ssssgs
Stadsnieuws.
ars*? v«" - iccriinge"ve"
rijk zou hebben besloten, Duitschland door
België been aan te vallen dan zou Sir
Edward Grey niets daartegen hebben inge
bracht en zou hij hebben getracht, zich te
rechtvaardigen door zich te beroepen op
Gladstqne.
Duitschland's militaire plannen waren ons
volkomen bekend dooronzenspiotiBage-dienst.
Wij wisten, dat de weg door België een van
de hoofdpunten was va.: het Duitsche krijgs
plan.
Het is algemeen bekend, dat een volk
niet gaarne vecht, tenzij het doel van den
oorlog een ideaal tintje heeft. De «Daily
Mail* leverde dit ideaal tintje voor den oorlog
in Zuid-Afrika door het Engelsche volk voor
te liegen, dat Engelsche vrouwen en kinderen
in Transvaal en Oranje Vrijstaat werden af
geranseld met de sjambok. Het ideale tintje
voor den huidigen oorlog werd geleverd door
onze Regeering door het verhaaltje, dat wij
de onafhankelijkheid van België moesten
beschermen. Nog eer Duitschland en Frankrijk
door de Engelsche Regeering aan den tand
werden gevoeld omtrent dit punt, wist zij,
omdat zij den militairen toestand in beide
landen volkomen kende, dat Frankrijk een
bevredigend antwoord kon geven, terwijl
Duitschland niet in staat was, dit te doen.
Tot zoover de feiten.
Het is aldus Macdonald een oorlog,
door een zestal diplomaten veroorzaakt. Tot
het oogenblik waarop de gezanten werden
terug geroepen, leefden de volkeren vreed
zaam met elkaar, zonder eenigen haat of nijd.
Een half dozijn mannen heeft Europa aan
den rand des afgronds gebracht, en Europa
is daar ingevallen.
Een zelfde lied, in eenigszins anderen toon,
wordt in de »New Statesman* aangeheven
door Bernard Shaw, die schrijft;
Als ik het Fransche Geelboek doorblader,
ontrolt zich voor mijn oogen zulk een ver
heffend beeld, dat ik mij verwonder, dat nog
geen Engelschman de kern van dit boek
van zijn officieel omhulsel heeft ontdaan. Ik
zie daarin namelijk weer den ouden Brits?hen
Leeuw, den Leeuw van Waterloo, van Blen
heim, van Trafalgar, die thans bezig is zijn
laatsten en vreeselijksten sprong te doen.
Eeuwenlang heeft de Engelsche Leeuw het
denkbeeld vastgehouden, dat er te land geen
grooter mocht zijn dan hij, laat staan te
water, 't Was hem volkomen onverschillig
of een mededinger beter dan wel slechter
was dan Engeland. Toen de slag van Water
loo was gewonnen,zei Byron: Verdoemd
jammer!* en de vrienden van de vrijheid
zagen de vrijheid onder Engelsche heer
schappij reeds met voeten getreden. Engeland
beheerschte de zee en Engelands generaal
tusschen twee haakjes een Ier was
meester van Europa. Het Engeland van het
recht of van bet onrecht, het Engeland met
zijn corr'nptie, keerde herboren uit den strijd
terug, in het volle bezit van zijn macht.
Honderd jaar lang wist geen Engelschman,
wat het beteekent te verbleeken bij het denk
beeld alleen van een mogelijken Duitschen
inval.
Meer dan twee geslachten lang lag de
oude Britsche Leeuw op den loer, koesterde
zich in 't volle bezit van zijn macht en hij
kon geen vijand ruiken, of hij dreigde hem
te vernietigen met éen klauwslag. Eens
klaps vertoonde zich een mededinger. Felle
tlagen, als bij Waterloo, werden in 1870
tegen den zelfden ouden doodsvijand ge
slagen, maar 't was niet Engeland dat de
slagen toebracht, maar Duitschland. De
Leeuw stond toen op en begon toe te kijken,
Het oude instinct werd wakker. Hij hoorde
in de verte het lied: «Duitschland, Duitsch
land boven alles* tot zijn oor doordringen
en een inwendige stem deed hem antwoor
den«Nooit, zoolang ik leef!*
Toen begon de mededinger eensklaps
oorlogsschepen te bouwen en verklaarde
daarbij openlijk, dat hij zijn macht ter zee
wilde vergrooten. Maar dat was den ouden
Leeuw te kras. Van dat oogenblik was 't
nog maar een kwestie van tijd, wanneer hij
op den nieuwen mededinger zou toespringen;
want met dat idee in zijn brein en de over
tuiging van de noodzakelijkheid in 't hart,
moest hij voorzichtig zijn. Hij moest gereed
zijn voor den sprong en alleen het geschikte
oogenblik afwachten.
