Oinsdao 30
December 1913.
No. 835.7
63e Jaargang.
Stadsnieuws.
HOOFD-REDACTEUR
J. rRiDisiaa.
AMERSFOORT.
,De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fx.—
franco per post 1 15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij rei/el-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleële- en ontelgenlnM-
advertentien per regel 13 cent Reolames i-3 regels f 1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden In rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentlfin van bulten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEQRACHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
„ünd Mie deioe
wohl"
WKe.rkeK waar, er gaat bijna geen dag
voorbij of ik denk er aan. g
Maar als op Oudejaarsavond de kerkklok-
ken beginnen te luiden, dar vooral
We waren nauwelijks 'njaar getrouwd.
Destijds v/as het bureau der Amersfoort
sche Courant niet vereenigd met ons woon
huis het was een huis of twintig verder
gevestigd, in de Muurhuizen, vlak om den
hoek van de Kortegracht.
Als je zoo pas toteigen meester* gepromo
veerd bent, als je in je klein rijkje alles zelf
zoo graag wilt in elkaar zetten, ten einde
echt te genieten van hetgeen je als meisje
zoo begeerlijk toescheente kunnen doen
wat je wou, en je moet in plaats daarvan,
dag na dag, van 's ochtends vroeg tot
's avonds half zeven, zeven uur soms, je ont
trekken aan de gezelligheid van »eigenhuis«
om te gaan naar 'n kantoor, waar met allen
goeden wil, ten gevolge van situatie en
inrichting, geen «Gemüthlichkeit* te scheppen
was, dan viel je dat dikwijls hard, heel hard.
Vooral zoo 's middags tegen vijf uur, half
zes, begon ik te reikhalzen naar mijn hoekje
thuis; dan ondervond ik, dat de laatste lood
jes zoo echt zwaar drukken.
't Was dan de eerste Oudejaarsavond, dien
we in eigen huis zouden vieren, met ons
beidjes alleen. Den vorigen hadden wc bij
familie doorgebracht.
Wat viel die laatste dag van 'tjaar me
lang en wonder was 'tdus niet, dat ik zoo
tegen half zes al aanstalten begon te maken
om huiswaarts te trekken en m'n man, die
nog ijverig zat te pennen, in overweging
gaf om m'n voorbeeld te volgen.
Al mijn paperassen waren spoedig weg
gesloten, m'n schrijfbureautje netjes opge
ruimd, en met een opgewekt »kom, jij bent
zeker nu óok klaar*, wendde ik mij om tot
mijn baasje.
Maar jawel, hoor; alsof de dag zoo pas
was begonnen, zoo opgestapeld lagen de
papieren om hem heen, zoo vlug werd de
pen nog door hem gehanteerd.
»Toe, zeg, maak er nu toch 'n eind aan.
Denk je er wel aan, dat 't Oudejaarsavond
is? We mogen er toch wel éen avond in
'tjaar van afnemen om.eens niets te doen*,
drong ik aan.
»'t Gaat nog maar om éen kwartiertje.
Als jij nueven de kopij tegen houdt, dan
lees ik de proéven en zijn we des te gau
wer klaar*, trachtte m'n man mij te over
reden.
■*- Nu heb ik 't steeds, en ik doe het nog,
een akelig, taai werk gevonden dat «kopij'
houden*; maar daar is nu eenmaal niet aan
te ontkomen. Maar op dien avond meende
ik wel, dat me 't bespaard mocht blijven.
»Dank je feestelijk, hoor. Kom, je over
drijft ook zóo, laat alles nu toch voor éen
keer eens liggen. Morgen zal ik je helpen,
zoo lang je maar wilt. Toe, ga- nu toch mee
naar huis, naar ons snorrend kacheltje, naar
onze gezellige huiskamer. De tafel staat ge
dekt, eerst eten en dan hebben we 'n héér
lijken, langen avond voor ons zelf./IKheb'
zoo'n prachtig boek lokte ik. v' -
«Neen, 't kan werkelijk niet; dieproe.vet^
móeten van avond nog weg, ik heb 'F^fïe-
loofd en je weet het, duty first, Susy next*,
schertste m'n mindoch met dat al, lag et
zooveel ernst in z'n toon, dat ik wel wist,
dat er van toegeven geen sprake was; die
ervaring had ik aljn mijn éénjarig huwelijk
opgedaan. jjf*
»Kom, wees nu wijs en help me. t Is zoo
moeilijk om dat onduidelijke schrift te out-
leedvermaak, maar. al heel gauw met eeijige
wroeging, welk knagfepd gevóel gaandeweg
toenam, hoe vëel moeite tn'n 'man werkelijk
had èn om gelijktijdig te corr'igeeren èn om
't. slechte handschrift te ontcijferen. «Als hij
't nog eens vraagt, dan doeJk. het*, dacht
ik maar geen woord werdgehoord
en zelf 't aanbieden, neen, dat ging toch óok
niet
't Was muisstil in het holle vertrek, dat,
wijl het zoo groot en zoo/hoog was, vooral
in de hoeken, zoo flauw verlicht werd. Echt
koud en kil om. er zoo. vandaan te
vliegen naar je gezellige huiskamer.
