Eenerzijds wordt meer en meer dc nood
zakelijkheid beseft van een goed werkende,
deugdelijke controleanderzijds is men er
van doordrongen geworden, dat de wijze van
beheer der publiekrechtelijke corporaties zich
meer heeft aan te passen aan de methode,
waarop particuliere scheppingen veelal zijn
ingericht en worden beheerd.
Als een teeken dezer nieuwe richting mag
worden gewezen op het tot stand komen, in
ti;12, van de «Bedrijvenwet» en de in 1909
tot stand gekomen herziening van de Ge
meentewet.
lïeide wetten hebben het gemeenschappelijk
doel, het mogelijk te maken voor de publiek
rechtelijke corporaties, Staat en Gemeente,
een boekhouding te voeren, afwijkende van
die, welke tot vóór dien regel was.
Ons College is de meening toegedaan, dat
de omvang der gemeentelijke bemoeiingen en
de beteekenis der aanwezige takken van dienst
het noodig maken, dat ook hier wijziging
wordt gebracht in de tot heden gevolgde
manier van administreeren en boekhouden.
En het heeft voor die meening de volgende
gronden aan te voeren.
1 Iet geheel is van zoodanigen omvang, dat
het ons College niet meer mogelijk is, per
soonlijk alles te controleeren en na te gaan.
Wel weet het de leiding te behouden
natuurlijk maar alleen met bijstand van de
verschillende hoofden van takken van dienst.
De werkzaamheden dezer hoofden zijn ook
al reeds zóo veelvuldig, dat hun tijd te kost
baar moet worden geacht om te worden ge
bezigd voor werkzaamheden, die de hunne
niet zijn. Deze verschillende takken van dienst
zijn daarbij weer van zoodanigen omvang ge
worden, dat zij een op zich zelf staand geheel
zijn gaan vormen en veelal zich los voelen
van de gemeentelijke administratie. Daardoor
worden de financiën bijna afzonderlijk beheerd,
geschiedt het inkoopen zelfstandig kortom het
geheele beheer kenmerkt zich veel meer tel
kens als een eenheid dan wel als een
onderdeel van het geheel.
Is bij de bedrijven de administratie overigens
uitstekend geregeld, dit kan niet worden ge
tuigd van de afdeelingen Plaatselijke werken
en Reiniging. De wijze waarop deze afdee
lingen worden beheerd, is nog geheel van het
oude type, welke elke vraag naar het hoe en
waarom onbeantwoord laat.
Bij de voortdurende uitbreiding van de
afdeeling Plaatselijke werken is deze nog steeds
/elf belast met het geheele administratieve
beheeronder opperleiding van den Architect
worden nog alle betalingen gedaan per bevel
schrift, aan het opmaken waarvan een om
vangrijke administratie voorafgaat. En noch
tans is het niet steeds mogelijk, zich op de
hoogte te stellen van den juisten stand der
verschillende begrootingsposten, is het niet
mogelijk, er voor te waken, dat posten worden
overschreden.
Reorganisatie van dezen tak van dienst
maakt reeds geruimen tijd een punt van over
weging uit, Het is zeker gewenscht, aan te
vangen de technische ambtenaren te ontlasten
van een omvangrijke administratie, die hun
taak niet kan zijn.
De administratie der Reiniging levert nog
meer bezwaren op. Nog steeds is het niet
mogelijk, met juistheid te zeggen wat deze
tak van publieken dienst aan de gemeen
schap kost.
Ingrijpende verandering zal ook hier dienen
plaats te vinden. Maar wil deze tot stand
komen, dan dient allereerst een basis aan
wezig te zijn, waarop de administratie kan
worden opgetrokken.
Wat hier is gezegd van deze beide dien-
aten geldt ook voor andere afdeelingen.
Dit is stellig een fout te noemen. De nog
jeugdige instelling, de Keuringsdienst bijvoor
beeld, heeft een gebouw tot haar beschikking
gekregen en voor de inricht; :g daarvan is
een leening aangegaan, en toch wordt geen
huur, noch rente en aflossing ten laste dezer
afdeeling gebracht. Evenmin worden de inkom
sten van deu Keuringsdienst zóo geboekt,
dat zij in mindering worden gebracht van de
uitgaven. Uit administratief oogpunt deugt
dit stellig niet. Maar ook om een andere
reden komt ons bestendiging daarvan niet
geraden voor.
