Donderdag 23 'grfó September 1915. No 8624. 64e Jaargang kosteloos- Ö^tB J Uitgave van de Naauilooze Vennootschap „De Ainersfoortache Courant voorheen Firma A. H van Cleeff HOOFD REDACTEUR p. J. F Ra DB RIK 8. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.— franco per post f 1.15. Advertentfen 16 regels 60 cent; elke regel meer io cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleele- en onteigenlngs- advertentiën per regel 15 cent ReclamOB 1—3 regels f f.25. Bewijsnummers naar bulten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advërtentien van buiten de stad worden tk Incasseerkostcn ln rekening gebracht. Postbus 9. KORTIQRAOHT O. Telefoon 19, Tie zich met ingang van 1 October doet in schrijven uls abonnd, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGKN Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artikel 37 der Drankwet, Brengen ter openbare kennis: 1. dat bij hen is ingediend een verzoek schrift om verlof tot verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door WILLEM LOGGEN, wafelbakker, wonende te Zaandam, in de beneden voorkamer van het perceel Utrecht- sche straat no. 32 te Amersfoort; 2. dat binnen twee weken na deze be kendmaking een ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijke bezwaren bij hun college kan inbrengen. Amerfoort, 21 September 1915. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A R VEENSTRA. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers foort brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit van 17 September 1915 aan A. C. BEIJER, alhier, en zijne rechtverkrijgenden voorwaardelijk vergunning is verleend tot het oprichten van eene inrichting voor machi nale houtbewerking, waarvoor geplaatst zul len worden drie electro-motoren van 3.2 en 0.5 P.K. voor het drijven van een cirkel- bank, een schaafbank en een slijpbank, in het perceel alhier gelegen aan de Kromme- straat, 110. 48a, bij het kadaster bekend onder Sectie E no. 4305. Amersfoort, 21 September 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. OPROEP. I.ANDGENOOTEN! Ofschoon wij tot heden buiten den oorlog bleven en de toekomst voor ons thans min der donker schijnt dan een jaar geleden is de toestand toch nog ernstig en moeten wij bereid zijn en blijven om onze onzijdigheid en, zoo noodig, onze onafhankelijkheid te verdedigen. Daartoe moet ieder rechtgeaard Nederlan der, hoe oud hij ook is, zoo eenigszins mogelijk medewerken. Zij, die te oud zijn om met de wapenen te strijden, kunnen in tijd van gevaar veel nuttigen arbeid ver richten. Maar de behoefte aan allerlei werk krachten kan in deze moeilijke tijden, óok al is ons land niet rechtstreeks in den oorlog betrokken, plotseling ontstaan en dan moet alles geregeld zijndan moet de Regeering weten, welke personen zij tot haar beschik king heeft en hoe zij terstond de rechte persoon op de rechte plaats zaï zetten. Daarom zouden zij, die niet voor militairen dienst in aanmerking komen en tijd beschik baar hebben vrouwen zoowel ais mannen zich moeten laten inschrijven, onder opgave van woonplaats, leeftijd, tegenwoor dig ot vroeger beroep en van bijzondere kundigheden, met vermelding van het werk, waarvoor zij zich in het bijzonder geschikt achten.*) Van die opgaven moeten lijsten worden aangelegd, waarin de personen gerangschikt zijn naar de werkzaamheden, waarvoor zij zich aanmelden. Deze lijsten zullen ter be schikking gesteld worden van de Regeering om daarvan onmiddellijk gebruik te kunnen maken, wanneer en naarmate buitengewone hulp vereischt wordt. Dit is een maatregel van voo/zorg. Laten wij hopen, dat het niet noodig zal zijn, daar van gebruik te maken; wachten wij echter tot de nood daar is, dan zal het zeker te laat wezen. Wat is er tegen, dat zij, die in staat zijn en genegen, het vaderland in tijd van gevaar ook op deze wijze te dienen, zich thans aan melden Wie met dit denkbeeld instemt en tot werkdadige hulp, zonder geldelijk voor deel, bereid is, zende zoo spoedig mogelijk een volledige opgave, als bovenbedoeld en door onderstaande voorbeelden verduidelijkt, aan den A. Vroesom de Haan, Laan van Meerdervoort 360 te 's-Gravenhage. De uitslag van dezen oproep zal nader worden bekend gemaakt door de ondertee kenaars, die ook voor het opmaken der lijsten en voor aanbieding aan de Regeering zullen zorgen. Dr. J. G. van Deventer, Oud-Dir. Gymn. Willem I IT. F. L. K. Storm van 's-Gravensande, Oud-Resident. J. K. E. Tribart, c. i., Oud-Ingen. Waterstaat N.