«Vroeg hij 't nu maar*, -piekerde ik
doch alles blééf stil.
Ik leunde nog steeds op den lessenaar;
allerlei ging me. door 't .hoofd.
Ik dach't er aan, hoeveel uren ik al in die
kamer had doorgebracht, eerst als kind, later
als jongmeisje,, ter hulpe van 'mijn fiard-
hoorigen vadertoen, na zijn dood,, een
maand of acht alleen, tot; voor 'n goed jaar,
HV... .UI., V UU1 LI gVCU JUrtL
weer ibet.ons beidjes. Wat was het nu tocE
andere en oneindig/ veel leuker om samen
met m'n man te werken en nog prettiger het
cijferen. Daar, stijfkopje, neem nu maar gauw
die blaadjes, dan gaan we in een ommezien
tje huistoe*.
Maar ik bleef voet ..bij stuk houden.
«Ik doehetniet; tob dan maaralleen door*,
en mét den arm geleund op de balustrade
bij zijn lessenaar, zag x ik eerst met.
samen-naar-eigen-huis-gaan.
Maar, starend op. dat over 't papier ge
bogen hoofd, moest ik.mezelf onwillekeurig
bekennen, dat ik op dit oogenblik al bijzon
der weinig blijk gaf, dat .voorrecht te waar-
deeren.
«Als hij over tien tellen- nog niets gezegd
heeft,'dan zal.ik maar.de minste, zijn*, nam
ik opeens 't kloeke besluit, watjt het werd
me te. machtig om, langer werkeloos dat gé-
tob aan te zien.
De tien telletjes waren voorbij. Geen ver
andering. van situatie.... ik prevelde reeds
«die Klugere giebt.nach* je moet tochjtoo-
veel mogelijk je prestige trachten te .red
den daar werd geklopt en schier tegelijker
tijd trad er een jonge .vrouw in diepen rouw
op ons. toe.
»Ik .kom u en mijnheer even danken voor
alles, wat u voor me- deedt*, begon ze zacht.
«Ga zitten, moedertje; maar ik weet beusch
niet, wat je bedoelt*.
«Ja, dat is-waar ook, u kent. mij ni^t.
Maar als u weetf dat ik-Bertha ben*,
(de achternaam doet niets ter zake) «dan zult
u zich wel herinneren, hoe hartelijk u inde
courant geschreven hebt over 't ongeluk, dat
mijn man is overkomen en ook,/hoe mijn
heer Wertheim maar ze begon.zóo
hevig te snikken, dat het verdere onverstaan
baar was.
Maar_ ik wist al, wat ze bedoelde.
Zij was dan de vrouw vap den remmer,
die, een week of acht geleden onder een loco
motief geraakt, terstond verpletterd .werd. De-
occasional, die oris 't .bericht kwam vertel
len, voegde .er als tragische bijzonderheid bij,
dat, toen de.vrouwvarj.den ongelukkige, niets
vermoedend vap het .onheil, het-terreiri be:
trad om volgens gewoonte haar man brood
en koffie te brengen, een «fijnvoelende*
buurvrouw haar toeriep«je kunt je die
moeite wel besparen^ Bertha; je man is daar
net door/den trein in stukken gereden*.
doorat als je zelf pas .getrouwd bent, dan
maakt zoo'n ontzettend ongeluk -,'n dubbel-
diepen indnjfc»-op je, en die bleef me bij,
ook toen iK 'n paar uur later de mededeeling
^an onzen besten vriend, den heer A. C.
m vVertheim te Amsterdam, den bekenden
filantroop, ontving, dat zijn nog geen dertig
jarige schoonzoon was overleden.
