Advei
De heer Van Achtcrjberghrlser
bezwaar, dat B. en W. dit zaakje opknap
pen Anders stel ik voor, dit aan te houden
tot de volgende vergadering omdat ik de
verordening en de onderhandelingen niet bij
de hand heb.
De Voorzitter: Aanhouden gaat moei
lijk. De verzekering moet i Juli in werking
treden. Het is veel gemakkelijker, dat U in
art. 3 voor fóoo leest f700.
De heer Veis H e y n Heeft de heer
Van Achterbergh bezwaar, de zaak in han
den te stellen van B. en W.
De heer Van Achterbergh: Dat
heb ik gevraagd. Mag ik het zóo wijzigen
als grondslag, waarnaar de uitkeering wordt
berekend, worden de volgende jaarbedragen
aangenomen voor den commandant en diens
adjunct f2200, voor de brandmeesters f 2000
(nu f 1250) en voor de overigen f 800 (nu
f 600).
De Voorzitter: B. en W. nemen het
voorstel over. De onkosten zijn betrekkelijk
gering.
De verordening wordt nu aangenomen
z. h. st., terwijl z. h. st. B. en W. worden
gemachtigd, de noodige veranderingen aan
te brengen.
6. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het sluiten van een contract met
de Ned. Bell Telefoon Maatschappij betref
fende het brandseinwezen.
Het voorstel strekt om ten behoeve van
de alarmeering der brandweer 10 telefoon
toestellen en 27 wekkerschellen aan te bren
gen. Tevens zal voor de geabonneerden op
het locale net de gelegenheid bestaan, door
loopend telefoongesprekken van anderen
aard te houdenterwijl bovenaan iedere
bladzijde van den plaatselijken telefoongids
de plaats van alarmeering wordt bekend
gemaakt en aan d§ huizen der aan het tele
foonnet aangeslotenen een geëmailleerd plaatje
wordt aangebracht met de letter T.
De heer Gerritsen: Kan door deze
overeenkomst nu ook den geheelen Zondag
worden getelefoneerd Thans bestaat daar
toe slechts enkele uren gelegenheid.
De Voorzitter: Het tot stand komen
der regeling heeft vermoedelijk zoo lang
geduurd door de overneming van het net
door het Rijk. In den brief van 6 Juni wordt
meegedeeld, dat doorloopend gelegenheid
tot tclefoneeren zal bestaan, ook 's Zondags.
De heer Van Achterbergh: Is het
niet noodig, vast te leggen wanneer de al
arm-inrichting klaar moet zijn en de door-
loopende dienst wordt ingevoerd Geen
artikel der overeenkomst wijst daarop. De
tijd dringt, want 1 Juli treedt de nieuwe
brandweer op en zij is geheel ingericht op
snelle alarmeering. Thans is de Bell-telefoon-
maatschappij de baas.
Ik zal nochthans geen voorstel doen.
De Voorzitter: B. en W. hebben
geen reden om te veronderstellen, dat de
Bell-telefoon-maatschappij niet haar volle me
dewerking zal verleenen.
De heer Van Achterbergh: Dat
wilde ik maar weten. Dank U.
7. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot verlenging var. het ziekteverlof
aan mej. A. G. van den Berg.
Z. d. of h. st. verlengd.
8. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake het bespelen van het carillon
van den Lieve Vrouwe-toren.
Z. d. of h. st. aangenomen, zoodat tot Sep
tember het carillon eens per week des avonds
wordt bespeeld.
9. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende het verleenen van een
voorschot aan destichting Volkshuisvesting».
Aangenomen z. d. of h. st. Ten behoeve
van de Gemeente wordt een ie hypotheek
van f 174 460 gelegd op de tegenover de
Koningsstraat te bouwen woningen, die niet
meer huur mogen doen dan f 2.60 per week.
10. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende het verleenen van een
voorschot aan de stichting »V. I. O. S«.
