overal in do natuur ronddwarrclcn, ook op maar ook in het lichaam der dieren. Er zijn er die 1000 maal moeten vergroot eer men ze kan zienmen ziet dan met zoo'n sterke microscoop, dat ze bestaan uit heel kleine losse deeltjes, celletjesmen noemt ze plant jes omdat ze heel dicht staan bij de schim melplantjes, die ge wel eens hebt gezien op oud brood of op schoenen die, lang op een vochtige plaats hebben gestaan. Die smetstoffen, bacteriën, worden verdeeld in beweeglijke en onbeweeglijke. Hoe is het nu mogelijk, dat dergelijke kleine wezentjes de grootste is Vioo m-M. lang en 3/l000 m.M. dik zóo reusachtige verwoesting kunnen te weeg brengen in een zóo groot lichaam als van een koe of een paard. Dit komt hierdoor, dat zij zich zoo reusachtig snel voortplanten. Die vermenig vuldiging geschiedt door doorbreken elke 20 minuten heeft zoo'n doorbraak plaats en daardoor ontstaan er in acht uur uit éen bacterie 16 millioen. Spr. toont nu den groei en de snelle ont wikkeling door twee reageerbuisjes waarin bouillonhet eene is volkomen helderhet andere, waarin des ochtends een bacterie is geënt, reeds geheel troebel. Op teekeningen, waarop de bacillen zeer veel zijn vergroot, toont hij dc verschillende vormen en uit de preparaten tal van bacterie-culturen. Ik zal hedenavond vooral spreken over schadelijke bacteriën, doch er zijn ook nuttige, eenigen tijd laat staan welk serum dan is geworden een tegengif tegen de cholera- bacil. Is er nu een kip ziek aan cholera dan beneden zijn waardigheid, een kip te be handelen. In Augustus 1912 werd hier eenV. P. N.- cursus gehouden, de eerste in den lande wordt zij ingespoten met zulk serum, het j ik heb daar gelezen en de heer Quack tegengif, dat hulptroepen aanbrengt voor de witte bloedlichaampjes en dat het gevecht wel opknapt. Op dergelijke wijze worden thans aan de Rijks-seruminrichting 16 serums gemaakt. Veel mooier dan zieke dieren te genezen, is echter de ziekten te voorkomen. Hier is gelukkig nog geen ziektedoch wel te Barneveld, waar spr. verleden week las. Het is dus plicht, de dieren gezond te houden en dit berhst weer op de boven ge schetste oefening van recruten, het verster ken der witte bloedlichaampjes. Als het ware worden den inbrekers hun revolvers en messen afgenomen en de politie-agenten (de witte bloedlichaampjes) worden hun dan gemakkelijk de baas. Dit geschiedt om Kleinsche ziekte te voorkomen door de kip in te spuiten met een vezwakking van den bacil, die Klein sche ziekte veroorzaakt. Het buisje met ba cillen wordt daartoe verhit tot 70 a 80 gra den Celsius en de bacillen krijgen daardoor zoo'n knauw, dat ze de kippen niet meer kunnen ziekmaken de witte bloedlichaampjes slokken ze op. Hebben ze er eenmaal den smaak van weg dan gaat dit even gemak- cvenals men in het dierenrijk ook heeft huis- 1 kelijk als bij iemand die oesters heeft leeren dieren en verscheurende dieren. Dat er nuttige zijn, bemerken we onder meer uit het be- mestings-proccs. bij de zuivel-fabricage, in de spijsvertering, enz. Zonder bacteriën zou de natuur niet kunnen in stand gehouden. De bacteriën hebben ook verschillende groottede grootste zijn Vioo- kleinere 1/1000 m.M.dc kleinste, bijvoorbeeld, die, welke mond- en klauwzeer verwekken, zijn zelfs met de microscoop niet te zien. Toch zijn deze zóo virulent, dat éen druppeltje van het vocht, dat bij die ziekte in een blaasje in den mond van het dier zit, in een groote regenton vol water geënt, 1000 koeien kan ziek maken. Om dergelijke kleine bacteriën te deter- minecrcn, bezigt men de zoogenaamde kaars van Pasteur, een buis van ongeglazuurd porselein, waarin bij persing de bacterie niet door de poriën wordt gedreven. De bacterie van mond- en klauwzeer, vogelpest, enz. is echter