-I. 's-Gravenhage, 22 Sept. 1915. Dit denkbeeld wordt ten zeerste aanbe volen door: Jonkvr. M. baronesse Van Asbeck, Licenciée ès lettres. Mevr. F. L. W. M. baronesse Van der Feltz jonkvr. De Savornin Lohman. Jonkvr. J. S. baronesse Van Ittersum, Lid v/h Vrouwen-comité v/h Ned. Roode Kruis, Dir. Wilhelmina Ziekenh. Assen. Mevr. Van KarnebeekRochussen. Mevr. Van Tets van Goudriaan H. M. S. baronesse Schimmelpenninck van der Oye. C. R. Bakhuizen van den Brink, Oud-Direct, v. Financiën N.-I. Voorz. der Ver. »Oost en West<. Prof. W. K. Behrens, c. i., Rcctor-Magn. der Techn. Iloogeschool. Jhr. mr, dr. E. A. van Beresteyn, Burgem. van Veendam. Dr. D. Bos, Lid v/d. Tweede Kamer «1. St.-Gen. Prgf. dr. A. Bruining, Hoogl. Univers. Amsterdam. S. P. van Eeghen, Voorz, K. v. Kooph., Amsterdam. Mr. A. P. Th. Eyssell, Oud-Pres. v/d. Hoogen Raad der Ned. Mr. G. W. baron Van der Feltz, Kamerh. in b. d. bij H. M. de Koningin, Lid v/d. Eerste Kamer d. Staten-Gen. Mr. dr. II. Goeman Borgesius, Oud-Min. van Binnenl. Zaken. Prof. mr. H. van der Hoeven, Oud-Hoogleeraar. J. C. Jansen, Lid v/d. Tweede Kamer d. St.-Gen. Jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek, Minister van Staat. P. H. Kemper, c. i., Oud-Hoofd-lnsp.-Gen. v/d. Rijkswat. Pres. v/h. Kon. Inst. v. Ingenieurs. Dr. II. J. Kiewiet de Jonge, Voorz. Alg. Ned. Verb. Prof. dr. Ph. Kohnstamm. Mr. J. A. Loeff, Lid v. d. Tweede Kamer der St.-Gen. Mr. Th. H. de Meester, Lid v/d. Tweede Kamer der St. Gen. Jhr. mr. O. F. A. M.' van Nispen tot Sevenaer, Lid v/d. Tweede Kamer der St.-Gen. W. Rooseboom. Oud-Gouv.-Gen. van N.-I. R. A. van Sandick, c. 1., Alg. Seer. v/b. K. Inst. van Ing. Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, Minister van Staat, Lid van de Tweede Kamer der St-Gen. J. R. Snoeck Henkemans, Lid v/d. Gem.raad v. 'sGrav. H. P. Staal. Lid v/d. Eerste Kamer d. St.-Gen. G. F. Tydeman, Gep. Vice-Admiraal. Mr. M. Tydeman Jr., Lid v. d. Tweede Kamer d. St.-Gen. I.uit.-gen. J. J. G. baron Van Voorat tot Voorst, Voorz. v/d Eerste Kamer d. St.-Gen. Hetgeen hier wordt gevraagd, is nagenoeg het zelfde als ln Augustus 191 het comité voor Amersfoort en omstreken van het Ned. Roode Kruis vroeg. Toen kwamen rond 400 personen hun diensten aanbieden. Hoe zal Amersfoort thans uil dtn hocll komen Voorbeelden A. J., straat, no., Den Haag, 60 j, Inge nieur, geoefend amateur-instrumentmaker, acht zich geschikt voor hulp en toezicht bij aanmaak van ammuntie, enz. B. P„ straat no., Amersfoort, 50 jaar, oud-Notaris, acht zich geschikt voor admini stratieven arbeid. C. D., straat no., Nijmegen, 35 jaar, oud- leeraar Hoogere Burgerschool, is bereid voor militairen een cursus te geven Inof voor drachten te houden over Mevr X, straat, no., Groningen, zonder beroep, acht zich geschikt voor toezicht of hulp bij aanmaak van kleedingstukken. Mej. Y, straat, no., Alkmaar, zonder beroep, acht zich geschikt voor toezich of hulp bij toebereiding of inmaak van spijzen. Vei-algenineneii. Wij wagen het woord maarwe zien niet in, dat het strijdt tegen ons Nederlandsch taaleigen en dus meenen wij, dat dit woord het veelgebruikte »generalisecren« kan ver vangen, dat dienst doet om de maatschappe lijke ongerechtigheid aan te duiden, die wij op het oog hebben. Een ongerechtigheid toch is dat veralgemeenen. Voor een deel is het onwaarheid spreken, overdrijven in kwaden zin, een smet aanwrijven aan velen, die slechts enkelen aankleeft. Nu eens is het de massa schuldig houden aan de gebreken van de weinigen, die men heeft waarge nomen en dan nog met welk oog? dan weer is het de hebbelijkheid om elk afzonderlijk individu verantwoordelijk te stel len voor de fouten, die men in de massa, als zoodanig, meent te hebben opgemerkt. Het gaat zoo gemakkelijk, want de men- schen zijn vaak zoo spoedig gereed meteen vonnis, al is het er dan ook een, dat op vrij wankelbaren grondslag is gebouwd. Waar iets goeds is opgemerkt, wordt terstond do waarschuwing vernomen, dat éen zwaluw nog geen lente ma^kt