Zaterdag 15 November 1913. No. 8339. 63e Jaargang. BIJ B L A D. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR j. raibib:ks. amersfoort. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9. BUREAU: KORTEGRACHT 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een kennisgttiitr foor! ^ur2emee8'er en Wethouders van Arners- Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat het 4e en het 5e aanvul- lings-kohier der Inkomstenbelasting over het dienstjaar 1913, goedgekeurd door Ge deputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing" liggen. Amersfoort, 14 November 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA, 1813 17 November 1913. De herstelling van ons land als onafhanke- lijken Staat hebben we om practische rede nen hier gevierd op 9 en 10 September. De eigenlijke herdenkingsdag valt feitelijk op aanstaanden Maandag, den 17 November. Dien dag zullen er in vele kerken ge beden opgaan om te smeeken voor 't behoud van 't lieve vaderland, zal in Den Haag een groote plechtigheid plaats hebben het uitreiken der vaandels aan de nieuwgevormde regimenten infanterie, die geroepen zijn onze onafhankelijkheid te verdedigen zal in menige Gemeente het belangrijke feit van onze weder-vrij wording worden herdacht. Den 17 November 1813 werd het Oranje, dat heerlijk symbool van onze eenheid en saamhoorigheid, voor 't eerst weer openlijk gedragen. In zijn Gedenkschrift zegt Johannes Last drager daarvan »Noch dichter, noch redenaar vermag de hooge en vurige blijdschap te schetsen, die toen in ieders boezem ontgloeideWie zou zich vermeten, de honderden en honderden, die, in rijen en kringen, op markten en pleinen, langs grachten en in straten, door overmaat van vreugde huppelende, te schilderen Het was een natuurlijk volks feest, dat plotseling en aandoenlijk ontstond. In den zelfden kring dansten, hand aan hand, de armste inwoners met den deftigsten bur ger. Hij, die de meeste geestdrift bezat, was hier de voornaamste. Niet slechts heuge lijk zijt gij, o eerste Vrijheid, om uwe ver kwikkende, hartelijke, zalige kretenniet alleen om de vroolijke tonen, die gij luide ten Hemel deed opstijgenmaar dierbaar moogt gij ook eiken vaderlander zijn om do orde en liefde van allen tot allen, om de rust onder zoo veel gewoels, om de een dracht, welker grondsteen gij voor de toe komst gelegd hebt. Het was te uwer duur zame verheerlijking, o zeventiende van Slachtmaand 1813, dat ieder eenen vrijen loop aan zijne aandoeningen gafdat men elkan der, om luchc aan het hart te schenken, openlijk omhelsdedat Prinsgezinde en Patriot elkander, vol geestdrift v-x>r het ge- meene vaderland, zonder wantrouwen de hand reikten dat er slechts een leus bestond, die allen als juichtoon aannamen>Leve vaderland en Oranje U In September hebben we allen gezamen lijk feest gevierd, op waardige wijze deze ge wichtige gebeurtenis in ons volksbestaan herdacht. Welnu, laat ons thans allen gezamenlijk aanstaanden Maandag de vlag uit steken om op den dag zei ven, die door onze ouders en grootouders in zóo hooge eere werd gehouden, te toonen, dat wij er prijs op stellen, vrije Nederlanders te zijn, dat wij ons nog heden ten dage verheugen over hetgeen juist een eeuw geleden plaatsvond. Grootmoedertje komt! Overal tuurden ze heen, de levendige, donkere kijkers van het kleine, zesjarige ding geen plaatje aan den muur in ons kan toor ontsnapte haar aandacht, terwijl zo, ver trouwelijk tegen moeder aangeleund, ons geduldig liet praten. Plots ontdekte ze iets op mijn schrijftafel, dat in meerdere mate dan al het andere haar belangstelling trok, en zich van pret nog dichter tegen haar moeder aandrukkend, fluisterde opgetogen»kijk, Moes, daar ligt Grootmoedertje uit Zandvoort weet u nog wel?