Donderdag 2 December 1915. No. 8654 66e Jaargang BIJBLAD. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff HOOFD-REDACTEUR P. J. FHEDEEZKE. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.— franco per post/1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een KENN IS G E V I X G K N. De Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht, Gelet op artikel 162 der Provinciale Wet, Brengen ter kennis van de belangheb benden, dat het uitvoerig en 'beredeneerd Verslag over den toestand der Provincie Utrecht in 1914 tegen betaling van fi ter Provinciale Griffie algemeen verkrijgbaar is gesteld. Utrecht, 29 November 1915. De Gedeputeerde Staten voornoemd, Van LYNDEN van SANDENBURG, Voorzitter. A. van DOORNINCK, Griffier. De Burgemeester van Amersfoort maakt bekend, dat zij die zich voor dit winterseizoen wenschen te voorzien van kalkeieren daartoe hunne opgaven kun nen inzenden aan het E1ERBUREAU te Amersfoort, Wuytierslaan 54, telefoon 284. De prijzen van kalk-kipeieren zijn vast gesteld op f 1,35 per K.G., waarvoor gele verd zullen worden eieren van 50 tot 55 K.G. per duizendde prijzen van kalk-eend- eieren zijn vastgesteld op f 7 per 100 stuks, waarvoor geleverd worden eieren van 62 tot 65 K.G. per duizend. De te leveren qualiteit moet voldoen aan de eischen, die voor gezonde kalkeieren gesteld kunnen wordenniet aangezet of zwart. De eieren worden geleverd bij een klein ste hoeveelheid van 600 stuks, franco huis, boot, spoor of schuit Amsterdam. De levering kan geschieden per contract tot ultimo Februari of voor direct verbruik. Betaling contant of onder rembours. Amersfoort, 30 November 1915. De Burgemeester voordoemd, Van RANDWIJCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers- Gelet op artt. en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. Th. van NES ingediend verzoek, met bplagen, om vergunning tot het uitbreiden van eene bakkerij, door bijplaatsing van een elec- tro-motor van 1 P. K. voor het drijven vaneen kneedmachine in het perceel alhier gelegen aan den Hof no. 30, bij het Kadaster bekend onder sectie E, no. 553, op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, eu dat op Dinsdag den 14 December aanstaande, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van éen of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbreiden van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet 'voor het Gemeentebe stuur of éen of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 30 November 1U1Ö. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VKKNSTRA. De Burgemeester van Amersioort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Linschoten een geval van mond- en klauwzeer is voorgekomen. Amersfoort, 1 December 1915. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Solidariteit. In dagen van strijd hoort men er het I meest van spreken. liet is duidelijk, dat een I alleenstaand persoon, die voor zijn belangen wil opkomen, niet altijd gehoor vindt. Het rechtvaardigheidsgevoel treedt bij tal van menschen wij zullen in het midden laten of zij de meerderheid vormen, niet ge noegzaam op den voorgrond om bij beslis singen den doorslag te geven. Het dekt zich vaak met redeneering van bedenkelijken aard. Vandaar, dat samenvoeging van krachten het middel is geworden om tot opheffing van grieven en uitbreiding van rechten te kun nen komen. Het machtsbesef van het aantal ontwikkelt zich; het aanvaardt de verant woordelijkheid voor een worsteling, die zelfs door het gebruik van stoffelijke wapens, zoo dit voor de bereiking van het gemeenschap pelijke doel noodig mocht geoordeeld worden, niet zou terugdeinzen. Er is een tijd geweest, waarin de aandacht strak was gericht op de waarschijnlijkheid van groote sociale beroeringen in de naaste toekomst. De drang naar verbetering van maatschappelijke toestanden door verande ring van de verhouding tusschen arbeid en loon, zoo noodig met geweld af te dwingen, openbaarde ^ich met toenemende kracht, be gon meer en meer de politieke toestanden in de onderscheiden landen van ons wereld deel te beheerschen, scheen zelfs de grenzen van land en van taal te gaan uitwisschen. De solidariteit verdichtte zich tot een stevi- gen band, die niet slechts beroepsgenooten van allerlei nationaliteit omsnoerde, maar ook van dize de onderscheiden groepen scheen te vereenigen tot een groot leger, gereed om den beslissenden strijd te voeren, den wereldstrijd, die tot een algeheele omver werping van de hedendaagsclïe maatschappe lijke regeling zou moeten leiden. Wij spreken hier in den verleden tijd, niet omdat de gedachten die voor enkele jaren in deze richting gingen, haar