Dinsdag 2 September 1913. No. 8308. 62e Jaargang. BELEEFD VERZOEK terugkeer Stadsnieuws. AMERSFOORTSCHE 'COURANT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR P. J. FXIZDSRZZS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post fi.x5. Advertentién 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ZOETZGZUCBT 9. Postbus 9. Telefoon 19. aan hen, die uitstedig waren en zich de „Amersfoortsche Courant" lieten nazenden, doch geen datum opgaven, ons bericht te zenden van hun opdat de courant niet langer naar buiten worde gezonden. Hoe lang nog 1 KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe- cutoor verklaarde kohier No. 1 van de Bedrijfsbelasting over het dienstjaar 1913/14 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 30 Angustu8 1913. De Burgemeester voornoemd, H. W. VAN ESVELD, Weth., loco-Burg. LOTING VOOR DE MILITIE. De Burgemeester van Amersfoort maakt bekend, dat de loting der in dit jaar voor de lichting der militie van het volgend jaat ingeschrevenen voor deze Gemeente zal plaats hebben te Amersfoort, Gymnastieklokaal der openbare Lagere school aan de Hellestraat, op Dinsdag den 23 September aanstaande, des voor middags te 10 uur, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met de letter A tot en met de letter K en op Woensdag 24 September 1913, des voor- middags 10 uur, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met de letter L tot en met Z. Hij herinnert, dat de ingeschrevenen, naar alphabetische orde opgeroepen, zei ven hun num mers trekken; dat voor den niet-opgekomen loteling of voor hem, die, hoezeer opgekomen, buiten staat of onwillig is, zelf zijn nummer te trekken, de trekking kan geschieden door zgn vader, moeder, voogd of curator, terwijl, zoo ook deze niet is opgekomen of wel buiten staat of onwillig is een nummer te trekken, door den Burgemeester, een lid van den Raad of een amb tenaar zijner Gemeente voor hem een nummer zal worden getrokken. Aan de loting nemen deel alle voor de lich ting ingeschreven personen, met uitzondering van hen: 1. die vóór den aanvang der loting voor de Gemeente blijken te zijn overleden 2. die voor den dienst bij de militie onge schikt zijn bevonden; 3. die vóór 1 September bij onherroepelijk geworden uitspraak van den Militieraad of van Gedeputeerde Staten of bij op een ingesteld beroep genomen Koninklijke beslissing voorgoed of tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld; 4. die vóór 1 September onherroepelijk, hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst zijn uitgesloten. Eindelijk wordt onder de aandacht gebracht, dat gedurende tien dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, of, in dien zij niet in éen dag afloopt, van dien, waarop zij is geëindigd, door belanghebbende lotelingen of door hun vader, moeder, voogd of curator, tegen de wijze waarop de loting is geschied bezwaren kunnen worden ingebracht bij den Commissaris der Koningin in de Pro vincie, en wel bij verzoekschrift, op ongezegeld papier geschreven, en onderteekend door hem of haar die bezwaren inbrengt, welk verzoekschrift, op straffe van niet-ontvankelijkheid, behoorlijk met redenen omkleed, tegen bewijs van ont vang zal moeten worden ingeleverd bij den Bur gemeester der Gemeente, waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, voor de militie is in geschreven, die h6t terstond aan den Commis saris der Koningin doorzendt. Amersfoort, 1 September 1913. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De nieuwe brandweer steunt op drie hoofd pijlers den zooveel jeugdiger leeftijd van haar personeel, in vergelijking bij vroeger de 364 brandkranen, in alle deelen der stad verspreid even zoo vele stoomspuiten als het ware, die dag en nacht onder druk staan en slechts even behoeven aangekop peld om met volle kracht te werkenen de alarm-inrichting. Het personeel is met zorg gekozen en door den commandant met niet minder zorg geoefend; de brandkranen zijn om zoo te zeggen alle beproefd en de krachtproeven o. a. bij de Kazerne voor bereden wapens genomen, hebben overtuigend bewezen, dat zelfs met een onnoodig groot aantal slangen op éen standpijp het hoogste deel van het zeer hooge gebouw gemakkelijk was te be reiken maar aan de alarmeering hapert het nog. Nog altijd. Al meer hebben we hierop gewezentot dusver vruchteloos. Zeer terecht heeft de commandant der brandweer het plaatselijk telefoon-net dienst baar willen maken aan de alarmeering. Het personeel zou vanuit de telefoon-centrale worden verwittigd door alarmschellende hoofdmannen per