En wat lag er meer voor de hand dan
dat ik in m'n schrijven van deelneming er
op wees, hoe zijn dochter, ondanks haar
groot verlies, toch nog bevoorrecht was boven
die arme remmersvrouw, waar deze, totaal
onverzorgd, alleen op de wereldJstond, ter
wijl zijn kind haar ouders en twee allerliefste
jongentjes tot troost bleven en haar toekomst
financieel was .verzekerd.
Keerend —Óen wie het geluk heeft gehad
A. C. te kennen, zal dat niet verwonderen
'n aangeteekende, welks inhoud vooe Bertha
was bestemd. Aan mij het verzoek om hem
ten spoedigste alle inlichtingen omtrent haar
en 't ongeval te .verstrekken, opdat hij zelf,
als commissaris van de betrokken spoorweg
maatschappij, alles dadelijk kon laten in orde
brengen tot .regeling van haar pensioen.
Echt A. C.; eigen leed vergetend om dat
van anderen te verzachten!
Dat alles vloog me door. het hoofd, terwijl
Bertha/nog steeds schreide.
«En/wat denk. je te .gaan doen vroeg ik
na 'n poosje.
«Dat weet ik nog niet, mevrouwik .zie
uit .naar 'n geschikte betrekking, want dat
niets-doen maakt me nog zenuwachtiger. O,
't.is zoo.hard. We waren nog.geen jaar,ge
trouwd. We warén zoo. echt gelukkig en
tevreden met ons beidjes. Maar wilt u -wel
gelooven, mevrouw*, vervolgde ze eensklaps
levendig, «dat het maar 'n haar .geschoeid
heeft of hij .was juist pp dien .ongeluksdag
voor 'teerst kwaad van me weggegaan
wat zop dat 'n.vreeselijke gedachte voor me
geweest zijn*.
Ik keekymaar vragend aan.
»'s Ochtends, terwijl m'n man sliep hij
moest eerst 's middags in. dienst zijn had
ik. 'n echte .schoonmaakbui en gaf ik het
voorkamertje een goede.beurt; 't-was 'n heele
drukte, want ik moest onderwijl ook voor
'teten zorgen. Ik had juist alles klaar, toen
mijn man naar beneden kwam en echt. ver
genoegd iij 't heldere- vertrekje rondkeek.
«Weet j& wat, Bertns*, zei hij hij
noemde me altijd Bertus, als hij'goed op
dreef was «weet je wat we eens doen
moesten we moesten net .als de rijke
lui eens in onze mooie kamer eten. 't Ispier
toch heel wat gezelliger dan in die Rale
keuken*.
Wat valj je in, man, ik- heb pas alles
voor goed .gedaan neen, daar kan niets
van inkomenik dank ja wel om bovendien
al het eten hiérheen t$ sjouwen*.
«Dat zal ik wel doen. Kom, wat hindert
dat nu, Bertus? We zijn toch geen kleine
kinderen, die den boel vuilmaken en alles
bemprsen. Die meubeltjes houden 't langer
uit dan wij.. Vrouw, ik. heb er zoo'n. lust in
om ,'t er. vandaag eens goed van te nemen.
Kom, ga jij nu je werkpakje uitdoen, dan
zet ik onderhand alles netjes hier/klaar. En
als ja dan beneden komt, heb je niets anders
te. doen dan maar ,te gaan zitten en dan
verbeelden we ons, dpt we groote lui zijn.
Toe, Bertus, geef me nji maar m'n zin;
je.zal er. geen spijt van hebben*.
«Ik pruttelde nog wel wat tegen, maarte
langen leste gaf ik toe.
«En. wezenlijk, toeij ik in m'n schoone
blouse in- dat gezellige keertje tegenpver
mijn vroolijken-man zat, bëgon ik zelf schik
in onze» deftigheid te krijgen, 't Was net,
of 't .eten ons lekkerder smaakte dan anders.
We 'bleven lang samen over alles praten
't |was precies of we pas getrouwd waren,
zoo. echt vol grappen en joligheid was m'n
man.
«En toen hij eindelijk opstond om naar z'n
dienst te .gaan, kon ik zien, dat hij veel lie
ver nog 'n. poosje bij me was gebleven.
«Nog doet het mij goed, mevrouw, als ik
er aan denk, hop hartelijk hij.me kuste en
zei: «Bertus, wat is dat lief van je geweest
om mij m'n zin te geve... Je bent een goed,
best wijf*.
