Oinsdaq 19 October 1915. No 8635. 66e Jaargang. Stadsnieuws. K \e van de Naamlooze Vc inootschap ,,l)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR J. ritBD3Rl2g AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummera»naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telefoon KMMSflEVIKUO RAADSVERGADERING. De Burgemeester van Amersfoort Gerten artikel 4, der Gemeentewet ,1e R,"S' T' ris van de 'egeaetenen, dat ra „Xf fWr Geïïec"le vergaderen op Dmsdag Jen October aanstaande, dee namiddags te acht ure. Amersfoort, 16 October 1915. De Burgemeester voornoemd Van RANDWIJCK. Herfst. Met de doodskleur op de kaken voelt natuur haar einde naken, en ze kwijnt in stil verdriet. achmet talloos vele wonden draagt ze een sierkleed thans geschonden, en herstellen kan ze 't niet. Met van rouw befloerste oogen ziet ze al haar pracht vervlogen, die ze pas zoo ernstig zocht; en in nevelkille nachten staat ze eenzaam af te wachten haren laatsten ademtocht. 'k Hoor haar zuchten, hoor haar steunen hoor haar adem hijgend kreunen daar ze haar koude leden strekt; en geen bleeke zonneblikken kunnen haar nog doen verkwikken niets, dat haar het leven rekt. Sterven blijft haar nog slechts over, en door 't saamgeschrompeld loover klinkt het rustloos klagend voort: mijne schoonheid had geen waarde; stervend val ik neer ter aarde; sterven» is mijn afscheidswoord. J. G. Gr. Bdh. ten Velde Jr. Zuidoost Europa, In de afgeloopen week is er op het Ser vische oorlogstooneel schijnbaar nog niet veel gebeurd, dat van groote beteekenis moet worden geacht, schrijft generaal jbr. Van der Goes. Toch hebben van beide kan ten de partijen niet stil gezeten en spitsen de gebeurtenissen zich meer en meer toe tot een beslissing, voor Servië in elk geval van zeer groote beteekenis. Het transport en de landing van een groot leger eischen zelfs in een bevriende haven, veel tijd uit de tot nu toe ontvangen be richten omtrent de ontscheping der Fransch- Engelsche troepen te Saloniki blijkt, dat de voortgang niet groot is, zelfs belangrijk kleiner dan men had mogen verwachten. Waarschijnlijk is de houding van de Griek- sche Regeering hieraan niet vreemd; nu dit Rijk niet onmiddellijk bereid is gebleken om aan de zijde der Entente mede ten strijde te trekken hetgeen wellicht een misreke ning is is het dan ook wel een buiten gewoon zonderlinge toestand, dat in een neutraal land vreemde troepen worden samen getrokken en neutraal gebied tot de ope ratiebasis wordt gemaakt, waaruit een ve.d- tocht zal worden gevoerd. Niet alleen^een juiste opvatting i— - der kleine Staten, maar ook de wijsheid zou ueëischt hebben, dat de Entente-mogend- heden met Griekenland tot volkomen over eenstemming waren gekomen alvorens de landing aan te vangen. Hoe dit zij en afgescheiden van wellicht nader opgekomen overwegingen en verwik- kelingen liet ziet er thans naar uit, dat tie hulp voir de Sorviürs te laat zal komen, een omstandigheid, die de Entente-troepen er voor zal behoeden, zich aan een beslis sender. veldslag te wagenop mij maakt 1 eerbied voor de rechten de geheele opzet niet den indruk van den der spoorbaan BelgradoNisj—Bulgaarsche ernstigen alles overheerschenden toeleg om grens zoolang zal kunnen beletten, S«"«ia Volgens het officieele bericht uit Berlijn Servië tot eiken prijs voor vernietiging te behoeden, en het komt mij voor, dat dit ongelukkige land verstandiger had gedaan, mee toe te geven aan de zwaarste eischen van zijn bondgenooten tot afstand van grond gebied dan het te laten aankomen op be loften van hulp, te meer waar in België is gebleken, dat