lokaal voor cursussen in handelsonderwijs.
Als voren.
117. Brief van het College van Curatoren
van het Gymnasium te Amersfoort, d.d. 6
Maart 1915. waarbij voorstellen worden ge
daan in zake de salarisregeling van de leeraren
aan het Gynasium.
Ter fine van advies gesteld in banden van
B. -Sr W.
118 Adres van het Amersfoortsche Drank-
weer-Comité. dd. 9 Maart 1915, houdende
verzoek
1aan Hare Majesteit de Koningin te
willen verzoeken, een besluit te nemen, waarbij
het maximum-aantal vergunningen in deze
Gemeente voor de eerstvolgende 5 jaar wordt
bepaald op 61
2. een verordening te willen vaststellen,
waarbij eischen worden gesteld, waaraan lo
kaliteiten moeten voldoen om voor een door
B. W. te verleened lapvergunning of een
verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen den sterkedrank, in aanmer
king te kunnen komen
3 te willen overwegen het vaststellen eener
verordening, waarbij wijken worden aange
wezen, waarin door B. W. vergunningen
niet verleend mogen worden.
Als voren.
110 Brief van B. W. dd. 25 Maart
1915, te afdeeling. no. 777, waarbij mede-
deeiing wordt gedaan van splitsing van de
ie en de 3e klasse van school B en van de
;e klasse van school C, terwijl wordt voor
gesteld, te besluiten aan school C nog een
vaste leerkracht aan te stellen.
De Voorzitter: Bij deze kennisgeving
wordt tegelijk voorgesteld, aan school C nog
een vaste leerkracht aan te stellen
Verlangt een van de heeren hierover bet
woord, of hoofdelijke stemming?
Dan is het voorstel goedgekeurd.
ISO Voordracht voor de benoeming van
een Regentes van het Burger Weeshuis, dd.
21 Maart 1915.
De Voorzitter: B. en W. stellen voor,
in de volgende vergadering tot de benoeming
uver te gaan.
Aldus besloten.
(Voor no. 121 zie begin verslag).
Hierna wordt overgegaan tot de behande-
van punt 122 der
AGENDA.
122 Benoeming van een onderwij
zeres in de Nuttige handwerken aan
de openbare Lagere school E.
De voordracht bestaat uit de dames: R.
A van den Hoven, te Amersfoort, J. W. M.
Tb Bremer, te Hoogland; en J. van Ruyven.
te Amersfoort.
De Voorzitter: Mag ik de heeren Van
Duinen en Eysink verzoeken, met mij het
stembureau te vormen
Uitgebracht worden 18 stemmen, waarvan
16 op mejuffrouw R. A. van den Hoven,
1 op mejuffrouw Bemer en 1 van onwaarde
Uitgebracht op mejuffrouw Van Hoof).
De Voorzitter Aldus is benoemd mejuf
frouw R A van den Hoven, te Amersfoort
123. Benoeming van een ouderwijzer
aan de openbare I.agere school B.
De voordracht bestaat uit de heerenF. E-
Ritsma. te Wormerveer; R. Fabriek, te Hil
versum; en D. Talsma. te Zwolle.
De Voorzitter: Thans gaat de bus rond
voor de benoeming van een onderwijzer aan
de openbare I-agere school B.
De heer Hofland: Mijnheer de Voorzitter,
ik zou willen vragen of de betrokken Wet
houder even kan mededeelen waarom, in af
wijking van het advies van den Districts
schoolopziener en het Hoofd der school, om
nummer twee op de plaats van nummer éen
te zetten, B. W. tot het tegenovergestelde
besloten hebben.
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, de
Wethouder zal zeker gaarne namens B. W.
die raededeeling doen, maar daartoe wensch
ik over te gaan in besloten vergadering.
De openbare zitting wordt te 8.17 geschorst.
De deuren worden om 8.30 heropend.
De Voorzitter: De voordracht bestaat
dus uit de heeren F. E. Ritsma. te Wormer
veer ;R. Fabriek, te Hilversum; en D. Tals
ma, te Zwolle.
Uitgebracht worden 19 stemmen, alle op
den heer Ritsma.
De Voorzitter: De heer F. E. Ritsma,
te Wormerveer, is met algemeene stemmen
benoemd.