wel filtrcerbaar. Spr. toont afbeeldingen van de houtvuur- bacil, die, als een slak in daar huisje, bij aanval zich terugtrekt in haar ^vo'rmig deel; Een sporenvormende bacterie, verbazend be stand tegen hitte, die 7 a 8 uur zonder na deel in kokend water kan liggen, of 100 en meer jaren kan bedolven op planten onder den grond doch onmiddellijk weer virulent is. Vandaar de houtvuur- en miltvuurweiden, waar 30 tot 50 jaar geleden een koe aan die ziekte stierf en de bacillen hun sporen vormden. Graast na 40 of 50 jaar een koe op zoo'n weide, dan krijgt zij miltvuur. Soms sterft een koe plotseling in den stal het blijkt dan, dat het dier miltvuur had. De andere dieren zijn schijnbaar gezond, doch de veearts constateert hevige koortszij zijn dus feitelijk reeds ziek, ofschoon de ziekte zich nog niet heeft geopenbaard. Indien de veearts zc met spoed behandelt, ze inent, zijn ze nog te redden. In de dieren zelf woont een kracht, die hen de bacillen doet bestrijden dit geschiedt door de witte bloedlichaampjes, als het ware de politie-agenten die het lichaam verdedi gen tegen dc zoo gevaarlijke inbrekers. Bij een verwonding treden deze witte bloed lichaampjes buiten het bloedvat en onmiddel lijk vangen zij een strijd aan op leven en dood met de indringers. Elke bacil scheidt vergiften af, millioenen bacillen zóo veel, dat zij de witte bloed lichaampjes soms verlammen en het dier sterft. Bij miltvuur kunnen dc witte bloedlichaam pjes den strijd winnen bij hoender-cholera verliezen ze dien. Dc wetenschap heeft er echter iets op ge vonden. Als de militie opkomt, zijn de manschap pen totaal ongeoefend. Velen hunner kunnen nog niet over een slootje van een Meter breedte springen. Door gestage oefening zijn ze na een weck of wat al zóo ver, dat ze een veel breedere sloot met gemak nemen. Den vijand, die hen in de eerste dagen ge makkelijk onderstboven zou hebben geloo- pen. weerstaan ze. Op de zelfde wijze kan het dierlijk lichaam worden geoefend. AU het dier van te voren wordt behandeld, kunnen ook de witte bloedlichaampjes wor den geoefend tot een zeer sterk leger. Spuiten we een paard in met den vogel- cholerabacil dan wordt het doodziek, doch is den volgenden dag genezende witte bloedlichaampjes hebben gezegevierd. Een weck later krijgt het paard twee spuitjes en zoo wordt in een half jaar de dosis vermeer derd tot 100 Gram te gelijk. Dan wordt het bloed afgetapt en de weerstandseigenschap pen zijn dan overgegaan op het bloed-serum de doorzichtige vloeistof, die boven drijft wanneer men bloed in een reageerbuisje eten en er alras een paar dozijn verschalkt. Er is dusserum-behandeling, wanneer de ziekte reeds is ingetredenen voorkomen der ziekte door enten. Kleinsche ziekte nu is zeer ver want met hoender-cholera beide zijn hevige ontstekingen van het darmkanaal en blijken uit hevige diarrhee, waardoor de veeren aan het achterlijf aan elkaar kleven en de kip er vreeselijk vies uitziet. De kip loopt niet meer op het voer aan, de veeren zijn niet meer glad, de vleugels hangen er slap bij, het dier is suffig. Het groote verschil tusschen beide ziek ten is de snelheid waarmee de dood intreedt. Er zijn gevallen waarbij cholera uitbrak onder 200 kippen en alle in éen week stier ven. Bij Kleinsche ziekte is het verloop veel langzamer; er zijn gevallen geconstateerd, dat zij in éen hoenderbeslag heerschte van April tot Augustusop zeer enkele na stier ven alle kippen. De Kleinsche ziekte is dus veel schadelijker, want de kippenhouder bemerkt niet, dat zij onder zijn beslag woedt en denkt dus niet aan afzondering van de zieke dieren en ont smetting van hok en omgeving. Bij cholera is de kip letterlijk »zóo ge zond en zóo doodt, midden onder het eieren- leggen, midden