L. HOUBAER, Amersfoort. Bioscoop „De Arend". 6. Een verwoest leven. Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort. Hoofdstuk I* Langestraat 70-72, BEDE OM HELP. METHORST VAN LUTTERVELD. Wereldstad-programma No. 65 Feuilleton. De blauwe japon. Zooev.n I. ver,chene» bet ALBUM voor HEERENKLEEDING 1914 van do ÜAVFAIB FASHIONS, Londen, hetwelk m groo. formaat on io kloureo Uitgovoer^vojr eenieder voor .eeete.ijkheden - d. —g h., i knoop sluiting. Ook wordt de aandacht gevraagd voor het lichte GRIJZE ZOMERVnST ofschoon het ZW^'ff iacguet vest zijn vicunas, drape's en zal hebben, de PANTALON kenmerkt zich door scherp sprekende streepen, en wordt tamelijk nauw gedragen. De stoften vo j q cheviots, in mooie gitzwarte tinten. De volgende week volgt een beschrijving van de MODERNE COLBERT-COSTUUMS. Telefoon 130. Met toestemming van de. EdelAchtbare heeren Burgemeesters en Wethouders der Gemeenten Amersfoort eu Leusden zal op Maandag 16 Februari en volgende dagen een COLLECTE langs de Luizen der ingezetenen worden gehouden ten voor- deele van het TEHUIS voor ALLEENSTAANDE BLINDEN van ALLE gezindten uit Nederland, gevestigd te Woltheze. Deze collecte wordt ten zeerste aanbevolen om nog velen te kunnen helper., die aanvragen deden. Raad van Toezicht: Dr. J. BREVEE, Geneesheer te Oosterbeek. JOS. van RAALTE, Dir. van de Kon. Mg. „de Schelde", te Vlissingeu. Jhr. J. BEELAERTS van BLOKLAND, te Renkum. H. Z. ZEGERS DE BEIJL, Gep. 0.1. Ambtenaar, te Nijmegen. Mr. PAUL REIJMER, Advocaat en Procureur, te Hilversum. Baron S. J. van TUIJLL van SEROOSKERKEN van HEEZE f.n LEENDE, te Heeze bij Eindhoven. Het Bestuur: N. M. SCHILD, President. Jhr. L. H. N. NEDERMEIJER RIDDER van ROSENTHAL, Burgemeester van Oosterbeek en Renkum, Vice-President. Baronesse L. H. C. van HOËVELL, Secretares. Mej. J. M. DESMONS, Penning meesteres. Uit de volgende plaatsen zjjn reeds blinden opgenomenAmersfoort, Amster dam, Arnhem, Beemster, Bergum, Coevorden, Den Haag, Gouda, Groningen, Harde- garjjp, Harlingen, Haulerwijk, Herwaarden, Nieuwe Pekela, Rotterdam, Sneek, Tiel, Winschoten en Zwolle. Kassiers en Commissionairs in Effeeten. (Commanditaire YennooteB H. OYENS S ZONEN te Amsterdam.) MUUBHUIZEN 15 (naast de Nederl. Bank). TELEFOON 49. Verleenen van credieten onder persoonlijken of zake- lijken waarborg. Incasso's. Vreemd geld. 1 rfaa/i&tJ Cac/ttr It CCC/-91. DE VERPAKKING IS EENVOUDIG, ALLES IS TEN KOSTE GELEGD AAN DE KWALITEIT) DAAROM ZOO GOF.D. ZATERDAG 14 FEBRUARI teu '2. 7 en 83/< uur. ZONDAG 15 FEBRUARI tou 3, 5, 7 en 8»/, unr. 1. BIOSCOOP-COURANT »DE AREND<. Laatste wereldgebeurtenissen. 2. BURGBRLUIDJES. Comedie uit het dagelijkschleven. 3. PATACHON IN ANGST. Komische srène door den bekenden Cines-komiek. 4. DRESSUUR VAN WILDE PAARDEN. Prachtvolle openlucht opname. 5. EEN GOEDKOOPE VACANTIEREIS. Komisch. Groot spannend en boeiend drama in 3 al'doeliHgeu en vele tafereeleu. De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, eu geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin werden als dividend uitgekeerd. Opgewonden, luid door elkaar schreeuwend, drongen da menschen op een hoopje. Er was een vrnnw overreden. Ieder wilde dat zien. Half medelijdend, half nieuwsgierig keken de omstanders neer cp de ongelukkige. Zij leek nauwelijks twintig jaar. Haar klee ding deed vermoeden, dat zij een knappe arbei dersvrouw was. De steeds aangroeiende menigte trok partij gedeeltelijk vóór, gedeeltelijk tegen den koet sier, die zóo was geschrokken, dat hij slechts onsamenhangende klanken