124 Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot benoeming van een
lid der Commissie van Toezicht op
het Middelbaar onderwijs.
Het voorstel luidt:
De beer H. de Jong Jr. heeft verzocht hem.
wegens vertrek uit deze Gemeente, met in
gang van 1 April e.k. ontslag te verleunen
als lid der Commissie van Toezicht op het
Middelbaar onderwijs.
Wij hebben de eer U voor te stellen het
gevraagde ontslag met ingang van genoem
den datum eervol te verleenen en bevelen U
ter voorziening in de daardoor ontstaande
vacature aan de heeren
1 J. Visser. Directeur van het Rijks-op
voedingsgesticht
2 P. Kemper. Inspecteur der I iollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij.
De Voorzitter: Het voorstel van B.
W. is tweeledig, ten eerste om den heer De
Jong Jr. het door hem wegens vertrek uit
deze Gemeente gevraagde ontslag eervol te
verleenen als lid der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar onderwijs.
Verlangt een van de heeren hierover het
woord, of hoofdelijke stemming Zoo niet. dan
is dit goedgekeurd
Ten tweede worden door B. «Sr W. voor de
in zijn plaats te benoemen plaatsvervanger
aanbevolen de heeren
1. J. Visser. Directeur Van het Rijksop
voedingsgesticht
2. P. Kemper. Inspecteur der Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij.
Van de 19 uitgebrachte stemmen verkrijgt
de heer J Visser er 13 en de heer Kemper 4.
De Voorzitter. De heer Visser is dus
benoemd.
Mag ik de heeren Van Duinen en Eysink
danken voor de genomen moeite.
120 Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om een crediet beschik
baar te stellen voor eene Commissie,
belast met het instellen van een on
derzoek omtrent de te nemen maat
regelen voor het duurzaam voorzien
in de buisvesting van verschillende
inrichtingen van onderwijs.
Het voorstel luidt
De noodzakelijkheid doet zich gevoelen,
dat maatregelen worden getroffen, die de
strekking hebben, duurzaam te voorzien in
de huisvesting van verschillende inrichtingen
van onderwijs, als Gymnasium. Hoogere
Burgerschool. Handelsschool en een of meer
scholen voor Lager onderwijs.
Naar de mecning van ons college zal dit
vraagstuk het best worden opgélost. indien
zulks wordt voorbereid door een commissie,
waarin alle betrokken takken van onderwijs
zijn vertegenwoordigd-
Wij hebben de eer U mede te deelen. dat
zoodanige commissie door 011s is samengesteld
naar wij verwachten, zal deze spoedig met
haar arbeid kunnen aanvangen.
Waarschijnlijk zal het noodig zijn. dat deze
commissie de beschikking heeft over eeuige
gelden, ten einde, zoonoodig. elders een onder
zoek te kunnen instellen en voorbereidenden
arbeid te kunnen verrichten.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen,
ons voor dat doel een crediet te verleenen
van f500 en daarvoor bijgaande wijziging
der Begrooting vast te stellen.
De heer Hofland: Mijnheer de Voorzit
ter, ik zou graag weten uit welke personen die
commissie, welke inmiddels is aangewezen
door B. W. bestaat.
Ik lees in de stukken daar niets over.
Nu kan er misschien bezwaar wezen, die
personen te noemen, maar ik zie die bezwaren
niet en zou dus graag willen weten, wie het
zijn. En bovendien zou ik willen vragen
aan B. W. of, wanneer er sprake van is.
dat er een commissie moet zijn, of wanneer
de zaak moet worden voorbereid, of dan de
menschen zelf. waarover wij kunnen beschik
ken. kunnen worden aangewezen. In elk ge
val zal in die commissie moeten zitting heb
ben een technicus en dan hebben wij toch
onzen Gemeente-architect en andere menschen.
Nu kan het zijn. dat er kwesties zijn, die ik
niet ken maar ik ben gekozen als lid van den
Raad en wensch dus daarmee op de hoogte
te komen. Dus vraag ik. wie zijn die men
schen? Verder zou ik willen vragen is die
wensch naar een commissie uitgegaan van
den Raad en kunnen onze menschen daar
voor niet aangewezen worden?
