DE PRINS.
Stalhouderij »ih. C.Schimmel
Botei*-£t. Hicolaas
AFBRAAK
VETTER Co.
Utrechtschestraat 26-28, Telefoon 64.
C. Th. RUYGROK
Stoomwasscherij W. G. BURGER
ZEIST. 3= -
AMERIKAANSCH SYSTEEM.
DE ZWERVER
SOMNAMBULE.
DE HUISHOUDGIDS
lm. J. P. van EDF Jr.
Assurantiën Hypotheken
Bouwcredieten.
Overheerlijke
bereid uit PRIMA grondstoffen, 12 cent per ons.
Aanbevelend,
J. I). VAN GELDER,
Zuidsingel 63. Telefoon 369.
Gouden medaille Amsterdam, 1914.
In eiken Boekhandel teekent men in <y den Iüto Jaargang van
De mooiste Illustratie in Nederland.
Behalve een groot aantal teer fraaie platen en portretten, over den Enropeeschen
Oorlog, meestal van 0112e eigen fotografen, en de voornaamste gcbeurtenisien in Neder
land en in het buitenland, tal van belangrijke geïllustreerde artikc'en op elk gebied en
boeiende novellen van bekende auteurs, begint vanaf heden in dit weekblad een nieuwe
serie romans
TE KOOP TE KOOP
BELANGRIJKE PARTIJEN
als: een groote hoeveelheid oude Balken in
diverse majen, 500 Raam- en Deurkozijnen,
1000 st. Witmarmeren Tegels 40 ct., dito
Schoorsteenmantels, Hardsteenen Paardebak-
ken, IJzeren Paarderuiven, 80 000 K.G. ge
sorteerde IJzeren Binten, oude Gasbuizen en
verper bruikbaar Smeedijzer, enz. enz,
Te zien en te bevr. a. d. werf, Vleuten-
sehevaart 9—10, aan het Merwedekanaal,
Gebr. J.&F.v. SEUMEREN,
UTRECHT. Tel. Interc. 1482.
Distill. Wijnen. Likeuren.
Liere Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT.
Bij den ondergeteekende verschijnt "j
R iederen Woensdag
De Hollandsche Lelie,
Weekblad j(
onder Hoofdredactie
van
Joukvr. ANNA de SAYOKNIN LOKMAN.
tK
I De Hollandsche Lelie is het eenige
Weekblad in Nederland voor dames
1 uit de hoogste en beschaafdste krin-
gen. Let hierop voor uwe advertentie, J
I
Prijs p. jaarg. f5.25, fr. p.p. f6.
proefnummer gratis.
S Amsterdam.
L. J. VEEN.
Ondergeteekenden berichten hiermede, dat zij de STAL
HOUDERIJ voorh. 0. SCHIMMEL, Utrechtschestraat 110.
26 en 28, van de Curatrice in het faillissement P. A. van
der ZWAAN hebben overgenomen, en vanaf I November a.s.
op gelijken voet zullen voortzetten.
Amersfoortsclie Stalhouderij,
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING.
BILLIJKE PRIJZEN
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht.
PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Oorspronkelijke roman uit den grooten Europeeschen oorlog,
door Fokko Bos.
Verder in de Bibliotheek van >De Prins» de boeiende roman van
C. N. en A. M. WILLIAMSON
ï»ESif 1ÏJ1.
Daarna de nieuwe roman van A. GEOFFROY
Alle abonné's zya verzekerd.
Men abonneert zich door het geheele land bij eiken solieden Boekhandelaar of bij
de Agenten tegen f3.— per jaar voor de gewone, en tegen f5.— per jaar voor de luxe
editie. Abonnementen kunnen met elk nummer aanvangen, doch zijn steeds verbindend tot
No, 52. Op plaatsen waar geen Boekhandelaar gevestigd is, kan men zich direct abon-
neeren tegen toezending van postwissel van f 3.75 voor de gewone en f5.75 voor de
luxe-editie, aan den
Uitgever N. J. BOON, Amsteldjjk 3, Amsterdam.