telefoon. Men is thans bezig, de alarmschellen aan te brengendoch buiten den commandant heeft nog geen der brandweer-officieren de hem toekomende telefoon. Waarom toch niet? De reorganisatie van de brandweer dag- teekent van half November 1912. Feitelijk is de nieuwe brandweer in dienst gesteld met 1 Januaristellig is zij de aangewezene om bij brand op te treden sedert 1 April, den dag waarop de gemeentelijke water leiding definitief werd geopend, ofschoon deze reeds 20 Maart water leverde en reeds vóór 20 Februari de brandkranen met goed gevolg zijn beproefd. Het heette, dat, om de telefoon-aansluitin gen te maken, een nieuwe kabel moest ge legd omdat de capaciteit van den huidigen kabel niet groot genoeg was. Het heette, dat de Ned. Bell telefoon maatschappij, die het plaatselijk telefoonnet exploiteert, er niet heel veel kijk meer op had, deze voorzieningen te treffen, nu haar bedrijf met ingang van 1 Juni, ingevolge de Wet van 24 April 1913, is overgegaan aan het Rijk. Wanneer het plaatselijk net werkelijk zal worden geëxploiteerd door het Rijk, valt thans niet te zeggen. Dat kan best nog een paar jaren duren. Daarop valt dus niet te wachten. Het ging er om, aan te sluiten den onder commandant, de commandeurs en den chef van het materieel en tevens den Commissaris van politie, den Hoofd-inspecteur en den Inspecteur van politie samen dus 7 toe stellen te plaatsen. Niet kosteloos als andere dienst-aan- sluitingen, die de Gemeente bedong toen zij in 1893 concessie gaf voor het aanleggen en exploiteeren van het plaatselijk net doch tegen de volle betaling van f 40 per jaar en per toestel. En wat hebben we zien gebeuren Dat om nu niet terug te gaan tot half November 1912 sedert 1 Januari dezes jaars zijn tot stand gebracht 12 aansluitingen voor particulieren en 4 voor laat ons zeggen vereenigingen (V. P- N., Wagenwerkplaats, Landbouwbeurs en Openbare keuken). Dan zou men toch zeggen, dat de kabel als dat zeggen werkelijk waarheid heeft bevat niet te zwak is geweest. Maar waarom zijn dan de 7 aansluitingen, waarbij de geheele stad belang heeft, niet het eerst aangebracht? Indien wat God verhoede er thans brand uitbreekt, kan het brandweerkorps, hoe goed ook afgericht, van hoe goeden wille ook, niet zóo vlug ter plaatse zijn als dit zou kunnen en zeker ook zal geschieden wanneer de geheele alarminrichting te werk kan gesteld. De groote brand in de Lange- straat, waarbij geheel onnoodig drie huizen in vlammen opgingen, en de jongste brand in de kofferfabriek aan de 'Kampstraat liggen nog te versch in het geheugen dan dat heel Amersfoort niet weet, dat door niet onmiddellijk ingrijpen van de brandweer onnoodig brand- en waterschade worden veroorzaakt. De 12 aansluitingen voor particulieren wel gemaakt laat ons de 4 voor hetgeen we «vereeniginger noemden eens aannemen als werkelijk niet uit te stellen en de 7 voor de brandweer aldoor maar weer uitge steld en verschoven. Waar schort het toch Indien er brand komt, worden thans de bij spuiten en ladderwagen geagreëerden verwittigd vanuit het hoofdbureau van politie. Het moet gezegd, dat ook dit systeem van alarmeering zoo practisch mogelijk is be dacht; doch het heeft dit nadeel, dat er veel tijd mee verloren gaat, hetgeen bij alarmeering per telefoon niet plaats heeft. Bovendien is er steeds een beambte in het telefoon-bureau, hetgeen in het politie bureau, juist bij aflossingen, niet altijd het geval is en de gestationeerde brandwachts dan uitrukken en waarlijk niet naar Schim melpen ninckstraat en Ütrechtscheweg kun nen hollen om den brand te melden. Hoe lang nog? Het bezoek van Koning Willem I aan Amersfoort in 1837. De Amersfoortsche correspondent van het »Utrechtsch Nieuwsblad* ontleent aan den bundel historische opstellen van nu wijlen pastoor Van Rootselaar ie volgende bijzon derheden over dat bezoek, welke èn in deze dagen èn voor de vlottende bevolking dezer goede stad nieuw eu niet onbelangrijk zijn. Hij schrijft dan 't Was nu eens niet passeeren van Amers foort, waarbij de gelegenheid werd benut om te huldigen, 't was een effectief bezoek, op Woensdag 7 Juni 1837. In die dagen verbleef Willem I in de Provincie Utrecht. 't Zal wel geen tournée geweest zijn om populariteit in te zamelendaar was Willem de man niet naar, al had de populariteit van '13 en van '30 een opfrisschinkje noodig. 