5
Trouwen
VETTER Co.,
Alléén
SINGER
SINGER-MAATSCHAPPIJ,
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
DONAU-HYPOTHEEKBANK
DE HUISHOUDGIDS.
Feuilleton.
Reisgenooten.
Leest art. 163 Burg. Wet
boek. Het gevolg zal zijn,
dat U zich aansluit bij den
Bold roor YroiwenlaesrecM.
LAMAISOH BOUWER Co.
Kortegracht 22
naast het Postkantoor.
Belasten zich met
aan- en verkoop van
Effecten, Wissels en
Coupons.
Sluiten prolongatien
Safe-inrichting.
Kassa van 9 tot 4 uur.
Distill. Wijnen. Likeuren.
Lieve Yrouwe-kerkhof, AMERSFOORT.
Bij den ondergeteekende verschijnt
iederen Woensdag
De Hollandsche Lelie j|
Weekblad Og
onder Hoofdredactie
VAN |H
JonkTr. ANNA de 8AVORNÏN LOHSIAN.
De Hollandsche Lelie" is heteenige fg
J Weekblad in Nederland voor dames
uit de hoogste en beschaafdste krin- $J|
gen. Let hierop voor uwe advertentie.
t Prijs p. jaarg. f 5.25, fr. p. p. f 6.
proefnummer gratis.
Amsterdam. L. J. VEEN.
CREDIET-VEREENIGING
te Amsterdam.
Correspondentschap te Amersfoort.
mr. H. J. M. van den BERGH.
wilhelminastraat 5.
Zij stelt zich ten doel
het verleenen van Credieten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco
het incasseeren van handelspapier
het ontvangen van gelden A déposito
rekening-courant.
O
PANDBRIEVEN met WINSTAANDEEL van de
Holland-lord-Amerika HyjoiMM
te GORINCHEM
(geplaatst van eind Mei 1912 tot eind Februari 1914: fl64B0öO)
zijn verkrijgbaar by alle Effectenkantoren.
Agent voor AMERSFOORT
AMERSFOORTSCH WISSEL- en EFFECTENKANTOOR.
i&l
Ca&ur
Onze machines behoeven
geen aanprijzing
in winkels met DIT uit
hangbord zijn de
Naaimaehines
verkrijgbaar.
Amersfoort, Westsingel 49 hoek Yarkensmarkt.
Wij verzoeken slechts
er op te letten, dat ze
aan het j n 1 s t e adres
gekocht worden.
v# ZEIST. 4ess-
AMERIKA AN8CH SYSTEEM.
Directie mr. H. P. MARCHANT - H. C. SNET1ILAGE
's-Gravenhage Budapest
beleent uitsluitend Landerijen,
geen huizen of bouwterreinen.
Op 31 December 1913:
Uitstaande geldleeningen f2725760.25.
Uitstaande pandbrieven ...f2 530 500.—.
pCt. PANDBRIEVEN -
in stukken van f 1000, f 500 en f 100.
Verkrijgbaar bij H.H. Commissionnairs in effecten.
J
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
99** PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mevrouw W. van der VECHT, Oud-leerares in Koken
en Voedingsleer.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan
het bureau van »DE HUISHOUDGIDS*
Burgstraat 65, UTRECHT.
4.)
De man met de lange lokken keerden zich
om, ten einde Theresa te volgen en schudde
langzaam zijn artistiek hoofd.
„In deze dagen bestaat er geen maatschappe
lijk onderscheid meer", mijmerde hij „er bestaat
niets anders dan geld".
Hy haalde Theresa in.
„Kent mejuffrouw Muller, van Bremen, de
bewoners van het kasteel vroeg hij plotseling.
„Natuurlijk", antwoordde Theresa, „anders zou
zjj er tooh niet heengaan".
Hij ging op eenigen afstand aan den kant van
den weg zitten en beschouwde den hemelende
poort van het kasteel, terwijl hij nu en dan
een zucht slaakte.
Het duurde geruimen tijd eer juilrouw
Müller zich weer in het zonlicht vertoonde, en
werkelijk zij had een half uur achter de ver
weerde grijze muren doorgebracht.
„Zij waren allerliefst", voegde zij Theresa toe,
en zij begon er dadelijk over te praten, naar
Moselblum terug te keeren.
De terugtocht werd in betrekkelijk stilzwij
gen afgelegd.
Juflrouw Müller ecnecn sich met haar ge
dachten te willen bezighouden, en 's kunste
naars lofzangen op landschap en natuur lieten
juffrouw Theresa dood koud en geen antwoord
waard, zoodat hij er maar van afzag, nieuwe
opwellingen uit znn artistiek brein te halen.
Ten slotte gaf hij zich evenals de hond aan
den slaap over.
Toen zij voor het dorpslogement verschenen,
deelde Fraulein Müller den hospeB mede, dat
zij geen plan had, aan het avondmaal te ver-
scheineD, tenzij men haar eerst met den naam
van den artist bekend maakte.
Werkelijk, zij brandde van nieuwsgierigheid
om dien te weten.
De verraderlijke herbergier bracht den schilder
deze vraag over, en de laatste, die zich ten
hoogste gestreeld voelde, maakte hieruit zijn
eigen verwaande gevolgtrekkingen op, aangaande
den indruk dien hij gemaakt had.
