Dinsdag 20 £®t Mei 1913.
No. 8263.
62e Jaargang.
Uitgave van do Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFDREDACTEUR
F. J. 7RZDSHZSS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.—
franco per post f 1.15. Advertentlén 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en ontelgenlngs-
advertentiSn per regel 15 cent /leolames 1—3 regels f \.i5. Bewijsnummers naar buiten
worden (n rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiön van buiten de stad worden de Incasseerkosten In rekening gebracht.
KORTEaRACHT 9.
Postbus 9. Telefoon 19
KENNISGEVING.
INLEVERING REKENINGEN.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat het geble
ken is, dat declaratiën ten laste der Gemeente
menigmaal geruimen tijd na afloop van een
dienstjaar worden ingezonden.
Aangezien zulks voor een geregelde admini
stratie een ernstige belemmering oplevert, her
inneren zjj nogmaals allen, die iets van de
Gemeente hebben te vorderen, hunne declara
tiën, het dienstjaar 1912 betreffende, in te
dienen uiterlijk 1 Juni 1918.
Ten aanzien van hen, die in gebreke mochten
blijven, hieraan te voldoen, zal ernstig worden
overwogen of er alsnog bijzondere redenen be
staan om hen in het vervolg voor het doen van
leverantiën aan de Gemeente in aanmerking te
brengen.
Amersfoort, 19 Mei 1913.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
J. I) WERKMAN.
18 Mei.
De herdenkingsdag van de opeuingszitting
der Eerste Vredes conferentie
op 18 Mol 1899.
In alle landen vestigen de Pacifisten op
dezen dag de aandacht op deze hoogst be
langrijke wereldgebeurtenis van veertien jaar
geleden en geven zij uitdrukking aan hun
onbegrensd vertrouwen in den vooruitgang
hunner denkbeelden.
Is het noodig, dat hier te lande wederom
op de beteekenis der Vredes-conferenties
wordt gewezen Is het noodig in Nederland
nogmaals te verkondigen, dat de Vredes-con
ferenties niet alleen een onoverschatbare
theorethische beteekenis hebben als bijeen
komsten van alle beschaafde Staten met de
uitdrukkelijke bedoeling, den Wereldvrede
naderbij te brengen, maar bovendien reeds
een instelling in het leven hebben geroepen
waarvan de practijk des levens reeds her
haaldelijk het groote belang heeft aan het
licht gebracht? Wij, Nederlanders, weten
thans immers wel allen, dat in ons land 2ich
bevindt het Hof van Arbitrage, de interna
tionale Rechtbank, voortgekomen uit de be
sluiten der Vredes-conferenties! En welk
Nederlander, die eenigszins op de hoogte is
van de beschavingsgebeurtenissen van onzen
tijd, weet niet, dat in het tijdsverloop van
éen jaar driemaal de beslissing van dit Hof
is ingeroepen over volkenrechterlijke vragen?
Toch mag men de oogen niet sluiten voor
het feit, dat velen blijven weigeren, zich aan
te sluiten bij de Vredesbeweging, omdat zij
hun tijd, krachten en geld niet willen beste
den voor een tóch onbereikbaar ideaal, hoe
verheven dit ook moge schijnen. Leert de
Balkan-oorlog, leert de legeruitbrclding in
Frankrijk en Duitschland niet, dat oorlogen
onvermijdelijk zijn en dat wij met rassche
schreden den lang verwachten algemeenen
Europeeschen oorlog tegemoet gaan Aldus
hun vertwijfelende vraag. En zij verwonde
ren zich fyoe de Pacifisten den moed hebben,
18 Mei 1899 met gevoelens van blijmoedige
dankbaarheid te herdenken
Geeft het afgeloopen jaar inderdaad tot
deze somberheid aanleiding Wie niet alleen
zijn oog richt op oorlogen en legervermeer-
dering de zoo betreurenswaardige gevol
gen van den nóg bestaanden ouden inter
nationalen toestand maar bovendien de
moeite zich wil getroosten, kennis te nemen
van de vele kenteekenen der nadering van
een beteren tijd, zal moeten erkennen, dat
het jaar, sinds de vorige 18-Meiviering ver-
loopen, tot een optimiste beschouwing alle
aanleiding geeft.