Het betreft een som van f 500. Nu heb ik
daar niets op tegen, maar ik meen. dat wan
neer wij gelden voteeren. wij ook moeten
weten..waar wij aan toe zijn.
De Voorzitter: Ik kan U zeggen, dat
de instelling van die commissie is uitgegaan
van B W.. waarvoor b. i. alle aanleiding
was. Immers de toevloed van leerlingen voor
de verschillende inrichtingen van onderwijs te
Amersfoort is beel groot. Hierdoor zijn wij
genoodzaakt, voor een behoorlijke huisvesting
van die inrichtingen zorg te dragen. De ver
schillende inrichtingen voor het I-ager onder
wijs. het Gymnasium en de Hoogde Burger
school zijn absoluut onvoldoende. 1 van een
mogelijke overneming door het Rijk van dj
Hoogere Burgerschool zal door de tijdsom
standigheden wel niets komen Een en ander
heeft ons de noodzakelijkheid ervan doen
inzien om het advies te vrager, aan de com
mission van toulcht en de Directeuren van
die scholen
Voor het Gymnasium hebben de uitnoodi-
den juistcn toestand van het oogenblik, óok
met betrekking tot de bakkers, die van elders
in de Gemeente hun waar te koop aanbieden.
gelet op art. 66 der Gemeentewet,
besluit
aan de commissie wier taak het is. veror
deningen te ontwerpen tegen wier overtreding
straf is bedreigd, op te dragen, ten spoedigste
zoodanige verordeningen te ontwerpen
en verzoekt aan B. W. dit ontwerp, ver
gezeld van hun advies, ter beslissing en goed
keuring aan den Raad over te leggen.
M. de V.. ik heb in het rapport verschil
lende namen van menschen ontmoet uit onze
Gemeente, maar vergis ik mij, dan geef
ik mij dadelijk gewonnen ik geloof, dat
daar geen enkele naam van buiten de stad
in voorkomt en toch is het een feit. M. de V
dat hier in onze Gemeente zeer veel brood
van buitenaf wordt ingevoerd. Zou het dus
niet goed zijn, er den nadruk op te leggen,
zooals ik reeds -in mijn voorstel gedaan heb.
zich te informeeren omtrent den toestand van
het oogenblik, óok wat betreft de bakkers,
die van buiten de Gemeente hun waren te
koop aanbieden?
De Voorzitter Mijnheer Hofland ik kan
U heel kort antwoorden. Bij de uitvoering
van de Wet van 3 Augustus 1914 is mij ge
bleken. dat juist een verordening als waarover
U heeft gesproken zeer wenschelijk is. Wij
hebben herhaaldelijk geconfereerd met den
Directeur van den Keuringsdienst en zijn al
tot de conclusie gekomen, dat het bepaald
noodzakelijk is, dat zoo'n verordening tot stand
komt. Een voorstel daartoe is door B. W.
nog niet ingediend, maar het voornemen is
juist om er de eerste de beste vergadering
mee te komen. En een der motieven die ons
hiertoe hebben geleid, is juist om de bakkers
die van buiten komen onder onze controle te
kunnen krijgen. Dus kan ik U namens B. W
meed celen, dat wij ook zonder de toestem
ming van deze vergadering gaarne uw voor
stel zullen aanvaarden.
Thans wenscht U zeker het woord over
dat andere punt?
De heer Hofland Geeft u maar liever
eerst het woord aan den heer Gerritsen, die
er om vraagt.
I)e heer Gerritsen: M. de V.. door B-
W. is eenigen tijd geleden een circulaire
verzonden aan de inwonefs om naar verhou
ding van hun inkomen bij te dragen voor
het steun-comité. Naar aanleiding daarvan,
M. de V., zou ik gaarne van B. «V W wil
len booren. welke resultaten dat heeft opge
bracht en of zich moeilijkbeden bij deze
kwestie hebben voorgedaan.
De Voorzitter De heer Gerritsen stelt
dus de vraag aan B. «V W welke resultaten
die circulaire heeft afgeworpen, welke wij
in begin Maart hebben verzondenaan de burgerij
en of zich daarbij moeilijkheden hebben voor
gedaan.
