Donderdag 4
September 1913.
No. 8309.
62e Jaargang.
BELEEFD VERZOEK
Stadsnieuws.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-RED ACTEUR
F. J. FHEDEHIK3.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fx.
franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieêle- en ontelgenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU;
SORTSGXUCST 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
aan hen, die uitstedig waren
en zich de „Amersfoortsche
Courant" lieten nazenden,
doch geen datum opgaven,
ons bericht te zenden van hun
terug-keer
opdat de courant niet langer
naar buiten worde gezonden.
Voor 9 en 10 Soptember.
(INGEZONDEN).
Gun ons plaats in uw veelgelezen blad
voor een enkel woord, in deze dagen van
feestelijkheid en feestviering.
Ieder menschenleven heeft behoefte aan
groote dagen, aan hoogtijden, aan gedachte
nisuren. Maar iedere vereeniging, de maat
schappij, elke stad en heel ons volk evenzeer.
We moeten er eens uit, uit de alledaagsche
sleur; we moeten er eens bovenuit, om te
kunnen zien waar komen we toch eigenlijk
met al ons getob en gezwoeg en gedraaf.
En, als er reden is tot dankbaarheid, omdat
er vooruitgang is, welnu dan past ook een
feesttoon, een dankbare jubel, een vroolijk
hart, en een naar buiten tredend vreugde
betoon.
Wie 1913 vergelijkt met 1813, wie aan
dachtig den loop onzer historie gedurende
dat tijdvak heeft gevolgd, weet, dat er reden
is tot jubelen en feestvieren. Niet alleen, dat
we weer in eigen volksbestaan mogen roe
men, dat we weer eigen lied mogen zingen,
eigen Vorstenhuis eerbiedig kunnen huldigen,
eigen taal spreken, eigen handel drijven, en
eigen Hollandsche gedachte denken mogen,
maar de eigen, niet langer gefnuikte volks
kracht heeft zich, onder het gezegend bestuur
der Oranjes, allerzijds zoodanig ontwikkeld,
dat onze naam weer met eere genoemd
wordt, tot ver over de grenzen dat allerwege
welvaart heerscht; dat de nijverheid bloeit
en de handel schitterend herleeft, dat de
namen van Neerlands grootste zonen en
hun getal is groot voor een zóo klein land
als het onze weer wereldvermaardheid
hebben verkregen.
We zijn niet aan het eind van alle ver
beteringen wie zou het durven beweren.
Dat meende men in de vorige dagen van
Jan-saliegeest en laffe zelfvoldaanheid. Maar
we zijn op den goeden wegen wat is hon
derd jaar in het leven van een volk?
We hebben nog geen recht om roemend
op onze lauweren te gaan rusten enroesten;
doch waar reden voor is bij het Eeuwfeest
van Neerlands Onafhankelijkheid, dat is voor
dank aan God, dat is voor dank aan een
Voorgeslacht, dat in moeilijke dagen voor
de kostelijkste volksgoederen heeft op de
bres willen staan, dat is om feest te vieren,
omdat Neerland ons Neerland nog is, omdat
ons weer ruimte gemaakt is, omdat wij be
tere dagen beleven dar. waarvan onze groot-
en overgrootouders huiverend wisten te
verhalen.
Laat ons dan feestvieren
Maar laten we het waardig doen. Geen
wanklank worde gehoord in de beide dagen,
dat ook Amersfoort feestelijk zal zijn ge
stemd.
Wanneer iemand zóo feest viert, dat zijn
vrouw en zijn arme kinderen er nog weken
lang bitterlijk om schreien moeten wie zóo
feest viert, dat hij er zich nog maanden lang
in nuchteren toestand over te schamen heeft;
wie zóo feest viert, dat z'n leege ziel slechts
in brullend gevloek en lallende dronkemans
taal uiting vindt, laat die maar niet spre
ken van onafhankelijkheid. Die is diep af
hankelijk van glas en borrel, die is een slaaf,
die is een geknechte, hoe hij dan overigens
ook pochen mag, dat »hij doet wat hij wilt.
