Dinsdag 3 Februari 1914. No. 8372. 63e Jaargang. üitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR F. J. FHEDERZKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post ƒ1.15. Advertentién 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten worden In rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht Postbus 9. BUREAU: ZORT&GZUCHT 9. Telefoon 19. Ouders, uw jongens! (INGEZONDEN.) Ze waren in hun element in het heerlijke wintertje, en zwierden naar hartelust op de ijsbaan. Opvallend waren ze niet, weinig elegant, min modieus als ze zijn in hun ge makkelijk pakje met sportpet of muts. Hun genot was er niet minder intens om, volstrekt niet minder dan de meer gemengde genoe gens der bevallige rijdsters en der oudere zwierbollen. Wie »de Maat* zag, voelde het hart open gaan en genoot van die heerlijke levende schilderij, van dat bonte wintertooneel. En wie de knapen en meisjes met gezonden blos zag wederkeeren, genoot nogmaals bij de herinnering aan eigen blijheid in eigen jeugd. Maar nu het ijs weg is en de schaatsen in het vet op zolder hangen, waar thans vol doening gezocht voor den bewegingsdrang onzer ledematen Neen, voor die onzer knapende ouderen hebben hun arbeid, hun wandeling, hun kamerturnen, hun fiets tochtjes en niet het minsthun vrijheid van beweging Moeders en vaders, ik wil geen hoogge stemd artikel schrijven over de Padvinderij als universeel middel tegen alle kwalen. Ge kent natuurlijk dergelijke schrifturen, hebt lezingen erover aangehoord, weet dwaas heden en moppen ervan en hebt uw vaste overtuiging en uw bezwaren er tegen. Gewichtige bezwaren natuurlijk, want wij Hollanders staan bekend om de zwaarte onzer bezwaren, al zijn het ook juist »dingen, die overwonnen moeten worden* volgens prof. Opzoomer. Ik doe dus een poging daartoe en verroek U, nota te nemen van het volgende. De Padvinderij in Amersfoort is dood, als een pier, nietwaar? Ja, je ziet nog wel eens een enkelen Pad vinder loopen, maar die komt natuurlijk juist terug van de begrafenis zijner collega's dat spreekt. Zou het misschien ook kunnen zijn, dat in die beweging wat nieuw leven kwam en dat 2ich dit leven uit op een eenig^zins andere wijze dan vroeger? Kom, eerst geef ik een overzicht van de oefeningen, die sinds onze leiding werden gehouden, en dan praten we nog een rustig oogenblikje na. 4 Oct. Terreinrijden per fiets langs heide wegen. ii Oct. Wandeltocht en bramen plukken bij Soest. 18 Oct. Smokkelaars en douanen, spel op den Berg. 25 Oct. Reiniging van het clublokaal en omgeving. 1 Nov. Een bruggetje slaan over een sloot. 8 Nov. In kaart brengen van een afge- marcheerden weg. 15 Nov. Bezichtigen van het pompstation te Soesterberg. 22 Nov. In bosch verborgen jongens zoeken. 29 Nov. Oefening in het waarnemen en boomen klimmen. 6 Dec. Afstand schatten en looppasoefe ning. 13 Dec. Oefening in het oriënteeren bij Hoogland. 20 Dec. Touwknoopen en touwtrekken bij het clubhuis. 23 Dec. Sluip- en bewaakoefening bij Achterveld. 3 Jan. Fietstocht en wedloop bij Stouten- burg. 10 Jan. Bezichtigen van den molen te Bavoort. 