* Die kleine prul; hoe had ze zoo gauw tus- schen al mijn papperassen dat aardige printje gezien, waarop mevrouw Wensma, evenals hier boven, als Grootmoedertje, met het veel belovende sprookjesboek op den schoot, zoo gezellig zit. Wacht, dacht ik, dat komt me heerlijk te pas, waar het in m'n voornemen lag om ouders er op te wijzen, welk genot ze bin nenkort hun kinderen kunnen verschaffen, nu Grootmoedertje ook hier een vertelmid- dag hoopt te houden. Waar kon ik een juis ter criticus vinden dan zoo'n kleine toehoord- ster Maar hoe haar aan het praten te krijgen? Geen nood, ze begon al van zelf. »Weet u nog wel, Moes, hoe vol 't was met kinderen in de groote zaal van net ho tel in Zandvoort grootmoedertje vertelt ook zoo leuk al die sprookjes. Kent u dat verhaaltje van »Jantje en Koosje*?,vroeg ze mij met g'insterende oogjes. Ze scheen zeker zooveel kennis niet bij mij te veronderstellen,, want zonder mijn ant woord af te wachten, ging ze gewichtig voort »Jantje was 'n jongetje, die 'n zusje had, waarover bij de baas wou spelen dat doen broers altijd* doceerde zij even terloops. »Eeus verkleedde Jantje zich in vaders groote jas en zette zoo'n raren hoed op, dat neen maar dat vertelseltje van dat akelige breien was eigenlijk nog veel leuker, daar moesten ze allemaal zóo om lachen, als Grootmoedertje telkens zoo grappig zei: »dat akelige breien*. En onze kleine praatal trok daarbij haar lief gezichtje zoo koddig in den plooi, dat ik me niet bedwingen kon, haar even te knuffelen. Aangemoedigd door dat bewijs van succes, vertelde ze verder: >0, en u moet Grootmoedertje zien dan sen -- en dan vraagt ze aan de kinderen uit de zaal om bij haar te komen en mee te doen*. »En durven jelui dat maar zóo, voor al die menschen?* vroeg ik, een blijk van be langstellend luisteren haar willende geven. Waarom zouden we niet durven?* en klein-Anneke keek me verbaasd-vrij moe dig aan. Grootmoedertje is wat blij, als de kindertjes om haar heen komen staan, zegt ze zelf. 't Is ook heelemaal geen Groot- moede" om bang voor te zijn*, wees het dametje me vol overtuiging terecht. »En we zingen ook met haar mee. Kent u dat versje van »drie kleine kleutertjes Ik was werkelijk blij, dat ik een blijk k^n geven »bij te zijn* en op mijn bevestigend knikken, vervolgde ze genadig: »nou, dat zal u ook wel weten, dat je van zelf al mee doet, als je het wijsje hoort. »En weet u wat we óok zoo leuk von den dat er een meneer was, die op de piano speelde en toen het och, hoe heet dat ook weer als je bent op de he'.it en dan weg kunt gaan, als je de andere helft niet wil zien »In de pauze*, vulde ik aan. »Ja, in de pauze, dat bedoelde ik ook in de pauze* ze herhaalde dat woord met blijkbaar welgevallen »gingen ve allemaal naar dien meneer toe, die allerlei liedjes met ons zong*. »Weet je al, dat Grootmoedertje ook gauw hier komt; zou je haar graag nog eens sprook jes hooren vertellen »óf ik ik mag nog wel eens gaan, hè Moes,* vleide ze, »en zus ook*. »Maar voor den tweeden keer*, peilde ik voorzichtig. »Als je Grootmoedertje tien keer hoo-% dan is 't nog niet vervelend*, besliste ze kordaat. »'t Is juist wel leuk, dan weet je vooruit wat er komt. En Grootmoedertje kent zoo veel sprookjes. »Gaat u óok«? vroeg ze vertrouwelijk. »'t Is heusch niks kinderach tig mijn nichtje, die al acht jaar is met koddigen eerbied werd dat »al acht jaar* uitgesproken vond het ook niks kinder achtig. M'n groote broer, die er al 13 is, wou er niet heen, maar dat is ook 'n jongen,* eindigde ze met een kostelijke intonatie, alsof het oordeel van 'n jongen niet »maszgebend« was. »En óok nog....