Zaterdag 15
Februari 1913.
No. 8224.
62e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsehe Courant, voorheen Firma A. H. van CleelF".
HOOFDREDACTEUR
F. J. FRED ERIK S.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post/1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGRAOHT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
Bij dit nummer behoort een BIJBLAD.
Grondaankoop door de Ge
meente Amersfoort.
(INGEZONDEN.)
In de Amersfoortsehe Courant* no. 7996,
van 26 Augustus 1911, vestigde ik er de
aandacht van de lezers van dat blad op,
dat het niet voldoende is, den aankoop van
gronden voor eene Gemeente te motiveeren
door het feit, dat de bevolking aangroeiende is.
Ik wees er toen op, dat de toeneming der
bevolking aan een dieper gaand onderzoek
moest worden onderworpenik had toen
geen gegevens dadelijk te mijner beschik
king en kon deze ook niet zoo spoedig groe-
peeren om tot conclusies te mogen geraken.
Ik heb echter thans den loop der bevol
king vanaf 1880 uit het Verslag van den
toestand der Gemeente Amersfoort over het
jaar 1911* aan een nauwgezet onderzoek
onderworpen en wil aan belangstellenden
gaarne de uitkomsten mijner bevindingen
mededeelen.
Ten einde toevalligheden zooveel
mogelijk te neutraliseeren, zal ik de jaren
verdeelen in vijf- en tienjaarlijksche groepen.
Toevalligheden zijn bijv. grootere sterfte door
epidemieëngrootere vestigingen van inwo
ners in eenig jaar, zonder bepaalde oorzaken;
evenzoo grootere uittochten, zonder dat hier
voor afdoende verklaringen zijn te geven,
enz. enz.
In de hieronder volgende staten A en B
zijn nu de uitkomsten over groepen van 5
en van 10 jaar aangegeven. De getallen in
die staten kan iedereen, die daartoe lust ge
voelt, controleeren wanneer hij den loop der
bevolking uit het reeds genoemde Verslage
aan een nauwkeurige telling onderwerpt. De
getallen in de laatste kolommen krijgt men
door de bevolking op 31 December op het
einde van het tijdvak, te verminderen met
de bevolking op het einde van het jaar, dat
het te onderzoeken tijdvak voorafgaat.
Men krijgt dan als volgt.
Staat A. Tijdvakken van vijf jaar.
Tijdvak.
Overleden. Geboren.
Vertrok
ken.
Gevestigd.
Vermeer
dering der
bevolking.
1 Januari 1882—1 Januari 1887
>694 1 2515
5756
6434
'499
1 Januari 18871 Januari 1892
l892 27l8
6847
7206
872
1 Januari 18921 Januari 1897
I907 j 2927
7588
8494
1929
1 Januari 1897 1 Januari 1902
l86l 3I85
7938
9378
254'
1 Januari 1902 1 Januari 1907
1852 3769
10953
12346
3287
1 Januari 10071 Januari 1912
«749 i 346i
12240
11708
190
Staat B. Tijdvakken van tien jaar.
Tijdvak.
Overleden.
Geboren.
Vertrok
ken.
Gevestigd.
Vermeer
dering der
bevolking.
i Januari 1882 1 Januari 1892
3586
5233
12603
«3640
-'37'
1 Januari 1892 1 Jannari 1902
3768
6.12
'5526
1787-'
4470
1 Januari 19021 Januari 1912
3601
7230
23'93
24054
3477
Uit die staten A en B kan men, door bij
A de getallen te deelen door 5 en door bij
B de getallen te deelen door 10, nagaan
welke de gemiddelde jaarlijksche
waarden worden in de verschillende tijd
vakken. Die gemiddelden zijn dan be
vrijd van allerlei toevalligheden en worden
voor een juisten gedachtengang logischer.
In de staten C en D krijgt men die ge
middelden onder de oogen.
Staat C. Gemiddelde jaarlijksche opgaven, genomen uit tijdvakken van vijf jaar.
In nevenstaand tijdvak gemiddeld jaarlijks
Tijdvak.
Overleden.
Geboren.
Vertrok
ken.
Gevestigd.
Vermeer
dering der
bevolking.
1 Januari 1S82—1 Januari 1887
339
503
"5«
1287
300
1 Januari 18871 Januari 1892
378
544
«369
1441
«74
1 Januari 1892—x Januari 1897
381
585
1518
1699
386
1 Januari 1897 1 Januari 1902
372
637
1580
1876
508
1 Januari 1902—1 Januari 1907
370
754
2191
2469
657
1 Januari 1907—1 Januari 1912
350
692
2448
2342
38
Staat D. Gemiddelde jaarlijksche opgaven, genomen uit tijdvakken van tien jaar.
In nevenstaand tijdvak gemiddeld jaarlijks
Tijdvak.
Overleden. Geboren.
VprtrnV ermeer-
t I Gevestigd. dering der
Kaïmllrinrr
1 Januari
1882i Januari 1892
359
523
1260
1 Januari
18921 Januari 1902
377
6u
'553
1 Januari
19021 Januari 1912
360
723
239
*3^4
1787
2405
237
447
348
Eer ik nu verder ga, wil ik even uit staat
D eenige conclusies trekken, die nogal
interessant zijn.