17 Jan. Schaatsentocht op bevroren Eem- plassen. Bovenstaande oefeningen werden altijd ge leid door éen of twee meerderjarige heeren, nl. het Hoofd der school aan het Rijks-op voedingsgesticht -- d.i. ondergeteekende en den heer Landré, Opvoedend ambtenaar aan bovengenoemde inrichting. Ge meesmuilt om dat »meerderjarig«, niet waar? De ingewijden weten echter, dat in den zomer van 1913 vele oefeningen door minderjarigen werden geleid, omdat de toen malige officieren-troepleiders door drukken dienst telkenmale waren verhinderd en er blijkbaar weinig ambitie onder het overgroote getal leeraren, onderwijzers en officieren hier ter stede bestond, zich met eenige leiding te belasten. »Geen wonder; die belofte, datpaedagogi- sche onding, weet jeWie laat er nu zwe ren* door kinderen? Voor mij een ernstig bezwaar om mede te werken*. Zóo spreken velen en hebben grootendeels gelijk, waarom dan ook voorloopig van de jongens hier, de belofte niet meer wordt ge vorderd, en pogingen zullen worden gedaan om het Hoofdbestuur te bewegen, haar te laten vervallen. Mocht dit eventueel niet gelukken, dan zal onze afdeeling zelfstandig blijven, of aansluiting zoeken bij een andere organisatie dan de N. P. O. »Goedmaar dat soldaatje spelen, acht ik voor de jongens toch zeer verkeerd*. Ge hebt alweer gelijk Bezie echter uit dit Oogpunt eens bovenstaande lijst van oefe ningen, welke toch geenszins gelijken op militair gedoe, waarop men trouwens in andere afdeelingen ook terugkomt. Training in orde komt het gedrag der jeugd in het openbaar ten goedeoefening in regelmaat, flink en ordelijk loopen vormt een tegenwicht tegen lummelig gesjok en kan toch bezwaarlijk militair heeten. Zagen we hier maar eens de drommen geschoolde, mannelijke zoowel als vrouwe lijke gymnasten, zooals die zich bij de gym- nastiekfeesten aan De Zaan, te Purmerend. enz. vertoonen, gymnasten met flinken tred en ferme lichaamshouding, in gesloten gelederen marcheerende door de straten naar het oefenterrein we zouden afleeren het orde lijke als iets speciaal militairs te beschouwen. Ik zal niet trachten, alle voordeelen van het Padvinderen op te sommen, evenmin de nadeelen trachten te weerleggen, die groo tendeels als excessen kunnen worden be schouwd, zooals er in elke nieuwe beweging worden begaan. De Padvinderij is in haar groei en wie weet, of de latere historieschrijvers niet zullen gewagen van de periode van den salon- padvinder als oertijdvan den militairen padvinder als eerste ontwikkelingstijdperk van Vervolg maar believen, maar denk tevens eens na over de richting, die gij wenscht uit te sturen, en deel die dan eens mede misschien, dat we prettig kunnen samengaan. In elk geval zult ge het toch wel met mij eens zijn, dat een jongen onder leiding beter zal worden, dan zonder leidingdat bezig heid in de open lucht compensatie moet zijn voor het vele binnenzitten der studeerende jongens. Wie voelt niet, dat een frissche wandeling een vijand is van »kamertjes- zonden*, van slechte gewoonten Wie beseft niet. dat onze onhandige jongens veel meer in de gelegenheid moeten zijn, wat te doen Dat »de klove tusschen kennen en kunnen moet worden overbrugd* Wie weet er tegenwoordig nog niet, dat opvoeden is: wilsvorming, vorming van den wil om het goede, het schoone en ware te betrachtendat deze wil moet gebracht worden tot handelen in velerlei richting Ik zou nog zeer veel vragen kunnen stel len en wenschte een grooten kring van ouders voor mij om van gedachten te wis selen over de opvoeding en wel speciaal over de opvoeding van onze jongens in het moei lijkste deel van hun leven, juist dat waarin zooveel, soms alles, wordt bedorven door te weinig bekendheid of te weinig zorg. Helaas! voor zulk een belang, dat onze zoner. en dochteren betreft, zijn over 't alge meen de ouders minder gemakkelijk bijeen te krijgen dan voor een concert- of een too- neelavond. Zagen we niet onlangs, dat de hier zoo populaire kapitein Kooiman, uit Den Haag, bij zijn lezing over de Padvinderij voor