Stadsnieuws. I heer J. Smid, hoeft daarop geantwoord. 1 Tij doet het in de «(iroone-, en hij wijst er op. dat onze Nederlandsche landbouw voor een groot deel een exportbedrijf is. d. w. z. een bedrijf, dat om zoo te zeggen staat en valt met uitvoer, /.ou het vallen, dan valt ook het bestaan van het overgroote deel van ons landbouwend volk. Met cijfers wil hij zijn meening staven. Als bron neemt hij ecuige (officieclc) Land bouw verslagen. Gemiddeld brengt Nederland aan land bouwproducten 550 .1 560 millioen gulden op (zoo zegt b v. het verslag over 1913). In het I .aiulbouwverslag over 190S komt voorts «•ene becijfering voor van de waarde der in de jaren 1S97 en 1907 uitgevoerde landbouw producten. Zooals men weet, zijn de cijfers, die dienaangaande in de Nederlandsche han- delstatistiek voorkomen, van weinig waarde. Genoemde becijfering nu leidde tot het resul taat, dat in 1S97 werd uitgevoerd voor 120 millioen en in 1907 voor 210 millioen gulden. Wanneer men in aanmerking neemt, dat de uitvoer in de laatste jaren nog sterk is toe genomen 011 bovendien de prijzen van ver schillende artikelen sedert 1907 belangrjjk zijn gestegen, zoo zal men z.eker niet ver van de waarheid zijn, indien men de waarde van den uitvoer thans onder normale om standigheden dus niet voor het oorlogs jaar 1914 schat op 250 a 275 millioen gulden, dat is niet zoo heel veel minder dan de helft der productie. De geweldige ontwikkeling van den Ne- derlandsohen landbouw-uitvoer dateert van «le laatste 30 a 40 jaar, zegt de heer Smid. Gelijktijdig verliest de graanbouw terreinen treedt de productie van dierlijke producten, tuinbouwartikelen. aardappelen, suikerbieten en tal van handelsgewassen meer op den voorgrond. Van dc 0; millioen K.G. boter, in 1913 geproduceerd, wordt eene hoeveel heid van 37 millioen uitgevoerd; dat ver tegenwoordigt eene waarde van 50 millioen gulden. Ter vergelijking en tot staving van het voorafgaande diene, dat in 1875 nog slechts 2S'/.j millioen K.G. werd uitge- 1 voerd. In dat jaar werd ongeveer 30 millioen K.G. kaas geëxporteerd. Nu, in de laatste j jaren, pl.m. 60 millioer. Üm bij de voortbrengselen der rund veehou- J derij te blijven, aldus dc heer Smid, dient voorts nog te worden vermeld, dat aau j rundvee, rund- en kallsvleesch jaarlijks voor j pl.m. 27 millioen gulden naar het buitenland gaat, terwijl het binnenlandsch verbruik van rundvleesch op eene waarde van pl.m. 75 i millioen gulden kan worden geraamd. Zeer belangrijk is onze uitvoer van var- kensvleesch. In 1913 bedroeg deze, de levend j uitgevoerde varkens inbegrepen. 48 milllioen K.G., vertegenwoordigende eene waarde van pl.m. 30 millioen gulden. In 1914 steeg de I export tot So millioen K.G.. welke stijging J een gevolg was van drie omstandigheden n.l. de groote buitenlandsche vraag, het ge- j brek aan mestvoer, waardoor vele varkens houders zich ontijdig van hunne varkens ontdeden, en de sterke uitbreiding der var- kensfokkerij in de laatste jaren. Welke beteekenis deze uitvoer voor de Nederlandsche varkenshouderij heeft, moge hieruit blijken, dat hij onder normale om standigheden ongeveer de helft bedraagt van het hier te lande voor verkoop met uitzondering dus der voor eigen gebruik gemeste varkens geproduceerde varkens- vleesch. In 1875, loen de varkens nog nagenoeg uitsluitend levend werden uitgevoerd, bedroeg die export 98 000 stuks, wat hoogstens neer komt op eene hoeveelheid vleesch van 8 a 10 millioen K. G. Ook hier zien wij dus weer eene enorme stijging van den uitvoer. Van de hier te lande voortgebrachte hoe veelheid schapen vleesch, pl.m. 14 millioen i K. G. jaarlijks, gaat 