SRAX
<AKi;s i
VOORSCHOTTEN IN REKENING-COURANT.
CHEQUE-REKENINGEN «et
Kerstkransen
Specialiteit
Bank van Huydecoper&Van Dieien
Electrische Luxe Brood- en Banketbakkerij
„De Gulden Korenaar",
Blanche.
90 Filialen!
850 Personen!
Overheerlijke
Natuurboter gebakken
per ons 10 ceul.
per pond 50
LANGESTRAAT 54 AMERSFOORT.
CHOCOLADE-KERSTKRANSJES per pond «0 cent.
FONDANT-KERSTKRANSJES 40
Prachtige sorteering
Kerstboom-
Artikelen
keurig; in
Staniol verpakt
por ons 20 cent.
per pond 100 P
Echt,o Engelschc
oen heerlijk gebak dat
hij ieder in den smaak
vait.
Per stuk 35 ot.
Een KERSTKRANS is heerlijk bij de Kof'fio
Een CAKES smaakt lekker hij de Thee
Neemt daarom voor 't, aanstaand Kerstfeest
Van heiden een naar luiis toe moe!
Bijkantoor AMERSFOORT.
Iiangsstraat 105 Telefoon XTo. 360
Arnhemschostraat 24. Telefoon Dl.
SV Voor de a.s. feesten vestigen wij uwe aandacht
op do volgende artikelen
KERSTKRANSEN
iu verschillende grootten en prijzen.
KERSTSTOLLEN
in prijzen van at 35 cent tot. f 3.
TULBANDEN
in prijzen van af 75 cent.
ïflf Diverse soorten TAAUTEN.
O. a. Confituur, Slagroom, Luxe,
Polonaise, Room, enz.
BKRLÏNER-BOLLEN,
PENSEES.
APPELBOLLEN.
CONFITUUR-KRAGEN.
Verder alles wat op 't gebied der Banketbakkerij voorkomt.
.Aaabevtdleud, SC. ISZ02TZX7G c2c ZOXT22IT.
QE "FLINSTE-PLANTEN BÓÏp
IN-VOEDZAAMHEID VERTEERBAARHEID
EN- SMAAK GEL!JK-AAN-NATUURbÜTEK
DE-HELFT-60EQKQOPER.
beste schuurmiddel der we
reld voor potten, pannen,
houtwerk, blik, enz.
Vraagt monster bjj winkeliers of drogis.
FEUILLE7P0N.
14.)
De heer Bouchard verscheea op 't oogenblik
waarop bet rijtuig van den heer De Naucey
stilhield voor het bordes van den hoofdingang.
Bij den aanblik van hm, overvloedig met het
familiewapen beschilderde riituig en de lakeien
in schier vorstelijke livrei, vlamde iu zijn oogen
een straal van innige VTeugde.
Nog eer I'aul en zijn geleider, behoorlijk
waren uitgestegen, zeide de heer Bouchard van
Montmorency
..Mijnheer de graaf, het is een heerlijke en
onvergetelijke dag voor mij nu 't mij is ver
gund, in mijn nederig verMijf den geëerden
vertegenwoordiger van een der oudste huizen
van den Frantfchen adel te raiogen ontvangen".
Zijn voorkomen zou stellig al de scherpzinnig
heid van den meest ervaren opmerker van de
wijs hebben gebracht, fsie'.s verried bij hem,
als men hem nog niet had hooren spreken, de
«onderlinge neiging, waarmee bij zoo ruim
schoots behept was voor .al hetgeen adellijk
heette. De voormalige kurkh andelaar vertoonde
in geheel zijn persoon de zeur gewone type van
den kleinen burgerman, lijk geworden door die
soort van handel, waarhij geen intelligentie J
wordt vereischl om te slagen In ieder opzicht
een doodgewoon raensch, op wiens gelaat men
slechts een trek kon lezen, dien van goedhartig
heid.
Hij moest een braaf mensch zijn en was dat
wezenlijk in de grootste beteekenis van het
woord, daar hij heel zijn leven lang, sedert het
begin van zijn handel, al zijn verplichtingen
op de nauwgezetste wijze had vervuld, gaarne
diensten bewijzend, welke hij niet te duur liet
betalen, zijn dochter op zijn manier beminnend,
innig en hartelijk maar gereed zichzelf te
offeren om haar gelukkig te maken naar zijn
begrip.