kon uitbrengen en maar steeds wees naHr het venster van een modemaga; jn juist vóoi de plek waar het onge luk was gebeurd. Ieder keek in de aangeduide richting, doch zag niets bijzonders. In de uit stalkast atond een lichtblauwe japon met witte kanten gegarneerd. Een jongmensch, die het ongeluk had zien aankomen en nog had getracht, haar op 't laatste oogenblik vóór 't paard weg te rukken, dach daarbij zelf wbb uitgegleden, lichtte Ket gebeurde toe. „Ze heeft naar niets guluisterd. De koetsier riep en klapte met zyn zweep; ik schreeuwde uit alle macht. Ze luisterde naar nietB en keek maar aldoor dien kant uit". Toen verschenen twee mannen met een bran card om de ongelukkige weg te brengen. Een paar oogenblikken later had de straat haar gewoon aanzien berkregen. In zyn werkpak, zóo als hij was weggeroepen van zijn karwei, zoodra men bem de Jobstij ding had gebracht, zat haar man wezenloos voor zich nit te staren. Nóg kon hij het vreeaelijke niet begrijpen. Zij, zijn Marie, zyn prettig-lachende, altijd vroo- lijke, gezonde Marie, vanmorgen nog zoo opge wekt en vol grappen, overreden en verminkt, raiasohien wel worstelend met den dood. En hij had haar niet eens mogen zien. Moi- gen moest hy maar eens terugkomen, had men hem aan het ziekenhuis gezegd. Wezenloos staarde zijn blik in het kleine, uiterst zindelijke karonje. Door de hagelwitte gordijnen voor de heldere ruiten scheen de avondzon; haar laatste stralen deden de geel koperen traliën der vogelkooi nog even blikkeren. De kanarie Marie's lievelingsbeeatje huppelde onrustig van het eene stokje op het andere, 't Was alsof het diertje zijn guede ver zorgster miste. Opeens begon bet te zingen, eerst zachtjes, toen luider en rcbeller. Zwaar zuchtend ging de man naar de kooi en spreidde er een doek over heen. Verbaasd staakte de vogel zijn gezang. LaDgzaam kroop de nacht voorbij. Bij het ochtendkrieken stond de man op van het bed, waar hij geen oogenblik rust bad kunnen vin den. Zijn eerste gang wus naar het ziekenhuis. Marie leefde verder kon men hem niets zeggen's middags zou hij haar mogeD zieD. Doelloos liep bij door de straten, werictuiglyk komend op de plaats, waar het ongeluk was gebeurd. Onverschillig liepen de menschen voorbij. Hy echter keek naar het venster van het mode magazijn, dat Marie's aandacht zoozeer had getrokken, en hij knikte langzaam De blauwe japon 1 Zijn vrouwtje hsd die zoo graag willen hebben. Haar laatste mevrouw bad er zoo een gebad en ze bad hem toen al zoo moei gevonden. Half in ernst, half in scherts had zij al eens tegen hem gezegd, dat ze zuo'n zin had in die japon. Maar hij bid gelachen en haar duidelijk ge maakt, aat wat voor een mevrouw paste, nog niet door een vrouwtje van een timmermans knecht kon worden gedragen. Ze had dat wel dadelijk toegegeven, maar tochzoo dikwijls ze vcorby dat modemagazijn kwam, keek rs verlangend naar die japon, dio er nu al zó' lang had gestaan en nsaar niet verkocht werd. En uu hij die japon daar zag, pijnigde hij zichzelf door zich voor te stellen hoe mooi ze Marie wel zou hebben gestaan Eindelijk mocht hij zijn vrouwtje zien. Zjjn adem stokte, toen by op de teeuen loo pend, de zuster volgde. Toen scheen het een oogenblik duister rondom hem te worden Was dat werkelijk zyn Marie? Hij herkende haar nauwelijks. Even sloeg 12 de oogen opmaar haar ver wilderde blik trof niet hem. „Marie" fluisterde hij„ken je me niet meer?" Een oogenblik scheen het alsof bij het hooren van die bekende stem een lachje over het was bleeks gelaat gleedmaar hei kon