10 a 11 millioen K.G. naar het buitenland. Dit vleesch schijnt de Nederlander niet te willen eten Uit een en ander blijkt wel, hoe, in. nor male tijden, het exportbedrijf de noodzake- lijke afneming bezorgt van Nederlandsche overproductie. Dat in de abnormale, in de oorlogstijden, die wij beloven, de export even noodig is als in normale tijden, wordt dan verder in het artikel van den heer Smid .aangetoond. Men houde rekening met het feit, dat Nederland thans veel van wat het noodig heeft uit het buitenland niet zou kunnen krijgen, wanneer het daartegenover niet een deel van zijn eigen pfoductie afstond, i of niet zou kunnen betalen, wanneer het voor zijn eigen waar geen hooge prijzen maakte. Een our ddglicbt meer in den romer. \V ij, Nederlanders, die in andere opzichten nogal van verandering houden denk maar ei' aan de thars gelukkig wat versleten 111 de om onze spelling te veranderen en nu u er tot uiting gekomen door tie mode om te lo"pen of fiets to rijden zonder hoed of pet maar een practische verschuiving van den tijd,door de klok te verzetten naar het daglicht, inplaats van naar den meridi aan. loopendc over de Westerloren te Am sterdam, neon, dit is voor sommige landge- nooten revclmionnair en daarom waren er dan ook een paar departementen der Maat schappij van Nijverheid beveurens» tegen en weer andere voelden of snapten het groote nut er niet van. Nu zullen wij langzamerhand, gelet op hetgeen de Duitschers het laatste jaar r.an organiseereiid talent hebben gepresteerd, toch tot de conclusie moeten komen, dat wat onze Oostelijke buren voor nuttig en practisch houden op economisch gebied, ook voor ons van nut cn voordeel moet z\jn. Dit zij, met alle respect voor onze algemeene neu traliteit ten opzichte van Duitsche denkbeel den, even opgemerkt. De meridiaan van Amsterdam loopt even eens over Heigit1 en toch was een der eerste maatregelen van de Duitschers, toen ze het bestuur bij onze zuidelijke buren overnamen, om de klokken een uur te verzetten, België had Greenwichtijd, die 20 minuten scheelt met Amsterdamschen tijd en moesten daar dus de klokken een vol uur worden verzet om Middel Europeeschen tijd te kunnen invoeren. Niet lang geleden kon men in »De Stan daard in een ingezonden stuk lezen. «De «quaestie van den tijd is er niet een van fictie. .Middag en middernacht zijn tijdstippen, die «niet naar willekeur kunnen worden ver- «schoveti. Wie den wijzer van de klok moed- »willig zet zooals hij naar logische opvatting »en naar oud gebruik niet behoort te staan, 1 «brengt een leugen te meer in het leven*. Wat klinkt deze uitspraak logisch, zonder l dat ze het is! De vraag is: Wie is onwaar, die van het zonlicht niet behoorlijk profiteert of de man, die dit wel doet? Men kan het i zich wel opdringen, zooals wij het eens I hoorden zeggen, dat wij, Nederlanders, zóo knap zijn, dat we in Juli en Augustus de eene helft van het volk de andere helft moeten laten examineeren in allerlei vakken van theoretische wijsheid en wij intellectueelen, dus alléén de klok mogen zetten naar den meridiaan van Amsterdam, maar daarmede komen wij economisch niet verder en wij zouden niet gaarne beweren, dat wij uit munten door een goed en logisch geregeld torenstelsel. Als lapmiddel ter bereiking van ons doel is ook nog aanbevolen, om, evenals de boeren om van het daglicht te profi- teereu vroeger .op te staan. Hiertegen moeten wij echter opkomen, want daar gaat het niet om. Ons voorstel verlangt niets meer en niets minder dan dat alle leven en alle bedrijven, tegelijk met het zonlicht, vroeger begonnen en vroeger beëindigd wordt ge durende de zomermaanden. Wat