No.
64e Jaargang.
komen met een voorstel tot bestrating van
den Parellelwegc.
De Voorzitter: Vindt de Raad het
goed, dit voorstel te beschouwen als nu aan
de orde van den dag? En mag ik dan vragen
•of het wordt ondersteund?
Het voorstel wordt ondersteund door de
'heeren Hofland en Van Duinen.
De heer Van Achterbergh: M. de V.,
als ik even het woord vraag over deze quaestie
dan is het naar aanleiding hiervan, dat wij als
Commissie van Fabricage hebben gemeend
B. W. te moeten adviseeren op het oogen-
blik niet in te gaan op de verbetering van
dien weg, op grond, dat die weg verhard is
en nu is het alleszins billijk, dat deze men-
scheti wachten, omdat er vele wegen zijn, die
in een beslist desolaten toestand verkeeren en
dan ook den voorrang moeten hebben boven
den Parallelweg. Onze Commissie heeft B.& W.
ook niet geadviseerd, geheel afwijzend te be
schikken, maar zooals er ook staat, andere
wegen eerst -vóór te laten gaan, en dus
zal in de toekomst de Parellelweg ook zeer
zeker aan de orde komen.
Wat het tweede gedeelte betreft, dat de
heer Leinweber gezegd heeft, over den
Utrechtscheweg, daarmee ben ik het lang
niet eens. Ik behoef het mij niet aan te trek
ken, al ben ik een autoriteit, evenals de heer
Leinweber (Gelach).
Hij woont echter niet aan den Utrechtsche
weg en ik ook niet. Maar de Utrechtscheweg
is verbeterd op grond, dat daar gevaar is
met het oog op het verkeer. Wanneer men
dikwijls den Utrechtscheweg daar passeert,
zooals ik den laatsten tijd, dan staat men
verbaasd, dat daar niet veel ongelukken ge
beurd zijn. Die weg is niet vóór den tijd,
maar veel te laat bestraat geworden. Er zijn
gelukkig geen ongelukken gebeurd, maar dat
had anders kunnen zijn.
De Wethouder Van Esveld: Gedeel
telijk heeft mijnheer Van Achterbergh al
gezegd de gronden waarop B. W. tot hun
afwijzend advies zijn overgegaan. De Paral
lelweg behoort ook tot de wegen, die inder
tijd genoemd zijn om voor verbetering in
aanmerking ts komen, maar het spreekt wel
vanzelf, dat wij niet alle wegen tegelijk
kunnen onderhanden nemen.
Op het oogenblik zijn nu onderhanden de
Bisschopsweg, Achterluiaard, Veldstraat en
Kroontjemolen. Dat zijn straten waarbij vóór
jaren al gewézen is op den onhoudbaren toe
stand. Dus wanneer wij nu met deze wegen
begonnen zijn, dan moest de Parallelweg
daarvoor een wijle onderdoen en om dien nu
te gaan vergelijken met den verkeersweg over
den Berg, dat vind ik toch wel een beetje
heel dwaas
De Voorzitter: Mijnheer Van Esveld,
zoudt U zich een beetje in acht willen nemen
tegenover een mede-Raadslid
De Wethouder Van Esveld: Nu, dan zal
ik zeggentoch minstens ongerijmd.
De heer Leinweber klaagt er over, dat er
steenen gegooid worden in het Rosarium.
Dan zal er beter toezicht gehouden moeten
worden. Maar ik vind, dat de bewoners van
den Parallelweg, die daar dat prachtige Ro
sarium voor hun deur hebben gekregen, een
heel goed werk zouden kunnen doen met te
zorgen, dat de boel daar niet wordt vernield.
Maar zeker is het, op dit oogenblik kon
•deze weg niet in behandeling komen.
