HI LEÏT's (llazeiwasschenj u PÉewsÉni Koninklijke Marine. n Stoomwasscherij W. G. BURGER, Alléén SINGER SINGER-MAATSCHAPPIJ, FËRWERD4 TIKJIAV DE HUISHOUDGIDS. Feuilleton. Angst. Kantoor LANGESTRAAT 12, telefoon 129, is VERPLAATST van Molenstraat 15 naar VALKESTRAAT 29-31. 3» ZEIST. AMERIKAANSE!! SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. MP* PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. Onze machines behoeven geen aanprijzing in winkels met DIT uit hangbord zijn de Naaimachines verkrijgbaar. Amersfoort, Westsingel 49 hoek Varkensmarkt. Wij verzoeken slechts er op te letten, dat ze aan het juiste adres gekocht worden. WU nüandelaren, bieden hunne clientèle, zoolang de voorraad strekt, de keuze uit eenige fraaie, artis tieke wandplaten als PRBMIE bij afname van minstens 6 flesschen wijn, naar keuze, uit onderstaande merken. Deze platen, waarvan de afbeeldingen op aanvraag gratis worden toegezonden, zijn gedrukt op carton van 50 X 60 c.M. De beeldgrootte is 30 X 4° C-M. De platen zijn bovendien te bezichtigen, in onze Depots en bij onze Agenten. Bij afname van minstens f20.aan wijnen wordt desgewenscht eene groote, uit de hand gekleurde plaat, beschikbaar gesteld. Eenige merken waarop de aanbieding vau toepassing is Palus de Médoc St. Estèphe Médoc St. Julien Médoc Witte Bergerac Witte Samos Oude Tarragona Port Oude Roode Portwijn Oude Witte Portwijn BIJ AFNAME VAN 12 FLESSCHEN a CONTANT 5 pCt. KORTING. 0.65 p. fl. Fine Old gold Sherry 1.00 p. fl. 0.70 Fine Old pale Sherry 1.10 0.75 Madeira 1.00 1.15 Spaansche Wijn 1.20 0.80 Vermouth, Dom Bellardi 1.30 1.00 Roode Italiaansche 1.20 Tafelwijn 0.65 1.20 Depot van Wijnen bij M. B. N. O 0 S T E R V E E N, AMERSFOORT, Langestraat 4G en Arnhemschestraat II, Telefoon 77. Men vrage de speciale circulaire, welke de afbeeldingen der platen bevat, be nevens de lijst der merken waarop de aanbieding van toepassing is. Kennisgeving, dat gelegenheid bestaat tot het aangaan eener vrijwillige verbintenis bij Hr. Ms. Zeemacht als Matroos-torpedoinaker Kleermakerj Matroos-kok Stoker 2' klasse minimum-leeftijd 21 jaar. maximum-leeftijd 29 jaar. minimum-leeftijd 21 jaar. maximum-leeftijd 28 jaar. minimum-leeftijd 19 jaar. maximum-leeftijd 25 jaar. (indien reeds zeer voldoende kunnende stoken, maximum-leeftijd 29 jaar), minimum-leeftijd 16 jaar. maximum-leeftijd 17 leeftijd. Leerling-stoker terwijl voor jongelieden op een leeftijd van 14 tot en met 20 jaar immer de gelegenheid is opengesteld om bij de Zeemacht in dienst te treden als jongen, lichtma 3e klasse. Nadere inlichtingen worden op aanvraag (het zenden van een briefkaart is voldoende) verstrekt door den Commies van aanneming der Marine, te Willemsoord (Den Held gratis verstrekt door den Commies van aanneming Koffie en Thee te licht bevonden. Gebruikt dus Cacarr Gouden Medaille, Gent 1908. Onder redactie van mevrouw W. van der VECHT, Oud-leerares in Koken en Voedingsleer. Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan het bureau van »DE HUISHOUDGIDS< Burgstraat 65, UTRECHT. 1.) Hot diner was afgeloopen, althans wat den eigenlijken maaltijd betreft. De koffie en de sigaren werden rondgediend en de gasten, gaan deweg gemeenzamer met elkaar geworden, geraakten van lieverlede tot gemoedelijker ge sprekken. De dames hadden ons toegestaan, in hun tegenwoordigheid te blijven rooken. Ernstig joegen we den brand in de geurige sigaren, die ons waren aangeboden, en met groots zorgvul digheid wuifden we met een handgebaar den blauwgrijzen rook der eerste trekjes omhoog, opdat die hen, die zoo toegeeflijk zich toonden voor onze zwakheden, riet mocht hinderen. Dit en de overheerlijke koffie was voor een wyle het eenige, dat al onze aandacht had. Dat kwam mij althans zoo voor en toen ik de ge zichten der overige heeren monsterde, kreeg ik de overtuiging, dat zy allen er evenzoo over dachten. Er was iets van een gematigd-zalige stemming over ons gekomen. Onze lieve gastvrouw, voor een likeurkeldertje gezeten, gelijk een exotische priesteres voor een tabernakel vol heidensche heerlijkheden, plengde kostelijke drankoflers en als zij ons vraagde, wat heerlyk mengsel wij begeerden bij onze mokka antwoordden wij met een zoeten glimlach als die eener lichtelijk bedaagde die te elfder ure een huwelijksaanzoek krijgt. De kleine kelken fonkelden in het licht, dat uit den luchter zacht omlaaggezegen kwam op het glanzend, wit damastdie met de groene Chartreuse brandden als smaragden, die met de gele Bénédictine of cognac gloorden als topazen, en die waar Cointreau's edel Btooksel was inge goten, vlamden als diamanten. De glaasjes wer den rondgereikt en gelijk een bemind