Het voorstel strekt om, met wijziging van
het Raadsbesluit van 28 Maart, aan deze
stichting een voorschot te verleenen van
f 69 700.
De heer Van Achterbergh: Op
welke gronden kunnen B. en W. opheffen
het servituut, dat op dezen grond evenals op
alle gronden van den Berg ligt. Indien de
Gemeente dit servituut opheft, moet de goed
keuring verkregen van de N. V. «Amers-
foort» en van alle eigenaren van den Berg.
Er staat een boete van f 5000 op. Op wel
ke gronden raeenen B. en W., dat de Maat
schappij «Amersfoort» niet warm loopt
Dc Voorzitter: Wij hebben mede
werking van die Maatschappij.
De heer Van Achterbergh: Ik las
dit wel in het voorstel, doch ik meen, dat
het toch maar niet zóo kan. Het servituut
is gelegd op den geheelen Berg. Als ik er
ook eigendom had, zou het ook op mij rus
ten en als ik het servituut overtrad, zou de
N.V. mij f 5000 aanzetten. Ik meen, dat de
Gemeente er last mee zal krijgen.
De heer Rolandus Hagedoorn:
B. en W. hebben medewerking van de Maat
schappij «Amersfoort» en deze neemt dus
de verantwoordelijkheid op zich, ook tegen
over de eigenaren.
De Voorzitter: Ik geloof óok niet, dat
de eigenaren recht hebben op verhaal en
meen, dat dc Maatschappij ontslag van het
servituut heeft gegeven. Ik heb hier de acte
voor mij.
De heer Van Achterbergh: Alle
koopers hebben de zelfde clausule in hun
acte. Ik leg er mij gaarne bij neer als B.
en W. de verzekering geven, dat de Ge
meente niet in een proces wordt betrokken.
De Voorzitter: De notaris heeft ons
niet opmerkzaam gemaakt op die mogelijk
heid. Mocht er iets wezen dan zullen B, en
W. het onmiddellijk meedeelen.
Het zou jammer zijn, het voorstel aan te
houden.
De heer Van Achterbergh: Dat
wensch ik ook geenszins. Ik waarschuwde
slechts.
De Voorzitter: B. en W. zullen dank
baar gebruik maken van de opmerking. Zij
gelooven niet, dat er bezwaar is.
Het voorstel wordt aangenomen z. h. st.
11. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende het beschikbaar stellen
van een bedrag in het belang der volks
huisvesting.
Z. h. st. wordt f 16 000 daarvoor toege
staan.
We herinneren ten overvloede, dat de
voorstellen worden opgenomen in vorige
nummers.
12. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot de definitieve vaststelling van
een wijziging van bet uitbreidingsplan.
De heer Van Achterbergh: Is er
bezwaar om voortaan, te gelijk met de
annonceering, bekend te maken welk terrein
wordt bedoeld Den vorigen keer werd een
rooilijnplan vastgesteld waarvan de eigena
ren naderhand vreemd hebben opgekeken.
De Voorzitter: Openbare kennisge
ving is noodig. B. en W. zullen het verzoek
van den heer Van Achterbergh overwegen.
13. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het overnemen van grond van
mej. de wed. B. W. Speelberg.
Doordien mejuffrouw Speelberg bereid is,
een deel van het inmiddels door haar ge
kocht perceel aan den Ouden Soesterweg
kosteloos af te staan aan de Gemeente, stel
den B. on W. voor, het aldus verkregen ter
rein te bestemmen voor openbaren weg en
te doen verbarden op de zelfde wijze als de
in uitvoering zijnde verharding van het ge
deelte Oude Soesterweg.
Aangenomen z. d. of h. st.
14. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het overnemen van grond tot
verbetering van verkeerswegen.
