t
Opening
Expositie
ROBERT LEVY.
I
I
i
i
I
Herfst- en Winterseizoen
der NIEUWE Modellen
I
I
1913.
Ulsters. Mantels.
Mantelcostuums.
Blouses.
Co stuumrokken.
Peignoirs.
Gekleede costumes.
In het bijzonder
maak ik attent op
eene speciale kenze
Parijzer en Weener
RODEL CONFECTIE.
Hoogst modern.
RODE-MAGAZIJN
Langestraat 40. AMERSFOORT. Int. Tel. lOJ. f
Feuilleton.
Miss Sauerkraut.
BO.)
Loe haalde verlicht adem en meende nu eens-
klapa den heelen eigenaardigen toeetand te be
grijpen. Zij dacht er niet aaode Stowers in
taken te wantrouwen. Ala het er maar op aan
kwam, een korten tijd dapper vi >1 te houden en
als deze menschen het goed met haar meenden,
dan zouden zij zich in haar 6ok niet vergist
hebben; dan wilde zy flink aanpakken, tot de
goede tqden zouden zijn gekomen.
„Ik laat me ook niet overbluffen zeide zij har
telijk, „en ik zal het prettig vinden, u te kun
nen helpen".
Mevrouw Stower stond op.
„Nu zal ik gauw naar cle post gaan om de
brieven te halen. U kunt intusschen met het
outbyt naar huis gaan. Arrangeer het smakelijk
op een bord en br»;ng het den patiënt, mijnheer
Koek, op een bind. Een glaa melk er bij. De
melk staat in de ijskast. Al het andere vindt u
in de keuken. En werja dan zoo vriendelijk,
lieve, in de wachtkamer wat at of af te nemen,
eer de patiënten komen. Maar maak den dokter
niet wakker I"
Me1 innemende harte'lykheid knikte mevrouw
Stower haar toe en ging heen.
Loe zette een bedenl relijk geziciht. Hef waa wel
Wat veel, dat haar al« een vrien delijk verzoek
Werd opgedragen. Toitn ging zy achter in het
hotel, naar den kant, waar zy met mde de keu
ken te zullen vinden.
Een gloeiende hitte eloeg haar tej ;en. Geram
mel van borden, en. vloekende eten ïmen weer
klonken.
In den gloed, dien een reusachtige kook
kachel uitstraalde, waren een magere, afgewerkte
vrouw en twee even magere, maar chic ge
kleede jongemeisjes bezig. Een bleeke, vermoeide
man waBchte op den achtergrond potten en pan
nen. Van daar uit kibbelde hij met zijn vrouw,
die bij het vuur stond. Het waren de hotel
houder en zijn vrouw. Aarzelend kwam Loe
naderde hitte benam haar bijna den adem.
„Zoudt u mij ook een mand kunnen leeuen
vroeg zij aan de vrouw, die woest haar kook
pannen hanteerde. Zij draaide zich om en zette
de handen in de zij naar de goede Dniteche ge
woonte!
„Voor wie moet die mand zijn-?"
„Voor dokter Stower 1"
„Zoo 1 Die troep kan ook niets dan dingen
van andere menschen leenen I Laat ze zelf een
mand koopen I „Never mind" I Ik zal wel
oppassen, mijn goede manden aan zulke men
schen te geven, waar je nooit wat van terug
krijgt I Zeg maar aan mevrouw, dat ze me
eerst de geleende schotels van de vorige week
Btuurt I"
In pijnlijke verlegenheid bleef Loe staan.
De man was nader gekomen en droogde zich
de handen aan de schort af.
„U bent zeker de nieuwe nurse van de Sto
wers
„Neen, ik ben een logee uit Duitschland,"
antwoordde zij kort. Het begon in haar te koken.
„Zoo, zoo 1 Een logoe uit Duitschland 1" hoonde
de vrouw en zij vervolgde„Hoor je wel, Char-
los de Stowers hebben een logee uit Duitsch
land!"
De jongemeisjes en de man en vrouw barst
ten in lachen uit.