onder het voeren, juist als in den jongsten Balkan-oorlog de door cho lera aangetasten plotseling neervielen en stierven. Bij Kleinsche ziekte zijn de hoenders (kip pen, kalkoenen, pauwen nieteenden en ganzen) 3 of 4 dagen ziekde dieren wag gelen op hun beenen, zonderen zich af en sterven. De ziekten zijn slechts bij de sectie te onderkennenbij cholera toonen de darmen roode vlekkenbij Kleinsche ziekte is de milt, die bij een gezond dier de grootte eener groote erwt heeft, zoo groot als een flink duivenei. Hoender-cholera komt hier te lande be trekkelijk weinig en feitelijk alleen in Limburg en Zeeland voor. Vroeger werd ook Klein sche ziekte ondergebracht bij choler^ De Kleinsche ziekte is het eerst bekend geworden in Engeland, waar in een jachtveld alle fazanten stierven. De veearts Klein vond toen den naar hem genoemden bacil. In den loop van dit jaar zijn veel meer gevallen van Kleinsche ziekte bericht aan de Rijks-seruminrichting dan in 1912 doch in 1912 is ook begonnen de reusachtige actie van de V. P. N. tegen de Kleinsche ziekte, die daardoor meer algemeen bekend is ge worden, ten gevolge waarvan meer berichten zijn ingekomen bij de veeartsen en de Rijks serum-inrichting. Zij is hier te lande reeds enkele jaren bekend en werd het eerst waargenomen in de Sallandsche wetering, tusschen Deventer en Zwolle, een gebied als hier de Eem met haar beken. Zoodra te Deventer gevallen van Kleinsche ziekte waren geconstateerd, werd aan de Rijks-serurqinrichting een paard .er voor ingericht. Daarna heerschte de ziekte bij Wijhe en Windesheim, in den winter kalmer, in 't voorjaar heviger. Honderden kippen werden in de beken geworpenin éen hoek waren er 50 kippenlijkcn samen gedreven. Als benedenstrooms een kip het besmette water dronk, kreeg zij onherroepelijk Kleinsche ziekte. Bij Windesheim stierven er duizendengansche beslagen stierven uit. De heer Quack, te Windesheim, merkte op, dat de kippen, die los liepen en dus konden drinken uit de besmette beken, stier- j ven, doch dat die, welke werden vastgehouden in hokken, niet werden aangetast. De kippenhonders meenden, dat er toch niets aan te doen was en riepen geen veearts. Omgekeerd vond destijds menige veearts het kwam er met een doode kip. Zij werd on middellijk opgezonden naar Rotterdam en aan het diner kon ik reeds meedeelen, dat de kip Kleinsche ziekte had gehad. Dat trof bijzonder goed, want juist hier te Amersfoort was een man, die voor deze dingen bijzonder geknipt is, de heer Van der Linden (applaus). Hij kreeg er de lucht van en wilde niet, dat de zaak weer in de doofpot zou gaan. Hij liet me geen rust en praatte me de ooren van 't hoofd tot ik hem eindelijk beloofde, hem zooveel mogelijk te helpen. Aan de Rijks-seruminrichting werd niet alleen serum (dus tegengif tot genezing) maar ook entstof (tot voorbehoedmiddel) be reid en werden 10 kippen geënt en naar Windesheim gezonden, waar zij werden ver spreid onder kippen, die in hevige mate de ziekte hadden. Onze kippetjes deden braaf hun plicht, werden niet ziek en gingen tegen den winter zelfs prachtig aan den leg. De proef verliep dus boven verwachting. Het kwam er nu nog maar op aan, dit ten voordeele te brengen van de kippen houders. Weer was het de heer Van der Linden, die aanbood, de zaak in het groot aan te pakken. Dank zij de reusachtige organisatie van de V. P. N. te Amersfoort, is het ge lukt, hier de proef in het groot door te zet ten, weer met schitterend succes. Verleden jaar van 4 tot 12 October heb ben we hier tienduizend kippen van 106 eigenaren ingespoten, bij éen boer driehon derd in een half uur; zóo vlug, dat menige boer stellig dacht, dat het niet goed kon wezen, omdat het veel te gauw in zijn werk ging. Er werden er 574 behandeld