Het voorstel strekt eensdeels om van den
heer H. W. van Esveld kosteloos over te
nemen een strook van 30 M2 van den tuin
van «Nederberg» en aan B. en W. een cre-
diet van f 235 te verleenen voor de verplaat
sing van het hek aan de zijde van den
Utrechtscheweg en het rooien van boomen
aldaar, waardoor het verkeer daar ter plaatse
aanzienlijk kan verbeterd.
Anderdeels bedoelt het, voor f 40 per M2.
van den heer B. van 't Eind over te nemen
71 M2 van diens tuin aan den Soesterweg
en voor f 10 per M2. een gedeelte groot
103 M2. van het van den weg afgescheiden
erf. Voor het overblijvende perceel zou het
servituut worden gelegd, dat ten behoeve
van verkooper op den grond vóór diens pak
huis aan den Soesterweg steeds wagens of
andere voertuigen mogen worden geplaatst
tot het laden en lossen van goederen, in ver
band met het bedrijf, en dat de deuren van
het pakhuis naar buiten mogen openslaan
komende de kosten van overdracht ten laste
van de Gemeente.
De heer Veis H e y n Met heel veel
belangstelling, maar ook niet zonder ver
wondering heb ik kennis genomen van het
laatst bedoelde voorstel. Ik blijf bij mijn
meening, uitgesproken in de Commissie van
bijstand voor de financiën, dat een offer van
f 3870 plus een groot servituut niet opweegt
tegen de verkeersverbetering, die we tei
plaatse zullen krijgen en ik zal dus mijn
stem moeten onthouden aan het voorstel.
Ik vrees een precedent te scheppen voor
de toekomst, waardoor het onmogelijk zal
zijn, zonder zeer groote offers dergelijke ver
beteringen tot stand te brengen.
Tevens wil ik meedeelen, dat ik met zeer
veel dankbaarheid heb kennis genomen van
het zoo geheel belangloos aanbod van den
heer Van Esveld. Ik hoop, dat de Gemeente-
naren nu ook ten volle zullen begrijpen, dat
de heer Van Esveld geen hek cadeau kreeg;
maar dat de Gemeente een waardevol ge
schenk ontving van den heer Van Esveld
(applaus).
De heer Van Achterbergh: Ik
sluit me volgaarne aan bij den lof, door den
heer Veis Heyn gebracht aan den heer Van
Esveld. Evenals hij ben ik tegen het voor
stel om het terrein van den heer Van 't Eind
te koopen.
De heer Van 't Eind wenscht de deuren
van zijn pakhuis naar buiten te doen open
slaan. Dit is in strijd met art. 79 Bouwver
ordening en art. 13 Politie-verordening en
het verkeer kan er geheel door gestremd.
Als de heer Van 't Eind zijn huls verkoopt,
kan een der opvolgende eigenaars het ver
keer gewoon stop zetten door er een wagen
te «plaatsen, zoogenaamd om te lossen of te
laden. De Gemeente zal dan op den duur
verplicht zijn, het geheele terrein te koopen
en hoeveel dat zal kosten, weten we nu al
wel.
Doch hoe komen B. en W. er toe, voor te
stellen een stuk weg te koopen waarop zulk
een zwaar servituut ligt?
Wethouder Van Esveld: Ik stem toe,
dat de prijs hoog en het servituut bezwarend
is, maar de hoek is gevaarlijkde schutting
beneemt het uitzichtverbetering is zeer
zeker noodig. De hooge prijs is vastgesteld
na lang marchandeeren. Oorspronkelijk werd
f 60 gevraagd.
De heer Gerritsen; Niet meer
Wethouder Van Esveld: De eige
naar houdt vast aan het servituut wegens het
laden en lossen.
De heer Van Achterbergh: Ja, hoe
lang duurt dat?
De heer Veis Heyn: Wethouder Van
Esveld heeft getracht het voorstel te verde
digen, en noemde de passage op dat punt
gevaarlijk. Gevaarlijk is zij nog niet. Als zij
gevaarlijk wordt, laat dan B. en W. een weg
aanwijzen, bijvoorbeeld, dat de rij- en voer
tuigen naar het station de Wilhelminastraat
moeten volgen en van het station den Sta
tionsweg. De voetgangers blijven op het
trottoir aan den huizenkant.