Men ontvangt daarvoor een prachtige illustratie van 20 groote bladzijden op mooi
papier met 40 a 45 platen per week.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mevrouw W. van der VECHT, Oud-leerares in Koken
en Voedingsleer.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan
het bureau van »DE HUISHOUDGIDS»
Burgstraat 65, UTRECHT.
KORTEGRACHT 15.
AMERSFOORT.
Gelden beschikbaar op ZEER aannemelijke voorwaarden.
FEUILLETON.
33).
Nu reden ook de Brinkmeiers naar huis.
Boer en boerin zaten vóór in den karre-
wagen, Enno op de achterbank, waar hij
zich ongestoord kon overgeven aan zijn
gedachten. Voor zijn oogen stond het markt-
tafereel met al zijn geschitter, licht en glans.
Hij zag de dobbelsteenen in de gelukstent
voortdurend rollen, hoorde ze in het ratelen
van den wagen rammelend vallen. Ook voor
hem was de teerling geworpen met zijn
mededeeling aan Trina Düpke hij had
have en goed verspeeld.
Hinnerk Brinkmeier vroeg hem niets. Maar
den volgenden ochtend, toen hij bezig was
voer in de ruiven der paarden te schudden,
stond zijn moeder plotseling naast hem, haar
rond gelaat glanzend van hoop, dat hem een
steek in het hart gaf.
«Enno?»
«Wat wil je, moeder?»
«Zij is een fijn meisje,hè? Van zoo iemand
kan men wel houden. Heb je mij niets te
vertellen, jongen?»
«Niks, moeder».
Alheid boog het hoofd.
Ik moet dan zelf maar eens met de deerne
spreken, dacht ze, pakte een mand vol spek
en brood en eieren in en begaf zich heime
lijk door den tuin naar het huisje onder de
pijnboomen.
Na afloop van zijn werk kwam Enno. Anne
stond hem reeds voor de deur op te wachten.
«Ik mocht je niks verraden, Entio, maar
ik kan voor jou geen geheimen hebben. Je
moeder is-hier vandaag geweest».
Moeder
«Ja, en zij heeft een hoop dingen gezegd
heeft gesproken over een fijne deerne,
met wie je moest trouwen - en dat het mijn
schuld was, dat jij je hoeve zou gaan ver
liezen. En eindelijk heeft ze mij willen dwin
gen, dat ik moest zeggen-- ik moest zeggen
Enno! dat ik niet meer van je hield».
«En wat heb je ten antwoord gegeven?»
«Het was je moeder, Enno. Ik heb haar
geen verkeerd woord toegevoegd. Alleen,
dat zij hun hoeve maar goed moesten bewaren.
Jij gaf er geen sikkepit om. Mijn pink was
je meer waard. En dat ik om niets ter wereld
mijn woord aan je zou breken en je niet
met leugens wilde bedriegen».
«En wat antwoordde moeder daarop?»
«O, die wilde mij toen bang maken, dat
ik een bedelaar aan je kreeg, iemand zonder
een eigen dak boven zijn hoofd».
Zij schaterde het uit en vervolgde:
»Wel, toen heb ik toch moeten lachen.
Geef ik wat om zoo'n oude, vervelende hoeve
in 't veen Het is ergens anders veel mooier.
En geef ik wat om je daalders Ik geef om
jou, om jou alleen. En omdat dat zoo is, om
dat je voor mij het liefste bent op de wereld,
denk ik, dat dat ook zoo bij jou moet zijn.
En evenals ik met een vroolijk hart den
Bremer heb laten trekken, zal jij ook die
fijne deerne zonder hartzeer laten trekken*.
>Weet je dat zoo zeker
Zij ontstelde.
>0, als ik voor jou niet meer ben, dan
huis en hoeve, zeg dat dan. 'k Wil dan van
je scheiden zonder een woord tegen te' zeg
gen. Maar jij zelf moet mij dat zeg
gen geen ander. Ook van je moeder ge
loof ik dat niet«.