Men leest het zoo duidelijk in het Fransche
GeelboekDuitschland en Ocstenrijk eener-
zijds, Rusland en Frankrijk anderzijds staan
met de hand aan 't geweer tegenover elkaar.
Men leest in het boek hoe zij zich voorbe
reiden. Nu wendt Frankrijk zich tot den
ouden Leeuw. Deze, boos en voorzichtig,
zooals oude leeuwen nu eenmaal zijn, heeft
niets tegen onderhandelingen en gesprekken,
maar hij wil zich nog niet verbinden. Eens
klaps stelt Frankrijk aan Duitschland ter
zake van Marokko harde voorwaarden.
De Leeuw heeft echter niets om te bijten
en als hij nog vele jaren wacht, zal de
Engelsche belastingbetaler het wellicht moede
worden, steeds nieuwe gelden voor de vloot
toe te staan. Het oude instinct zegt hem
«Nu of nooit!* voordat de mededinger
Eindelijk besluit de Leeuw Duitschland er
van te overtuigen, dat hij niet strijden zal.
De «vredelievende Grey* gaat naar de
Franschen en zegt, dat Engeland geen ver
plichting tegenover hen heeft en Asquithen
Grey beijveren zich, de wereld te overtui
gen, dat Engeland niet verplicht is, Frank
rijk en Rusland te helpen. Zij hebben de
wereld daarvan overtuigd, het Lagerhuis
overtuigd, de Engelsche natie overtuigd en
hun eigen Kabinet daarvan overtuigd en
eindelijk gelukt.het hun, zelfs Duitschland te
overtuigen. En nog altijd is de Leeuw ge
reed tot den sprong.
Daar wordt eensklaps de aartshertog ver
moord en Oostenrijk stelt zijn eisch aan
Servië. Toen vliegt Oostenrijk op Servië aan,
Rusland op Oostenrijk, Duitschland op Frank
rijk en eindelijk springt de oude Leeuw met
luid gebrul en tandgeknars op Engelands
mededinger los en zal nu, in weerwil van
alle vredemenschen en socialisten der we
reld, niet eerder loslaten eer laatstgenoemde
vernietigd nederligt en hjjzelf weer op zijn
voetstuk van Waterloo zit.
Datmijneheeren van Engeland,is het ver
haal uit het Fransche Geelboek, dat was het
gebrul, 't welk de Engelsche kooplieden
hoorden, ofschoon zij den Duitschers nog al
tijd verzekeren wilden, dat het 't blaten van een
vreedzaam schaap was, dat door een boozen
wolf werd aangevallen.
Natuurlijk zult gij u ook niet veel bekom
meren om het geleuter over oude verbonden,
maar gij komt toch met oude, dwaze sprook
jes, juist zooals eertijds, toen gij beweerdet,
dat Napoleon kinderen opat, en gij tracht
door de verachtelijkste leugens uw vijand
slecht te maken, dien men te hoog moet
achten om hem met iets anders dan het
zwaard aan te vallen. Ik versta het gebrul
van den Leeuw. Mijn hart hoort er den
weerklank van. Ik zie wel de noodzakelijk
heid in, dat een leeuw handelt als een leeuw
en dat de laatste strijd van den Leeuw zijn
beste moet zijn, want ik weet, dat ook de
dagen van een Leeuw voorbij kunnen zijn
en dat ook de dapperste leeuw eenmaal kan
worden geschoten.
Door kakelen van banggemaakte hoenders
laat ik mij echter niet van de wijs brengen.
te sterk wordt. Maar de Leeuw kan den
ijand niet zonder reden aanvallen en Duitsch-
jund is nu eenmaal niet geneigd tot een oorlog.