't Niet toegeven van Koning Willem aan de eischen van Europa ter zake van België werd in 1831 vereerd als flinkheid, kloekheid, mannenwerk. Maar omstreeks 1837 piepte men al een ander fluitje. Toen sprak men niet meer van durf, maar wel van stijfhoof digheid. Dat lijdeiijk verzet kostte ons dubbeltjes. En bovendien kwamen- de Hollanders met veel der eischen, door de Belgen vóór '30 gesteld. In een paar jaar kan heel wat veranderen. Zijne Majesteit werd bij de limite der Ge meente dat is dus even voorbij Birkhoven opgewacht door een escorte der Rijdende artillerie (de »Gele Rijers* maakten toen het garnizoen van Amersfoort uit). Ter ontvangst stond de schutterij opgesteld, een peloton bij het Stadhuis en de overigen buiten de Utrechtsche poort, twee pelotons links en éen rechts. Zijne Majesteit kreeg dus reeds op den Soesterweg onze stedelijke heldenschaar in 't vizier. Daar was ook de Eerewacht der artillerie plus de muziek, onder directie van een voorganger van adjudant Neuren berg. De stedelijke regeering was ook daar; de aanspraak krulde in den behoorlijken vorm, de sleutels der stad werden aangeboden en de muziek viel in. Vervolgens ging het langs Utrechtsche straat, Langestraat, Zuid- en Westsingel naar het Stadhuis. De stoet was geformeerd als volgt: pe loton van het escorte, de Burgemeester, W. van Assenraed, muziek, helft der Eerewacht, Zijne Majesteit met gevolg, tweede helft der Eerewacht, stedelijke regeering, de schutterij, een peloton van het escorte. In het Stadhuis werd een dejeuner ge- bruikt, want de wed. Wiecker heeft daar voor een rekening ingeleverd van f89.71, buiten den wijn, want de firma's Gijbeis Pels en en Scheltus dienden daarvoor nota's in van f60.02 en f 19.21. De stadsarchitect, B. Rui tenberg, had een verlangbriefje van f 205.90 voor in orde brengen van het Stadhuis, op richten van de eerepoort enz., terwijl door den Gemeente-ontvanger H. G. Schluiter f 480.17 werd uitbetaald aan J. van de Gum- ster, schilder en behanger, voor het in orde brengen van het Stadhuis. Deze laatste had de eerepoort geschilderd en de zaal wit met gebronsd ornamentwerk, en behangen, en voor 3 ramen meubelgor dijnen, 2 zijkanten behangen en de meubel gordijnen in orde gemaaht met nieuwe koorden en vergulde rosetten, en de trappen bruin gekleurd en gevernist; ook nog twee beelden in de eerepoort. Of het plaveisel in de hoofdstraten ook een aparte beurt heeft gekregen, staat niet vermeld. Hiervan wordt wel gesproken bij het be zoek van den Kroonprins in 1816. Oplappen en aanvullen de stadsbestra- ting moet toen veel hebben weggehad van een straatjongenspantalon. En toch, veld- keien zijn niet duur. Ook de Kroonprins heeft alhier een hul diging moeten meemaken, 't Was een soort eereboete, die hem op 30 Augustus 1816 werd gebracht, want op 6 Augustus, toen de Prins van Oranje met zijn echtgenoote Anna Paulowna en gevolg de stad passeer den, scheelde het weinig of men had geen paarden genoeg ter beschikking kunnen stel len. De paardenbezitters hadden evenveel uitvluchten gehad als de genoodigde brui loftsgasten uit het Bijbelverhaal. Dirk Groenland wou ze niet gevenNico- laas Veldhuizen ging er dadelijk zelf mee aan 't werk Hendrik van Maanen joeg ze fluks de wei in, toen hij de boodschap kreeg, paarden te moeten leveren. De menschen waren bevrijd van den Fran- schen druk en dachten voorgoed af te zijn van »requireeren*. Alweer een voordeel van de spoorwegen. Thans kunnen de Vorstelijke personen met gevolg het land doortrekken, zonder dat het gewone arbeidsleven onderbroken wordt of gehinderd. Want dit moest toch wel het ge volg zijn. Bij den doortocht van einde Augustus be- rékent de Postmeester noodig te hebben Woensdags 34 stuks, Donderdags 16 stuks, Vrijdags 57 stuks. Waarmee moesten de Amersfoortsche voer lieden-landbouwers hun eigen spullen doen trekken, als zij al dat trekmateriaal zouden leveren Over dat weigeren is heel wat te koop geweest. De Postmeester is echter toch op 6 Augustus aan zijn paarden gekomen en op 30 Augustus is de Prins met echtge noote en gevolg behoorlijk en netjes gere cipieerd. De schutters hebben gestaan langs Kampstraat, Langestraat en Nieuwstraat, waar ontvangen is ten huize van Burge meester Scheltus van Leusden (thans de woning van den heer Herschel). De viering van den jaardag van H. M. de Koningin heeft gister niet plaats gehad met dien luister, welke er andere jaren aan is verbonden, èn omdat op den eigenlijken herinneringsdag volgens den wensch van "H. M. geen openlijke viering plaats had, hetgeen niet wegneemt, dat in de verschil lende kerken het feit werd herdacht, èn omdat men alle feestvertoon als bij onder linge afspraak uitstelde tot heden acht dagen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1