Dit geldt niet alleen voor dezen tak van
dienst, doch ook bij andere evenzeer. En wij
meenen die reden het best aan tegeven, door
aan te halen een inotief, hetwelk Minister
Kolkman aanvoerde voor zijn Hedrijvenwet.
«Deze Minister zeide ongeveer: de boekhou-
«ding geeft licht omtrent erschillende détails,
«en kan van waarde zijn bij de bepaling op
«welke wijze zekere diensten, die het publiek
-behoeft, op den duur het goedkoopst kunnen
«worden bewezen; zij kan licht geven omtrent
«de financieele gevolgen van wijzigingen in
«het tarief en daardoor het tegen elkander
«opwegen van de financieele belangen van
«den Staat en de belangen van het verkeer
«vergemakkelijken; zij geeft eindelijk licht
«omtrent het juiste bedrag van het offer, dat
«de betrokken tak van dienst van den Staat
«eischt».
Naarmate de verscheidenheid der gemeen
telijke bemoeiingen zal toenemen, zal de waar
heid dezer woorden ook voor de Gemeenten
worden erkend.
Ook het financieel helang eischt dereorga
nisatie. liet behoeft toch geen betoog, dat,
Indien de afdeelingen geheel los van elkaar
staan, het in acht nemen van de economische
wetten, veel te wenschen zal overlaten. In
waarheid is er dan ook geen sprake van het
gemeenschappelijk, en daardoor natuurlijk
voordeeliger, inkoopen van artikelen van ge
meen gebruik. Zelden heeft uitwisseling van
krachten plaats en evenmin wordt er naar
gestreefd, van de ten dienste staande hulp
middelen een gemeenschappelijk gebruik te
maken.
De straks te noemen richting, waarin zich
de reorganisatie zal bewegen, zal mogelijk
ook de gelegenheid openen, meer gegevens
te verzamelen omtrent den fina.icieelen toe
stand der Gemeente. Zoowel elders als hier
wordt toch gemist elke aanwijzing omtrent
de hoegrootheid van het vermogen der Ge
meente.
I)e heerschende crisis heeft stellig geleerd,
hoe noodig het is. de draagkracht der Ge
meente te kunnen vaststellen. Het zou een
lichtzijde zijn, indien zij ten gevolge mocht
hebben, dat de gansche financieele politiek,
die door de publiekrechtelijke corporaties
wordt gevoerd, aan een herziening werd
onderworpen; dat voortaan meerrekening werd
gehouden met mogelijkheden, als thans wor
den ondervonden.
Het wil ons toeschijnen, dat de gedachte
reorganisatie reeds een eerste stap in die rich
ting zal zijn.
Die reorganisatie mag verder ook worden
verlangd door hen, die, hetzij met het geven
van leiding zijn belast, hetzij financieele ver
antwoordelijkheid hebben te dragen. Het pu
bliek belang maakt het wenschelijk, maar
hunne belangen vorderen, dat een doeltref
fende controle aanwezig is, zoowel op het
een als op het ander.
Deze controle aanwezig wetende, zullen zij
met meer vertrouwen bun arbeid verrichten,
hun verantwoordelijkheid dragen. En eindelijk
zoodanige reorganisatie is wenschelijk te ach
ten, ten einde de volksvertegenwoordiging
in casu den Raad bij voortduring in
de gelegenheid te stellen, de haar (hem) op
gelegde taak, die steeds zwaarder en omvang
rijker wordt, naar behooren te kunnen ver
vullen.
De vertegenwoordiging in de Gemeenten
van eenige beteekenis ziet zich toch meer en
meer de taak opgelegd van controleur. Zij
moge hebben behouden haar vroeger karak
ter, besturend lichaam te zijn, daarnaast is
haar dan stellig een tweede, een nieuwe taak
opgelegd. Maar zij kan deze alleen dan ver
vullen en zich alleen dan tegenover de bur
gerij verantwoorden, indien de administratie
haar de gelegenheid biedt, op elke vraag een
antwoord te bekomen. Het Dagelijksch Bestuur
mag zich dan in waarheid ontlast achten van
de verantwoordelijkheid voor het gevoerde
beheer. Een schijnonderzock van verschillende
rekeningen behoeft dan niet meer plaats te
vinden.
De richting waarin wij de gewenschte ver
beteringen hebben gezocht, is, op het voor
beeld van elders, die der centralisatiecen
tralisatie zoowel van de boekhouding als van
de controle.