De heer Leinweber: M. de V., ik heb
van den heer Van Achterbergh gehoord, dat
de bestrating van den Parallelweg ook in be
handeling is geweest bij de Commissie van
Fabricage. Maar in de stukken, die ter visie
hebben gelegen, heb ik dat advies niet gezien
en daarover kan ik dus niet oordeelen. In
het afwijzend prm-advies van B. W. staat,
dat meerdere wegen in aanmerking komen,
waaronder ook de Parallelweg; toen had ik
wel eenige hoop. Maar in het volgende zinnetje
staat, dat de toestand zóo is, dat andere we
gen moeten voorgaan. Verder staat er ook
nog, dat het misschien niet vaststaat, dat de
eigenaren van de huizen in de kosten willen
bijdragen. Dat zijn twee argumenten, die de
bestrating van den Parallelweg op de lange
baan zullen schuiven.
Nu heeft de heer Van Esveld opgemerkt,
.dat de bewoners van den Parallelweg moeten
zorgen, dat het Rosarium niet wordt vernield.
Maar dat is natuurlijk niet de taak van
die bewoners, maar ik vermoed, dat als de
Parallelweg netjes bestraat was, dat de bewo
ners er wat op zouden letten. Op het oogen
blik is het juist de Gemeente, die het daar
vol steenen laat liggen. Misschien hebben de
bewoners wat meer kans, dat, als er veel stee
nen in het Rosarium terecht komen, de be
strating er eerder komt.
De heer Gerritsen: Schei uitWat een
raad aan die menschen
De heer Leinweber De Raad heeft
blijk gegeven, meerdere malen de noodzake
lijkheid te hebben ingezien om de verbetering
van een weg ter hand te nemen en ik hoop,
dat dit ook thans het geval zal zijn.
De Voorzitter: Ik geloof toch niet van
deze tafel die uitlating van den heer Lein
weber zonder meer te mogen laten passeeren
en ik meen er even op te moeten reageeren.
Ik hoop niet, en ik verwacht het trouwens
óok niet, dat een bewoner van den Parallel
weg zal trachten, door zoogenaamde sabotage
invloed te oefenen op het Gemeentebestuur.
Ik ben integendeel zoo optimistisch, dat ik
vertrouw, dat de invloed van de roos zóo
groot zal zijn, dat de bewoners het steenen
gooien waarover ik nog geen klachten heb
gehad, laat ik dit er even bij zeggen zullen
tegengaan.
De heer Leinweber: Ik bedoel natuur
lijk niet, M. de V., dat weldenkende menschen
dat zouden doen, maar kinderen. Als die stee
nen er niet liggen, kan het niet gebeuren.
De Voorzitter: Mijnheer Leinweber,
het is ons aangenaam dit te mogen hooren.
Dan komt thans in de eerste plaats in stem
ming het voorstel-Leiuweber.
Het voorstel wordt verworpen met 4 stem
men vóór en to stemmen tegen. Vóór stem
den de heeren: Van Duinen, Hofland, Koning
en Leinweber.
De Voorzitter: Dan is nu aan de orde
het prm-advies van B. en W.
Vraagt een van de heeren nog daarover
het woord, of hoofdelijke stemming Zoo niet,
dan is het aangenomen.
259. Voorstel van B. W. om over
te gaan tot sloopeu van de z.g. hof
stede >Vleutbergen«, aan de Barch-
man Wuij tierslaan.
Het voorstel luidt:
Naar ons is gebleken, verkeert de z.g. hof
stede »Vleutbergen« aan de Barchman Wuij-
tierslaan, eigendom der Gemeente, in dus-
danigen staat, dat ze niet meer bewoonbaar
is en slechts met zeer hooge kosten verbete
ringen zijn aan te brengen om haar weer
bewoonbaar te maken.
Daar dit huis door de Gemeente voor geen
enkel doel gebruikt kan worden, hebben wij
de eer, U voor te stellen ons te machtigen,
deze woning te doen sloopen en de afkomende
steenpuin te gebruiken voor verharding der
nieuw aan te leggen wegen.
Door aldus te handelen, zal, hetgeen waarde
heeft, komen ten goede van het Grondbedrijf,
wat regelmatig is, oijidat het af te breken
perceel behoort tot de eigendommen van dat
bedrijf.
De Voorzitter: Vraagt een van de heeren
hierover het woord, of hoofdelijke stemming?
Dan is het voorstel aangenomen.
260. Voorstel van B. W. tot wijzi
ging van het profiel van de aan te
leggen Vondellaan.