Mr. A. van Gijn geeft in de «Nieuwe
Crt*. een zeer behartenswaardigen raad aan
de toekomstige deelhebbers in de Oorlogs-
leening en beveelt den spaarbank-besturen
aan, hun voormalige beleggers, die een aan
deeltje namen in de Staatsleening, niet los
te laten, doch, desnoods tegen een kleine
vergoeding, voor die lieden de gelegenheid
te openen, die stukken te bewaren.
Naar mr. Van GijD'sschatting zijn er
zeker tienduizenden deelnemers in de Staats
leening van minder dan f 1000 en daaronder
zeer velen, di* geen andere effecten bezitten
en die, om deel te nemen in de Oorlogs-
leening, hun tegoed bij de spaarbanken op
vroegen.
Dit is nu op zichzelf een goede zaak.
Doch er zijn bezwaren aan verbonden.
Zeer velen van deze personen zullen, als
hun de stukjes van fioo, f200 of 500 zijn
uitgereikt, moeite hebben met het bewaren.
Een zeer groot voordeel van spaarbank
inlagen is, dat men van alle zorgen daar
omtrent bevrijd is.
Voor brand en diefstal dan geen gevaar,
terwijl bij overlijden de stukken kunnen
worden afgegeven aan hen die daarop zij
het summier hun recht bewijzen.
Aan zulk een bewaring kan verbonden
worden het zilveren van de coupons en het
innen van de hoofdsom ingeval van uitloting.
De geïnde bedragen kunnen terstond weder
aan het spaarbank tegoed van den rechtheb
bende worden toegevoegd, hetgeen de kans
vergroot, dat die bedragen, evenals de renle
der spaarbank zelf, ook weer geheel of ge
deeltelijk gespaard worden. Sommige spaar
banken zijn reeds nuttig in dezen geesi
werkzaamzij kunnen echter meer propa
ganda daarvoor maken, nu er vermoedelijk
tallooze kleine effectenbezitters bij komen.
Andere Banken kunnen en moeten dezen
dienst beginnen.
De gemengde kiesvereeniging «Amers-
foort's belang* stelde in de vacature-Briët
tot candidaat in district I den heer Allert
de Lange, oud-Bestuurslid van de kiesver
eeniging «Gemeentebelang*.
In verband hiermede besloot de Vrijzinnig-
democratische kiesvereeniging, zich te ont
houden van candidaatsstelling.
Zie nog Laatste berichten.
Op de Nieuwe Algemeene begraafplaats
werd gistermiddag bijgezet het stoffelijk
hulsel van ds. F. G. Lagers H.Gzn. en dat
van zijn echtgenoote, die een dag na hem
overleed.
Aan de groeve werd gesproken door mr.
D. J. van Schaardenburg namens het Hoofd-
bestuur der Evangelische Maatschappij, waar-
van de ontslapene vele jaren deel uitmaakte;
de plaatselijke afdecling der Evangelische
Maatschappij, en door den heer W. J. Krom
namens de kiesvereeniging «Gemeentebe
lang*, van welke ds. Lagers Voorzitter was.
De oudste zoon dankte vóór de belang
stelling.
De heer W. C. Lubcrti, thans korporaal
bij de landweer, heeft een paraphrase ge
maakt op het bekende lied «Het kwezelken*.
Van werken heeft de landweerman, dien
hij bezingt, niet terug; sjouwen is ook zijn
leuze niet; van spitten, vreest hij spit in den
rug te zullen krijgen.
Het slotcouplet echter luidt:
«Zeg, landweerman, wil je vertrekken,
«Vertrekken al naar je vrouw?*
«Wel ja-ikroept de landweerman,
«Vertrekken zal ik heel gauw.
«Ik kan vertrekken, ik wil vertrekken,
«Vertrekken is er mijn leuze wel.
«Landweermannen vertrekken heel snel*.
Men schrijft ons:
Evenals zoovele vereenigingen gaat ook
«Amersfoort's Mannenkoor* gebukt onder den
druk der moeilijke tijden. Niet alleen, dat zij
een 20-tal van haar beste werkende leden
moest missen voor 's lands belangen, ook
haar financiën leden door dit feit een gevoe-
ligen teruggang. Trots dit alles is 't aan toch
het aan het Bestuur mogen gelukken
dank zij de medewerking van donateurs
en kunstlievende leden - een concert-avond
te arrangeeren, tc geven op 4 Februari, ter
wijl medewerking is toegezegd door mej.