Met een grijnslachje bood de waard juffrouw
Müller het vreemdelingenboek aan, nog vóór de
inkt van het geschrevene op de laalBte bladz jde
goed droog geworden was.
S. von Apolda".
„Wat een prachtige naam I" riep zij uit.
„Er ligt iets van den Parnassus iu" zij
dacht zeker aan Apollo „Geen wonder, dat
een kind hetwelk den naam Apolda draagt, zich
tot een groot schilder ontwikkelt".
„Jawel" zeide Theresamaar haar oudere ge
zellin was reeds naar hei balkon gesneld om
van het mooie uitzicht te genieten.
Op dat balkon noodigden zij na het avond
maal den kunstenaar bij zich.
Zij hadden onder het eten veel gesproken over
schilderen en schilders en toen er bij juffrouw
Müller hard op werd aangedrongen, bekende zij
zich half schuldig aan eigen kunst pogingen in
't schilderen natuurlijk enkel in waterverf.
Zij had ja zij had een klein schetsboek bij
zich, doch volstrekt niet de moeite waard om te
bekijken.
Ilij kwam boven om het te zien. Zij giegelde
en bloosde om beurten.
„Hij weet hee'iemaal niets van schilderen af"
mompelde Theresa.
„Zoo Wij zullen zien", hernam Fraulein Mül
ler.
„Niet alleen talent, maar een genie, bepaald
genie I" verklaarde de kunstenaar. Hij plaatste
zich met het schetsboek in het zachte avond
licht, bewoog het rechts en links en wierp zijn
groot hoofd achterover.
„Wel, dit gezicht op den Drachenfels het
is verrukkelijk
„Ja, het staat mijzelf 6ok wel aan", zei juf
frouw Müller.
„Rembrandt kon het wel geschilderd hebben",
ging Apolda voort.
„O neen, Rembrandt nietik houd niet van
Rembrandt. Hij is zoo donker" meende de de me.
„Nu, Achenbach dan", meende de inschikke
lijke kunstenaar.
„Gelooft u dat werkelijk mompelde zij.
„Zeker" kwam nu ook Theresa er bij.„Friiu-
lein Müller, ik begin nu 6ok gelooven, dat het
net Achenbach is".
„Uw meening wordt niet gevraagd, kindlief.
Laat Herr von Apolda toch de goede belicüting
kunnen vinden. Je staat hem in het licht".
„O meneer, waarom maakt u geen schets van
de Fraulein?"
Zij had dit eens of tweemaal gezegd, en de
herhaling werd vervelend.
Eindelijk was hij wel gedwongen, naar haar
te luisteren.
„Het is te laat", zeide hij. „Er is geen vol
doend licht".
„Morgenochtend dan, vóór wij van hier ver
trekken".
„Ik vertrek heel vroeg".
„O, foei, hoe ongalant
„Theresa", riep juffrouw Müller, „houdt je
mond".
Zij wenkte den bewonderenden kunstenaar
weer mee naar het balkon.
Zij ging vlak tegenover de langzaam onder
gaande zon zitten, die heerlijk achter de bergen
ter kimme daalde, en zuchtte diep.
Beneden hen vloeide de thans loodkleurige
rivier plechtig verder, met hier en daar een
stoomboot; aan den oever lag het dorpja zwij
gend in de zomeravondstilte.
„En u denkt", vroeg zij voorzichtig, „dat ik
met mijn penseel werkelijk iets draaglijks zou
kunnen voortbrengen
„Onder behoorlijke leiding zoudt u zelfs roem
hebben ingeoogst", gaf hij vol geestdrift ten
antwoord.
De blik, dien zij op de bergen vestigde, ver
toonde werkelijk ernst.
Weer verbeterde de kunstenaar zich bij tijds.
„Wanneer ik zeg „roem", ging hij voort, „dan
bedoel ik niet de luide bewondering der menigte,
maar de hooge waardeering der weinigen. Dat
wilde ik er onder doen verstaan".
„Daaronder zou dus geen geldelijk voordeel
te verstaan zijn?" merkte zij aan.
„In geen geval. Wees blijde, dat het uw lot
is, niet te moeten verdienen, muar geld te kun
nen besteden".
„Ach ja, dat is zoo", zuchtte zij.
„Voelt u de kilheid van de rivier?" vroeg hij
vol deelneming na zoo'n zwamn zucht.
„Neen, maar zooals ik u zeide, ik ben niet
sterk. Het is te laat om het schilderen nog in
ernst op te nemen. Ik geloof niet, dat myn leven
nog lang zal zijn".
„God beware I" wenschte de goedhartige kun
stenaar.
„Wat doet het er toe? Het leven heeft mij
zooveel redenen tot tevredenheid niet gebracht"
en zij liet er op volgen „ThereBa zou het niet
goed wezen, dat'je de hond eenB uitliet
Weg was Theresa met den hond.
„Eenzaamheid en rijkdom wat is dat?"
vroeg de kunstenaar.
Zij staarde hem peinzend aan.
„Als h overvloed van geld hadt hoopen
en hoopen", zeide zij, „wat zoudt u er dan mee
doen
(Wordt vervolgd.)