nu voor goed zouden hebben verlaten. Destellingen, waaruit onder de solidariteitsleus de aanval werd voorbereid, zijn geenszins prijs gegevenalleen is de ervaring opgedaan, dat bij het opmaken van het krijgsplan een fout is gemaakt en wel een van ernstigen aard. Er is gemeend, dat het nieuwe licht van de wereldhervör- ming op socialistischen grondslag de schaduw lijnen van landgrenzen en volksverschillen zou doen onzichtbaar wordende oude strijd vragen, die zooveel eeuwen lang de natiën tegen elkander onder de wapenen hadden geroepen, hun belangrijkheid zouden doen verliezen tegenover het ontzagwekkend pro bleem, welks finale oplossing den heilstaat over het menschdom zou brengen. Het is thans gebleken, dat men zich heeft vergist. Daarmee is allesbehalve uitgemaakt, dat de vroegere verwachtingen van hun grond slag zijn losgerukt, al is ook hun verwezen lijking voor misschien geruimen tijd en voor de zooveelste maal verdaagd. Vraagstukken van overwegend belang hebben een wonder baarlijken ouderdom; reeds in den bloeitijd van Oud-Griekenland, in de eeuw van Pericles, i werden redevoeringen gehouden, partij-indee lingen gemaakt, tooneelvoorstellingen ge bouwd op quaesties van Democratie, alge meen stemrecht, vrouwenkiesrecht, maatschap pelijke gelijkheid en dergelijke. Dikwijls scheen het, alsof het solidariteitsbegrip van geestverwanten hier of daar tot een beslissing zou doen komen hetgeen in voorbereiding was en telkens gebeurde er het een ol ander, waardoor het vraagstuk weer tijdelijk op den achtergrond geraakte. En zoo is het gegaan tot den huidigen dag. Desondanks zijn op elk gebied, hier ge noemd, vorderingen verkregen; niet, zooals verlangd werd, met éen slag, doch min of meer ongemerkt en geleidelijk, zonder aan wending van de krachtproef, die op de so lidariteit de kroon zou zetten. Hoe het in dit opzicht in het vervolg zal gaan, kan wel niemand bepalen; de schroeven, die het internationaal verband moeten verzekeren, zijn zóo losgeraakt, dat er op de naaste toe komst geen peil is te trekken. Maar de strevingen der menschheid zullen toch in hoofdzaak de zelfde blijven. Heeft men sommige illusion zien verdwijnen, andere zul len er voor in de plaats treden, die op hun beurt aan de verschillende neigingen richting zullen gevc-n. De expansie van de solidariteit is vastgeloopen op de klippen van het na tionalisme, en lang zal het nog duren eer het weer vlot komt. Maar gebeuren zal dat toch, en inmiddels zal het beginsel dat zich niet kan uitbreiden in de ruimte, winnen in diepte. In deze^ dagen betalen wij leergeld gelukkig niet het zóo vreeselijk hoog opge voerde, dat elders wordt geüischt voor een les, die zeker niet gemakkelijk verge ten zal worden. Zij is deze, dat eendrachtig verweer tegen de dingen, die men ziet aan komen, het eenige middel is om het gevaar te ontgaan. Dat is nu wel zeer eenvoudig, maar juist daarom werd hst verwaarloosd. Sprak men vele jaren achtereen reeds van een wereldworsteling, die >in de lucht hing* 't leek wel of daar niets verontrustends in lag, zóo weinig werd gedaan om aan de volken, vvien toch het beeld van den gruwel der verwoesting voor den geest moet hebben gestaan, een krachtig en eenparig >dat nooit!* te ontlokken. En evenzoo is de mogelijkheid om geen sterkere uitdrukking te gebruiken van geweldige schokken op economisch en maat schappelijk terrein, in welker gevolg rampen van onpeilharen aard zich zullen voordoen. n°g geenszins opgeheven, weshalve het zaak is, beter ons voorbereid te maken dan wij geweest zijn tegen de nadering van hetgeen thans wordt doorleefd. Kan men de toepassing van het solidari teitsbeginsel in menig geval geen anderen naam geven dan een eenzijdige opvatting van het gevoel van rechtvaardigheid, die belet de beide zijden van het een of ander geschilpunt met voldoende helderheid te be lichten, dat zelfdebeginsel moet ons de middelen van verweer doen vinden tegen de dreiging van maatschappelijke gevaren. Er is verdieping noodig zoowel als uitbreiding. Er kan door alleenstaande of in verbinding ten strijde trekkende groepen veel kwaad verhoed, maar ook tegelijkertijd veel goed vernietigd worden, dat gespaard moest blij ven, en wie van het laatste als verdediger wil gelden, behoort te zorgen, dat hij mede aan het eerste zijn krachten geeft. De men- schelijke solidariteit, die gefaald heeft in haar pogingen tot opheffing van landgrenzen moest nu eens haar krachten gaan beproeven aan het doen verdwijnen van andere grenzen, die der maatschappelijke kringen. Er is in die richting reeds het een en ander .gedaan daaruit moge met toenemende duidelijkheid blijken, dat zij de juiste