Dinsdag 22
No. 8290.
62e Jaargang.
Op reis.
AMERSFOOBTCCEE
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Gonrant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
P. J. 7HZLEEIES.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post f 1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieêle- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden In rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTZGHAOST 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage, en met duidelijke
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van porto
toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van
de .Amersfoortsche Courant" tjjdens hun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
doen te weten, dat door den Raad dier Ge
meente in zijne vergadering van 30 Juni is
vastgesteld de volgende;
Verordening betreffende den Bur
gerlijken Stand te Amersfoort.
Artikel 1
In de Gemeente Amersfoort zijn vier onbe
zoldigde en drie bezoldigde ambtenaren van den
Burgerlijken Stand.
Art. 2.
Er is éen bureau van den Burgerlijken Stand
dit wordt gehouden in een der lokalen van het
Gemeentehuis. Voor het voltrekken van huwe
lijken zijn bovendien twee lokalen van het Ge
meentehuis beschikbaar. De lokaliteiten worden
door Burgemeester en Wethouders aangewezen.
Art. 3.
Het Bureau van den Burgerlijken Stand is
voor het publiek geopendeiken dag van des
voormiddags 9 tot des namiddags 3 uur, een en
ander met uitzondering;
1. van den Zaterdag, op welken dag het
bureau geopend is van des voormiddags 9 tot
des namiddags 1 unr
2. van den Zondag, den Nieuwjaarsdag, den
tweeden Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den
tweeden Pinksterdag, de beide Kerstdagen en
den verjaardag van H. M. de Koningin.
Op deze dagen is, indien daartoe door een
belanghebbende aanvrage wordt gedaan, het
Bureau voor het publiek geopend des voormid
dags van half negen tot 9 uur, uitsluitend tot
het doen van aangiften van geboorte of over
lijden
De aanvrage geschiedt aan het Gemeentehuis,
mondeling of schriftelijk, uiterlijk tusschen acht
uur en kwart over achten des voormiddags van
den dag, waarop men aangifte wil doen.
3. van den Goeden Vrijdag, op welken dag
het Bureau van 's middags 12 tot 's namiddags
1 uur voor het publiek geopend ia, uitsluitend
tot het doen van aangiften van geboorte of
overlijden.
Art. 4.
De werkzaamheden worden als volgt ver
deeld
De vier onbezoldigde ambtenaren zijn belast
met het voltrekken van de huwelijken, met
dien verstande, dat ieder hunner om de beurt
gedurende een maand met de voltrekking is
belast. Bij verhindering van den in functie
zijnden ambtonaar wordt hij vervangen door
een der andere onbezoldigde ambtenaren, in de
volgorde, waarop zij met het voltrekken van
huwelijken zijn belast. Bij verhindering van
alle onbezoldigde ambtenaren, is de eer9te be
zoldigde ambtenaar met de voltrekking belast.
De dagen en uren, waarop gelegenheid zal
bestaan tot kostelooze huwelijksvoltrekking
worden aangewezen door den in jaren oudsten
onbezoldigden ambtenaar, in overleg met de
andere ambtenaren.
De eerste bezoldigde ambtenaar iB belast met
alle werkzaamheden, die door of krachtens
eenige wet aan den ambtenaar van den Burger
leken Stand zijn opgedragen.
De tweede bezoldigde ambtenaar verricht bij
ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van
den eersten bezoldigden ambtenaar al diens
werkzaamheden.
De derde bezoldigde ambtenaar verricht bij
ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van
den tweeden bezoldigden ambtenaar al diens
werkzaamheden.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking met den
dag harer vaststelling. Alsdan vervalt de Ver
ordening betreffende den Burgerlijken Stand
te Amersfoort, vastgesteld bij Raadsbesluit van
den 5 Juli 1904, gewijzigd 20 December 1910.
Aldus vastgesteld door den Gemeente
raad van Amersfoort, in zijne openbare
vergadering van den 30 Juni 1913.
De Voorzitter,
Van RANDWIJCK.
De Secretarie,
A. R. VKENSTRA,
loco-Secr.
Afgekondigd waar het behoort den 21 Juli 1913.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA,
loco-Secr.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
in de Gemeente Tuil en 't Waal een geval van
miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, 22 Juli 1913.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
Openstelling van de School
aan den Leusderweg voor
meisjes.
(INGEZONDEN.)
Ik heb hier voor mij liggen twee critieken
op mijn in de Amersfoortsche Courant* no.
8285 ingezonden artikel over de openstelling
van de School aan den Leusderweg voor
meisjes. Het eene stuk is van den heer A.
M. Kerkkamp, leeraar aan de Hoogere
Burgerschool alhier, en komt voor in de
courant no. 8287. Het andere stuk is van
den heer G. J. Buijs, opgenomen in de cou
rant no. 8289.