Op de eerste vraag zou ik willen ant
woorden, dat het een zaak is van vertrou we-
lijken aard en op de tweede vraag, of zich
moeilijkheden hebben voorgedaan, kan ik II
antwoorden, dat de moeilijkheden vrij gering
zijn geweest
Het standpunt van B. «V Wdat U zal
interesseeren. is het volgende geweest.
Toen de crisis uitbrak, is Amersfoort een
van de eerste Gemeenten geweest, waar zich.
<>p het loffelijke voorbeeld van H. M de
Koningin, een steun-comité heeft gevormd.
Ieder heeft toen begrepen, dit er veel geld
noodig was en er is toen veel, zeer veel ge
geven tot ondersteuning van de gezinnen die
in verband met de mobilisatie waren getrof
fen. Het steun-comité heeft toen allereerst
een collecte gehouden en daar is «vu mooie
som door opgebrachtmaar gelukkig heeft
een van de heeren van het comité. «Ie heer
De Pool. de goede gedachte gehad, dat het
comité wekolijksehe bijdragen noodig had.
Daartoe heeft het comité zich tot «ie bur
gerij gewend en eerst zijn die vaste bijdragen
voldoende geweestmaar toen de winter
naderde, nam de werkloosheid steeds toe,
terwijl de levensmiddelen voortdurend in prijs
stegen. Daardoor had het steun-comité be
hoefte aan meer inkomsten en is toen in
overleg getreden met B. W. over de ma
nier waarop het aan meer geld zou kunnen
komen. B. W. waren daar vóór in
November meen ik ook reeds gewezen op
deze kwestie. Van hooggeschatte zijde werd
B. AL' W. gevraagd waarom wordt vanwege
uw College niet een subsidie in uitzicht ge
steld, zooals ook reeds in twee steden in het
Noorden van ons land is geschied, n.l. te
Groningen en in nog een andere plaats in
het Noorden.
Op die wijze is men er zeker van. dat
ieder naar vermogen zal bijdragen Inderdaad,
dit verzoek van dezen heer is nauwlettend
overwogen, te meer. omdat het kwam van
een persoon, wiens gevoelen wij zeer waar-
deeren. Het had n.l. de aandacht getrokken
van verschillende personen, dat in deze Ge
meente veel gegeven wordtmaar velen geven
meer dan andere personen, van wie men juist
ruime bijdragen zou kunnen verwachten op
grond van hun inkomen. En nu zou het niet
onmogelijk zijn, dat op den duur dn personen,
die naar hun vermogen zeer, zeer ruim hebben
bijgedragen, daarmee zouden ophouden. B.
W hebben zeer veel voor dat standpunt
gevoeld, maar de vraag is, of het nu nog
wenschelijk is, daartoe over te gaan. Dit is
zeker een standpunt van recht, dat ieder bij
draagt naar vermogen. Maar op die manier
zouden personen, die vrijwillig reeds zeer veel
hebben bijgedragen, nóg eens gedwongen
worden, bij te dragen. L' voelt wel. daarin
is iets, dat schokt B. W. dachten dus. dat
moeten wij niet doen. Hoe moet het dan wel
gebeuren? Een eenvoudig verzoek te richten
tot de burgerij, zonder meer? Wij dachten,
dat is óok niet de gewenschte wegen
waarom
Hier wordt een bijdrage gevraagd, vrijwil
lig. Maar toch wij leven in zulke bijzondere
omstandigheden, «lat wij mogen verwachten,
dat iedereen onder den indruk van de eerste
dagen van Augustus zich genoopt zou ge
voelen. zooveel mogelijk naar vermogen bij
te dragen. En daarbij overwogen wij ook het
volgende, dat is ditEr zijn vele personen
hier In de Gemeente, die wel zouden willen
geven en ruim zouden willen geven, als ze
maar de overtuiging hadden, dat hun buur
man. die evengoed kan geven, niet minder
gaf. Kr zijn gevallen hekend geworden in de
stad. die ontmoedigend werken op anderen,
die nu gaan zeggenals die of die het niet
doet, eindig ik «Sok met mijn hijdrage te
storten Daarom vonden B. W. 't het beste,
dat de circulaire, die gericht werd aan de
burgerij, uitging van de idee ongeveer zoo
veel is er noodig. zooveel is de hoofdelijke
omslag, de benr>odigde som zou dus kunnen
worden gev«»nden, wanneer ieder een bepaald
gedeelte van de Inkomstenbelasting bijdroeg
B. Ai: W. zijn toen in overleg getreden met
het steun comité.