Een en ander zullen wij nader toelichten
en de bedoeling trachten duidelijk te doen
worden.
Op dit oogenblik worden de volgende tak
ken van dienst als een bedrijf beheerd, d.w.z.
wordt de administratie gevoerd naar het be
ginsel der dubbele boekhoudinghet Gas
bedrijf, de Waterleiding, het Electrisch bedrijf
en het Grondbedrijf
De voordeelen, aan dit stelsel verbonden,
behoeven wij niet nader aan te duiden, indien
wordt opgemerkt, dat de boekhouding, die
Minister Kolkman in zijn straks aangehaalde
woorden bedoelde, is die der dubbele methode.
ieleidelijk zouden wij haar ook wenschen
in te voeren voor Publieke Werken, Reini
ging, Ontsmettingsdienst, Keuringsdienst, enz.
Al deze administraties worden bij invoering
van centrale boekhouding gevoerd, voor wat
aangaat de hoofdboeken van uit een cen-
traal-kantoor, voor wat de onderdeelen betreft
in afzonderlijke bureaux, die liefst zijn ge
vestigd in de onmiddellijke nabijheid van
het bedrijf.
Noodig worden geacht drie bureaux, t.w.
éen voor de Gasfabriek, de Waterleiding
en het Electrisch bedrijf, dat in zijn tegen
woordige lokalen kan blijven gehuisvest;
éen voor de Plaatselijke werken en het
Grondbedrijf, dat kan worden gehuisvest in
het nieuwe kantoor van Plaatselijke werken,
in de tegenwoordige Ambachts-schoolen
éen voor den Keuringsdienst, de Reiniging,
enz. In een der benedenlokalen van den
Keuringsdienst.
In deze bureaux wordt enkel de admini
stratie gevoerd, welke noodig is als grond
slag voor de hoofdboekhouding; zij staat
geheel los van den technische» dienst waartoe
zij behoort.
De hoofdboekhouding wordt gevoerd aan de
Centrale.
Deze kan r>p een willekeurige plaats
woeden gevestigd. Gezien de beschikbare
ruimte en de aanwezigheid van een kluis,
kan zij het best gevestigd worden aan de
Gasfabriek.
j Deze Centrale zal voortdurend alle boek
houdingen hebben te controlee en en zorg
I moeten dragen, dat zij aan het doel blijven
I beantwoorden.
Deze wijze van handelen heeft al dadelijk
dit groote voordeel: doordat de leider van
de Centrale alle boekhoudingen voert, raakt
hij bekend met de handelingen van alle takken
i van dienst en bestaat gelegenheid, deze onder-
ling te vergelijken. Zoo zal hem blijken het
j verschil in prijs van gelijke artikelen, die
op meerdere plaatsen worden gebruikt, enz.
j Tevens zal deze wijze van boekhouding de
gelegenheid bieden tot het gemeenschap-
I pelijk inkoopen, tot het houden van een
aanbesteding van artikelen, die benoodigd
zijn, om het even of zij door éen, dan wel
1 door meerdere afdeelingen worden gebruikt.
Om een voorbeeld te noemen zonder admi
nistratieve moeilijkheden zal het mogelijk
worden, het benoodigde schrijfpapier voor de
machines in het groot aan te koopen en te
j leveren aan alle takken van dienst; evenzoo
met andere kantoorbenoodigdhedenzal het
mogelijk worden de voor de geheele Ge
meentelijke huishouding benoodigde brandstof
ineens aan te koopen en alle deelen daarvan
te voorzien naar behoefte,
j Tevens wordt de Centrale belast met het
doen van alle bestellingen, het innen van alle
ontvangsten en het gelasten van alle betalingen.
Alle hestellingen loopen dan dus over éen
kantoor. Wel behoudt natuurlijk elke tak van
dienst de bevoegdheid tot het doen van be
stellingen, maar de af te geven bons gaan
via de Centrale naar de leveranciers.
Daardoor wordt eenheid in het geven van
opdrachten bereikt en wordt de mogelijkheid
van een behoorlijke controle verkregen. De
Centrale debiteert de betrokken afdeeling een
voudig voor de schuld, door de bestelling
veroorzaakt, en verrekent deze, zoo mogelijk,
met de haar toekomende ontvangsten.