Ik vrees een precedent en acht de koop
som veel te hoog.
De heer J o r i s s e n Als de passage er
zoo vreeselijk gevaarlijk Is, welnu dan bepa
len B. en W. een inrit en een uitrit, net als
op de Kortegracht.
De heer Van Achterbergh: Ik moet
er Wethouder Van Esveld even op wijzen,
dat hij zijn eigen voorstel niet goed kent. Er
slaat«zal worden bezwaard met de volgende
erfdienstbaarheid dat op den grond, liggende
vóór het pakhuis aan den Soesterweg
steeds wagens of andere voertuigen mogen
worden geplaatst»
De Voorzitter: Leest U even verder.
De heer Van Achterbergh: Zeker
dat wilde ik juist doen dus«steeds mo
gen worden geplaatst tot het laden en lossen
van goederen, in verband met het bedrijf».
Ziezoo, dat is nu het geheel. Ik herhaal, dat
de heer Van 't Eind dit niet zal doen, maar
dat een zijner opvolgers er zijn wagen neer
zet en er 's ochtends een zakje oplaadt en
's avonds weer een. Zoodoende wordt de
Gemeente op den duur gedwongen, het ge
heele perceel te koopen.
Laat ons liever het onteigenen dat is niet
duurder en dan komt er geen servituut.
De Voorzitter: We kunnen het ter
rein slechts krijgen met het servituut.
Verlangt iemand hoofdelijke stemming?
De heer Van Achterberg: Ja,
M. de V.
Het voorstel wordt verworpen met 13
tegen 2 stemmen, die van de Wethouders
Van Esveld en Van DuinenWethouder
Rijkens was niet tegenwoordig bij deze
stemming.
De Voorzitter: B. en W. zullen een
andere wijze van aanrijden overwegen.
Het voorstel omtrent de kostelooze over
neming van 30 M2 grond van den heer Van
Esveld wordt hierna aangenomen z. h. st.
15. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot vaststelling van een Verorde
ning, regelende den werkkring der Commis
sie van bijstand voor den keuringsdienst.
Aangenomen z. d. of h. st.
16. Benoeming van de leden der Commis
sie van bijstand voor den keuringsdienst.
Benoemd de heeren Jorissen met 15, Ro
landus Hagedoorn met 14, Van Achterbergh
met 12 en Houbaer met 9 stemmen.
17. Benoeming van een lid der Commissie
van toezicht op het Middelbaar onderwijs.
Benoemd kapitein A. Ph. Louman met 13
stemmen, tegen 3 op dr. H. J. Reynders.
20. Benoeming leden stembureaux voor
de verkiezing van leden van den Gemeente
raad.
Voorzitter zijn in II Wethouder Van Es-
veld, in I Wethouder Rijkens en in III
Wethouder Van Duinen.
18. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot vaststelling van een drietal
comptabiliteitsbesluiten, dienst 1913.
19. Vaststelling van bet 2e gedeelte pri
mitief kohier der Inkomstenbelasting, dienst
i9«3-
Beide voorstellen waaromtrent geen mede-
deelingen worden gedaan, worden aange
nomen z. d. of h. st.
De Voorzitter: B. en W. stellen voor,
als urgent te behandelen de verzoeken, ver
meld aan het slot der lijst van ingekomen
stukken.
De architect van het gebouw «Saint Louis»
verzoekt ontheffing van het bepaalde in ali
nea 4 van Art. 22 der Bouwverordening,
n.l. dat een gevel niet hooger mag zijn dan
20 M.
B. en W. stellen voor, met het oog op
karakter en bestemming van het gebouw,
geen bezwaar te maken tegen die afwijking.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
De Voorzitter: Ten andere is er het
adres-Zoetmulder, houdend verzoek, de boo
men vóór zijn woning aan de Beekstraat I
alsnog te doen rooien.