de juiste en meest geschikte datum is om <ie klok te verzetten, laten wij in het midden. Op heden den 2oen Augustus had het niet 1 noodig behoeven te zijn, dat reeds om halt acht 's avonds het kunstlicht moest worden ontstoken, om deze regels te schrijven. Behalve de kosten, die men bespaart door den maatregel, zal het leven er veel aange namer door worden. Wie fietst er gaarne met de lantaarn op des avonds om half acht op den zoen Augustus? Wordt dit soms óok door vroeger opstaan verbeterd Onzes inziens wegen de groote voordeelen ruimschoots op tegen de kleine nudeelen, die men gerust I fictie mag noemen, als men de verwarring in Europa nagaat met de klok. G. C'. D. d'Aumale baron Van Mardcbroek van 1 denbroek, lid van dc Eerste Kamer det en-Generaal, te Zeist; P. W. J. van Ha. I :d van den Raad der Gemeente Utien mr. dr. D. A. I\ N. Kooien, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal, beiden te Utrecht. i De Gedeputeerde Staten van de Provincie I Utrecht hielden gistermiddag in het Provin- ciaal Gouvernementsgebouw een openbare i vergadering, waarin werd voorgelezen hun j beschikking op het adres van de heeren J. J E. de Beaufort, te Amsterdam, en A. J. de i Beaufort, te l.uesden, om toestemming tot verlegging van wegen in de Gemeente Maarn. Uit de door den waarnemend Griffier voor- j gelezen beschikking van het College bleek, 1 dat het verzoek van adressanten betreft ver- legging van weggedeelten van Woudenberg naar Driebergen en van den Pyramideweg. j Bij het College van Gedeputeerde Staten I waren tegen genoemd verzoek geen bezwaren ingebracht, terwijl het College zelf ook geen bedenkingen daartegen heeft. Besloten werd, onder bepaalde nauw om schreven voorwaarden het verzoek van adres santen in te willigen. Ook Zijne Excellentie de Minister van Landbouw heeft het voornemen te kennen gegeven, het 1.andhuishoudkundig congres hier bij te wonen. De lieer I. J. Valewink, tot 27 October I 1899 Havenmeester van deze Gemeente, is na langdurige ongesteldheid hedenochtend in den ouderdom van 73 jaar overleden. i De heer J. Meijer is ter beschikking ge- steld van den Gouverneur-generaal van Ne- derlandsch Oost-Indië ter benoeming tot ian- I daat-gezaghebber bij het binnenlandsch be- stuur. Stedelijk Kegelconcours in 't Valkje. Stand op Zondag 29 Augustus 1915,0m 12 uur nam. Vrije Baan De 35ste verjaardag van H. M. de Konin- gin werd hier heden herdacht door het uil- steken der vlaggen van de openbare ge- j bouwen en zeer veel particuliere huizen. In de Roomsch Katholieke kerk aan het j Zand werd hedenochtend een godsdienst- j oefening gehouden voor de militairen. In de Ned. Hervormde kerk en de Gereformeerde j kerk aan de Langegracht worden heden- avond bijzondere diensten gehouden. De Chr. jongelings-vereeniging houdt een j samenkomst met avondfeest in »Birkhoven«, Op het terras van «Amicitia* geeft heden- a-oud de harmonie der geïnterneerden ee.i j concert, aangeboden door de Belgische offi- eieren. De Koninklijke Vereeniging van gepen sioneerde onderofficieren en minderen van I het Nederlandsche leger (tot het verleenen j van onderstand aan militairen, gepensioneerd voor de Wet van 1877, en aan hun weduwen) liet aan daarvoor in de termen vallende j leden en weduwen van leden de gebruike- I lijke uitkeering doen. M. I.ohrnann, A. P. Houtzager, C. Kuiper, W. Ittmann, Luitenant De Kruyfï, Th. H. G. Brandsen, C. de Jager, G. C. de Jager, Robert Levy. G. W. Zweers J.A. zn. A. Nefkens, W. Groenhuizen Jr., Luitenant Bruch, Th. G. de Jager, Y. O. de Jong, Johan I.ohrnann, C. Jorna, G. J. Slothouwer, H, Nefkens, J. Kleber, A. van de Weg, A. J. van Zalingen, J. Onnes Jr., Joh. Bottinga, R. de Haas Jr., Personeel: A. Brandsen luit. J. M. de Kruyff 3. N. S. Blom 4. Dr. M. Kamerling 5. Th. G. de Jager 6. B. H. Kuiper Serie Personeel: C. Hehenkamp Th. G. de Jager A. Nefkens Weldadigheidswedstrijd P. Nefkens Aantal Eind punten. cijfers. 