Maar het steun-comité zelve vond het beter,
om «1e circulaire niet van zich te laten uit
gaan. omdat het meende, dat deze zaak. door
het noemen van de bedragen waarvoor men
in «Ie Inkomsten-belasting is aangeslagen, eer.
vertrouwelijk karakter had. De heeren weten,
dat dit formeel niet juist is. omdat de kohieren
openbaar ter visie liggen. B. W. hebben
toen gedachthet geeft niet wie het doet, en
hebben gezegd, goed, wij zullen de circulaire
aan de burgerij van ons laten uitgaan. Nu is
het misschien goed. dat ik die rirculaire even
voorlees, dan kan zij ook in de handelingen
worden opgenomen. Zij luidt dan
«Naar wij van het steun-comité vernemen,
heeft dit sedert 1 Augustus tot 31 December
aan bijdragen van de burgerij ontvangen de
somma van f 22 560.86 en daartegenover
Uitgegeven de somma van f 20 013.991/2- Er
moge dus wel nog eer. kapitaaltje aanwezig
zijn en een zekere hoeveelheid levensmiddelen,
maar ten onrechte kan men uit deze cijfers
een te gunstigen indruk krijgen. Aan gere
gelde ontvangsten int het comité thans
ongeveer f680 per week. waartegenover aan
vaste uitgaven staat omstreeks f 1050.
«Het is derhalve zeer wenschelijk. datdez.e
vaste bijdragen worden verhoogd en ons
dunkt, dit kan ook zonder moeite geschieden
«Als men ons vraagthoeveel moet ik
per week bijdragen dan is dit ons antwoord
«Men mag, lettende op den waarschijnlijk
langen crisistijd, rekenen noodig te hebben
in het geheel f 45 000. Als men nu weet.
dat. gerekend werd op een opbrengst van
de Inkomstenbelasting over 1914 van f135000,
dan ziet men, dat ieder zou moeten opbrengen
een derde gedeelte van zijn aanslag in de
Inkomstenbelasting.
«Hebt gij dit reeds gegeven aan het steun
comité Zoo neen. streef er dan haar, liefst door
een gift ineens, anders door wekelijksche
bijdrage in bijv. 15 termijnen.
«Doet gij het niet. dan laat gij uwen
medeburger ook uw deel betalen en dit zult
gij niet willen, nu gij het liovenstaande gelezen
hebt.
«Uw aanslag in de Inkomstenbelasting
bedraagt (enz).
«Een derde daarvan is (enz).
«Tot nu toe is op uw naam bijgedragen
voor (enz)«.
Wij gingen derhalve uit van het standpunt,
dat het niet zuiver was, thans nog tot een
bijdrage naar de Inkomstenbelasting te ver
plichten. want dit zou feitelijk onrecht ten
gevolge hebben.
En daarom hebben wij gezegd, wij vertrou
wen hier op de burgerij. De burgerij weet
waarschijnlijk niet wat cr noodig is. maar
eenmaal wakker geschud door de cijfers, za!
iedereen in zich voelen opkomen de iiefde,
de barmhartigheid en de saamboorigheid van
de eerste dagen van Augustus. Wij hebben
dus ons vertrouwen gesteld in de burgerij
En ook heeft deze handelwijze dit voor.
dat personcr. die door de crisis achteruitge
gaan zijn, in de gelegenheid worden gesteld,
natuurlijk volgens eigen eer en geweten zich
daarbuiten te houden Wij lieten dit gaarne
over aan het goede geweten der burgerij
Anders was er een Masting gekomen er.
dan zou het niet onmogelijk geweest zijn. dat
personen werden getroffen, die werkelijk niet
betalen konden. Ziet U. mijnheer Gerritsen,
dit is de grondslag geweest van de door ons
verzonden circulaire.
En waar die nu nog niet geheel en al is
geslaagd, willen wij hopen, dat na de uiteen
zetting,.die uit mijn mond is gegeven, bet
steun-comité nog vele circulaires zal terug
krijgen Maar ik kan u wel zeggen, dat
vele antwoorden ons uiterst gunstig hébben
gestemd en onze indruk als gehrel is. dat