In dit systeem zal het ook mogelijk worden
bijv., dat de eene afdeeling profiteert van de
magazijn voorraad van een andere afdeeling;
zal het mogelijk worden bijv., dat de paarden
en wagens der Reiniging, op oogenblikken,
dat deze niet voor den eigen dienst vereischt
worden, of daarvoor expres worden in voor
raad gehouden, worden gebezigd door een
andere afdeeling, zonder dat dit voor een der
beide afdeelingen administratieve werkzaam
heden veroorzaakt.
Dit zijn slechts voorbeelden, die met andere
kunnen worden aangevuld.
Eén centraal ontvangkantoor dus.
Dit kantoor ontvangt alle te innen kwi
tantie, enz. van de afdeelingen en laat deze
innen door de ten dienste staande loopers.
Het voordeel hiervan is veelzijdig het aantal
van personen, met het ophalen van Gemeente
gelden belast, kan kleiner zijnhet publiek
wordt minder vaak lastig gevallen het plegen
van fraude aan de afdeelingen door valsche
boekhouding is uitgesloten,
Maar bovenal is het voordeel, dat alle be
drijven slechts éen gemeenschappelijke kas
hebben. Deze omstandigheid maakt het mo
gelijk. eenerzijds te werken met zoo weinig
mogelijk kasmiddelen, anderzijds om de ver
schillende afdeelingen onderling te laten profi-
teeren van elkanders voorraad geld. Niet zelden
komt het nu voor, dat ten behoeve van den
eenen tak van dienst moet worden geleend,
terwijl een andere overtollige kasmiddelen
bezit. Wel is een vorig jaar hierin verbetering
gebracht, maar het toen gehuldigde stelsel
kan bij centrale boekhouding veel strenger
worden doorgevoerd en zal minder admini
stratieven omslag veroorzaken.
Wil dit stelsel evenwel volledig effect sor-
teeren, dan moeten ook bij de Centrale geen
gelden berusten. Daarom wordt haar de ver
plichting opgelegd, daar, waar nader wordt
aangewezen, eiken dag de ontvangen middelen
te storten.
Hiervoor zal met een Bankinstelling of ander
lichaam een overeenkomst dienen te worden
aangegaan, waarbij natuurlijk een afdoende
waarborg wordt verkregen, dat geen schade
kan worden geleden. Alleen de bedoeling hier
van kan nu nog slechts worden aangegeven,
omdat hierover nog geen onderhandelingen
zijn geopend. Die bedoeling is deze, dat het
ontvangen bedrag nog den zelfden dag rente-
gevend wordt belegd.
De uitgaven geschieden dan voortaan niet
meer per mandaat, maar op de zelfde wijze
als in particuliere bedrijven, en wel door
middel van de Bankinstelling.
Ook hiervoor dienen natuurlijk de noodige
waarborgen te worden getroffen, maar het
zal worden begrepen, dat met dusdanige rege
ling de grootste zekerheid wordt verkregen
tegen het plegen van fraude, hetgeen, helaas!
nog telkens bij de Gemeentelijke administraties
voorkomt.
Ook wordt, aldus doende, een groote be
sparing van arbeid verkregen aan de Secreta
rie, afdeeling Financiën, waar thans alle bevel
schriften worden geslagen, terwijl ook de
Ontvanger belangrijk in zijn werkzaamheden
zal worden verlicht.
Over dit geheel dient éen controleur te gaan,
die tevens ons College inlichtingen verschaft
omtrent den stand van zaken en adviseert 1
omtrent de financleel-politieke leiding.
Deze hoofdambtenaar zal een broeden kijk
moeten hebben op zaken cn tevens geheel op
de hoogte moeten zijn met de boekhouding.
Hem wordt tevens opgedragen de kas-
verifica.ie, omdat alle betalingen zijn visum
behoeven en hij dus de eerste gegevens bezit,
die voor een goede controle noodig zijn.
De administratie van den Gemeente-ont
vanger zooals gezegd wel verlicht
blijft overigens geheel bestaan. Wel zal ook
hij zijn kas-operaties hebben te verrichten vla
de Centrale, maar dit is een voor zijn werk
zaamheden weinig belangrijke verandering.
Voorts spreekt het van zelf, dat, bij het
gebruik maken van elkanders kasmiddelen,
rente-vergoeding behoort plaats te hebben
maar deze en zooveel andere aangelegenheden
diener. nader te worden gestipuleerd in daar
voor afzonderlijk te maken regelingen.