hulp meer eischt dan belofte en goeden wil. Intusschen is de strijd op Servië's bodem begonnen en de vijand is aan drie kanten zijn reeds Donderdag 1.1. de bevestigingen bij Pezarevac genomen. Deze bevestigingen, die zich van West naar Oost uitstrekken in het dal tusschen de rivieren de Morawa en de Mlawa, en de wegen van Pozarevac naar het Zuiden en Zuidoosten afsloten, waren voor den opmarsch der Duitsche troepen een geduchte hindernis. Te gelijk met het bovenstaande, berichtte het officieele Oosten rij ksche communiqué, dat het land binnengedrongen; reeds Maandag hun troepen, uit Belgrado in Zuidoostelijke 1.1 bereikte ons het bericht, dat de Duitsche richting oprukkende, de verschanste stellin- en de Oostenrijksche troepen den overtocht gen op den Erim, den Brdoden en den Sta- over de groote grensrivier, den Donau, tus schen Sabahjs en Gradistra, d.i. over een afstand van 60 K.M. Oostelijk en evenver j Westelijk van Belgrado, hadden volbracht, terwjjl zij de hoofdstad Belgrado reeds hadden j genomen; zij zetten de operatiën onverwijld voort en maakten zich reeds Maandag meester j van de vesting en stad Semendria zij waren I toen over de geheele frontlijn van 10 tot 15 j K.M. ten Ziuden van den Donau vooruitge komen. Te gelijker tijd waren Oostenrijksche troepen van de Noordwestzijde over de Drina Servië binnengedrongen en ofschoon de Ser- viërs hier een dapperen en hardnekkigen tegenstand boden, gelukte het hun niet, den vijand over de rivier terug te werpen. Onder deze bedrijven bereikte ons Dinsdag avond de tijding, dat de Bulgaren den vorigen dag den aanval op Servië bij Kadi Bogas, 30 K.M. ten Noordoosten van Gurgusovac aan de spoorbaan naar Nisj, waren begonnen, richting nemende op deze baan. Had de val van Belgrado een groote moreele, en de overtocht over den Donau en de val van Semendria een groote militaire beteekenis, de aanval der Bul gaven van uit het Oosten gaf, men zijn groote militaire beteekens, den nekslag aan de hoop, dat het Bulgarije slechts te doen zou zijn geweest om zich in het bezit te stellen van Macedonië en er geen sprake van was, dat er met Duitschland en Oostenrijk wara hebben genomen en de Serviërs, onder groote verliezen, naar het Zuidoosten zijn teruggetrokken. De in deze berichten gemelde resultaten overwegende, komt men tot het besluit, dat de hoofdweerstand der Serviërs aan de Noord grens is gebroken en de vorderingen der Oostenrijksch-Duitsche troepen hoogte 624 bij Cosnak ligt 40 K.M. ten Z. van Bel grado van 20 tot 40 K.M. bedragen. Ten aanzien van den toestand tusschen Bulgarije en Servië wordt ons, als afkomstig van het Bulgaarsche gezantschap uit Athene, gemeld, dat Servische troepen op 12 en 13 October Bulgaren bij Kustendil dat is op Bulgaarsch grondgebied hebben aange vallen, terwijl in het zelfde telegram verder voorkomt, dat Bulgarije, ingevolge dezen overval, den i4eti 's morgens om 8 uur aan Servië den oorlog heeft verklaard. Dewijl nu uit bovenaangehaald bericht is gebleken, dat de Bulgaren reeds den elfden de Servische grens bij Kadi Bogas hebben overschreden, kan de Bulgaarsche oorlogs verklaring geen gevolg zijn van den Servischen aanval. Hier is dus een tegen spraak, die mogelijk later zal worden opge helderd en geen de minste waarde zou heb ben, indien er geen Grieksch-Servisch ver drag bestond, waarin o.m. de bepaling voor komt, dat Griekenland Servië zal bijstaan, een goed overlegd plan de campagne j indien het door Bulgarije wordt aangevallen. Aan de bedoeling om gemeenschappelijk met Servië af te rekenen om zich meester te maken van den spoorweg