Vooreerst ziet men, dat in de achtereen
volgende tienjaarlijksche tijdvakken, de aan
tallen overledenen per jaar niet veel uiteen-
loopen. Toch is de bevolking niet onbelang
rijk toegenomen. De sterfte vermindert dus,
of, wat het zelfde isde gemiddelde
levensduur neemt toe. Dit verblijdende
feit merkt men in de geheele maatschappij op.
Het aantal geboorten neemt echter
af. Van 1 Januari 1882 tot 1 Januari 1892
zie bovenbedoeld >Verslag« was de
gemiddelde jaarlijksche bevolking 15 107
het gemiddelde aantal jaarlijksche geboorten
in dat tijdvak is echter 523. Op de 10 000
inwoners werden dus in dat tijdvak 346
kinderen geboren per jaar.
Zoo was in het tijdvak 1 Januari 1892 tot
i Januari 1902 het gemiddelde aantal inwo
ners 18 246; het gemiddelde aantal jaar
lijksche geboorten in dat tijdvak is 611. Op
de 10 000 inwoners werden dus in dat tyd-
vak 335 kinderen geboren per jaar.
In het laatste tienjarige tijdvak was het
gemiddelde aantal inwoners 23 206. Het ge
middelde aantal jaarlijksche geboorten was
723; dat is per 10 000 inwoners per jaar
312 kinderen die geboren werden.
Het feit, dat het aantal jaarlijksche ge
boorten afneemt in de reeks 346, 333, 312
is nu niet bepaald verontrustend, omdat wij
tijdvakken van 10 jaar beschouwen, doch
geeft het te denken, want de kinderen van
nu zijn de belastingbetalers van later.
Wanneer men het aantal personen dat
zich te Amersfoort gemiddeld jaarlijks
vestigt, vermindert met het aantal personen
dat gemiddeld jaarlijks vertrekt, dan krijgt
men, als dit verschil positief is, het gemid
delde jaarlijksche voordeelige over
schot; is dat verschil negatief dan krijgt
men den gemiddelden jaarlijkschen achter
uitgang door vertrek.
In staat E is zulks verricht voor de vijf-
jaarlijksche tijdvakken; in staat F voor de
tienjaarlijksche tijdvakken.
Staat E, afgeleid uit staat C.
In nevenstaand tijdvak gemiddeld jaarlijks
Tijdvak.
Overleden.
Geboren.
Voordee-
lig over
schot.
Achteruit
gang door
vertrek.
Vermeer
dering der
bevolking.
1 Januari 18821 Januari 1887
1 Januari 1887—1 Januari 1892
1 Januari 18921 Januari 1897
1 Januari 1S971 Januari 1902
1 Januari 1902—1 Januari 1907
1 Januari 19071 Januari 1912
Sta
339 503
378 544
381 585
372 I 637
370 754
3.50 j 692
at F, afgeleid uit staa
136
72
181
296
278
D.
106
300
«74
386
508
657
38
Tijdvak.
In nevenstaand tijdvak gemiddeld jaarlijks
Overleden.
Geboren.
Voordee-
lig over
schot.
Achteruit
gang door
vertrek.
Vermeer
dering der
bevolking.
1 Januari 18821 Jannari 1892
1 Januari 18921 Januari 1902
1 Januari 1902—1 Januari 1912
359
377
360
523
611
104
234
86
237
447
348
Vergelijkt men de staten E en F dan ziet
men, dat er in het tijdvak 1 Januari 1892
tot 1 Januari 1902 een groote toeloop naar
Amersfoort is geweestdie toeloop is nog
doorgegaan in het tijdvak 1 Januari 1902 tot
1 Januari 1907, doch het tijdvak 1 Januari
1907 1 Januari 1912 spreekt van achter
uitgang. Nog is in het tienjarig tijdvak
1 Januari 1902 1 Januari 1912 vooruit
gang te constateeren doch die vooruitgang
is zwak en teert voornamelijk op de. eerste
jaren van het tijdvak.
Nu waren er, zie bladz. 102, 103 en 104
van meergenoemd Verslag*, in 1911 in de
Gemeentelijke belasting 3518 aangeslagenen,
dat is op de toenmalige bevolking 14.66 pCt.
Dit percentage zal in vroegere jaren niet zoo
hoog zijn geweest, eensdeels omdat de wel
vaart vermeerdert, ten andere omdat het
Gemeentebestuur tegenwoordig er beter voor
zorgt, te krijgen waar het recht op heeft,
dan zulks in vroegere jaren het geval was.
Voor volgende jaren zal men veilig dat
percentage nog gedurende geruimen tijd
mogen aannemen.
Het aantal geboorten moet men bij het
beschouwen van de belasting voorzichtig
hanteeren. Slechts zij, die 20 jaar en meer
geleden geboren zijn, beginnen in aanmer
king te komen voor belasting betalen. Het
aantal overledenen is gemakkelijker in beschou
wing te nemen. Van het aantal overledenen
verliest de Gemeente jaarlijks 14.66 pCt.
belastingbetalersdoch daar de levensduur
toenemende is, behoeft men zich hierin niet
al te zeer te verdiepen integendeel, men kan
hieromtrent gerust zijn.
Voornamelijk moet men dus oog hebben
voor de vierde en de vijfde kolommen van
staten E en F. Blijft de achteruitgang door
vertrek zich handhaven, zooals zulks plaats
had in het tijdvak 1 januari 1907 1 Januari
1912, dan kan het niet anders of de Ge
meente moet jaarlijks dit gaan voelen in