Zeker, een nieuwe oorlog is uitgebroken
en nóg is de vrede tusschen de Bal!:an-
staten onderling er. tusschen hen en Turkije
niet geheel verzekerd, Duizenden menschen-
levens zijn verloren, millioenen guldens, in
plaats van aan voortbrenging, besteed aan
vernietiging. Maar bedenkt men wel, dat
naast dezen Balkanoorlog óok mag worden
melding gemaakt van den algemeenen Euro
peeschen oorlog, die niet is uitgebroken
Hoe vaak betoogde men niet, dat de Euro-
peesche oorlog komen móest en komen zou,
zoodra zich maar een geschikte gelegenheid
voordeed Welnu, tijdens de Balkan-crisis is
herhaaldelijk gebleken van tegenstrijdige
belangen tusschen de groote Mogendheden,
die tot moeilijkheden aanleiding gaven. Maar
al deze moeilijkheden zijn overwonnen, om
dat de Regeeringen inzagen, dat grooter
ramp, dan toe te geven op een enkel punt,
zou zijn de oorlog; omdat zij inzagen, dat
de oorlog zou zijn het grootBte nadeel voor
hun volk.
De Balkan-crisis is geëindigd met regel
matige bijeenkomsten te Londen van de ver
tegenwoordigers der tegenover elkander
staande Staten groepen, Triple entente en
Driebond, die ten slotte in eendrachtige
samenwerking, 'tot behoud van den vrede en
als voorboden van een georganiseerde toe
komst, vormden een permanent Internatio
naal comité met de beschikking over eigen
internationale politie. Voor wie het oog richt
op de toekomst, is de niet-uitgebroken Euro-
peesche krijg belangrijker dan de Balkan
oorlog, die wèl is uitgebroken I
Evenmin kunnen de legeruitbreidingen in
Duitschland en Frankrijk, als gevolg van
het nog bestaande wantrouwen tusschen
deze beide landen, tot ontmoediging aan
leiding geven, wanneer men beziet de zoo
vele gunstige en daarom minder veelvuldig
besproken vredelievende kenteekenen. Wet
men wel, dat het Amerikaansche Parlement
thans voor den tweeden achtereen volgenden
keer zeer beslist is overgegaan tot een ver
mindering in de voorgenomen vloot-uitbrei-
ding? En weet men ook, dat dr. Woodrow
Wilson, die Taft, den «Vredes-president*, als
President van de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika is opgevolgd, tot zijn Minister
van Buitenlandsche Zaken heeft benoemd
den bekenden pacifist Bryan en dat dan ook
een zijner eerste regeeringszorgen is geweest,
de voorbereiding voor een wereldverdrag,
waarbij alle Staten zich zullen verbinden
géén oorlog te verklaren dan nadat eerst het
geschil aan een internationale commissie van
onderzoek zal zijn onderworpen
Herhaaldelijk leest men thans weder on
rustbarende berichten over de verhouding
tusschen Frankrijk en Duitschland. Onge
lukkig vergeten velen dan, dat het vorige
jaar niet minder onheilspellend werd gespro
ken over de verhouding tusschen Engeland
en Duitschland. Is men dit vergeten, wan
neer men het afgeloopen jaar ongunstig voor
de Vredesbeweging noemt? De verbeterde
verstandhouding tusschen Engeland en
Duitschland is toch waarlijk wel een belang
rijk en heuglijk feitEn Is de verhouding
tusschen Frankrijk en Duitschland waarlijk
zóo ongunstig? Men bedenke toch, dat niet
minder dan 180 Fransche Parlementsleden
de toenaderingsbijeenkomst te Bern hebben
bijgewoond, waar ook de parlementaire groe
pen die de meerderheid van den Rijksdag
uitmaken, van hun verlangen naar een goede
verstandhouding deden blijken en 40 dezer
Parlementsleden daarvan door hun tegen
woordigheid getuigenis aflegden
Het jaar, dat sinds 18 Mei 1912 is ver-
loopen, was rijk aan dergelijke internationale
bijeenkomsten.