„Nu, daar hebt u een mand" zeide de vrouw,
en gaf haar een oude marktmand. „U kunt er
ook niets aan doen
„Wel, miss", zei de man, „als u genoeg krijgt
van het „logeeren" daar en u zoekt ergens
anders werk, kom dan maar in het Plaza-hotel.
Ik wasch al sedert drie weken de vaten, omdat
er geen personeel te krijgen is".
Loe wierp boos het hoofd in den nek en ging
snel heen met een woord van dank.
Dat was toch ongelooflijk brutaal I De Sto
wers konden wel gelijk hebben, dat men moest
oppassen met de menschen te New-Braunfels.
Wat die vronw over hen had gezegd, moest
niets dan laster zijn geweest.
Verwoed pakte zy de schotels in de met zoo
veel moeite veroverde mand en ging huiswaarts.
Verschroeiend brandde de heete Junizon en haar
stralen kaatsten terug van het lichte voetpad.
Loe werd bijna duizelig van de ongewone hitte,
en de mand scheen haar een zware last.
Geheel uitgeput kwam zij eindelijk bij de
bungalows aan. Dokter Stower sliep nog steeds
in de beschaduwde veranda bij het snorren van
den kleinen ventilatrr. Loe ging de zoogenaamde
keuken binnen, waar een paar kisten stonden,
vol met allerlei keukengerei. Een gazoline-koker,
een waggelende tafel, een paar oude koffers,
een oude blikken bak met afval, dat vroeger
een reuzelblik was geweest, voltooiden de in
richting. In een hoek vond zij een paar blik
ken presenteerbladen met de opschriften „Drink
slechts coca-cola", en „Pearl beer is het beste bier
ter wereld"beide stellig óok uit een hotel geleend.
Op het eene zette zij het ontbijt, zoo goed
het ging. Havermout en pannekoeken, die zij
op den gazoline-koker had opgewarmd. Dan nog
eieren, melk en geroosterd brood. Toen alles
klaar was, was het werkelijk nog een goed ont
bijt.
Zij bracht het naar de kamer, waar de zieke
man had gekreund. Zij was zeer verrast, een
lichte, luchtige, zéér reine kamer te vinden,
waarin niets stond dan een wit üzeren ledikant,
een kastje en een paar stoelen. Een vriendelijk
gezicht met witten baard richtte zich uit het
kussen op.
„Good morniDg, miss. Brengt u het ontbijt al
„Goeden morgen mijnheer Koch I" zei Loe en
zette het blad gemakkelijk voor hem op een
tafeltje neer. „Hoe gaat het u? Ik hoorde u zoo
even steunen 1"
„Hoe zou het iemand gaan Meu heeft pijn
en dau kreunt men" zei de oude man met philo-
sophische kalmte. Hij scheen zich volstrekt niet
ongelukkig te gevoelen en heel tevreden te zijn
met zijn omgeving.
Loe was opgelucht. Na al hetgeen zij tot nu
had gezien, had zij verwaarloosde, duffe zieken
kamers en verwaarloosde patiënten verwacht.
Maar alles was hier frisch en net, en zij dacht,
dat de oude farmer zeker geen betere omgeving
gewend was.
De vriendelijke oude man beschouwde haar
met goedkeurenden blik, terwijl hij zyn haver
mout oplepelde.
„U ie dus de nieuwe nurse I"
Al weer werd zij voor een verpleegster ge
houden.
„Ik ben een logee uit Duitschland 1"
„Zoo, zool Dat wist ik niet. Ja, ja, dat had
ik wel kunnen denken, dat u uit Duitschland
komtl Zulke mooie, roode wangen vindt men
daar alleen".
„Hebben mijnheer en mevrouw Stower u dan
niet verteld, dat ze mij wachtten
„NeeD. Dat wil zeggen, ik kan het weer heb
ben vergeten. Ik ben oud. Dokter Stower zeide
wel eens, dat het zoo moeilijk is, hier ver
pleegsters te kriigen. Zij eischen een hoog salaris
en hebben veel eischen. Ja, ja I Het leven
wordt van iaar tot jaar duurder. Als ik aan de
prijzen denk, toen ik nog een kleine jongen was
en mijn vader met prins Solms hierheen kwam!
Maar dat komt alleen van die ellendige
trusts 1" (Wordt vervolgd.)