Dinsdag 9
December 1913.
No. 8349.
63e Jaargang.
g Ij] /tfViJ w w
UERSFOOMSCHE COURANT.
gave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
j. ÏSXSZHIBS,
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fi.—
franco per post/1.15. Advertentiën 1-6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijrejrel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleële- en onteigenlnps-
advertentiSn per regel1 15 cent Reclames 1-5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden In rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent
Bij advertentiën van buiten de stad worden de lncasseerkosten in rekening gebracht
BUREAU:
Z0B.T2GR40ST 9.
Postbus 9.
Telefoon
De ouderdomsrente.
De vrees, dat de uitkeering volgens art.
369 Invaliditeitswet den dienst aan de post
kantoren die, zondeling genoeg, ook met
dezen arbeid werden belast in gevaar zou
brengen, heeft ook elders aanleiding ge
geven om alarm te maken. Ook in de pos-
fS,^^tijdschriften is gewezen op de moge
lijkheid, dat de postdienst overbelast zou
worden en dus niet behoorlijk zou kunnen
werken.
Dat alarm, dat niet noodeloos was toen het
werd geslagen, heeft tot gevolg gehad, dat
te elfder ure nog maatregelen zijn getroffen,
die het mogelijk maken, dat de uitkeeringen
kunnen geschieden zonder den overigen
dienst in de waagschaal te stellen.
De Directeur-generaal der posterijen en
telegrafie heeft de Directeuren der postkan
toren onbepaald gemachtigd, te zorgen voor
ruimte en personeel, terwijl de Rijks-ver
zekeringsbank zich bereid heeft verklaard,
ambtenaren ter beschikking te stellen ter
assistentie van den postdienst.
De Directeur van het postkantoor hier
heeft bepaald, dat de rentetrekkers niet op
éen dag behoeven te komen of zich door
hun gemachtigde behoeven te doen ver
tegenwoordigen
Op de zes werkdagen der week kan de
rente in ontvangst worden genomen.)
In het vorige nummer deelden we^mee,
dat hier omstreeks 700 personen zich aan
meldden en aan rond 600 de rente werd
toegekend. Naar men ons informeert, zijn
deze cijfers voor het geheele district Amers
foort. Voor de stad zelve zijn er 315 aan
vragen en een goede 200 toegestane.
Over 6 dagen verdeeld, is dat een 34.
En als 'tnu een beetje wil met de mach
tigingen vooral van hen, die niet als
doorloopend gemachtigde zijn gelegitimeerd,
doch van buurman of buurjongen die even
naar 't kantoor gaat omdat buurvrouw of
buurman ziek is dan bestaat er heel veel
kans, dat de verzending en de bestelling der
poststukken althans hier niet in 't gedrang
komen.
Kamer van Koophandel en de handels-
vereenigingen kunnen zich de zaak dus nog
Vermaken.
Amuseer mij* zeide een student tot een
groen, die hem op zijn kamer een verplicht
bezoek bracht.
Amuseer mij«. Welk een opdrachtwaar
mede iemand te amuseeren, die 't zichzelf
niet kan, ten minste, die beweert door een
ander geamuseerd te willen worden.
De vraag, die ik langen tijd geleden
ergens las, heeft gedurig mijn gedachten
bezig gehouden en mij daardoor doen zien,
hoe dikwijls het »amuseer mij» een vraag,
ja een eisch is van onze kinderen en jonge
lieden.
Ik herinner mij uit vroeger jaren hoe de
kinderen zich vermaakten met speelgoed,
prentenboeken, enz., die hun afleiding en
genoegen konden geven en hen vaak langen
tijd bezig hielden. Wie hen oplettend, doch
ongemerkt gadesloeg, zag, dat hun verbeel
ding, hun fantasie hun allerlei gedachten en
denkbeelden ingaf, die aan hun ongestoord
spel telkens nieuwe bekoorlijkheid verleen
den, terwijl zij geheel in hun vermaak op
gingen. En dat gebeurde niet eens, maar
was telkenmale het gevalgedurig werd of
in het speelgoed, óf in het prentenboek, ot
in wat ook iets nieuws ontdekt, dat weer
andere denkbeelden opriep, grooter genoegen
bracht, en den geest van het kind verrijkte
met nieuwe en frissche denkbeelden.