Niet alleen de gebruikelijke zuiver paci
fistische congressen werden in grooten ge
tale gehouden, neen, juist ook de buitenge
wone congressen tot behoud van den vrede
trokken de aandacht. Het internationale
.Socialisten-congres te Bazel deed nogmaals
ondubbelzinnig blijken van den krachtigen
wil der arbeiders tot behoud van den vrede.
Het congres voor Internationale Verst.'lndi-
gung« te Heidelberg openbaarde, hoe reus
achtig de vredesbeweging aan kracht heeft
gewonnen onder de Duitsche intellectueelen,
CeX^ét^-
onder wie de Duitsche professoren een aller-
eersten rang innemen. De Duitsch-Eogelsche
toenaderingsbijeenkomst te Londen getuigde
vooral van den goeden wil en de oprechte
vredelievendheid der Duitsche en Engelscho
journalisten en der bankiers- en handelswereld.
En de Fransch-Duitsche bijeenkomst te
Bern was misschien nog het meest belangrijk
als de min of meer officieele vergadering
van tot verschillende partijen behoorende,
gekozen vertegenwoordigers van t-vee volke
ren, omtrent wier onderlinge verhouding van
1870 tot heden een veelbeteekenend en af
wachtend «zwijgen* de eenig mogelijke
uitweg tot behoud van den vrede scheen.
Dat thans de officieele vertegenwoordigers
van het volk tot een gezamenlijk »sprcken«
durven en willen overgaan, mag op don
i8en Mei 1913 als een hoopvolle belofte
voor een betere verstandhouding dankbaar
worden begroet.
't Trekt bij.
Toen In 't najaar in verschillende Ge
meenten des lands de commissiën zich vorm
den om de feestelijke viering van het eerste
eeuwfeest van Neerland's herstel als onaf
hankelijke natie voor te bereiden, stuitten
bijna alle op onverschilligheid. Vele hebben
't bijltje er bij willen neerleggen en toen
enkele aan hun stadgenooten meedeelden,
dat ze uit gebrek aan meewerking geen
kans zagen een eenigszins behoorlijk Feest
voor te bereiden en den daaraan verbonden
last en moeite zelfs heel gaarne wilden af
staan aan anderen, toen kwam er belang
stelling en vloeide er zelfs veel geld toe.
In menige commissie-vergadering klonk bij
wijze van troost: «volhouden; wc hebben
nog een heel voorjaar en een heelen zomer
de menschen begrijpen niet, dat de voorbe
reiding van een feest dat een paar dagen
duurt, maanden en maanden vordert».
En werkelijk, hoe meer we naderen tot
September, de maand waarin vrij algemeen
de herdenking zal plaats hebben, des te
minder wordt men koel en telkens komen
er meer on-bedrieglijke teekenen, dat het
ernst wordt met de herdenking.
De volgende twee berichtjes mogen tot
staying strekken.
»Nadat door Burgemeester en Wethouders
van Rotterdam aan den Raad het voorstel
was ingediend f 60 000 uit de Gemeentekas
beschikbaar te stellen voor de nationale feest
viering, kwam bij den Raad vrij algemeen
de wensch tot uiting, dat geld niet geheel
te besteden voor het feestbetoon op een en
kelen dag, maar een deel daarvan te bestem
men voor een meer blijvende herinnering
aan de vrijwording van ons vaderland en
do herleving van ons zelfstandig volksbe
staan.