Ook omtrent de geldelijke gevolgen kan
voorloopig slechts weinig positiefs worden
medegedeeld.
Eerstens kan nu nog niet met zekerheid
worden gezegd, in welke mate nieuw perso
neel zal behooren te worden aangesteld. Dit
zal afhangen van het tempo der invoering'en
van de geschiktheid der aanwezige krachten.
In de tweede plaats, omdat de noodzakelijk
heid eener herziening van de belooning van
tal van ambtenaren reeds lang is gevoeld.
En bovendien gaat het bezwaarlijk, de voor
deelen, die stellig zullen worden behaald,
thans reeds naar waarde te schatten. Uitbrei
ding van de afdeeling Finauciën zou spoedig-,
vermeerdering van krachten ten kantore van
den Ontvanger zou op den duur-tegemoet
moeten worden gezien, zoo geen andere
regelingen worden getroffen.
Een ander voorbeeld geeft de verkregen
uitkomst van de een vorig jaar getroffen re
geling omtrent het beleggen van kasgeld. In
1914 werd aan rente ontvangen een bedrag
van: voor de Gasfabriek f 1 §59.66*', voor de
Waterleiding f 601.11, voor de Gemeente
f886.52, voor het Grondbedrijf f2314.83.
Voor de invoering is evenwel allereerst
noodig een chef-boekhouder van de Centrale
en een verificateur van de Gemeente-financiën.
Daarnaast zullen noodig zijn enkele boekhou
ders en klerken.
Doordat de boekhouding geheel wordt af
gescheiden van de technische diensten zullen
deze van het bestaande personeel, dat ook de
daarvoor noodige administratieve werkzaam
heden verricht, een klein deel behooren te
behouden.
Maar wordt met dit alles rekening gehou
den, dan verwachten wij, dat de bezetting
zal kunnen geschieden voor het grootste deel
met het aanwezige personeel, en dat alleen
eenige aanvulling noodig zal zijn voor de
uitbreiding.
Ook ten opzichte van de salaris-regeling
bestaat nog geen vaste gedachte.
Wel voor de belde hoofdambtenarendaar
voor komt ons een belooning noodzakelijk
voor van f 1800, met drie tweejaarlijksche
verhoogingen van f 100.
Wij hebben het wenschelijk geoordeeld, U
in dezen vorm met onze denkbeelden In ken
nis te brengen. Indien zij in toepassing zullen
worden gebracht, dienen tal van maatregelen
te worden getroffen.
Het is daarom gewenscht, dat uwe verga
dering zich eerst omtrent die denkbeelden
uitspreekt. Mocht het zijn, dat uwe vergade
ring onze inzichten deelt, wat de hoofdlijnen
betreft, dan zoude kunnen worden overge
gaan tot aanstelling van de belde hoofdamb
tenaren. Het wil ons toch ook een groot
voordeel toeschijnen, dat zij dan in de ge
legenheid komen, reeds bij de inrichting hunne
adviezen te kunnen geven.
Onder mededeeling van het vorenstaande,
hebben wij de eer uwe vergadering voor te
stellen, te besluiten ons te machtigen tot
voorloopige aanstelling van beide genoemde
hoofdambtenaren en ons College uit te noo-
digen, voorstellen te willen indienen ten
einde te komen tot centrale boekhouding met
verificatie.
Praktisch.
Gas uit turf!
Sinds eenige dagen wordt aan de gemeen
telijke gasfabriek te Akkrum het gas gedeel
telijk uit turf bereid. Gedeeltelijk, daar bij
het distilleeren van enkel turf de retorten te
heet worden door den gevormden stoom,
ontstaan uit de vochtdeelen, die -zelfs de
droogste turf nog bevat. De retorten worden
nu gevuld met 2 gewichtsdeelen steenkolen
en 1 gewichtsdeel turf.
Evenals de steenkool brengt ook de turf
ongeveer 30 gas per 100 K.G. op. Het
gemengde kolen- en turfgas is van uitste
kende kwaliteit. Uit de turf worden echter
geen bij-producten als teer en cokes ver
kregen. De verbranding is zoo goed als vol
komen. De maatregel heeft evenwel een be
langrijke besparing aan steenkool.
De Kamer van koophandel en fabrieken
te Breda heeft besloten zich tot den Minis-