Den 26 Februari is besloten, de boomen
in de Beekstraat te rooien. Toen is er een
storm van verontwaardiging opgestoken en
28 Maart is het besluit z. d. of h. st. inge
trokken.
B. en W. stellen thans voor, het adres
aan te nemen voor kennisgeving.
De heer Van Achterbergh: Dat zou
ik niet doen. Is 't zoo'n bezwaar, die twee
boomen weg te nemen Het laantje is wer
kelijk te smal voor twee rijen boomen. Men
krijgt er heel geen zon.
De heer Jorissen: Ik moet dikwijls
door de Beekstraat rijden. Als er slechts een
gewone groentekar staat, is de passage ge
stremd. Het is gewenscht, dat B. en W.
trachten, verbetering aan te brengen.
De heer R u y s Ik herinner aan het adres
van de bewoners der Beekstraat. Door het
rooien van boomen wordt de straat niet ver
breed.
De heer Gerritsen: Ik stel voor, het
adres te renvoyeeren aan B. en W.
De Voorzitter: B. en W. nemen het
over.
Om 9.50 is aan de orde de rondvraag.
De heer Briët verlaat de vergadering.
De heer Van Achterbergh: Ik
vraag het woord.
De Voorzitter: Vinden de heeren het
goed
Velen: Zeker M. da V.
De heer Van Achterbergh: In de
vergadering van 27 Mei, die ik niet kon bij
wonen, heeft de heer Eysink aan B. en W.
een vraag gesteld in zake de waterleiding.
Thans verzoek ik, naar aanleiding van die
vraag en het antwoord daarop van B. en
W., mij het woord te verleenen.
De vraag van den heer Eysink luidde
«Van verschillende zijden heb ik bij geruchte
vernomen, dat hier ter stede een huiseige
naar met de Utrechtsche Waterleiding Maat
schappij een overeenkomst heeft gesloten
over de levering van water voor pl.m. 400
woningen, naar ik vernam over een tijds
verloop van verschillende jaren. Is B. en W.
hier iets van bekend, en zoo ja, zouden B,
en W. ons eenige inlichtingen kunnen ver
strekken, hoe het komt, dat de Gemeente
een zóo groot verbruiker haar deur ziet voor
bijgaan
De heer Van Duinen, Wethouder van
Openbare werken, heeft daarop geantwoord,
doch niet namens B. en W. omdat dezen
toen als het ware nog geheel buiten de zaak
stonden, en is geëindigd met voor te stellen
om «de verschillende brieven, die over deze
zaak zijn gewisseld, ter visie te leggen voor
de leden van den Raaddan kon ieder van
de heeren zich overtuigen in hoeverre B. en
W. in dit opzicht een blaam treft».
Ook de Wethouder Rijkens heeft gemeend
toen een duit in het zakje te moeten doen
en vond het zelfs goed, mijn naam te noemen.
En de Voorzitter, de Burgemeester, heeft
geantwoord.
Ik moet even opmerken, dat ik niet heb
gezegd ik zal U bij d e z e gelegen
heid eens een correspondentie laten zien
tusschen den Directeur der waterleiding en
inij». Ik heb gezegd: Ik zal U bij gelegen
heid (enz.).
In de allereerste plaats moet ik u opmer
ken, dat ik volkomen vrij ben om te bepalen
van welke waterleiding ik het water voor
mijn huizen wil betrekken. Dit is een voor
mij zuiver particuliere zaak, welke met mijn
lid-zijn van den Raad niets heeft te maken.
Als inwoner van Amersfoort voel ik mij
echter niet alleen verplicht maar acht ik het
ook in mijn eigen belang noodig, de Ge
meentebedrijven zooveel ik kan te steunen.