Bij Raadsbesluit van 27 October 1914 werd
vastgesteld het profiel van de aan te leggen
Vondellaan.
Bij nadere overweging evenwel, en in 't
bijzonder lettende op het voor de rijwegen
gebruikte verhardingsmateriaal blijkt het ge
projecteerde rijwielpad overbodig, terwijl de
daarvoor bestemde oppervlakte beter kan wor
den gebruikt voor den aanleg van plantsoen,
hetgeen den weg meer zal verfraaien.
Met het oog hierop stellen B. W. voor,
te besluiten het ontworpen rijwielpad te laten
vervallen en hen te machtigen, op de vrij
komende plaats eenig laag plantsoen te doen
aanbrengen.
De kosten van aanleg van plantsoen zijn
gelijk aan de kosten voor verharding als
rijwielpad.
Als voren.
261. .Voorstel van B. W. om aan
J. van Keulen, aannemer van de ver
betering van den Utrechtscheweg.
een rentevergoeding te betalen
voor het te laat ontvangen van hem
toekomende gelden als gevolg van
omstandigheden buiten zijn schuld.
Het pr.e-advies van B. en VV. luidt:
Naar aanleiding van een tot ons gericht
verzoek van J. van Keulen, aannemer alhier,
om een schadevergoeding van f 191berekend
als rente a 5 pCt. over een hem verschuldigd
doch vier maanden te laat uitbetaald bedrag
van f 11 546.50, hebben wij de eer U het
volgende mede te öeelen.
De heer Van Keulen heeft in 1914 aan
genomen de verbetering en verbreeding van
een gedeelte Utrechtscheweg voor de som
van f15900. Het werk moest gereed zijn op
1 Juli 1914. doch werd buiten de schuld van
den aannemer n.l. door het leggen van
kabe's en later ten gevolge van de mobilisatie
eer'st op 1 October 1914 ten einde ge
bracht, terwijl de bijwerken pas op 15 Decem
ber 1914 af waren.
Van de door den aannemer einde December
1914 ingediende nota, loopende over het op
1 October 1914 nog verschuldigde gedeelte
der aannemingssom ad f7950 en het ver
schuldigde wegens de bijwerken ad f 3596.50,
werd de uitbetaling vertraagd tot 12 Eebruari
1915 voor het eerste, tot 20 Februari 1915
voor het laatste bedrag.
Deze vertragiug vond haar oorzaak hierin,
dat de nota bij de indiening bleek niet in
'irma A. H van Cloeff*'
I
*el-
iten
BUREAU:
KORTEGR£CHT 9.
Postbus 9. Telefoot
perceel alhier gelegen aan den Leusderweg,
kadastraal bekend Gemeente Amersfoort
Sectie B, No. 499,
Overwegende, dat de beslissing op dit ver
zoek niet kan genomen worden binnen den
in het eerste lid van art. 8 der Hinderwet
bepaalden tijd, op grond, dat het ingestelde
onderzoek nog niet is beëindigd,
Besluiten
de beslissing op het vermeld verzoek te
verdagen.
De Algomecne
Borg-Maatscliappij voor «Ion
Middenstand.
I11 een zeer slecht bezochte vergadering
er waren tien belangstellenden, namelijk vier
Bestuurders van «Handel en Nijverheid», de
Directeur der Middenstands-credietbank en
vijf middenstanders Dinsdagavond toen er,
nog ongerekend den Roomsch-Katholieken
aan uen eigenaar een Dewijs, ceel, worui ai-
gegeven, dat beleend kan worden.
Maar de goederen moeten zijn óf in de
macht van de B- nk, die het voorschot geeft,
óf in de macht van derden (hierboven het
veem).
Voor middenstanders is dus het in pand
geven van roerende goederen zeer moeilijk
die roerende goederen zullen toch een deel
van den winkelvoorraad uitmaken, en door
het in pand geven, zal een deel van dien
voorraad niet verkocht kunnen worden.