BelgradoNisj Sofia en daarmede de vrije gemeenschap tusschen Duitschland en Turkije tot stand te brengen, kan thans geen twijfel meer be staan, terwijl het tevens duidelijk is, welk een ontzettenden voorsprong deze bondge nooten hebben verkregen op de Entente- mogendheden, die zelfs hun landing in Saloniki nog lang niet voltooid hebbeneen voor sprong niet alleen van groote militaire betee kenis, tnaar die zeer zeker niet zal nalaten, ook een geweldigen indruk te maken op de houding van Roemenië en Griekenland. Dat Griekenland, blootgesteld als het is aan drie zijden en met zijn eilanden aan den druk van een eventueel optreden der over machtige vloten van de Entente, er ten slotte toe zal overgaan, werkdadig deel te nemen den veldtocht in Servië, is niet onmoge Waar nu Bulgarije het eerst, in casu den elfden 1.1., aanviel, zou men kunnen den ken, dat Griekenland, op grond van het bovenbedoelde verdrag, Servië zou moeten bijstaan. Hiervan schijnt echter geen sprake da Grieksche Regeering heeft althans aan de Bulgaarsche verklaard, dat naar haar meening de in hei verdrag bedoelde casus fcederis niet aanwezig is en zij aldus haar politiek van gewapende onzijdigheid niet prijs geeft. Voor Servië heeft al dit gedoe dc betee kenis, dat het ook althans in den eersten tijd op hulp van een Grieksch leger niet kan rekenen en aldus in de hoogst gevaar lijke positie blijft verkeeren van den strijd partijen, die en Monastir—Saloniki, voor zoover zij niet op Grieksch grondgebied liggen, nemen, staat wel te voorzien, terwijl dan de Duitsch-Oos- tenrijksche troepen bezit nemen van Oost- Servië met de spoorbaan Belgrado—Nisj. Wat de gevolgen van dit alles kunnen zijn, heeft Sir R. W. Seton Watson een dezer dagen uiteengezet in een rede, te Londen ge houden het verslag, dat de Times* daarvan geeft, luidt als volgt »Het lot van Servië, dat thans in gevaar verkeert ten gevolge van de Britsche groote misrekeningen en nalatigheden, is onafscbci- denlijk verbonden aan de toekomst van de Entente en van het Britsche Rijk zelf. Servië was de laatste hinderpaal op het pad van Duitschland, voerende naar de hegemonie in het naburige Oosten, en naar de verwezen lijking van het program BerlijnBagdad en Noordzee Perzische Golf. »Wat zou het beteekenen, indien Servië eraan ging? Het zou voor Servië' veel erger zijn dan het voor België is. Dit heeft Fransch ge bied"; achter zich Servië kan nergens naar toe. Werd Servië verpletterd, dan zou het tot op den laatsten man ontwapend wordenzijn oorlogstuig zou voor de Turken zijn; zijn ouden van dagen en kinderen zouden het lot deelen van vele inwoners van het Noorden van Servië, die verleden jaar werden gede porteerd of afgemaakt. Zijn dynastie, zijn Regeering, zijn Grondwet, zijn Staatsinstel lingen zouden worden weggevaagdhet zou een onderdanen-provincie van Oostenrijk- Hongarije worden. Dat het weer zou opstaan, is zeker. Maar voor dezen oorlog zou het met Servië zijn gedaan. Indien Servië er aan ging, zou dit betee kenen, dat voor Duitschland de route open- komt, waarlangs manschappen en munitie naar Konstantinopel kunnen worden gezon den, ten einde de 500 000 a 700 000 Turken te wapenen, die tot dus ver in Turkije zelf nog niet bewapend zijn kunnen worden. Turkije zou gereed ziju. Aan de Dardenellen zouden wij het afleggenzij zullen onhoudbaar wor den, tenzij Servië, en wij met dat land, op de bres blijven. Het nieuws zou als een blik semstraal heel Britsch-Iudië doorvliegen. Ons prestige in Egypte zou geknakt zijnonze positie in Mesopotamië bedreigd wezen. Elke bazaar van Britsch-Indië