«Hij evenmin als ik had er eenig voor
gevoel van, dat dit ons laatste samenzijn zou
wezot). Wel kwam hij, toen ik meende, dat
hij «1 lang weg was, nog eens terug om
me weer eens en nog eens te kussen, maar
ik vond er niets vreemds in; we waren immers
nog maar zoo kort getrouwd
«O, mevrouw, als ik eens koppig gebleven
was, u weet het, hoe 't eene woord 't andere
uithaalt, als hij eens baloorig van me weg
gegaan was dan had ik zoo licht gedacht,
dat ik hem in de.i dood gejaagd had
'n man doet soms zoo vreemd. O, ik dank
God dagelijks, dat het laatste woord, dat ik
van hem hoorde, er een van liefde is ge
weest, dat we/in vrede van elkaar gingen
0, als 't.eens anders was geweest dan
zou ik immers geen rust hebben
Bertha zweeg, zacht snikkend.
't Was minuten lang doodstildoor m'n
tranen heen zag ik, dat -de penhouder uit de
hand van m'n man- gegleden .was, dat hij
onbewegelijk voor zich uitstaarde.
Als in 'n droom hoorde ik Bertha afscheid
van ons nemen, verzekerend dat ze ons niet
vergeten zóu; m'n man Het haar-uit omver
volgens j»til zijn plaats te hernomen.
Ik keek hem aan
«Dickie*, hoorde ik zacht roepen
Ik vloog naar hem toe.,... P*
'n Paar oogenblikken later stonden we op
straat.
De sneeuw joeg ons in 't gezicht, de wind
stuwde ons voortwat deerdo dat ons
wij, dicht naast elkaar, we voelden geen kou,
niets dan 'n Innig verlangen naar ons eigen
huisons* was het te moede, alsof wc elkaar
opnieuw gevonden haddon.
Juist begonnen de kerkklokken te luiden,
't Was, alsof ze mij toebeierden
Und wer dir ganz sein Herz erschlicsat,
O thu' ihm, was du kannst zu Heb I
Und mach' ihm jede Stunde froh,
Und mach'ihm keine Stunde trQb
Und hüte deinc Zungo wohl,
Bald 1st einjböses Wort gesagtl
O Gott, es war nicht böa gemeint
Der Andre aber gcht und klagt.
O lieb', so lang du lieben kannst
O lieb', so lang du lieben magst
Die Stunde kommt, die Stunde kommt,
Wo du an .Grabern stehst und klagst I
Suze Fredbriks
Van Cleefk.
Amersfoort, 30 Dec. 1913.
Do Oudcjaarsavonddienst in de Doopsge
zinde kerk zal morgenavond worden geleid
door ds. J. Pottinga, emeritus to Apeldoorn.
Hij vangt, evenals die in de Remonstrant-
sche kerk, aan te zeven uur niet om half
zeven, zooals op den rooster staat vermeld.
Tot ouderlingen van de Gcreformeerdo
gemeente aan den Zuidsingel zijn herkozen
de heeran C. van Buuren en J. Schaaptot
diakenen, de heeren J. Treure en J. van
Genderen.
Tot kapelaan in do parochie van O. L.
Vrouwe, aan de Langegracht, is benoemd de
heer P. van Schaik, thans te Arnhem.
De Directeur-generaal der posterijen en
telegrafie heeft de gelegenheid geopend, de
uitbetaling van' de ouderdomsrente aan
ouden van dagen, dio in buitenwijken wo
nen, te doen plaats vinden ten huize van
deze rentetrekkenden.
De inlijving van de lotolingon der lichting
1914, bestemd om in Januari onder de wa
penen te komen, zal plaats hebben te Amers
foort op 20 Januari a. s. voor de lofelingen
uit de Gemeenten Amerongen, Amvsfoort,
Baarn, Bunschoten, Eemnes, Hooglantr, Leus
den, Renswoude, Rhenen, Soest, Soesterherg,
Veencndaal en Woudenberg.
Aan het plaatselijk telefoonnet is alsnog
aangesloten met no. 312 het woonhuis van
douairière jhr. Van Beyma thoe Kingma,
Bergstraat 16.
In deftlgen eenvoud werd gisterochtend
op de Nieuwe algemecne begraafplaats ter
I aarde besteld het stoffolijk hulsel van me-
1 juffrouw S. C. J. Verwey,
Zeer velen waren opgegaan naar den doo-
denakker om daardoor te getuigen van hun
I aanhankelijkheid.
I De heer N. van Veen schetste als oud-
I Directeur der Rjjks-normaalschool in tref-