kleinood zoo teeder in ontvangst genomen. Men dronk. Men rookte. Men praatte. Het vertrek was, met de eenvoudige hechte meubels, met de lichtkleurige venstergordijnen en behangsel, een lieve kleine wereld van ge zelligheid. Om het blinkend witte tafelkleed, in het schijnsel van de groote kroonlatnp, zaten de menschen samen in een gez 'lige stemming, en rookten en dronken, en telden des levens pla gerijen niet, en lachten en praatten, en bemerk ten van de vele kanten, welke toch naar zeggen der denkers alle dingen hebben, er slechts éen: den goeden, den vriendelijken kant. Het heelal was toch maai een prettige sociëteit. En achter de witte plastrons en zijden blouses dansten in zacht-vroolijk tempo nu de zielen dezer disch- genooten. Men dronk en rookte. Men lachte an praatte. Eeu der heeren, een ingenieur, wist gedurende een poosje de aandacht der aanwezigen te hechten aan het verhaal van een waagstuk op het gebied der luchtvaart. Zijn buurdame was zeer bekoord door de wakkerheid der vliegeniers, en vroeg met een ongeloovigen glimlach den ingenieur of hij 6ok zou durven opstijgen. „Al was het onmiddellijk, mevrouw", ant woordde gretig de aangesprokene. „Oh. En zoudt u niet vrééselijk bang zijn?" „Evenmin als ik dat nu hier naast u aan deze tafel ben", deed de ingenieur, en zijn ge laat glansde van gepaste hoovaardij. „Een man is nooit bangdaarvoor is bij een Dit werd aanminnig gekkend door de gast vrouw vastgesteld. „Er is hier, wed ik, geen een heer, die wel eens bang is geweest", plaagde een andere dame. En men begon den heeren te vragen „Bent u wel eens bang geweest?" „En u wel eens „En u?" De antwoorden der heeren waren zeer ver scheiden. Het mangelde niet aan zotternijen. Zelfs snorkende grootspraak werd hier en daar gehoord, en het deed vermakelijk aan, zooala dan de dames vol verstandhouding elkander aankeken, als wilden zij zeggen: «Wij weten wel, dat het niet zoo erg met hem ie". Een koopman verhaalde onder de bevriezende blikken der dames, van een tocht om hout te gaan koopen in het vijandelijk land in oorlogs tijd een ander, een dokter, vertelde een avontuur, hem op een nacht in een hospitaal overkomen, zóo griezelig, dat ik mij schamen zou, het u over te vertellen, uit vees alleen, dat u vannacht geen oog zoudt dichtdoeneen ander wederom, een commissaris van politie, had het zeer geloofwaardig relaas rener inhechtenisneming waarbij hijzelf een belang r,ekkende rol gespeeld hadweder een ander, een gezagvoerder ter koopvaardij, gewaagde van zwempartijen in de nabijheid van vele hongerige haaien, en zoo werd er een veelheid van geschiedenissen te borde gebruebt, welke ondanks het moordend glimlachje der geweldig ondeugende dames menigmaal overtuigend waren door een accent van oprecht heid. En de strekking, de onveranderlijke strekking van al deze histories was om de dischgenooten, van den moed der vertellers te doordringen, Aan alles komt een einde en zoo hadden ten j slotte vrijwel alle heeren hun heldendaden ver haald. Men hield nog wat nabetrachtingen. De dames wisten met den haar aangeboren arg waan, waar het de toch reeds geringe goede hoedanigheid van den heer de schepping betreft, veelbeteekenend te glimlachen. Haar echtg 100- ten, na het overvloedig maal gemoedelijker dan in het dagelijksch gezinsverkeer, griefde dit alles niet ernstigzij konden in deze stemming wel een beetje geringschatting van den kant hunner vrouwen verdragen, als maar de andere dames een goeden indruk van hen kregen. Eén der heeren, een oud-kapitein, had echter niet meegedaan aan deze onder de omstandig heden vergeeflijke snoeverij en maar stil toege luisterd en vóór zich uitgekeken. Do gastvrouw had hem opgemerkt en op haar meest innemenden toon wendde zy zich thans tot den kranigen oud-soldaat met zijn donker bruin, verweerd gelaat en ruigen, grijzen knevel. Zyn kleine, half toegeknepen oogen onder de borstelige wenkbrauwen waren onafgebroken ge richt geweest op de vertellers. Zoodra de gastvrouw hem aansprak, opende hij ze geheel en bescheiden glimlachend zeide hij „Och, ik heb niet veel te vertellen, mevrouw". „Is u wel eens bang geweest" vroeg een der andere dames; doch onmiddellyk liet zy er op volgen„hoe durf ik eigenlyk zoo iets te ver onderstellen een militair is natuurlyk het minst bang van allen". „Ta, ta, ta" deed de kapiteinen nog altijd zweefde de eigenaardige glimlach om zyn lippen. „Van deze heeren is er nooit een bang ge weest", ging de dame voort. „Zoo?" zeide de kapitein „het is mogelük nu, maar ik wel". v „Hé neen" riepen de dameB in koor en zóo ongeloovig, dat de kapitein niet kon zwijgen. (51ot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 4