VOORJAARS BLOUSES. Mode-magazijn ROBERT LEVY, ONTVANGEN: ©♦©♦©♦©♦©♦©♦O ♦©♦©♦©♦©♦0*®*§ LANGESTRAAT 40. TELEFOON 103 VETTER Co., Bank van Huydecoper Van Dielen Vreemde inmit. Vreemde wissels. METHORST VAN LETTERVELD. Safe deposit. Blanche. Engros-verkoop voor Amersfoort en om- treken J. van VOLLENHOVEN, Afdee* ling KOLONIALE WAREN, Groote Kop pel 7 te Amersfoort. Heylisers V&rtioef, (Th. W. J. HEYLIGERS en mr. dr. H. Th. A. VERHOEF). Kassiers en C'omuiissionuairs in effecten. ZUIDSINGEL no. 43. Telefoon 337. Coupons. Incasso's. SAFE-DEPOSIT. CREDIET- VEREENIGING te Amsterdam. Correspondentschap te Amersfoort mr. II. J. M. van den BH KG II. DTLHELMINASTRAAT 5. Zij stelt zich ten doel het verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco het incasseeren van handelspapier het ontvangen van gelden 5 déposito in rekening-courant. SMAAKVOLLE MODELLEN. ELEGANTE COUPE! ©0 Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Vronwe-kerkhof. AMKHHKOORT. Bijkantoor AMERSFOORT. Langestraat 105 Telefoon No. 3SO Op aanvraag worden dagelijksche noteeringen gaarne telefonisch verstrekt. 3 Kassiers en Commissionairs in Effecten. (ConnHanditaire Venaootea H. OYENS h ZONEN te Amsterdam.) MUURHUIZEN 15 (naast de Nederl. Bank). TELEFOON 41». COUPONS. INCASSO'S. MEURSING's MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK, afdeeling BROODFABRIEK, Amersfoort. De gewichten van onze soorten brood zyn minstens volgens de door de Regeering vastgestelde prijzen, terwfjl er bovendien het 10 pCts dividend van zal worden uitgekeerd op den gewonen tjjd. Wittebrood10 en 15 cent. Moutbrood11 cent. Gezondheidsbrood10, 12, 18 en 24 cent. Munitiebrood11 cent. Bruinbrood15 en 30 cent. Kropbrood 15 en 30 Krentenkropbrood15 en 30 cent. Paascbbrood25 cent. Paaschbolletjes2»/* Melkkadatjes en Weenerbroodjes 2,/2 FEUILLETON. 34) Op dat oogenblik hoorde Paul het geritsel van een kleed achter zich en omziende, ontwaarde hij Blanche. Hem ziende, kleurde zij terwijl haar oogen hem angstig aanzagen. Haar blikken waren vol ontzetting gericht op het doekje, dat de graaf in de hand had. >Mijn zakdoek» zeide ze, trachtend zoo kalm mogelijk te blijven. »Dat meen ik óok«, lachte hij, het toch vreemd vindend, dat zij zoo ontroerde. Met een lichte buiging reikte hij haar het zakdoekje over. »De dokter heeft volslagen rust voorge schreven, zooals u weet», sprak zij «Mar guerite zal straks wakker worden. Daarom zou ik u willen verzoeken, graaf, naar de tuinkamer te gaan, waar we straks thee zul len drinken». «Altijd vol zorg», lachte de graaf getrof- doch het ontging hem, dat er een boos aardige fonkeling in de oogen van de demo nische vrouw waarneembaar was. Hij verliet de ziekekamer en ging in het park wandelen, zich een wijle verpoozend bij den vijver, waar sierlijke zwanen dreven. Nauwelijks zich alleen ziende, of met koortsachtige haast onderzocht Blanche het doekje, dat de graaf haar had gegeven. «Gelukkig!» mompelde zij. «Het zit er nog in». Haar vingers hadden een klein bobbeltje gevoeld, dat zich in een der omzoomde strookjes van het doekje bevond. Toen gin gen haar oogen onderzoekend door het ver trek, vervolgens sloop zij naar het rijk ge beeldhouwde ledikant, waar de onrustige ademhaling der zieke gravin klonk. Zij keerde na zich overtuigd te hebben dat niemand haar bespiedde, naar het kleine tafeltje aan den wand