39 8.8.5.9.9 38 7.9.6.8.8 38 9.8.7.7.7 37 9-7-5-7-si 37 7.7.7.8.8 37 9.6.6.8.8 37 9.6.7.7.8 37 9.4.8.9.7 37 8.6.9.7.7 36 8.7.6.6.9 36 8.8.5.7.8 36 6.8 9.8.5 36 8.9.9-5.5 35 6.7.7.6.9 35 7.8.5.7.8 35 8.8.6.5.8 35 9.8.5.5.8 35 6.5.9.8.7 35 6.8.8.8.5 35 9.7.6.8.5 35 5.8.9.9.4 34 6.4.8.8.8 34 8.6.9.5.6 33 9.3.8.4.9 33 7.9.2.8.7 34 33 7.8 9.8 8.8.6 7.8.6 3 6 5-7 5-7 5-7 Het (officieuse) Haagsche Correspondentie bureau heeft gegronde redenen, aan te nemen, dat de opbrengst van de in voorbereiding zijnde Weerbelasting het aanvankelijk daar voor geraamde bedrag van «een half millioen aanmerkelijk zal overschrijden. Benoemd zijn tot lid van de bij Kon. be sluit van 17 Augustus 1915 ingestelde Pro vinciale commission van «/oorlichting in zake bezwaarschriften over door de Burgemeesters genomen beslissingen nopens aanvragen om vergoeding wegens kostwinnerschap van dienstplichtingen bij militie, landweer en land storm voor de Provincie Utrecht de heeren: De groote openlucht propaganda-meeting van de R. K. drank weer-vereenigingen, jl. Zondag op het speelveld van het instituut Saint-Louis*, aan de Wuijtierslaan, gehouden is uitmuntend geslaagd, wat betreft de groote deelneming; het weer had echter heel wat beter kunnen zijn, want we regenden uit elkaar en dat was verbazend jammer. Ook kon het mooie programma nu niet geheel worden afgewerkt. Om half drie trok de lange stoet, vooraf gegaan door een flink muziekkorps, van het Zand naar het terrein, waar honderden niet- leden zich aansloten, zoodat het ondoenlijk was, allen onder te brengen in de overigens zeer ruime zaal. Na aankomst aldaar nam de Voorzitter van het mseting-comité, de heer P, J. T. Dieges, het woord en zeide waarom deze meeting belegd was. Propaganda hier te Amerfoort was het doel en dit is uitstekend bereikt. Hij hoopte, dat velen lid zouden worden. Na het zingen van een paar liederen, het eerste couplet van het «Wilhelmus* en van het »Wien Neerlandsch bloed* beklom dr. Banning, uit Nijmegen, het spreekgestoelte. Hij begon met de clementie in te roepen, omdat hij zich voor zoo'n groote menigte niet kon verstaanbaar maken en vroegIs het in deze benarde tijden nog wel noodig, over drankmisbruik te spreken, nu alle stan den klagen over de duurte? De jenever zou nu ook wel afgeschaft worden, zou men denken, doch dit is niet zoo. Jenever wordt nog steeds gebruikt en wat krijgen we terug voor deze millioenen? Verleden jaar heeft de jenever-accijns opgebracht 31 millioen; wijn en bier meegerekend, is voor 100 millioen door het keelgat gegaan. Weggeworpen geld. .Met dit geld zou zooveel goeds tot stand gebracht kunnen worden; de tuberculose bestreden, enz. Ons volk verzaakt zijn plicht. Moet een gezonde woning betrokken worden, die 50 cent per week meer kost, dan kan dat niet; doch het zelfde bedrag in jenever omzetten, dat wordt niet geteld. Doch ge lukkig, zegt spr., gaan we vooruit. Pater Borronueus de Greeve, uit Vorden, nam nu het woord en zeide vreugde te ge voelen niettegenstaande dezen tegenslag (het regende hard) omdat de opkomst zoo reus achtig was. Een 14 tal jaren geleden moesten we spreken in een kroegje, in het hol van den leeuw, voor een handjevol menschen en thans trekken we met duizenden met vanen en banieren door Amersfoort's straten. Het werk onder den grond is voorbij. Nu is het een reusachtige