Duidelijk echter is het, dat niet alleen
de inwoners plichten tegenover de gemeen
schap te vervullen hebben, maar eveneens
de gemeenschap, dat is het college van B.
en W. en de Directeur der gemeente-bedrij
ven, tegenover de inwoners.
M.a.w. dat het Gemeentebestuur en de in
woners moeten samenwerken en dat dit hier
te Amersfoort niet gebeurt, zal ik aantoonen.
Ik zal echter beginnen met het stellen van
een paar vragen.
Waarom beweert de heer Eysink, in de
vraag die hij B. en W. stelt, dat hij bij
geruchte heeft vernomen, dat iemand
400 huizen bij de U. L. W. heeft aange
sloten Dat heeft hij niet bij geruchte ver
nomen, maar heb ik hem zelf reeds ruim
twee maanden geleden meegedeeld. Zelf heb
ik hem toen gezegd, dat de onderhandelin
gen met de Gemeente-waterleiding en mij
waren afgebroken en dat ik bezig was, met
de U. W. L. af te sluiten. Hieruit blijkt dus
duidelijk, dat zijn vraag aan B. en W. mis
plaatst was. Immers het antwoord was hem
reeds twee maanden bekend.
Is het niet vreemd dat de heer Eysink
bij B. en W. dus feitelijk naar den beken
den weg is gaan vragen
Nog vreemder wordt het geval na zijn
woorden, dat hij als koopman en als lid van
de Commissie van bijstand als het ware mee
leeft met de Gemeentebedrijven en het hem
zoo spijt, een zóo groot verbruiker voor de
Gemeente te moeten missen, dat hij dan
twee maanden gewacht heeft met het stellen
van zijn vraag aan B. en W.
Als de heer Evs
voor het GemJn
zegt zou hij dan
hebben met het ste
Maar afgezien Ql
weinig voelt voorh
ik Uwas het ni(
lid van de Commj,
dehjk tot B. en ty
niet twee" maandei
nu gedaan heeft. a
beantwoord moet
dat de heer Ey$j|
zaakt (Gelach.).
In het practisch
handelen en niet
groote woorden 0p
De heer Eysink
contract, dat ik m
over een tijdsverlo
loopt. Daar is rri
heer Eysink zal m(
gen uit welken du
De Voorzitt
De heer Van A
binnen de perken 1
De V o 0 r z i 11 e
heen.
De heer Van
maar
De V 0 o r z i 11 e
De heer Van
aan te toonen. hoe
van den heer Eys
dat mijn contract
van jaar tot jaar.
Blijkt uit hetgeei
niet duidelijk dat
zijn vraag aan B.
kunnen nemen?
Maar waarom
wel eerst nu, e
ring, en toen ik afi ij
Dat hij die vraag 1
dering heeft gesteli a
lid, absoluut niet
dat ik alle mogelijt
water van de Get 11
trekken en dat ik n
van Amersfoort het 11
Wethouder Van
van den heer Eysin 16
M. d. V., dat antwi
het antwoord, noch
dat ik dit in een 1
aantoonen, hebben
maar aan den heer
uitlokker van deze
Wethouder Van
woord op de vraag
zeggen, dat hij in i
antwoorden namen
W. nog als het
staan».
Ongelukkiger wo
niet kunnen kiezen
van B. en W. te
aantoonen, dat B.
buiten deze zaak
alles officieel van g
ik tevens aangeta
mijn aanvrage or
waterleiding doof
mij daarom gedwo
W. L. af te sluiten.
Dat B. en W. m
bekend waren en
stonden, ga ik be;
den Wethouder en
U, M. d. V.
1Zelf erkent
Januari door den D
kennis is gesteld,
2. Zelf erkent
op zijn spreekuur
zaak toen met mij
3. Zelf erkent
Maart j.l.) aan den
dat er een heel do
zaak was.
4. De Voorzitti
officieel met de r
op 28 Maart. Let
houder Van Duine
buiten staan
J