Toch geloof ik, dat ook nu nog menig
kind zich weet te vermaken met hetgeen
hem tot genoegen ter beschikking staat.
Hoe komt het evenwel, dat die gelukkige
gewoonte van zichzelf bezig te houden, zich
zelf te amuseeren, zichzelf te vermaken,
langzamerhand verloren gaat? Want het is
een feit, dat zelfs kinderen, die nog de
Lagere school bezoeken, zich vervelen en,
wanneer hun huiswerk is afgemaakt, geen
lust hebben om zich in huis ergens mee
bezig te houden. Ja, als zij buitenshuis
kunnen zijn, met sport hun verveling ver
drijven of op de fiets heen en weer mogen
draaien dan zijn ze in hun element. Maar in
huis, wat kost h£t een moeite, hen er toe
te krijgen eenig handwerk te doen, of met
lectuur een aangenaam uur door te brengen.
Alles moet door anderen voor hun genoegen
aangebracht wordenuit zich zeiven weten
zij niets aan te vangen.
Zou deze treurige toestand misschien te
wijten zijn aan de groote verscheidenheid
van genoegens op allerlei gebied om den
kinderen en jongelieden vermaak te ver
schaffen Zouden de vele gelegenheden om
vermaak te zoeken, oorzaak zijn, dat de
jeugd geen vermaak meer vindt in hetgeen
zij zichzelve kan verschaffen, in de bron, die
ze in zichzelve heeft en daar kan vinden?
Wordt zij te veel opgevoed in weelde
wordt niet genoeg begrepen en gevoeld de
noodzakelijkheid van eenvoud van levens
wijze, de groote waarde van huiselijkheid,
de beperking van wenschen en begeerten,
de ontwikkeling van al hetgeen schoon en
waar is in den mensch. Die ontwikkeling
moet dan mensch hooger doen stijgen in
waarde, al het goede en edele in hem doen
uitkomen, hem tot een zegen voor zichzelf
en voor anderen maken.
Tot nut en zegen zijn voor anderen,
•engt mee tot nut en zegen zijn voor zich
zelf. Daarin zijn genoegen, zijn vermaak te
vinden, wordt voor den waren mensch be
hoefte. Een geheel andere behoefte dan die,
welke vraagt geamuseerd* of vermaakt te
worden, door wie of wat ook.
Zich vermaken, is: zich zelf bezig houden,
zijn geest afleiding geven van het alledaag-
sche en gewone en zich ontwikkelen tot een
hoogeren trap in al hetgeen den mensch
brengt tot een recht besef van eigenwaarde.
De gelegenheid om vermaakt te worden,
is groot in onze dagen en wanner men de
lijst van publieke vermakelijkheden nagaat,
zoowel groote als kleine steden, dan moet
men wel tot het besluit komen, dat er van
die amus -menten druk gebruik gemaakt
wordt. Waarom zouden zij anders zóo tal
rijk zijn en nog gedurig in aantal toenemen
Omdat men nu eenmaal »geammuseerd« wil
zijn? En van welken aard is het vermaak,
dat daar geboden wordt? Worden er edele-
gedachten gewekt, worden verheffing van
geest en hart, degelijkheid van karakter, zui
verheid van gemoed bevorderd? Men gaat
er toch niet heen, louter om »geamuseerd*
te worden en alzoo zichzelven te erkennen
als iemand, die den lnst en de kracht mist
om in zich zeiven de bron van vermaak te
zoeken en te vinden.
Daarenboven hebben de meeste dier ver
maken een slechten invloed op wie er
gebruik van maken. Voor het oogenblik
worden ze aardig gevonden, maar of die
aardigheden gewaagd zijn en vaak meer
dan dat, och men heeft een prettig oogen
blik en verder denkt men dan niet. Aan
de behoefte naar een prikkel is voldaan en
zoo staan vele van die gelegenheden ge
lijk met de zoo gewraakte en bestreden
prikkellectuur met haar heillooze gevolgen.