propaganda, want velen zullen vragen: wat willen die menschen toch, die daar zoo ordelijk trekken We willen u ook laten hooren, wat wij, Katholieke drankbe strijders, willen. De drank is een tiran, een wreedaard, een sluwaard, die zijn weg teekent met bouwvallen van zielen. Hij is een machtig wreedaard, die zetelt in het hart van het volk. Lachend treedt hij op, met klinkende glazen, en lachend hebben we het gareel om de lendenen gegord. Dien vijand bestrijden, dat willen we, we willen ook bekeeringswerk, want. We gelooven aan de bekeering, in tegënstelling met prof. Valckenier Kips, die geen beteren weg weet voor den drankzuchtige dan te gronde gaan. Het begon echter zóo hevig te regenen, dat spr. moest eindigen. De heer Dieges sloot omstreeks kwart voor vijven de bijeenkomst met den Christelijken groet. De keurig voorbereide en boven elke ver wachting goedgeslaagde feesten ter gelegen heid 1 het 5-jarig bestaan der A. Z. P. C. behooren alweer tot het verleden. Den uitslag van de Zaterdagmiddag ge houden zwemwedstrijden voor dames en heeren over 2 K. M. »i travers Amersfoort* deelden we mede in het vorige nummer. Diena vond werd in «De vergulde Zwaan» een welbezochte feestvergaderitig gehouden. De Voorzitter der jubileerende club, de heer Jan M. M. Hamers, schetste in korte trekken haar geschiedenis, herinnerde hoe zij 29 Mei 1910 werd opgericht uit den drang om naast voetbal ook zwemsport en water polo te beoefenen. Spr. herdacht den steun dien zij hierbij vond van den heer Pezie, den zoo algemeen beminden zwemmeester, van jhr. G. W. Godin de Beaufort, den Beschermheeruier club, en van den heer P. van Achterbergh, den milden eigenaar der zweminrichting. In het seizoen 1911/1912 werd de club reeds kampioen harer afdeeling en bijna kampioen 2e klasse. Weldra werd zij ie klasse-club, doch in 1914/1915 ont vielen haar, door vertrek, veel goede krachten. Pezie was ook nu de redder en ook De Boer uit Gouda, met zijn vrienden voorkwam, dat de club het lot deelde van zoo menige sport vereniging hier ter stede, welke door ver trek van leden een kwijnend bestaan gaat lijden. In 1915 aanvaardde de Burgemeester, mr. J. C. graaf Van Randwijck, het Eere-voor- zitterschap en wist de club zich te plaatsen tusschën Amsterdam en Rotterdam. Ten slotte dankte spr. allen, die hun mede werking hebben verleend, vooral ritmeester jhr. Godin de Beaufort, den heer P. van Achterbergh, en majoor Struycken, den garni zoenscommandant en spoorde hij de leden aan, in het groen der vlag te zien de hoop om de club nóg hoog er te doen stijgen, doch te gelijk in haar wit de aanmaning om baar naam ongerept te houden. Vervolgens werden gelukwenschen voor gelezen van mr. J. C. graaf Van Randwijck. den Eere-voor-itter, van den heer II. J Smit oud-Voorzitter, en van de A. F. C. Quick, De heer Bredius, Voorzitter van den Ned. Zwem Bond, en van de Amsterdamsche Zwem Club, bood vervolgens beider gelukwerisch aan, prees hetgeen de feestvierende club heeft gedaan tot bevordering van de zwemsport en spoorde haar aan, de zwemsport te blijven brengen aan allen, die lichamelijk daartoe in staat zijn. Nog werd gesproken door den heer Ti. Visser afgevaardigde van den Ned. Zwem Bond, Voorzitter van den Utrochtschen Pro vincialen Zwem Bond en van de Utrechtsche /.wemclub; mevrouw Triebels—Koens, Pre sidente der ITollandsche Dames Zwemclub te Amsterdam; en de heeren Duvergé voorde Zeister Z.V., en Grootendorst namens »Nep- tunus*. De heer Hamers dankte mede voor de aangeboden bloemstukken en kransen en na dit omcieele gedeelte van den avond

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 2