De voormalige kurkhandedaar was, ofschoon
op het land en hoewel het geweldig warm was,
van het hoofd tot de voeten in zwart laken
gekleed. Zijn verlakte bottines fonkelden in de
zonnestralen. Zijn wijil uitgesneden vest liet een
geborduurd en gepijpt overhemd zien, waarop
drie groote diamanten als knoopen dienden. Hij
droeg aan den ringvinger zijner linkerhand een
groeten solitair, die wel flÖOOO waard kon zijn.
Lebel Girard nam niet zonder inwendige te
vredenheid deze kleedij van deri millionnair in
oogenschouw en zeide voor zich
„Ik weet, dat bij belachlijk is, maar men kun
hem toch een schoonvader noemeu, die er warmp
jes inzit".
Hij zocht met den blik Paul de Nancey, die
zich op de lip beet om niet te lachen.
„Mijnheer de graaf" hernam Nicolaas Bouchard
terwijl hij rnet onstuimige harlelijkheid de han
den van den jongen man drukte, dien bij reeds
als zijn aanstaanden behuwdzoon beschouwde
„mijn waarde vriend en buur, Lehel-Girard, voor- 1
naam lid van den Gemeenteraad van Knghien
en ridder van het Legioen van eer, heeft mij de
kostbare hoop gegeven, dat u ons de vriend
schap zoudt bewijzen, deel te nemen aan ons
sober middagmaal.
„Ik neem 't aan, gastheer, en met geheel mijn
hart, dat verzeker ik u'\ antwoordde I'uul.
„Dat is zeer vriendelijk van u. We zullen
onder on3 zijn. Ik zal ii wijn uil mijn kelder
laten proeven. Ik heb tamelijk goede merken.
Wij zullen ter herinnering aan den ouden, goeden
tijd Wel, wat zegt u
„Reeds vooraf verheug ik mij er ovei".
„lin ik dan? Maar t is drommels warm en
tusschen Parijs en Montmorency slikt men niet
weinig stof. Ik zal li dus eenige ververschingen
aanbieden. Volg mij, als 't u belieft, mijnheer
do graaf, en gij ook, waarde vriend en buur.
Ik zal 't onschatbare genoegen hebben, u den
weg te wijzen".
Ilij voerde hen door het voorportaal, waar
volledige wapenrustingen van zeer twijfelachtigen
ouderdom, maar volmaakt van nabootsing, de
rol van schildwachten speelden. De vizieren der
helmen waren neergelaten en de ijzeren hand
schoenen rustten op de al« een kruis gevormde
grepen der slagzwaarden.
Op het voorportaal volgden twee zalen, de
eene beschoten met oud eikonhont, de ander
behangen met Vlaamsche tapijten en voor welke
zaal Lehel Girard, zooals wij weten.de meubelen
in middeleeuwschen stijl had geleverd.
De vierkante tafel met gedraaide ponten, over
dekt loet een groot zwart en rood met goud
doorslikt kleed, droeg, iu groote zilveren koel
bakken, allerlei dranken.
„Nu mijnheer de graaf", vroeg Bouchard ter
wijl hij zijn bezoekers wijn aanbood ,in groote
tulpvormige glazen, „wat denkt u van de inrich
ting van mijn nederig, klein kasteel
„Ik ben er door verrukt", antwoordde I'uul.
„Wat ik zie, is niet alleen onvergelijkelijk prach
tig, maar ook van den zuiversten en fijnsten
smaak. Ik hen gewend aan fraaie dingen en
toch ben ik bekoord".
Bouchard was niet weinig trotsch, heigeen
hem echter niet verhinderde, zich een voorko
men van valsche nederigheid te geven, terwijl
hij deze bepaald voorbereide en van buiten ge
leerde woorden zeide
„O, 't is aardig, ik wil 't niet tegenspreken.
Maar wat zijn deze snuisterijen in een bekrom
pen omlijsting bij den wezenlijk indrukwekken-
den luister, waarin onze voorouders leefden
Alles was naar de grootte dezer reuzenAlles
is tegenwoordig naar de onze, want wij zijn
tegenwoordig dwergen! Ik zeg dat natuurlijk
niet voor u, mijnheer de graaf" haastte de voor
malige ktirkhandelaar zich er op te laten volgen.
„Zeg het gerust voor mij, zooals voor de an
dere, waarde gastheer" riep Paul, hartelyk
lachend. „Ik zou, wees er van verzekerd, onder
het kuras van die gewapende mannen in uw
voorportaal smoren en 't zou reeds veel zijn, als
ik zijn zwaar slagzwaard kon optillen Derhalve,
weet u, hen ik ook een dwerg
(Wordt vervolgd.)