zou er vol van zijn, en Perzië zou in gewapend verzet komen. >Gaat Servië er aan, dan krijgt Duitsch land al de katoen -van Klein-Azië, al de olie van Perzië, al het koper van Servië; en ook graan. >Het zou dan een dwaasheid worden, nog langer te spreken van een oorlog van uithonge ring. Het zou ons ook berooven van het ware terrein voor een veelbelovend offensief door den Balkan en Oostenrijk-Hongarije. Enkel een prompte, krachtige en moedige actie kan ons redden voor een ramp*. Zonder met de voorstelling van Sir Watson lijk, maar of Roemenië, nu er van de zijde het gevolg zal zijn, indien, /ooals het zich der Entente voorloopig nog geen druk kau laat aanzien, de hulp der Entente te laat uitgeoefend worden, er toe zal overgaan het komt of uitblijft, wil ik nog even aanstippen. 'r- Niettegenstaande al hetgeen Servië in het verleden aan zijn debetzijde heeft, mogen wij niet ontkennen, dat het Servische volk in dezen oorlog opnieuw blijk heeft gegeven van onovertroffen energie en vaderlandsliefde en dat het leger een ongeüvenaarden moed, strijdvaardigheid en volharding heeft getoond. Dat het Servische volk uit den rij der Staten zal verdwijnen, kan ik dan ook niet gelooven maar dat het thans nogmaals aan de over macht zou kunnen weerstand bieden, is mij evenmin waarschijnlijk. Wat het zal doen, indien elke hulp uitblijft, is van dit volk vooraf niet te voorspellenwellicht sluit het afzonderlijk vrede en redt daarmede een groot deel van zijn gebied met nog kans op een latere schadeloosstelling in Albanië. Dat echter de Bulgaren Macedonië zullen bezetten en de spoorwegen Uskub—Saloniki te moeten opnemen tegen twe het van Noord en Oost aanvallen en elk op geheel in te stemmen, valt het niet te ont- zichzclf overmachtig zijn. kennen, dat er heel wat in steekt, dat wer- Wat er onder deze omstandigheden voor j Lelijkheid zou worden; dat in de verhouding Servië te hopen overblijft, behoeft geen dere uiteenzetting wat echter vermoedelijk zwaard te trekken, is zeer twijfelachtig. Te oordeden naar de berichten, zal dit land voorloopig neutraal blijven en afwachten wat er in Servië zal gebeuren. Aannemende, dat de landing der Fransch- Engelsche troepen thans geregeld zal wor den voortgezet en dat, als hun concentratie bij Saloniki zal zijn voltooid, zij gebruik zullen kunnen maken van den spooiweg Saloniki—Servische grens, dan zijn er toch minstens nog twee weken noodig eer er in Zuid-Servië een twee- i driemaal honderd duizend man voor den strijd gereed kunnen staan, en ofschoon het niet twijfelachtig is, dat het Servische leger zich tot het uiterste zal inspannen om den opmarsch des vijands zooveel en zoo dapper mogelijk tegen te houden, is het niet aan te nemen, dat het liet oprukken naar Nisj en het in bezit nemen tusschen de Centrale- en de Entente-mogend- heden een enorme ommekeer zou ontstaan, onderschrijf ik geheel, vooral als we er bij bedenken wat Sir Watson vergat te zeg gen dat elke kans voor Rusland om in het bezit van Konstantinopel te komen, voor goed zal zijn verkeken. B. W. schreven aan den Raad: In uw vergadering van 1 Juni j.l. werd besloten, het aan de vereeniging »Ambachts- school voor Amersfoort en omstreken* toege kend jaarlijksch subsidie voor een avondtee- kencursus voor ambachtslieden met ingang van i Januari 1915 te verhoogen met f 150 en derhalve te bepalen op f 500, mits het Provinciaal subsidie met ingang van den zelf den datum met f 100 zou worden verhoogd. Naar aanleiding van een door genoemde vereeniging aan Gedeputeerde Staten iuge-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1