Maar zóo viert Amersfoort geen feestde
feesten van 1898 hebben het bewezen. Wij
kunnen best vroolijk zijn al zijn onze her
sens niet beneveld, al trekt het pandjes
huis daar geen profijt van, al jammeren
onze vrouwen, al schreien onze kinderen
niet. Desnoods kunnen die dagen alle men-
schen van den drankhandel, onzentwege óok
wel vrijaf krijgen, en kunnen alle herber
gen wel worden gesloten.
Helpt ieder Amersfoorter ons mee omdat
ideaal te bereiken
Het Bestuur der afdeeling
Amersfoort van de Nat. Christen-
Geheel ontb. Ver.
In de aanstaanden Zondagochtend te hou
den godsdienstoefening der Ev. Luthersche
gemeente hier, bij welke hoopt voor te gaan
dr. H. J. Toxopeus, zal worden herdacht het
eeuwgetijde van Neerland's onafhankelijkheid.
Eenige toepasselijke solo-zangnummers
zullen worden ten gehoore gebracht.
De Dinsdagavond van 8.15 tot 8.50 we
der onder voorzitting van den Burgemees
ter, mr. J. C. graaf Van Randwijck, gehou
den vergadering van den Raad dezer Ge
meente werd bijgewoond door 13 leden en
den waarnemend-Secretaris, den heer A. R.
Veenstra.
Afwezig waren met kennisgeving de hee-
renTromp van Holst, Oosterveen en
Eysinkzonder bericht de heerenBriët,
Rolandus Hagedoorn en Houbaer.
Bé Voorzitter stelde aan de orde
punt 1 van den beschrijvingsbrief:
Installatie der nieuwe leden van den
Raad.
De Secretaris leidde de herkozen le
den, de heeren A. H. van Kalken, D. Ger
ritsen, H. Kroes, J. van der Wal Kz. en P.
van Achterbergh, benevens het nieuwgeko-
zen lid, den heer P. S. R. Wolterbeek, bin
nen en las de beide eedsformulieren voor.
De Voorzitter complimenteerde de
heeren nadat dezen in zijn handen de eeden
of beloften hadden afgelegd. Spr. wenschte
het eerst de oude leden, die reeds weten
met hoeveel zorg de Gemeentezaken moe
ten behandeld, van harte geluk met de ver-
niewing van hun mandaat en feliciteerde
vervolgens den heer Wolterbeek, die als
Voorzitter van de Commissie van toezicht
op het Lager onderwijs heeft getoond hoe
zeer de belangen der Gemeente hem ter
harte gaan. Spr. hoopte, dat het allen gege
ven zij, nog veel voor de Gemeente te
doen.
Ten slotte' bracht spr. een woord van hul
de aan hetgeen de heer Ruys, die zich niet
herkiesbaar stelde, in het belang der Ge
meente heeft gedaan (instemming).
De notulen van 22 Augustus werden als
vastgesteld beschouwd.
Ingebracht werden de volgende stukken
besluit van Gedeputeerde Staten van den
25 Augustus 1913, tot verdaging hunner be
slissing op de ter goedkeuring ingezonden
Verordening op het beheer der Gasfabriek
en Waterleiding, vastgesteld bij Raadsbesluit
van 29 Juli 1913 voor kennisgeving;
besluit van de zelfden tot goedkeuring van
het Raadsbesluit van 30 Juni 1913 tot wijzi
ging der Gemeente-begrooting, dienst 1913
als voren
besluit van de zelfden tot goedkeuring van
het Raadsbesluit van 29 Juli 1913 tot wijzi
ging van de Gemeente-begrooting, dienst 1913
als voren
besluit van de zelfden tot goedkeuring van
het Raadsbesluit van 29 Juli 1913 inzake
de overneming van grond van mr. A. van
Traa als voren;
adres van het Amersfoortsch Drankweer
Comité, houdende verzoek om het subsidie
voor het jaar 1914 te verhoogen om advies
aan B. en W.