ook wel verbeelding geweest zijn. Zacht bewogen zich haar lippen en hij luis terde met inspanning. De stem van de zuster verbrak de stilte. „Ze ijlt. Ze spreekt maar aldoor van een blauwe japon. Men zegt, dat haar laatste blik toevallig daarop gevallen is". Toevallig? Hij wist wei beter! Plotseling besloot hij te gaan. Hij bolde naar huis om het geld te halen, dat daar nog was. Een kleine twintig gulden vond bij. Dat waste weinig; de japon kostte vijf en twintig. Wat nu Eerst geld van do spaarbank balen, zou niet gaan. Dat kon hij zoo gauw niet meer doen. Dan maar bij Willemsen geprobeerd. Willem- sen was zijn vriend, die op het zelfde karwei werkte. Stotterend vertelde hij wat hij noodig had en waarvoor het dienen moest, half-bevreesd, dat zijn vriend hem niet begrijpen en daarom uit lachen zou. Maar Willemsen lachte niet en zeide niets. Zwijgend gaf hij hein het geld, drukte hem warm de hand en zeide toen „arme kerel". Zoo hard hij maar loopen kon, snelde Dirk naar het mode-magazijn, liet zich de japon in pakken, stoorde zich niet aan de winkeljuffrouw, ffa8' z® dR kleedingstuk einde lijk kwijt raakte, maar de omstandigheden, waaronder dit geschiedde, toch vreemd vonden den man onderzoekend aankeek. Geheel buiten adem kwam hij in het por- Tan &et ziekenhuis, 't Was al te iaat. lot half twee duurde het bezoekuur en nu was het al bij tweeën. De portier zeide hem, dat hij niet meer kon worden toegelaten. „Maar 't is mijn vrouw, die daar ligt, en die zeker gauw sterven zal. >k Voel, dat sterven Suk"»:°uTd«ta?7. ,z*""aotooes°- „Je moet niet dadelijk het ergste donken kom, kom, het zal wel meevallen", trachtte de gemoedelijke portier te troosten. „Morgen om half éen kan je terugkomen en misschien is ze dan weer bij d'r verstand". „Neen, ik weet, ik voe! het, dat het gauw met haar afloopt. Toe, laat me asjeblieft bij haar en als je 't uit je zelf niet kan, viaag dan voor me aan den directeur". „Nu wacht eens, enfin, dan zal ik ereis zien, wat ik voor je doen kan". De portier verdween, kwam spoedig terug en wenkte hem. Hij moobt weer met d6 zuster mee. Zacht zooals den eersten keer, liep hij ach ter baar aan. Zij opende de deur van het ka mertje, waarin zijn vrouw lag en liet hem bin nen. Naast het bed zat een andere zuster, die bij zijn binnenkomen verbaasd opkeek. De zusters wisselden enkele woorden cn verdwenen 'oen allebei. Hij keek om zich hoen, zag, dat hij alleen was met Marie. Nu schrok hij niet van haar. Haastig, met bevende handen, maakte hij het pakje los en spreidde de japon op de dekens uit; riep angstig zijn vrouw bij haar naam. Langzaam opende zij de oogen en haar blije vestigde zich op de blauwe stof. 2j herkende de japon en met haar hand trachtte zij den kant te grijpen. Ademloos had hij staan kijken, „Dirk" fluis terde ze 6n haar stem klonk ver-af, „Dirk, de blauwe japon wat heerlijk. Die zal me mooi staan heel mooi Diep moest hij vooroverbuigen om haar woor den te verstaan. Toen gaf hij plotseling een gil ha-r gelaat had zoo'n vreemden uitdrukking gekregen. De zuster was onmiddellyk by hem, had ach ter de deur staan wachten. „Het loopt af" zeide ze zacht. En bet was zoo. Na een paar minuten waazijn lief, mooi vrouwtje niet meer. Naar de woorden, die de zuster tot troost tot hem zeide, luisterde hij niet. Slechts éen vraag vemtond hij „Wat moet er nu met die blauwe japon ge beuren „Daar moet ze in begraven worden", zeide hij snikkend. „Die heeft haar het laatste oogenblik van vreugde gegeven".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 4