenants-vrouwtje
dat had beweerd het eerst haar taak af te heb
ben „ik heb niets meer te doen".
„Ik ga met jelui mee", vervolgde een andere
dame „ik heb mijn man beloofd, hem aan de
kazerne te zullen afhalen".
„Ik ook" zeide een kapiteinsvrouw „ik ben
gewend, iederen middag mijn kopje koffie te
driDken en als ik dat hier niet krijg, ga ik het
eenvoudig thuis drinken".
„Ja, als u allemaal weg gaat, doen we het
óok" meendon de overige dames „maar wat zal
mevrouw Von Langen er wel van zeggen Zou- I
den we niet liever nog een paar minuten wuch-
ten?"
„Als u zich hier zóo goed amuseert, kunt u,
wat mij betreft, hier nog gerust een paar dagen
wachten" meende de vrouw van den majoor
„onze gastvrouw is al een uur weg; als zij zich
niet bekommert om onB, dan behoeven wij toch
waarlijk niet met haar rekening te houden".
En zoo gingen alle dames weg, met de woede
in het hart en de negerkousjes in hun werkzak
aan den linkerarm.
Middelerwijl zat mevrouw Von Langen met
haar gasten in den ontvangstsnlon al maar door
te praten en niet denkend aan de breiende da-
meB. Mevrouw Von Eschborn beviel haar uit
stekend een zeer voorname, elegante en aller
liefste dame, die zeer interessant wist te verha
len van Berlijn en het leven aan het Hofook
Else viel zeer in hnar smaak on met groot genoe
gen bemerkte zij, dat de beide jongemeisjes bui
tengewoon goed met elkaar konden opschieten,
ofschoon Gerda gewoonlijk zich nooit zoo spoe
dig gafen Harald was gewoonweg om te Bte-
len, uitgelaten vroolijk en vol kleine attenties
voor de dameB.
„Het zal mijn man buitengewoon spijten, U
niet te hebben mogen ontmoeten, mevrouw Von
Eschborn" zeide mevrouw Von Langen „hij is
tegenwoordig bijna dag en nacht in de kazerne.
Maar, niet waar, U belooft mij een middag of
een avond bij ons door te brengen eer U terug
keert naar Berlijn".
Mevronw Von Eschborn kon niet anders doen
dan het beloven, ten einde niet onbeleefd te
worden, te meer daar zij zich had laten ontval
len, dat ze nog een paar dagen zou blijven. Er
kwam nog iets bij, dat zij de nitnoodigiog aan-
uam. Zij had namelijk gezien op welk een in 't
oog vallende wijze haar jongen Gerda bet hof
maakte.
In den grond van zijn hart had hij er niet de
minste bedoeling mee; hg deed het slechts om
zijn moeder nog meer de gedachte uit het hoofd
te zetten, dat zij om Alice naar hier was moe
ten komen.
Alice had 's morgens een bezoek gebracht aan
Else in hel hotel en deze had haar terug ge
bracht tot bij het pensionaat en toen van haar
gehoord wat Harald had uilgehaald. Eerst was
ze hoos, maar later had ze toch meegelachen en
natuurlijk beloofd, te zullen zwijgen. Toen had
ze Harald onder vier oogen even onder handen
genomen en van dezen gehoord, dat hij heele
maal niet meer dweepte met Alice dan met elk
ander mooi meisje en daarna had Else met haar
moeder gesproken en aan deze verteld, dat Alice
werkelijk zóo erg naar haar had verlangd, dat
zij Harald bad verzocht, haar te laten overko
men. Zij voegde er bij, dat de directrice er een
handje van had, elk jong meisje op haar school
te willen hebben en dat zij dan ook zelfs reeds
had getracht Harald te bepraten, dat zijn zus
ter nog een jaartje bij haar zou komen en dat
die domme jongen in zijn goedhartigheid al half
had toegestemd. Mocht het geval zich voordoen,
dat moeder in aanraking kwam met jufirouw
Menge dan moest zij er maar op zijn voorbereid,
dat deze maar aldoor zou probeeren haar, Else,
als leerling te krijgen en dat het onder die om
standigheden maar het best was, juffrouw Menge
maar heelemaal te ontwijken.
Haar moeder slikte het gelieele verhaal, waar
naar ze trouwens slechts met een half oor had
geluisterd. Ze dacht veel meer aan Harald en
kwam hoe longer zoo meer tot de overtuiging,
dat deze zich veel minder interesseerde voor
Alice dan zij in stilte wil had gehoopt.
Alice beviel haar buitengewoon en zij geloofde
stellig en zeker, dat deze een heel goede vrouw
voor haar jongen zou zijn en zij had zich dan
ook voorgenomen, een paar dagen langer te
blijven enkel en alleen om de jongelui meer met
elkaar in aanraking te kunnen brengen. Uitslui
tend om der beleefdheids wille had zij 's mid
dags een bezoek gebracht aan mevrouw Von
Langen en daar had zg een meisje ontmoet, dat
haar even goed beviel als Alice. Met éeu van
beiden moest Ilarald zich verlovendat stond
bij haar vast, als een paal boven water, waat
die vervelende reis wilde zij niet voor niets heb
ben gedaan. Maar nu wist zij toch niet goed
aan welke van de twee zij de voorkeur zou
geven en daarom wikkelde zij Gerda in een
lang gesprek.
(Wordt vervolgd.)