De afdeelingen werden getrokken en
saamgesteld als volgtI. Voorzitter Wet
houder Van Esveld, leden de heeren Van
Kalken, Gerritsen, Koning, Veis Heyn, Van
Achterbergh, Rolandus Hagedoorn, Leinwe-
ber, Van der Wal en BriëtII. Voorzitter
Wethouder Van Duinen, leden de heeren
Kroes, Jorissen, Wolterbeek, Tromp van
Holst, Houbaer, Eysink, Oosterveen en
Rijkens.
Aan de orde kwamen de overige punten
van de agenda
2. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot kostelooze overneming van de
stoep van een perceel aan het Havik.
3. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot aankoop voor f 2000 van een
perceel aan de Krankeledenstraat bewesten
den Lieve Vrouwe-toren.
4. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het verleenen van ontheffing
van Inkomstenbelasting, dienst 1913, wegens
vertrek of overlijden.
5. Vaststelling van het 2e en het 3e sup
pletoir kohier der Inkomstenbelasting, dienst
1913-
6. Vaststelling van het ie suppletoir ko
hier der Straatbelasting, dienst 1913.
7. Rapport der Commissie voor de recla
mes inzake de Inkomstenbelasting, dienst 1913.
8. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der Begrooting, dienst
1913*
Alle aangenomen z. d. of h. st.
Als spoedeischend werd hierna aan de
orde gesteld een voorstel van Burgemeester
en Wethouders naar aanleiding van een
juist ingekomen schrijven van Curatoren van
het Gymnasium tot herbenoeming van dr.
Th. Weevers als tijdelijk leeraar in Natuur
lijke historie aan het Gymnasium met ingang
van i September.
Aangenomen z. d. of h. st.
Aan de orde was de rondvraag.
De heer Van Kalk en: De Voorzitter
heeft ons zooeven een hartelijk woord van
gelukwensch toegesproken bij onze installatie.
Het zij mij, als oudste lid, vergund, daarop
te antwoorden.
Meer dan anders gevoelen wij in dezen
oogenblik den hoogen ernst van het lid-zijn
van den Raad. Mochten we onzen plicht
soms ook al een oogenblik hebben vergeten
en eens zijn afgedwaald door persoonlijke
overwegingen dan geloof ik de tolk van alle
leden te zijn wanneer ik zeg, dat we ons
geheel en al zullen geven voor het belang
der Gemeente.
Meer dan anders gevoelen we thans dien
hoogen ernst, omdat zooveel belangrijke
zaken wachtende zijn.
Wij weten, dat het Dagelijksch Bestuur
geen moeite en zorgen spaart om die zaken
voor te bereiden, welke Amersfoort kunnen
brengen op de plaats waar het behoort; we
weten ook, dat er zonder den steun van den
Raad niets kan komen van die voorberei
dingen.
Ik hoop uit naam van alle leden te spre
ken als ik het vertrouwen uitspreek, dat
allen zullen meewerken tot den bloei onzer
dierbare Gemeente (instemming).
Spr. vertolkte vervolgens de deelneming
van den Raad in het zoo droevig verlies,
dat den Burgemeester trof in het overlijden
van zijn vader.
De Voorzitter: Ik dank U voor de
toezegging van uw steun. We hebben ver
schillend inzicht omtrent de wijze waarop het
belang der Gemeente het best wordt ge
diend, doch zijn er tegelijk van overtuigd,
dat allen éen doel hebben en wel dat be
lang te bevorderen.
Spr. dankte voor de woorden van deel
neming in het geleden groot verlies.
De heer Wolterbeek: In de vergade
ring van 30 Juni, is op de vraag van den
heer Van Achterbergh waarom het advies
der Commissie van toezicht op het Lager
onderwijs in zake de toelating van meisjes
tot de school aan den Leusderweg niet ter
visie heeft gelegen, door den Wethouder van
Onderwijs geantwoord, dat het advies dier
commissie wordt g jeven aan B. en W. en
het dus niet verder behoeft te gaan.