een twintigtal menschen sprak En toch, hoevele ouders klagen niet steen en been over hun kinderen in de puberteits jarenze zijn zoo vreemd, zoo aanmatigend, ze zijn zoo brutaal, zóo rebellisch, dat ze niet meer zijn te regeeren. »Ze doen net wat ze willen in den tegenwoordigen tijd. Dat had ik mijn ouders niet moeten leveren*. Maar hebt ge aan die onmacht geen schuld? En helpt het u en anderen wat, of gij bonne mine a mauvais jeu maakt, door met aplomb te verklaren, dat gij een vrije opvoeding* voorstaat, d.w.z. de kinderen maar los laat? Zoowel gij, die het helder inziet en eer lijk voor den toestand uitkomt, als gij, die nog verstoppertje wilt spelen zijt gijzelf wel voldoende geleid tot handelen in velerlei richting En, zoo ja, wat doet gij dan om uw onmacht of onwetendheid op dit gebied te verhelpen Het zou mij niet passen, hier in de krant u de les te lezen maar wel wijs ik nog even op een ernstig feit, n.l. dat zoovele kinderen zich losmaken van het gezin en vervreemden van het ouderhuis. En nu is het wel eigenaardig, sommige uitspraken van moeders te hooren, waar onder ik er hier een enkele mededeel >Mijn jongen is door de Padvinderij weer een aardige vent geworden*. »Mijn jon gens willen thuis alles voor mij doen, sinds ze Padvinder zijn*—. In den tijd, waarin bij het kind het ge- slachts- en gemoedsleven begint te ontwaken, onbepaalde gevoelens zijn rust verstoren en het plaatsen voor zoovele vraagteekens, heeft de knaap vertrouwelijken omgang en leiding noodig, en waar deze thuis gemist worden, wikkelt de knaap zich los uit de banden van het ouderlijk gezagwangedrag, geboet door zware straf voor onbegrepen handelingen, verhaast dit proces. Meer dan ooit, heeft de knaap in dien tijd, waarin hij tornt aan zijn banden, leiding noodig; en dankbaar dient het te worden geapprecieerd, dat men de ouders in hun moeilijke taak wil steunen. Komt, laten we de handen ineen slaan en toont U daadwerkelijk en moreel het streven der troepleiders te willen steunen, tot beider kracht. Zendt gerust uw kinderen, of vraagt in lichtingen, zoo ge nog bezwaren hebt, bij P. VAM DER LIJN. Utrechtsche weg 151. Beroepskeuze. (INGEZONDEN.) Door den Directeur der Ambachtsschool te Utrecht is aan hoofden van scholen, wees- inrichtingen, enz. in deze Provincie verzon- j den de volgende circulaire, welke ook in breeder kring aandacht verdient. Door den Bond van Besturen van vak scholen in Nederland werd in November van het vorige jaar een enquête ingesteld naar de beroepskeuze van de leerlingen dezer scholen. Aan alle inrichtingen voor vakon derwijs werden ter beantwoording gezonden een 10 tal vragen, waaronder ook de vol gende •Welke maatregelen zouden in het alge meen door de vakscholen, in het belang van de juiste beroepskeuze der leerlingen, te nemen zijn?* Men zal onwillekeurig vragenHapert er dan iets aan die beroepskeuze? Inderdaad, er hapert iets. Bij de aanmelding voor de toelating tot de Ambachtsscholen doet zich in geheel Nederland het verschijnsel voor, dat verre weg het meerendeel der jongens zich opgeeft voor de metaalbewerking, terwijl de overige vakken weinig of geen leerlingen trekken. Rijp en groen, geschikt en totaal onge- schik, lichamelijk sterk en zwak, allen moe- ten nu eenmaal worden opgeleid voor dit 1 ook reeds als zoodanig werkzaam, vak. Doet men den kleinen, zwakken, een bril dragenden bleekneusjes, met echte spil lebeentjes de vraag: »Wat moetje worden?