De door den heer Kerkkamp geleverde
critiek is waardig en verdient de algeheele
belangstellingik hoop daarop straks terug
te komen. Over de pennevrucht van den
heer Buijs zal ik kort zijn. Toen ik haar
gelezen had, behield ik een indruk van hard
tromgeroffel en bleef mij van het heele be
toog eigenlijk niet veel meer bij dan een
door den schrijver zei ven opgehaald spreek
woord: >beaucoup de bruit et peu de
besogne*.
Nadat de heer Buijs, nu bijna twee jaren
geleden de Hoogere Burgerschool verliet,
bemerkte ik niet veel meer van hem. Af en
toe duikt hij echter op in de courant, voor
namelijk om tegen mij te schrijven. Het
vreemde is dan echter, dat ik bij zijn artike
len altijd in hem zie, den door anderen
aangezochten woordvoerder. Het
is als 't ware of ik er bij lees de woorden
»op last*. Misschien vergis ik mij hierin,
maar toch kan die indruk niet van mij weg
en daarom verliezen de pennevruchten va.,
den heer Buijs veel voor mij in waarde en
beteekenis.
Blijkens zijn schrijverij zou de heer Buijs
ons er toe willen brengen, dat wij zouden
gaan denken en zeggendal de Meisjes
school zelfs met waardeering in den Raad
werd ter sprake gebracht op 30 Juni j.l.
Ik hoop voor den door mij gedachten
woordvoerder, dat hem dit moge ge
lukken, doch ik geloof het niet. Ik ben meer
van meening, dat de heer Buijs hier geen
handig stukje heeft uitgehaald, want hij gaat
het vuur weer aanblazen. Feitelijk toch
maakt hij opnieuw reclame voor de minder
gunstige wijze, waarop een Raadslid ik
wil niet eens meer diens naam noemen, om
niet aan die reclame mee te doen over
de Meisjesschool heeft gesproken.
De heer Buijs kan toch nooit schoonpraten
de afkeurende woorden, over de genoemde
school gebezigd evenmin kan hij wegnemen
den onaangenamen indruk daarvan op toe
hoorders teweeggebracht en later, door lezing
van alle verslagen, bij een groot deel van
het publiek ingedrongen.
Het bedoelde Raadslid zal, denk ik, zon
der de hulp des heeren Buijs, wel weten te
doen zooals het hem het best voorkomt.
Nu zij nog even aangestipt, dat de door
mij gegeven statistiek betreffende de Meis
jesschool alle waarde behoudt, n'en déplaise
de kleine wijziging, die een nog weer her
haald onderzoek heeft opgeleverd Dus
slechts zes leerlingen op de 72 candidaten
werden in e 1 f jaren tijds afgewezen.
Wat nog sterker is, is dat vier dier afgewe
zenen in 1911 examen deden tegen het
advies van het Hoofd der school in en dat
zij dus de teleurstelling aan zichzelven te
wijten hadden. In 1912 werd er éen afge
wezen, dus niet 5 (in 1912) zooals de heer Buys
de vrijheid nam te beweren*).
Voorts moet de heer Buys nu nog maar
eens nauwkeurig gaan bestudeeren de
Amersfoortsche Courant* no. 8224 en no.
8229 gaan nalezen. Mogelijk zal hij nu weer
nieuw gaan schrijven en nieuwe fanfa- 1
ronnades in de wereld sturen. Hij wete ech
ter vooraf en onthoude dit goed, dat
artikelen, welke mij toeschijnen woordvoer
ders-artikelen met tromgeroffel op last te
zijn, verder door mij niet zullen worden be
antwoord.
Een aangenamer bezigheid rest mij nu nog,
waar ik den heer Kerkkamp ga danken
voor de mij gegeven inlichtingen betreffende
de stappen, die door hem met eenige anderen
werden gedaan om co-educatie op de Lagere
school B te verkrijgen. Ik erken thans gaarne
dat ik bij mijne beschouwingen de goede
motieven, welke velen hadden om tot de
door hen gewenschte co-educatie te geraken,
niet in het goede licht heb gezien en gesteld.
In den brief toch, die het college van Burge
meester en Wethouders aan de Commissie van
toezicht zond, ten einde advies te verkrijgen
over de toelating van meisjes op school B,
was de co-educatie niet bepaaldelijk vóor-
gebracht.
Ware slechts advies gevraagd om bijvoor
beeld bij wijze van proef meisjes op
school B toe te laten ten einde ondervinding
omtrent die co-educatie op te doen, zonder
de verdere commentaren, welke
nog in den brief van Burgemeester en Wet
houders voorkomen, dan geloof ik niet, dat
de Commissie van toezicht zich tegen het
toelaten bij wijze van proef van meisjes op
school B zou hebben verklaard. De geheele
zaak schijnt mij van den aanvang at niet
juist te zijn aangevat.