In de vergadering van 29 Juli heeft, op
de vraag van den heer Van der Wal, de
Wethouder van Onderwijs onder meer ge
zegd, dat de werkkring van de Commissie
van toezicht duidelijk is omschreven in de
artt. 96 en 97 van de Wet op het Lager
onderwijs en, na de voorlezing dier artikelen,
heeft hij daarop doen volgen, dat daarin met
geen woord staat aangegeven, dat die com
missie is een commissie van advies, dat zij
geen advies behoeft te geven, noch aan
B. en W,, noch aan den Raad en dat, als
zij dit doet, zij zulks geheel vrijwillig doet,
evenals het aan B. en W. en den Raad vol
komen vrijstaat, de adviezen al dan niet in
te winnen.
Ik moet op de eerste plaats constateeren,
dat alle leden der Commissie van toezicht
met mij een andere meening zijn toegedaan.
De Wet op het Lager onderwijs regelt
den werkkring der commissie in algemeene
bewoordingen. Daarom wordt dan ook door
de Gemeentebesturen, waar een dergelijke
commissie is, een verordening gemaakt,
regelende haar samenstelling en inrichting.
Dit is ook geschied te Amersfoort en wel
bij verordening van 27 Juni 1903; zij is niet
ingetrokkenalthans aan de Commissie is
daarvan geen bericht gezonden. Wel is zij
21 Februari 1905 gewijzigd; doch art. 4
ook der gewijzigde verordening zegtde com
missie dient den Gemeenteraad van bericht
en raad omtrent zaken, tot haar werkkring
behoorend.
Dit beteekent m.i. niet alleen, dat de com
missie is een commissie van advies, maar
zelfs, dat zij verplicht is advies te geven
en dat de leden van den Raad recht hebben
op inzage van haar adviezen en dat die ad
viezen moeten worden beschouwd als be
stemd voor den Raad.
In het belang van het onderwijs in deze
Gemeente heb ik gemeend, tot klaarheid te
moeten brengen een tegenstrijdigheid, welke
is ingeslopen. Het zij mij vergund, aan den
Raad en zijn Voorzitter te verzoeken, hier
aan aandacht te willen schenken en tot een
beslissing te willen komen, opdat de werk
zaamheden der Commissie van toezicht op
het Lager onderwijs in deze Gemeente in
de goede banen kunnen blijven.
De heer Rijkens, Wethouder van
Onderwijs: Ik biijf er bij, dat in de wet
met geen enkel woord wordt aangeduid.dat
de Commissie van toezicht is een commissie
van advies.
In art. 4 der Verordening staat, dat zij
dient van bericht en raad. Dat is zoo. Doch
dan moet er iemand zijn, die haar vraagt om
bericht en raad. Dit is niet gedaan. Het
advies was gericht aan B. en W. en nergens
staat, dat dezen verplicht zijn, een dergelijk
advies mede te deelen aan den Raad. Ik
zie dan ook niet in, dat het college van B.
en W. een blaam treft. Ik blijf bij mijn ver
klaring en kan er niets van terugnemen of
iets aan toevoegen.
De heer Wolterbeek: De Raad
schrijft geen brieven, doch delegeert dit aan
B. en W. Wanneer B. en W. schrijven, meen
ik en meenen mijn medeleden, dat de Raad
schrijft. De beleefdheid brengt mede, dat het
antwoord wordt gericht aan den afzender
van de vraag.
Wethouder Rij kens: Ik ben het
daarmee volstrekt niet eens. Dagelijks gaan
van ons brieven uit om advies en die advie
zen gaan lang niet alle nafar de Raad.
Als de Raad een advies wil hebben, dan
heeft slechts een der Raadsleden te vragen
om advies. Dat is de gewone gang van
zakenniet, zooals de heer Wolterbeek het
voorstelt.
De Voorzitter: Ik wil alleen doen
opmerken, dat de Raad af en toe brieven
schrijft, o.a. aan de Koningin,