met serum en alle overige met entstof Toch stierven enkele dieren, doch aan andere ziekten. De doode dieren, die werden opgezonden naar de Rijks-serumin- richting, bleken gestorven aan hevige diphte- rie, aan tuberculose, aan hartziekte, enz. en vooral tegen dit laatste gebrek helpt serum noch inenting, ook al geldt het den haan van den Voorzitter. Sedert een paar weken zijn de resultaten thans bekend en gezegd kan worden, dat ook deze proef-in-'t-groot prachtig is gelukt. Bij éen eigenaar is een kip onder onze handen weggevlogen en dan ook kort daarna gestorvenaan 54 eigenaren is de behande ling zóo goed bevallen, dat zij haar later door de veeartsen lieten toepassen voor eigen rekeningéen eigenaar klaagde, dat de kip pen minder legden, doch dit is beslist geen gevolg van het inenten éen eigenaar was buitengewoon ontevreden, want vóór de in enting stierven gemiddeld 15 zijner kippen per dag en na de inenting stierven er nog vijf in een half jaar tijds. In 't kort, de inenting heeft een verbazend groote winst gegeven, aan dieren en eieren beide. Te Windesheim heerschte de ziekte veel ergerdaar is dan ook alleen gewerkt met serum. Ik ben daar zesmaal achtereen ge weest om het verloop waar te nemen, want het p'aardeserum is in 14 dagen uit het lichaam verdreven en dan moet weer een serum-inspuiting worden gedaan. Eindelijk was de ziekte geheel onderdrukt en kon entstof worden gegeven. Het reuzenwerk is glansrijk gelukt; de entstof blijkt uitstekend te werken. Slechts bij een paar eigenaars, die bijzonder slechte stallen hadden, is de ziekte nog opgetreden. De resultaten zijn dus ook daar hoogst be vredigend. Te Gemonde (Noord-Brabant) zijn ook massa's inentingen geschied. De onbesmette toornen bleven onbesmet; van de reedsbesmette stierven 10 pCt. der kippen en dus werden 90 pCt. gered. Waar de behandeling niet geschiedde, stierven alle dieren. Met dit spre kende resultaat voor oogen lieten dan ook later verschillende kippenhouders hun dieren behandelen door de veeartsen. De reuzenproef te Amersfoort en het on weerlegbaar zeer gunstige resultaat te Win desheim en te Gemonde hebben aan de we reld geleerd, dat de Kleinsche ziekte te voor komen en is ze reeds ipgetreden, te genezen en dat dus een rationeele bestrijding moge lijk is. Men kan het Bestuur der onder-afdeeling Amersfoort en omstreken niet dankbaar ge noeg zijn, dat het de zaak zóo flink heeft aangepakt (applaus). Er moeten echte/ ook andere middelen toegepaster dient gezorgd, dat de besmet ting zich niet voortplant. Een kip, die zich afzonderde en stierf, moet op een hoopje stroo gelegd, met petroleum overgoten en zóo verbrand worden. Zieke dieren moeten direct worden apart gezet, opdat zij de overige niet besmetten. Zwaar zieke, half doode -dieren moeten geslacht en óok verbrand. Dank zij de krachtige organisatie der V. P. N. is het gelukt, de proef-in-het-groot door te zetten. Verleden jaar kon ik als Rijks ambtenaar het voordoen thans doen het de veeartsen. Alweer is de onder-afdeeling Amersfoort de eerste geweest, die dit den leden heeft bekend gemaakt en voor hen, op vestoon van hun lidmaatschapkaart van het loopende jaar, bij contract met de veeartsen in de onder-afdeeling, een belangrijke reductie op de kosten te bedingen (applaus). Nogmaals: voorkomen is oneindig beter dan genezen. V 0 g e 1-t u b e r c u 1 0 s e, ook wel tering genoemd, doet het dier wegteren. Spr. toont een borstbeen, waarvan alle spieren zijn weg geteerd. Tuberculose is veel erger en is over het geheele land verspreid. Bij Kleinsche ziekte ziet men, dat het dier ziek isbij tuberculose duurt het 2 of 3 maan den eer men iets bemerkteerst dan wordt het dier mager en pas een maand daarna sterft het. Het dier heeft dus