In Den Helder, waar ik eenige jaren
woonde eer ik mij te Amersfoort vestigde,
is geen afzonderlijke Meisjesschool. Daar
heeft men dus de co-educatie, waarnaar hier
thans wordt verlangd. Het ligt nu eenmaal
in den mensch om dikwijls te willen hebben,
wat hij niet heeft. In Den Helder meer
malen allerlei klachten van ouders over de
gemengde school, omdat volgens hen de
meisjes soms zeer onaangenaam door de jon
gens werden geplaagd, terwijl voorts breed
werd uitgemeten het groote bezwaar, dat die
kleine meisjes in den wintertijd wegens
het nablijven voor de handwerken zoo
laat en in donker moesten thuiskomen.
Misschien kunnen die Heldersche bezwaar-
tjes zich ook hier gaan doen gevoelen. Ge
lukkig, dat wij hier dan echter een goede
Meisjesschool hebben, die de afgedwaalde
schapen weer liefderijk opneemt.
P. S. R. WOLTERBEEK,
Voorzitter van de Commissie van toezicht
op het Lager onderwijs,
Amersfoort, 21 Juli 1913.
Mejuffrouw Van Lessen heeft de welwil
lendheid gehad, al de jaarlijsten van 1903 tot
heden nog eens heel zorgvuldig na te gaan.
In 1905 is nog éen leerlinge niet toege
laten tot de Hoogere Burgerschool op de
«verklaring*, welke door het Hoofd der
Meisjesschool werd ingezonden voor elke
candidate der Hoogere Burgerschool en
waarop was geadviseerd »niet geschikt*.
In 1911 werden er vier afgewezen voor
het Gymnasium. Voor deze 4 was aangifte
ontraden aan de ouders.
In 1912 werd er éen afgewezen voor de
Hoogere Burgerschoolbeslist niet meer dan
éen.
In de elf jaren zijn dus van de Meisjes
school tot de Hoogere Burgerschool en het
Gymnasium toegelaten 66 en afgewezen 6.
Oppassen de boodschap.
(INGEZONDEN.)
Het ijverig Bestuur van «Handel en Nij
verheid* verzoekt opneming van de volgen
de waarschuwing, uitgegaan van de zuster-
vereeniging te Arnhem.
Dezer dagen hadden we hier weer een
aardig staaltje van oneerlijke concurrentie,
hetgeen door onze vereeniging op de be
kende manier werd bestreden.
Reeds meerdere malen was 't voorgekomen,
dat hier zoogenaamd vliegende winkels uit
verkoop hielden, doch dat we hierop geen
vat konden krijgen.
Voor eenige weken echter prijkte in een
der plaatselijke bladen een annonce van
iemand, die goederen aanbood, welke «door
de douane aangehouden waren en doorhem
in éen koop waren gekocht, dus kersversch*,
enz. Ook de onderteekening was van dien
aard, dat we het noodig achtten, deze zaak
eens te onderzoeken.
Onmiddellijk informeerden we naar den
persoon, die zich «ondernemer* noemde en
nu bleek ons, dat we hier met iemand te
doen hadden, die nu juist niet den naam van
den eerlijken handel wilde hoog houden.
Tegelijkertijd informeerden we bij den heer
O. Barents, te Arnhem, om inlichtingen en
we hadden toen voldoende materiaal om
onzen strijd te beginnen.
Allereerst verzochten we den hotelhouder
om niet zijn zaal disponibel te stellen voor
dergelijken handel, 't geen ons aanvankelijk
gelukte en wij toezegging kregen, tien
«koopman* af te telegrafeeren.
Intusschen was echter deze heer aange
komen en heeft hij de belofte van den zaalver
huurder aan ons ongedaan gekregen,zoodat
zijn verkoop kon doorgaan.
De zaal was n.l. schriftelijk verhuurd.
We hebben toen onmiddellijk een annonce
in het zelfde plaatselijk blad geplaatst en
circulaires laten rondzenden. Ook werd
iemand met een groot bord ter waarschu
wing bij de deur van het verkooplokaal ge
plaatst, zoodat, toen de «koopman* 's mor
gens kwam, hem een heel aardige verras
sing wachtte.
Verontwaardigd over 't een en ander is
hij toen van den eenen drukker naar den
anderen geloopen om circulaires tegen ons te
laten maken, doch als wakkere middenstan
ders hadden we intusschen den drukkers
verzocht, niet voor hem te drukken en hem
die deze circulaires zou rondbrengen vergoe
ding beloofd om zulks niet te doen.
Ook de stadsomroeper kon zonder moeite
van omroepen zijn geld krijgen, zoodat het
den «koopman* niet meer mogelijk was,
reclame te maken.
We meenen dan ook opgemerkt te hebben,
dat het publiek op voldoende wijze heeft
gezien, door wien en op welke manier het
werd gelokt, zoodat het voor hem, die
meende op minder eerlijke manier zaken te
kunnen doen, op een schadepost is uitgeloo-
pen en we vertrouwen, dat hij in 't vervolg
wel voorzichtiger zal worden met het maken
van reclame.
Ons werken was echter niet geheel naar
den zin van alle leden, zoodat men een ver
gadering aanvroeg n.l. door eenige ledeu
om deze zaak te bespreken. Op deze verga
dering is door het Bestuur echter voldoende