En evenmin bedenkt men, dat de herinnerin
gen er aan niet kunnen verdreven worden;
dat de woorden, daar vernomen, indrukken
achterlaten, die onkruid doen opschieten in
de jeugdige harten en daar het goede zaad
dreigen te verstikken. Evenmin, dat daar
de indruk wordt gegeven, dat het kwaad
toch lang zoo erg niet is als het altijd is
afgeschilderd en dat er in verkeerde daden
toch niet zóo veel slechts steekt.
Heel goed leert men voor alles veront
schuldigingen vinden, alsof men juist daar
door niet bewijst, heel goed te weten, dat
er wel degelijk gevaar tot slecht worden
bestaat. Maar de lust en de kracht om zich
aan dat gevaar te onttrekken, worden ge
mist; de prikkel tot vermaak is zóo verlok
kend het is zooveel gemakkelijk er aan toe
te geven, veel gemakkelijker dan er tegen
te strijden, veel gemakkelijker dan zich een
man te toonen, die zijn begeerten te beper
ken, zichzelven te beheerschen weet en een
vrij, zelfstandig mensch wil zijn.
Meent niet, dat ik alle gelegenheden
tot vermaken over den zelfden kam wil
scherenmaar het is voor ons, ouders en
opvoeders der jeugd, een heilige plicht,
nauwlettend toe te zien, welke vermaken
door de jongelui kunnen worden genoten.
Zijn die met goede strekking, waar hoofd en
hart beide kunnen genieten, waar zij frissche,
zuivere denkbeelden kunnen opdoen, waar
de gevolgen van goed en kwaad op de
rechte wijze worden voorgesteld, laat hen
daarheen gaanmaar gaat zelf met hen
mede, al valt het u nóg zoo moeilijk. Spreekt
dan later er met hen over, vrij en open, en
hebben zij hun meening geuit, zegt dan uw
eigen oordeel en tevens de reden, waarom
gij tot uw meening zijt gekomendan zal
dat vermaak goede vruchten kunnen dragen.
Vermaken, noodig tot afwisseling der alle-
daagscheid, zijn goed, als zij verheffen en
veredelen nuttig als zij heilzame leeringen
en pakkende voorbeelden bieden.
Laten wij er steeds om denken, dat lee
ringen wekken en voorbeelden trekken en
dat alle leeringen en allé voorbeelden moe
ten dienen om onze jongelieden op te voeden
tot betere en gelukkiger menschen dan wij
zijn.
A. I.—S.
Ëen film van twee eeuwen.
1713-4813—1913.
De historie is een film zonder einde. De
bioscoop der wereldgebeurtenissen geeft een
voortdurend komen en gaan te zien, een
onafgebroken handeling. Dikwijls is de be
wegende lichtbeeldenreeks gemakkelijk te
volgen, daar de draad geleidelijk wordt afge
wonden. Laten we door een kort verblijf in
de \vereldbioscoop zien, wat de twee jongste
eeuwen aan Nederland hebben gebracht.
1713. De gouden eeuw was ten einde, het
glorie-tijdperk voorbij. Op 30 Januari 1648
werd te Münster de vrede geteekend, die
een einde maakte aan den worstelstrijd met
Spanje. Dit land, vóór 100 jaar het machtigste
Rijk van Europa, was vernederd, was uit
geput de Republiek daarentegen richtte zich
fier opmet luister omstraald, trad zij in de
rij der Europeesche Mogendheden. Haar
vloten beheerschten de zeeënhaar vlag
werd ontzien, werd gevreesd. Meer dan een
halve eeuw had zij stem in de Kabinetten,
werd immer haar raad gevraagd en op prijs
gesteld. Geen oorlog werd gevoerd, geen
vrede gesloten, geen verdrag aangegaan,
geen onderhandelingen gevoerd, of de heeren
Hoogmogenden zonden hun afgevaardigden
om hun wil kenbaar te maken. En meldt de
geschiedenis uit dien tijd niet, dat zoowel op
godsdienstig als op Staatkundig gebied zij,
waar het noodig was, voor den verdrukte in
de bres sprong Die geschiedenisbladen
vormen een monument, dat steeds, eeuw op
eeuw, de grootheid en de kracht van het
Gemeentebest uit dien tijd zal verkondigen.