en dat nieuwe bezems schoon vegen. Doch is het iets kwaads, dan schijnt men vast te houden aan de harde uitspraak, dat éen rotte appel in den mand al het gave fruit te schatid maakt. Eén hooger geplaatste, die wat barsch optreedt of blijk getfi van soms maar schijnbare hardvochtigheid, en het heet: »zob zijn de rijken»; maar omgekeerd maakt éen ondergeschikte, die wat heftig zijn mee ning uit tegenover.zijn chef, allen van zijn klasse tot »brutaaitjes«. Een bitse opmerking van mevrouw is oorzaak, dat alle meiden- houdende dames als »katten« worden gebrand merkt; echter is er ook maar éen venijnig gezegde van éen keukenprinses noodig om grond op <e leveren voor een niet al te mild oordeel over >die« meiden. Ongetwijfeld zijn er bemoeizieke schoonmoeders geweest en wellicht zijn ze er nóg; maar of daarom nu alle vrouwen, die gehuwde dochters hebben en er zijn er nogal wat met angst en beven moeten worden tegemoet gezien, als zij een bezoek aankondigen, valt te betwij- lelen. En al hebben honderden vrouwen zon neschijn gebracht ln hot vereenzaamde leven van mannen, die hun vrouw verloren hadden en al hebben zij met toewijding de liefderijke zorg op zich genomen voor kinderen, die aan gehuurde hulp die echter óok goed kan wezen waren overgelaten, het woord •stiefmoederlijk» wordt nog steeds gebruikt in kwaden zin. Alle schoolmeesters zijn pedantalle jour nalisten zijn onbescheiden; alle kooplui nemen het met de eerlijkheid niot al te nauw; alle dooven heeten vervelend, nieuwsgierig en achterdochtig; alle profossoren lijden aan een afgetrokkenheid, die hen de zotste dingen laat doen. Kan het onbillijkker Het is bekend, welke veeten van ouds hebben bestaan en hier en daar bestaan zij nog - tusschen de bewoners van ver schillende dorpen; en er bestaan lijsten van scheld- en schimpnamen, waaronder de bur gers van sommige steden en dorpen bekend waren. Gewoonlijk hebben buitensporigheden of eigenaardigheden van enkelen er aanlei ding toe gegeven, doch hetgeen die weinigen misdeden, werd gewroken aan allen, tot in lengte van dagen. Ten opzichte van volken geldt ongeveer het zelfde. Er zijn van die eigenschappen en kenmerken, die wellicht aan enkele indi viduen van de eene of andere natie zijn waargenomen en die men nu maar toeschrijft aan allen; omgekeerd gebeurt het ook, dat hetgeen voor het volk als geheel genomen geldt, maar wordt toegepast op ieder van de zelfde nationaliteit in 't bijzonder. Wij, Nederlanders, zijn er zelf een voor beeld van. Wordt de gemiddelde «Hollander» niet hier en daar in 't buitenland gedacht en voorgesteld als Volendammer met een pijp in 't hoofd en zou het zoo'n wonder zijn, als er vreemdelingen waren, die verbaasd op keken als zij zagen, dat hier ook vrouwen zijn zonder «gouden oorijzer»? Wie 'tuitge vonden heeft, kunnen wij niet zeggen, maar de uitdrukking «perfide Albion» is bekend; dient men nu voor iederen Engelschman op zijn hoede te zijn De I'ranschman heet wuft en lichtzinnig, alsof er geen ernstigo Fran- schen zijn. De Duitscher heet een zwaarlijvig, bierdrinkend en worstetend schepsel, aan matigend als massadier, kruipond en vleiend als eenling; zou ieder, die met Duitschers heeft omgegaan, dat van zijn vrienden onder hen willen getuigen? Een tijd als wij nu beleven, geeft helaas weer gereede aanleiding tot zulk veralge meenen en dit is juist daarom thans een hoogst gevaarlijk werk. Het geschiedt in de eerste plaats door dezulken, wion het aan de gelogenheid heeft ontbroken om een vol doend aantal waarnemingen te doen, waarop een oordeel mag worden geveld. En verderf- lijk werkt daarbij nog de gewoonte van de groote massa om soms een spreekwoord als dooddoener te gebruiken, waarmee alle rede neering wordt uitgesloten. In 't nauw gedre ven zegt men dan«de uitzondering bevestigt den regel», zonder vaak goed te begrijpen, wat men daarmee zegt. De zachte spiegel. Het verschrikkelijke, dat den goeden vader lander, die het eenmaal heeft opgemerkt, niet weer ui' den zin gaat, het benauwendste in dozen b° awenden tijd, is het absolute gemis aan besef van de beteekenis der nationale gedachte in ons land. Er zijn uitzonderingen zonder twijfel doch ze zijn schaarsch.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1