js. Dat wordt opgekomen voor bepaalde stof felijke belangen, niets natuurlijker dan dat, maar men moet het verband der dingen niet uit het oog verliezen, noch nalaten inzicht te hebben van de inwerking op de belangen van anderen. Een natuurlijke groepeering van Staatsburgers, van leden eener maat schappij, moet elk van die groepen niet drijven naar de loopgraven vanwaar zij de andere bestooktwij hebben te veel ons ge wend gemaakt aan voorstellingen uit een wereld, in welke men spreekt van overwin naars en overwonnenen. Als er wordt beweerd, dat er geen ver schil bestaat tusschen de broederschap, die van het Christendom den grondslag uitmaakt, en de solidariteit als maatschappelijk ver schijnsel, dan is dat niet geheel waar, aan gezien deze gewoonlijk het ethisch element mist, dat aan allen vooruitgang wijding geeft Laten wij trachten, dit er in te brengen. 1 Aan het postkantoor Amersfoort en de i daaronder ressorteerende hulpkantoren werd j in December ingelegd bij de Rijks-postspaar- bank f50226.44 en daaruit teruggenomen 1 f 41 3:6.65. Het laatste door het kantoor uitgegeven j boekje draagt het nummer 10871 j Uit den regenmeeter hier werd in Noyem- ber na :8 regendagen afgetapt 93.6 m.M. I neerslag. I Het was slechts droog van 5 tot 9, van I 19 tot 23 en van 26 tot 29. De grootste hoeveelheid, in éen etmaal afgetapt, was 147 m.M. op den i4den. Slechts in een gedeelte van het vorige 1 nummer konden we vermelden, dat Dinsdag- j middag Burgemeester en Wethouders een bezoek brachten aan het zoogenaamd Bel gisch dorp, bij de Vlasakkers. De heer Omer Buysse leidde het College rond. In de Doopsgezinde kerk hier hoopt aan staanden Zondag voor te gaan ds. Ten Cate. Het postkantoor zal, in weerwil van' het St. Nicolaasfeest. aanstaanden Zondag slechts geopend zijn van 8 tot 9 en van 1 tot 2. Pakketten worden dien dag noch aange nomen, noch besteld. Luitenant-generaal G. A. Buhlman, com- 1 mandant van het veldleger, heeft om ge- zondheidsredenen ontslag gevraagd uit den I militairen dienst. Aan generaal-majoor A. Hoogeboom, in- j specteur van het militair onderwijs, is eervol j ontslag verleend uit den dienst, terwijl in zijn plaats is benoemd generaal-majoor H. Kem- I per; generaal-majoor H. Oolgaardt werd als i inspecteur der bereden artillerie vervangen j door generaal-majoor O. L. G. F. Alberson. j die als commandant van het ie regiment veld-artillerie wordt opgevolgd door kolonel 1 P. L. Bergansius. j KoJoneJ L. baron Van Hogendorp, wien mede met ingang van 1 December eervol I ontslag werd verleend, is als commandant van het 4e regiment veld-artillerie opgevolgd door kolonel C. J. M. Colette. Majoor A. M. Kollewijn, commandant van het korps torpedisten, is bevorderd tot luite nant kolonel, doch gehandhaafd in zijn bevel. Dr. D. Romeijn, chef van het militairhos pitaal te Breda, zal kolonel A. van der Moer vervangen als chef van het militair hospitaal te Amsterdam. J Met ingang van 5 December zijn bevor derd tot :e luitenant de militie-ze luitenant I M. F. J. bajpn Van Boerop, van het 22ste regiment infanterie, en de reserve-2e luite nants W. A. van Dalfsen, van het 5e, enH. Thijs, van het ibe regiment. Van de lichting 1916 worden geen militie- plichtigen opgeleid tot officier. Omtrent de wijze waarop mevrouw Bouw meester de titelrol in „Marguerite Gauthier" vertolkt, hetgeen zij aanstaanden Dinsdag ook in «Amicitia* hier zal doen, schrijft het »Haarlemsrh Dagblad*Dumas' wel oud. doch steeds hoogst gaarne gezien drama, voortrefiijk gespeeld door »Het Nederlandsch tooneel*. maakte op de toeschouwers een overweldigenden indruk. Mevronw Mann Bouwmeester heeft, in de rol van Marguerite, de ongelukkige camelia-dame, zichzelven overtroffen. Het Nieuws van den Dag* schrijft: liet mooiste in haar spel was het ijle, dat steeds verwonderlijk artistiek aandoet en slechts groote en ware artisten vermogen. Als haar broer Lonis weet ook mevrouw Theo Mann Bouwmeester de groote kracht van >rusten«, die zij prachtig nam, o.a. in het tooneel in den aanvang, waar zij spreek* tot Armand over het eeuwig liefhebben. Dat was van haar. zoowel van den heer Gimberg (Armand) subliem. De »Zwolsche Crt*. zegt er van: Onze actrice was voortrefiijkzij boeide het publiek van begin tot einde. De onrust, de droefheid, de ontroering, de blijde verrassing, alles werd weergegeven met sober gebaar, terwijl het groote, sprekende oog de diepe melancholie weerspiegelde, die de lijderes verteerde. De doodstrijd was even kort als aangrijpend. De groepeering van de scène, even vóór het overlijden, als Nichette in bruidstooi de

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1