terug, waar zich eenige medicijn- fleschjes bevonden. Uit een flesch schonk zij een bruinachtig vocht ir een glas om daarin vervolgens een heel fijne korrel te werpen, welke zij uit de plooi van haar zakdoek had geduwd. Na dit gedaan te hebben, liet Blanche haar oogen weder schuw door het vertrek gaan. Toen de zieke ontwaakte, toonde de slang zich weder in al haar lieftalligheid. «Ik heb het medicijn reeds klaargemaakt lieve», sprak ze, de gravin het glas aan de lippen brengend. Deze dronk langzaam den inhoud. Haar oogen vielen telkens vermoeid dicht. «Heerlijk gerust?» vroeg Blanche. «O ja, maar ik voel mij ontzettend loom. 't Leeft er veel van, of ik mijn krachten langzaam voel afnemen». «Heb je pijn «Voordat ik ging slapen wel, doch thans voel ik niets meer, maar ik ben vreeselijk loom. O die loomheid». «Dan zal 't het best wezen, dat je nog maar blijft rusten». De gravin knikte lusteloos en zonk weder in de kussens terug. Op dat oogenblik diende een lakei den dokter aan. Hij was een oud man met ernstige oogen. Zijn smal gelaat was omlijst met een grij- zenden baard. Langzaam naderde hij het ziekbed en den pols der zieke nemend, schudde hij het hoofd, bespied door Blanche Lisely. «Ze voelt zich zoo vermoeid, dokter», zeide zij, omdat de gravin met gesloten oogen bleef liggen, zich niet om haar omgeving bekommerend. «Dat is me juist het grootste raadsel», fluis terde de geneesheer. «De toestand der gra vin is op het oogenblik minder goed dan ik verwachtte. Mevrouw wordt toch niet te veel afgeleid Zij is toch niet opgestaan «Volstrekt niet dokter; mevrouw blijft steeds te bed». «Onbegrijpelijk», zei de dokter. «Ik zal de eerste dagen nog een afwachtende hou ding aannemen, doch daarna voel ik er veel voor, met( een collega consult te houden». Blanche's gelaat betrok. »U behoeft u niet ongerust te maken», Sprak de dokter, wien dit niet ontgaan was. «Mijn arme vriendin», zuchtte de sluwe vrouw met meesterlijk gespeelde komedie. De dokter onderzocht de patiënte nog eenmaal, om eenige oogenbiikken later het kasteel te verlaten. In het park ontmoette hij Paul, die haastig op hem toe kwam «En dokter, is er vooruitgang te bespeuren?» «Ik moet u helaas teleurstellen, althans op dit oogenblik. Ik vind den toestand van de gravin niet zeer goed. 't Is mij onbegrijpelijk, dat zij zich steeds zwakker gaat gevoelen. Zij is sinds gistermorgen werkelijk minder geworden». «Vreest vroeg Paul beangst. «We moeten met alle omstandigheden, die zich kunren voordoen, rekening houden. Daarom heb ik het plan, eenige dagen af te zien en daarna te consulteeren met een collega daar mij dit ziektegeval inderdaad heel merk waardig voorkomt. De bijzonderheden, die ik bij mevrouw de gravin waarneem, ont moette ik nog bij geen mijner patiënten. En ik ben toch al jaren in de praktijk». Even later nam de dokter afscheid van Paul, die zich weer naar het kasteel begaf en dit betrad langs den bediendentrap, op dat hij spoediger in de ziekekamer zou zijn. Met het oog op den toestand van de gravin liep hij op de teenen en zoo was het hem mogelijk, ongemerkt bij de deur haar kamer te komen. Plotseling werd hij door een gedachte ver vuld, die hem deed verbleeken. Hij scheen te moeten gehoorzamen aan een innerlijken wil, die hem dreef, zachtjes het vertrek bin nen te treden. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 4