Toch heeft het niet aan pogingen ontbro.
ken om zoo'n veem in 't klein op te richten
Te Utrecht werd een klein pakhuis ge
huurd het duurde niet lang, of er werden
allerlei roerende goederen gebracht, zoodat
zelfs overgegaan moest worden tot het huren
van een grooter pakhuismaar de kosten
van administratie, taxatie en pakhuishuur
werden zóo hoog, dat de kosten voor het ver-
krijgen van crediet te aanzienlijk werden,
zoodat het veem langzamerhand weer ver
dween.
In Frankrijk bestaat een wet, waarbij de
mogelijkheid geopend is om op goederen,
die nog onder den pandgever zijn, voorschot
te verleenen. Maar het advies omtrent de
werking dier wet lnidt zeer ongunstig. Het
leveranciers-crediet verdweenwat niet te
verwonderen was. Als er toch voorschot op
de ro'erende goederen gevraagd wordt, zullen
alle waarden, die daarvoor vatbaar zijn, reeds
met een preferente schuld bezwaard zijn
komt daarbij dan nog voorschot op den win
kelvoorraad, welke waarborg blijft er dan
nog over voor de concurrente crediteuren?
Immers geen enkele.
Na op deze wijre ongeveer de voorkomende
zekerheidsstelling besproken te hebben, en
de onmogelijkheid van die zekerheidsstelling
voor den middenstand betoogd te hebben,
moest er toch een middel gevonden wörden
om den middenstand te helpen en dat middel
is gevonden in de oprichting van de Alge-
meene Borg-Maatschappij voor den midden
stand. Het doel dier Maatschappij is, zich
borg te stellen voor credietwaardige midden
standers.
De hoofdzetel dier Maatschappij zal hoogst
waarschijnlijk gevestigd worden te Utrecht.
Zij stelt zich op een zuiver commercieel,
en niet op een philantropisch standpunt.
Spreker wil daarmede aangeven, dat voor
het reeds borgstellen der Maatschappij een
premie betaald moet worden om zich tegen
eventueele verliezen te kunnen dekken. Z. i.
is het beneden den middenstand, philan-
tropisch geholpen te worden.
Evenals verzekering-maatschappijen tegen
brand, ongelukken, enz., eigenlijk bang zijn,
om bij voorkomenden brar.d, ongelukken, enz.
de schade uit te betalen, evenzoo is de
Borgmaatschappij bang voor insolventie van
de debiteuren der Bink; d. w. z. komt een
credietnemer zijn verplichtingen niet na en
heeft de Borgmaatschappij reeds borg gesteld
voor dien credietnemer, dan zal die Maat
schappij de schade betalen.
Maar die verzekeringmaatschappijen heffen
een zekere premie voor de risico's die zij loo-
pen; deze premies zijn gebouwd op statistie
ken, die reeds geruimen tijd worden opge
maakt, zoodat voor het bepalen dier premies
de noodige gegevens aanwezig zijn.
Op de zelfde wijze denkt de Borgmaat
schappij zich voor hare risico's te dekken,
waarbij premies betaald moeten worden,
waarvoor nog geen of zeer onvolledige
statistieken bestaan, zoodat nog niet met ze
kerheid meegedeeld kan worden, hoeveel
percent die premie zal zijn. Wel is door spre
ker zeker percent genoemd, maar dit is niet
vaststaandhet kan minder of meer zijn.
Van die premies zal dan een fonds ge
vormd worden, waaruit dan de te lijden
schade zal worden betaald.
Bij het pogen om tot een goede statistiek
te komen waarin de verhouding der cre-
dieten tot de opvordering der borgen goed tot
zijn recht zou komen, werd op tegenwerking
van enkele grootbanken gestuitcrediet- en
borgregisters, zooals elders bestaan, zijn in
ons land niet aangelegd.
Ook is overwogen de aanvragersin klassen
in te deelen naar gelang van het risico, dat
de Bank loopt, b.v. voor iemand die een
2e hypotheek op zijn huis sluit en een aan
vullende borgstelling noodig heeft, is het
risico niet zoo groot en zou een kleiner per
centage in tekening worden gebracht. De Borg
Mij. is een N. V. gecombineerd met onder
linge waarborg, d.w.z. de Statuten der N.V.
bepalen, dat wanneer eenmaal de premie is