In April 1713 werd te Utrecht de vrede
gesloten, die een einde maakte aan den
Spaanschen successie-krijg. Hier werden de
afgevaardigden der Republiek beleedigd door
het Fransche gezantschap; hoonende woor
den kregen zij te hooren en zij lieten
het zich welgevallen.
Van dien tijd begon de Republiek de
oorlogschuwende Staatkunde. Zij werd niet
meer geraadpleegd, zij werd geminachthaar
vroegere vrienden en bondgenooten vertelden
haar, hoe zij het hebben wilden. En wij
hebben haar val gezien
1813. Op eenmaal scheen een nieuwe
lente aan te brekentoen de naam van een
land weer werd genoemd, eens door de
dwingelandij van de lijst der zelfstandige
natiën uitgewischttoen de geliefde driekleur
eerst heimelijk, maar weldra openlijk werd
te voorschijn gehaald en de hand, van de
boei bevrijd, zich dankend opwaarts kon
heffen. .Holland bloeit weer*. Het land her
kreeg zijn zelfstandigheid en het volk spie
gelde zich een schoone toekomst voor.
Een harde les had het ontvangen 1 Handel
gestremd, nijverheid aan banden gelegd,
scheepvaart zoo goed als vernietigd, rijke
koloniën overgegaan in vreemde handen,
steden onbevolkt, duizenden krachtige man
nen naar den vreemde gevoerd om daar een
graf te vinden, millioenen schats door den
veroveraar afgeperst maar liefde en
trouw en eensgezindheid deden spoedig het
leed vergeten en verrichtten wonderen.
En nu
1913. Bilderdijk's profectie is in vervul
ling getreden. Elderstronen gesloopt,
Vorsten door onverlaten uit den weg geruimd,
vruchtbare landstreken door oorlog en pest
in woestenijen herschapen. Hierbloeiende
gewesten, volkrijke plaatsen, een krachtig
volk, onder de tegenwoordige Regeering
rustig nederzittende bij wijnstok en vijge
boom. Hoort ge nog van oorlogen en ge
ruchten van oorlogen Ja, maar op Neder
lands boden verrees een Vredespaleis. Even
wel, wij vragen met den dichter
Wanneer, bij 't rijzen
Der vrede-zon,
Wordt gij vernageld,
Gij, laatst kanon?
Het antwoord op de vraagZal in den
loop der volgende tijden Nederland stand
houden of vergaan ligt vervat in het woord
van prof. Jorissen>De volken gaan niet
onder, die niet bezwijken willen. Ook het
kleine Nederland zal staande blijven opzijn
dijken, zoolang ieder onzer den eed getrouw
blijft, door den eersten Willem voor tijdge
noot en nageslacht afgelegd: »Je maintiendrai*.
Aldus de heer G. de Marée in de »Arn-
hemsche Crt.*.
Raadstukken.
Onder dagteekening van 5 December
schrijven B. en W. aan den Raad
Bij uw besluit van 28 October 1.1., wer
den aangehouden de ontwerp-besluiten,
aangeboden bij ons schrijven van 25
October 1.1., opdat wij in de gelegenheid
zouden zijn, nogmaals het advies van de
Commissie van bijstand in het beheer der
Gasfabriek en Waterleiding te vragen.
Dit advies is ingewonnen en naar aan
leiding daarvan hebben wij de eer U ter
vaststelling aan te bieden de volgende
ontwerp-besluiten, luidende
1. Ons te machtigen aan de Gemeente
gasfabriek te doen uitvoeren de volgende
werken
Het vernieuwen van de toestellen voor
het bereiden van zwavelzuurammoniak-
zout, met het aanbrengen van een water-
koeler met verbrandingsoven voor het
reukeloos maken der afvoergassen, waar
van de kosten worden begroot op f 7000.—.
2. De Raad, overwegende, dat het in de
Raadsvergadering 27 Mei 1.1. toegestane
crediet ad f 12 500.—, tot verbouw van
de kantoor- en magazijnlokaliteiten van
de Gasfabriek, verhoogd bij Raadsbesluit
van 29 Juni 1.1. lot f14 700.—, 'wegens
bijkomende kosten van toezicht en het
aanschaffen van meubelen is gebleken te
laag te zijn, besluit, het crediet ten be
hoeve van gemelde werkzaamheden te