* maar moeder deed haar lief wijsgeertje begrijpen, dat het tijd was om naar huis te gaan, en met verlangenden blik naar 't plaatje ze was te welopgevoed om anders dan met de oogen haar wensch te doen kennen gaf ze mij een hand om met een verheugd sdank u wel* het be geerde prentje in ontvangst te nemen. Zaterdagmiddag, 22 November, van half drie tot half vijf komt Grootmoedertje in »het Valkje* hier sprookjes vertellen, stelt zij u, ouders, in de gelegenheid om uw klein tjes 'n echt onopgesmukt genot te gunnen. Waarom zoudt ge het hen onthouden en ook u zelf? Want wat is er heerlijker dan het schaterend lachen van die kleine kleuters te hooren, hun parelend, frisch lachen Komt, onthoudt uw kleine jongens en meisjes, als 't slechts even in uw vermogen is, toch niets, dat zon brengt in hun leventje; laat ze lachen, blij zijn zoolang 't kangeeft ze op hun levensweg herinneringen mee aan een prettige jeugd. Later, als de ernst komt, voor de een onder tranen, voor den ander onder een lach, zullen zij u nog dankbaar zijn, als ge hun jeugd vermooid hebt. En gij, wien de weelde ontzegd is om eigen kinderen met glinsterende oogjes naar Grootmoedertje te zien luisteren, denkt er aan, dat er nog zooveel kleintjes zijn, die het voorrecht missen, hun ouders te bezitten, ouders, vol zorgende liefde, óok om ze blij te maken. Te jong nog om te beseffen, welk 'n ze gen uw materieele steun voor hen is, zullen de weesjes echter jubelen, wanneer de vader of de moeder hen komt vertellen, »dat een lieve meneer of mevrouw hen uitnoodigt om aanstaanden Zaterdag naar Grootmoe dertje te gaan luisteren Wie zal ze laten juichen Amersfoort, 15 Nov. Suze Frederiks 1913. van Cleeff. Hoenderziekton. Op uitnoodiging van het Bestuur der onder-afdeeling Amersfoort en omstreken van de V. P. N. sprak dr. B. J. C. te Iiennepe, Rijks-ve arts en bacterioloog aan de Rijks- seruminrichting, Donderdagavond in de Land- bouwbeurs hier over bovengenoemd onder werp, dat juist thans van zoo groot belang is voor de nut-kippenhouders, omdat reeds ziektegevallen in den omtrek zijn gesigna leerd en er thans, beter dan in den zomer, gelegenheid is om de ziekten, die zoo heel veel geldelijk nadeel kunnen veroorzaken, te be strijden of hetgeen nog zooveel beter is •"e voorkomen. Onder de aanwezigen merkten we op den Algemeenen Secretaris van de V. P. N,, Bestuursleden van de Provinciale afdeeling en van het Utrechtsch Landbouw Genootschap benevens veeartsen. Na een kort inleidend woord van den Voor zitter der onder-afdeeling, den ^eer L. J. Krook, zeide dr. Te PI e n nepe ongeveer: Zooals U uit de oproeping voor deze ver gadering bekend is, zal ik spreken over be smettelijke hoenderziekten, en wel voorna melijk over Kleinsche ziekte en vogeltuber- culose. Besmettelijke ziekten worden zoo genoemd omdat zij worden veroorzaakt door smetstof fen, infectie-stoffen. Ieder heeft wel eens gehoord van een microscoop. Wie daardoor zulke smetstoffen bekijkt, ziet heel kleine plantjes, zooals die

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1