Dora Teengs, sopraan-zangeres, te Edam
den heer Ed. M. van der Ploeg, baritonzanger,
te Amsterdam, en den heer G. van den Burg,
organist alhier.
Hoewel het afwezig zijn van zoovele leden
invloed had op den goeden gang der repeti
ties, die zelfs eenige weken moesten worden
gestaakt, kon toch een goed programma
worden samengesteld, dat niet bij de vorige
behoeft onder te doen. Aan gemobiliseerde
militairen, hier in garnizoen, werd door de
vereeniging de gelegenheid geboden, als gast
mee te zingen, waarvan door een 4-tal zan
gers werd gebruik gemaakt. Vermelden we
nog, dat het programma ook bevat een com
positie van den Directeur, den heer Hazen-
donk, met sopraan-solo en orgelbegeleiding
„Hymne aan de vrede", woorden van Gerard
Spoor, dan kunnen we aannemen, dat Donder
dag acht dageu door Amersfoort's Mannen
koor weer iets goeds wordt geboden.
We herinneren nog eens aan de Nationale
tentoonstelling van oude en nieuwe kunst,
welke, onder bescherming van H. M. de
Koningin, van 17 Februari tot 9 Maart in
„Pulchri" te 's-Gravenhage worut gehouden
ten bate van het Kon. Nationaal Steun
comité.
Secretaris van het comité voor de Provincie
Utrecht is mr. U. H. van Notten, te Utrecht.
De sjako, dieses Ungeheuer einer Kopf-
bedeckung, die een jaar of wat geleden werd
afgeschaft, doch bij de nieuwe uniform in
een nóg leelijker vorm weer werd ingevoerd,
wordt nu voorgoed vervangen door de platte
pet van gewijzigd Engelsch model.
De plaatselijke afdeeling van den Ned.
Militairen Bond houdt Vrijdag haar jaarver
gadering.
Wat kunnen toch een beetje vlaggedoek
en een weinig groen, doch met kunstzin en
smaak aangebracht, een aardige zaalversie
ring vormen, dachten we onmiddellijk toen
we Zaterdagavond de groote zaal van
«Amicitia* betraden, waarde A. H. B. S. C.
haar eersten feestavond gaf. Geen massa
planten in bakken als evenveel sta-in-den-
wegs, geen stijve vlaggen-tropeün, maar een
artistiek en werkelijk voornaam-eenvoudig
geheel.
Het eerste nummer, de H. B. S.-marsch,
gecomponeerd door een oud-leerlinge der
Hoogere Burgerschool en opgedragen aan
de feestvierende club, bracht er al dadelijk
de juiste stemming in, goed uitgevoerd als
ze werd door het eigen dilettanten-orkest
onder de bezielende leiding van den heer
G. van den Burg.
Leuk als altijd lanceerde de Voorzitter
zijn Openingsrede, waarna mejuffrouw M. I
Couwenberg een viertal liederen zong. Frisch j
en vol klonk haar mooie stem; een tintje j
weemoed hier, vol guitigheid eldersin een
oogwenk had zij het zeer talrijke publiek
veroverd. Vooral «Moedertje*, van Bernard
Zweers, vertolkte zij met fijn gevoel, onop
gesmukt en toch met zóo veel nuanceering, j
dat we het heel gaarne nóg eens hadden
gehoord. Mejuffrouw C. Schaad toonde zich
volkomen berekend voor haar dikwijls veel
vereischende taak i 's accompagnatrice.
De beide 'tableaux-vivants gaven heel veel
schoons te genieten. Groepeering, kleur, be
lichting, 't was alles zóo als men dat kan
verwachten als een artist als Van Weezei
Errens de leiding heeft. Welk een bekoring
ging er uit van Gretchen aan het spinnewiel,
nog niet bewust, dat zóo veel smart haar
deel zou worden. Hoe diep ontroerde het
mogen tot stand heel mooie ets
,V ontpopte zich a^een^rren.^ een ge.