»B. en W., ofschoon er op wijzende, dat
de beteekenis en de grootte der stad belang
rijke uitgaven zal vorderen, gaan toch wol
met dit denkbeeld mede cn stellen thans
voor, f50000 voor de feestviering to bestem
men en verder te bepalen, dat, voorzoover
op voldoende wijze onder de burgerij blijkt
van instemming met dit denkbeeld, tot het
in het leven roepen van een blijvende her
innering, daartoe uit de Gemeentekas een
verdere bijdrage van f 25 000 zal worden be-
stomp».
Het andere
«Door de Nationale vcrecniging voor den
volkszang is besloten, de medewerking van
alle bespelers van carillons in ons land in
te roepen, om op ccht-Nederlandsche wijze
het gewichtige feit, dat wij honderd jaar ge
leden onze onafhankelijkheid herkregen, te
herdenken met een klokkenbespollng, door
het geheele land op éen zelfde uur te hou
den, waarbij hoofdzakelijk Nederlandsche
liederen worden ton gehoore gebracht.
>De vcrecniging meent, dat zoodoende op
ongezochte wijze de aandacht wordt geves
tigd op den schat van oude en nieuwe lie
deren, die ons volk bezit, terwijl tevens groo-
tere belangstelling zal worden gewekt voor
onze klokkespelen, waaronder zeer mooie
zijne.
Hot woningvroagHtuk.
Reeds in hun verslag omtrent hetgeen in
1911 met betrekking tot verbetering dor volks
huisvesting in deze Gemeente werd verricht,
schreven Burgemeester cn Wethouders
het is opmerkelijk, dat zoo goed
als geen woningen worden aangebouwd, een
huurwaarde hebbende van omstreeks f 180
tot f 250 a f 300. Voor een groote categorie
van personen, als onderwijzers en verdere
beambten en ambtenaren, is het dan ook
hoogst moeilijk, een geschikte woning te
verkrijgen*.
In hun voorstel van 11 Maart 1913 tot het
verleenen van een voorschot aan «Volkshuis
vesting II* herhalen zij, dat goede woningen
met cc» huurprijs van Ij a fj per week niet
aanwezig zijn en zij voegen daaraan too
«hetgeen duidelijk blijkt uit het feit, dat geen
woningen van die prijzen leeg staan*.
Zelfs onverklaarbaar bewoonde huisjes, die
om vele redenen, juist door het gebrek aan
goede woningen, nog niet onbewoonbaar
verklaard kunnen worden, doch daarvoor
stellig aan de beurt zullen komen zoodra
«Volkshuisvesting II* haar woningen bij de
Koningspoort zal hebben voltooid, worden
betrokken zoodra de vorige huurders ze
verlaten. Als maar even ruchtbaar wordt,
dat er een huisje openkomt. loopen de lief
hebbers te hoop cn terwijl het eeno boedeltje
wordt uitgedragen, staat de handwagen met
dc hare der nieuwe bewoners al voor de
deur.
Maar, vraagt men, als er dan zoo'n gebrek
is aan goedkoope woningen kunnen dan de
eigenbouwers die niet doen bouwen.
Die vraag is niet zoo heel licht te beant
woorden.
Op de eerste plaats is hier de veel ver
scherpte Bouwverordening, welke te.
bate van dc huurders en van de volkshuis
vesting in het algemeen gebruik van
grooter terrein cn van meer en betere ma
terialen noodig maakt.
Op de tweede plaats zijn er de duurdere
materialen, de onkosten, veroorzaakt door
do sociale wetten, de hoogere rentestandaard,
de hoogere loonen in de bouwambachten,
die het bouwen almede veel duurder maken.
Het zijn werkelijk niet alleen de eigen-
bouwers hier, die, zooals men hun dat wel
willend doch gansch ongemotiveerd te laste
legt. woekerwinsten trachten te maken ook
elders zijn ze verplicht, de huren op tc slaan.
Toevallig kwam ons onder de oogen het
jongste nummer van het maandblad «Het
bouwbedrijf*, orgaan der Utrechtschc pa-
troons-voreeniging, waarin de volgende cir
culaire, welke werd verzonden aan alle
huurders
Het comité, gevormd uit de velschillende
groepen van huiseigenaren, ziet zich genood