Zij legde haar hoofd tegen zijn schouders
en fluisterde hem in
»Ik heb je zóo lief, dat ik niet weet, hoe
ik leven moet zonder jou. In het eerst was
ik bang voor je heftigheid, maar nu heb ik
ook je heftigheid lief. Je moogt vloeken en
razen en mij uitschelden en slaan ik zie
niet van je af. Ik wil sterven als dat tot je
geluk dient, ja en óok van je gaan. Maar
alleen als j ij dat wilt. Anders is er niks op
de wereld sterk genoeg om mij van jou te
scheiden*.
Hij kuste haar nu zwijgend en voelde, dat
de liefde van dit meisje een schat was van
even groote waarde als de voorvaderlijke
hoeve. En terwijl hij haar tegen zijn borst
hield gedrukt, vervulde hem plotseling, als
door haar blijmoedig vertrouwen aangesto
ken, levendige hoop. Als er toch eens iets
van aan mocht zijn, van die legende omtrent
den begraven Brinkmeiersschat? Het was een
kleine moeite, zich daarvan te overtuigen.
En dat moest nu, nu dadelijk onderzocht
worden, eer hij tot zijn vader het woord
had gesproken, dat hem van zijn erfenis
scheidde.
Mijn liefste, bid voor mij en ons geluk,
vanavond. Doe je dat?«
»0, ik bid daarvoor zoo vaak ik mijn han
den vouwmaar je begeeft je toch niet
in gevaar?*
Vraag niet, maar bidMij dunkt, jou moet
Onze Lieve Heer verhooren. Al mijn
voorvaderen zijn baas geweest op hun eigen
grond en ik zou óok gaarne baas blijven.
Maar hoe het ook moge loopen, ik zie niet
van je af«.
Toen hij thuis kwam, brandde het olie
lampje bij den haard alleen nog. Zijn ouders
en het dienstpersoneel waren ter ruste ge
gaan. Op het smeulend turfvuur had zijn
moeder vol zorg de pan met gort voor hem
warm gehouden. Hij sneed van het brood
een dikken boterham om zich te sterken
voor het werk 's nachts. Hij wachtte in zijn
kamer tot de maan opkwam. Toen sloop hij
op zijn kousen door de keuken naar de deel,
nam een lantaarn van den haak en een spade
van den muur en opende zacht, heel zacht
de deur, die zich het verst van het kamertje,
waarin zijn ouders sliepen, bevond. De deur
knarste. Hij bleef verschrikt staan. Sloeg de
hond aan? Hoorde hij leven in huis? Hij
luisterde wel een minuut lang. Slechts in de
dennen riep de uil zijn »oehoe! oehoe!*. Nu
sloop hij verder, terwijl hij voorzichtig in de
schaduw van het huis bleef, over de door de
maan beschenen stukken grond heensprong,
weer bleef staan en om zich heen keek naar
rechts en links, naar den weg vóór zich uit
en naar den weg achter hem. Stel je eens
voor, als onder de dennen werkelijk de rijk
dom, dus de vrijheid lag en iemand bespiedde
hem en ontnam hem dat, wat den grondslag
voor zijn toekomst moest vormen!
Daar stond de bakoven, daar verhieven
zich de uennenHij koos tastend zijn plaats,
want hij durfde de lantaarns niet aan te
steken en het maanlicht drong niet in de
donkere schaduwen van de zwarte kruinen
door.
Juist toen hij de spade in den grond wilde
steken, ging hem een rilling als een straal
ijskoud water over den rug. Iemand liep
over de door de maan beschenen vlakte,
onhoorbaar en schuw als hij zelf, vermeed
het licht evenals hij, zocht de spaarzame
schaduw op evenals hij, bleef staan, keek
rond en kwam nader, steeds nader. Enno
sperde zjjn oogen wijd open en hield den
adem in, terwijl hij onwillekeurig achter den
bakoven ging staan.
(Wordt vervolgd).