van den heer Van Koppelpoort, door
zicht op de t oecjc doel, óok iets
hem afgestaan Vl,or h g |aalselijk Steun-
b'i S Ja, hij, die
ikjfboSn. kocht, w»a'0P
luksnummer 13- hoogst actueel en
De slot-apotheose was h g bracht
„er zinnjk beda ^c Hed, waarvan we
gS Serpen de slotwoorden:
8 Leve de A. H. B. S. C.
Voorspoed en geluk, hoezee.
w»12 echt Xlig fenced
zijn loon het geanimeerde bal,waaropzo
velen reeds weken te voren hebben gevlast-
■t Duurde natuurlijk lang. eer men scheidde
allen gingen voldaan huiswaarts, zeker met
hïtnSde directeur en de leeraren, omdat
ook het slotwoord van het programma
Een werkloos leven wordt tot zonde,
Hoe men 't ook kleur',
Ons zij de spreuk van Aldegonde:
Repos ailleurs!
hun de overtuiging schonk, dat, nevens jolijt
en gepaste scherts, hun leerlingen ook den
ernst des levens beseffen.
Er is een oogenblik sprake van geweest,
dat de hier vertoevende Belgische vluchte
lingen met die uit andere Gemeenten zouden
worden saamgebracht te Gouda.
We deelden al mee, dat zij een deputatie
zonden om hun mogelijk nieuw verblijf eens
op te nemen. Ook een minder direct-belang-
hebbende is eens poolshoogte gaan nemen.
Van een vertrek zal niet veel komen. De
mededeeling, dat zij hier konden blijven,
indien zij daaraan de voorkeur gaven, werd
gister met vreugdekreten begroet.
De nieuwe Commandant van het Leger
des Heils in Nederland, de heer Mac' Alonan,
die hier vooral vertoefde om kennis te maken
met het Jongenshuis, heeft gisteravond in
«Amicitia* een welkom-samenkomst geleid,
die vrij goed was bezocht.
De meeting had het gewone verloop.
De zang werd begeleid door het fanfare
korps van het Jongenshuis, dat zich heel
goed kweet van zijn taak.
Nog even zij herinnerd aan den V. P. N.-
cursus heden- en aan de lezing voor den
Protestantenbond, Donderdagavond.
Een booze neiging is eerst een voorbij
ganger, dan een gast, eindelijk een gebieder
en ten slotte een dwingeland.
Uit den omtrek.
De in de nieuwe kazerne geïnterneerden
van het 5e en het 6e linie-regiment, het ie,
2e en 3e jagers en de karabiniers hebben
thans ook het barakkenkamp bij Harderwijk
betrokken.
De nieuwe kazerne zal worden betrokken
door infanterie uit Delft,
Nog in den loop van deze maand komen
mede te Harderwijk do geïnterneerden die
thans te Zwolle verblijven. Die uit Kampen
en Assen gaan naar Oldebroek en Nunspeet.
In verband hiermee wordt een deel van
de hier garnizoen houdende Nederlandsche
infanterie overgeplaatst naar Oldebroek,
De officieren blijven te Zwolle.
Amsterdam had op 1 Januari 609082 in
woners.
VOETBAL.
door ds C. Stadermann, die hem in 1907 beeld der drie Schikgodinnen; Lachesis den
ais Luthersch predikant te Groningen op- levensdraad spinnend, Clotho bloemen daarin
volgde; door den heer A. J. Krieger voor windend, en Athropos hem doorknippend,
Na de vorige week tegen de geïnterneer
den te Harderwijk te hebben gespeeld voet
balde Quick verleden Zondag tegen een
elftal Belgen in het kamp bij Huis ter Heide.
Nadat een flink eind weegs afgelegd
bereikte men het speelterrein, was een on-
begroeide zandvlakte evenals dat te Harder
wijk en ontstaan door afgraving van de heide
waaruit wel blijkt hoeveel moeite er is gedaan
om een althans eenigszins bespeelbaar terrein
te verkrijgen.
hal< l'ic de scheidsrechter,
een Belgisch sergeant, beginnen heeft gefloten
stellen de beide elftallen rich op, de Belgen
allen in nieuwe geel-rwatle jersey's.
Quick heeft weer eenige i,wallers nu voor
kanvp6'" J°'Muys Van dc" Boven-
Het laat zich aanzien, dat de Belcrpn
d elljk zullen w'nnen, want onmiddelfijk