een maand of vier tegen de klippen op gegeten en geen enkel ei gelegd en dus niets dan nadeel ver oorzaakt. Dit is juist het gekke van tuberculose, dat af e'n toe een dier sterft en de kippenhouder meent, dat de overige gezond zijn. Daardoor ontstaat groot nadeel voor de kippenhouderij, die te jong en dus den kippenhouders over het hoofd gegroeid is, waardoor dezen noch het aantal hunner hoenders kennen, noch weten hoeveel winst of verlies zij hebben. Als er eens goed werd boekgehouden, zou wel blijken welk een groot nadeel tuberculose brengt. Immers door haar langzaam verloop in een beslag van 300 hoenders sterven er een 50 of 60 per jaar brengt zij voort durend verlies en daardoor juist veel groo- ter nadeel dan wanneer men ziet, dat er een plotselinge ziekte onder de hoenders uit breekt. Maakt men de doode kippen open dan is de lever, die bruinrood en glad moet wezen, vol knobbeltjes en witte puntjes, veroorzaakt door den tuberkel-bacilde milt is verbazend vergroot en zit vol groote gele knobbels; ook de darmen zitten vol knobbels, evenals longen en maag. De kip, die leed aan ont. steking van alle organen, moest dus wel uitteren. In die uittering hebben we evenwel een middel om de ziekte te onderkennen. Dit bleek ons verleden jaar. Wel 25 pCt van de rond 500 000 kippen in de onder-afdeeling is besmet met tuberculose. De ziekte verspreidt zich door den mest en door het drinkwater. De eieren zijn van buiten besmet, doch ook wel van binnen. Dit laatste is pas zeer kort geleden gecon stateerd. Er is nog niet uitgemaakt of de tuberkel bacil van het hoen en van den mensch al dan niet de zelfde zijn en oppassen is dus de boodschap. Men doet dus goed door geen ongekookte, bijvoorbeeld geklutste, eieren te gebruiken. Denk nu. dat een besmet ei wordt be broed, dus warm en vochtig wordt en de uitwendige bacillen virulent worden, dan be smet ook dit ei weer een gezonde kip. Het is dus zaak, verbazend voorzichtig te zijn met het koopen van broedeiren. Ook wordt Öe besmetting in de hand ge merkt door ratten en muizen, die er verba zend gevoelig voor zijn en, als ze van het lijk van een aan tuberculose gestorven kip heb ben gegeten, óok aan tuberculose sterven en op hun beurt een nieuwe bron van besmet ting vormen. Wat is er legen te doen Niets. De kip is niet te genezen en sterft onherroepelijk. Daarom moet zij worden afgemaakt als de ziekte is geconstateerd, hetgeen vrij gemak kelijk gaat; en het lijk moet worden "Ver brand en vooral niet in de beek geworpen, gelijk hier verleden jaar gebeurde. Juist nu, juist in het begin van den win ter kan en moet de ziekte worden bestreden. In den zomer loopen de dieren ver uit elkaar doch als het kouder wordt, kruipen ze bij elkaar en besmetten zij elkaar. Het best is, alle dieren op te ruimen, ge lijk iemand te Barneveld deed, die een paar- honderd kippen had. De veearts keurde ze en de goedgekeurde werden bestemd voor de slacht. Men is dab wel opeens uit zijn kippen, maar óok ineens uit de schade. Ont smet men daarna middels een Hinken creolin- regen duchtig hokken en erf waarvoor thans veel meer tijd is dan 's zomers en koopt men daarna goede eieren dan kan men er zeker van wezen, dat de ziekte is ge weken. Vermoedt men tuberculose in zijn beslag, laat dan toch onmiddellijk den veearts een' onderzoek instellen. Trouwens bij alle ziekten is het oneindig beter den veearts te roepen dan zelf te kwakzalveren. Van zeer groot belang is zulke voorlich ting van een deskundige óok om ziekten te voorkomen, hetgeen steeds oneindig beter is dan ze te genezen en, bet is hier glas helder gebleken, door de organisatie van de V. P. N. is thans het voorkomen van ziek ten onmogelijk.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2