* dan komt in den regel het stereotype ant woord «Machinistmachine-bankwerker smid of electrotechnisch-bankwerker*. Het blijkt telken jare, dat er door de ouders en door enkele onderwijzers hoege naamd geen rekening wordt gehouden met de eischen, die gesteld moeten worden aan de candidaten voor deze ambachten. Er hapert inderdaad iets aan die beroeps keuze dat is de aanleiding tot deze enquête. Nu leert de ervaring, dat bij de aanmel ding voor de Ambachtsscholen aan de een maal gedane keuze weinig is te veranderen, omdat deze keuze dan reeds te zeer is vast- geworteld. Heeft een jongen het er reeds lang op gezet, een bepaald vak te leeren, dan is hij in den regel niet te bewegen, een ander ambacht te kiezen, al brengt men hem nóg zoo ernstig onder 't oog, dat hij niet geschikt is voor dat ambacht. Dwingt men zulke jongens een ander vak tegen hun zin te leeren, dan loopt dat in 9 van de 10 gevallen coch óok uit op bittere teleurstelling. De ondervinding is in dit opzicht zeer ont moedigend. De vakscholen staan dus vrijwel machte loos tegenover deze dwaling en verkeerde denkbéelden. Wil men de beroepskeuze leiden in de juiste richting, d as in overeenstemming met de lichamelijke geschiktheid en den aan leg van de leerlingen en met den toestand in en eischen voor de ambachten, dan zal naar onze meening het wenschelijk zijn, dat hiermede door de ouders in het gezin, door de heeren medici en onderwijzers der Lagere scholen reeds wordt begonnen geruimen tijd voor het tijdstip, waarop deze keuze moet worden gedaan. Er zou moeten worden voorkomen, dat geen verkeerde neigingen, begrippen en denkbeelden ingeprent en vastgezet worden. Voorkomen is beter dan genezen en inder daad, indien deze weg wordt bewandeld, kan er veel teleurstelling worden bespaard. Aan de Utrechtsche Ambachtsschool mel den zich jaarlijks voor de metaalbewerking ongeveer twee maal zooveel leerlingen aan als er kunnen worden geplaatst, terwijl het aantal candidaten voor het timmeren gelei delijk afneemt. Voor het schilderen geven zich weinig en voor het metselen nagenoeg geen leerlingen aan. Het verloop van het meubelmaken blijft vrij stationair. Is het timmeren, schilderen en metselen als vak zóo slecht? Juist hiermede in strijd is het feit, dat de leerlingen, die in deze ambachten worden opgeleid, na het behalen van hun einddiploma, onmiddellijk goed geplaatst worden en een even goede toekomst tegemoet gaan als de metaalbewerkers, mits ze aanleg hebben voor deze vakken en zich met liefde er op toe leggen dus niet reeds tegenzin in het vak hebben, als ze op de school worden geplaatst. De timmerlieden hebben het voorrecht, dat er voor hen heel wat kanalen openstaan om later in de maatschappij vooruit te komen. Het schilderen staat in een slechten reuk. Malaise in 't vak en 's winters geen werk, zoo heet het. Zou het zoo zijn Mogelijk, dat er een slapte h^erschtmaar een feit is het, dat de schilder, die zijn vak in den grond verstaat, die vierkant beslagen is, 's winters niet licht zonder werk geraakt. De patroons geven dergelijke krachten niet zoo gauw gedaan. Bovendien heeft de Ambachtsschool met haar schilders nog een atzonderlijk succes. Voor het meerendeel toch hebben deze jongens een bijzonderen aanleg voor het teekenen. Dit heeft tot resultaat, dat veel van deze jonge menschen, na afloop van de school, een Lagere of Middelbare acte teekenen be halen. Het laat zich verklaren, dat ze hier mede in den win'or vrijwel gewapend zijn, omdat voor hen de kans niet gering is, als leeraar aan een der vele winter-avondteeken- scholen te worden geplaatst. Velen zijn dan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1