149 De Voorzitter: Dan komt nu In stem ming het voorstel van B. W. Het voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 2 stemmen; die van de heeren Van Duinen en I.einweber. 534. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot aankoop van perceelen inde Molen straat, St. Jorisstraat en Hellestraat in het belang van de volkshuisves ting. Het voorstel luidt: In uw vergaderingen van 21 December J912, ly December 1913, 31 Maart 1914 en ly October 19.,; werd besloten, eenige per ceelen aan de St. Jorisstraat (Rommelenburg) en aan de Molenstraat aan te koopen, zulks in het belang der volkshuisvesting. Het is ons thans wederom mogen gelukken, de hand te leggen op eenige perceelen aan de Hellestraat, Hellesteeg, Molenstraat en op perceelen, die deel uit maken van het com plex onbewoonbaar verklaarde woningen op Rommelenburg, dat c 'erigens reeds aan deze Gemeente in eigendom toebehoort. De gevraagde prijzen zijn naar onze meening billijk te noemen. Wij hebben de eer U voor te stellen, tot deze aankoopen te besluiten. De betrekkelijke adviezen van de Gezonds heids-commissie zijn hierbij overlegd. De kosten zullen worden bestreden uit de gelden, ingevolge de Woningwet bij voor schot uit de 's Rijks kas te ontvangen. De heer Van Esveld verwijdert zich om dat een gedeelte van het voorstel zijn belan gen raakt. De Voorzitter: Verlangt een van de heeren het woord over het voorstel in het algemeen dan wel over een der onderdeelen Zoo niet dan is het aangenomen- De heer Van Esveld keert terug. 535. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om bij het Rijk aan te vragen verhooging van het bedrag, te verleenen als voorschot voor den aankoop van woningen in hetbelang van de volkshuisvesting. Het voorstel luidt: In uw vergadering van 19 Juni 1913 werd besloten een bedrag van f 3000 beschikbaar te stellen voor het doel, omschreven in artikel .,2 c der Woningwet, welk bedrag bij uw be sluit van 31 Maart 1914 werd verhoogd tot f 15 000. Door aankoop van verschillende perceelen voor dat doel is deze som ontoereikend ge worden. In verband hiermede en ten einde op den ingeslagen weg te kunnen voortgaan, is het noodig, dat het beschikbaar gestelde bedrag ad f 15000 wordt verhoogd tot f 65000. Wij hebben de eer. U voor te stellen door vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit daar toe over te gaan en. ter bestrijding van de uitgaven, overeenkomstig 8 der Woningwet een voorschot en een bijdrage uit 's Rijks kas aan te vragen. De Gezondheids-commissie kan zich blijkens haar hierbij overgelegd advies met het boven staande vereenigen. Als voren. 536. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaarver klaring van de woningen Conlnck- straat nos. 105, to", 109. ui en 113, toebehoorende aan E. de Neeling. Als voren. 537. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de Lijst van straatnamen voor zooveel betreft de Groote Haag en Achter de Arnhemschepoortwal. Het voorstel strekt om de Alphabetisché stratenlijst der Gemeente Amersfoort, bedoeld in artikel 1 der Verordering, regelende de verdeeling der Gemeente, de nummering der gebouwen en de verplichtingen als inwoner, te wijzigen door de richting van de straten Achter de Arnhemschepoortwal en Groote Haag te bepalen als volgt: Achter de Arnhemschepoort- w a 1 loopende langs het plantsoen van de Utrechtschestraat tot de Arnhemschestraat, Groote Haag loopende van Arnhem schestraat naar Kleine Haag. Als voren. 538 Voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Gemeente-begrooting, dienst 1915. Als voren. 539. Vaststelling kohier der school gelden voor de Burgeravondschool voor den cursus 1915/1916. Als voren, 540. Vaststelling 2e suppletoir ko hier der Straatbelasting, dienst 1915. Als voren. 541. Vaststelling 3e suppletoir ko hier der Hondenbelasting, dienst 1915- Als voren. 542. Vaststelling 3e en 4e supple toir kohier der Inkomstenbelasting, dienst 1915. Als voren. 543. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van geldleeningen tot voorziening in de tijdelijke behoefte aan kasgeld tot een bedrag van f500000. Het voorstel luidt Tot heden was het niet gebruikelijk, machti ging te vragen tot het opnemen van kasgeld, wanneer op de Begrooting daarvoor een be drag was opgenomen. Ons College meende zich op het standpunt te mogen plaatsen, dat in het aanwezig zijn van den Begrootingspost de machtiging van den Raad en de goed keuring van Gedeputeerde Staten waren ge legen. Gedeputeerde Staten zijn een andere mee ning toegedaan en achten het nemen van af zonderlijke besluiten meer in overeenstemming met de Gemeentewet. Ofschoon wij ons standpunt meenen te kunnen bandhaven, erkennen wij toch, dat voor de opvatting van Gedeputeerde Staten veel te zeggen valt en komt het ons wenschelijk voor. aan hun verlangen te voldoen. Het zal daarvoor noodig zijn, dat alsnog een regeling wordt getroffen, die ook Inhoudt de machtiging tot het opnemen van reeds ontvangen gelden. Wel kan die regeling niet geheel zuiver zijn, wijl de stand der kas zich telkens wijzigt en voor zeker doel opgenomen geld later een andere bestemming ontvangt, maar door de voorgedragen regeling kan toch een volkomen zuiver beeld worden verkregen van den stand der geldmiddelen op dit oogenblik. Uit het overzicht zal blijken, dat enkel kas middelen noodig zijn voor den buitengewonen dienst, d.w.z. ten behoeve van uitgaven waar voor mag worden geleend. De tijdelijke lee ningen zullen dus te hunner tijd in een vaste dienen te worden omgezet. Dat dit niet nu reeds geschiedt, vindt zijn verklaring hieriD, dat de juiste te leenen bedragen nog niet be kend zijn. en ook dat het aangaan van kleine leeningen niet voordeelig is. Verder merken wij op, dat de rente van aan het Grondbedrijf verstrekt kapitaal geheel door het bedrijf wordt gedragen en dat onder de overige posten ruim twee ton voorkomt, waarvan de rente eveneens niet ten laste der Gemeente komt. De benoodigde rente, die wel ten laste der Gemeente komt, kan uit het betrokken volg nummer der loopende Begrooting worden ge kweten. Aangenomen z. d. of h. st. De Voorzitter: Er is nog een punt bij gekomen over grondverkoop. In de voorgaande vergadering, meen ik, is besloten te verkoopen aan den heer Hoogevest qq. een stuk grond op den hoek van de Emma-laan en den Utrecht- schen weg. Dat was toen groot ongeveer 1 roo M-., tegen den prijs van f2.25, De gegadigde heeft verzocht, daar nog bij te mogen koopen tegen den zelfden prijs 825 M-. ongeveer. Is het den heeren voldoende duidelijk? Ver langt iemand het woord? Of hoofdelijke stem ming? Zoo niet, dan is dit goedgekeurd. De Voorzitter: Dan is nu aan de orde de RONDVRAAG. De heer Leinweber: Uit den aard van mijn betrekking passeer ik dagelijks het post kantoor en nu heeft het mijn aandacht ge lrokken, dat terwijl men voor een paar centen bij den rijwielbewaarder zijn fiets in bewaring kan geven, er zoo verbazend veel fietsen zonder toezicht worden neergezet tegen het gebouw of de balie, ifc heb het zelfs bijge woond, dat men bijna de brieven niet in de bus kon gooien. Voor dames en kinderen is dat bepaald ondoenlijk. Mijn medelid de heer Van Duinen heeft het zelfde ook ondervonden en zelfs fietsen moeten wegzetten om bij de bus te kunnen komen. Dat onbeheerd laten staan van fietsen maakt naar mijn idee den dief. In het «Orgaan van den Algemeenen Politiebond» zie ik, dat in het jaar 1912 niet minder dan 770 fietsen als ontvreemd zijn aangegeven en in het jaar 19x5 tot 10 September S2 5. Volgens den politieman, die dit stukje in dat blad heeft gezet, is het nog slechts het tiende gedeelte van de ver miste fietsen, dat vermeld wordt, want als ook de oude fietsen werden gesignaleerd, dan zou het blad wel uitdijen tot een onhanteer baar foliant. Deze mijnheer berekent, dat iedere fiets, die gestolen wordt, f 50 waard is. Wan neer er nu in het Politie-blad slechts het tiende gedeelte vermeld staat, dan worden dus over een tijdperk van nog geen 9 maanden 8350 fietsen gestolen tot een waarde van f 417 500. Verder zie ik in dit ingezonden stukje van dezen politieman, dat menige arme drommel, die tot dusverre eerlijk bleef, ondanks zijn honger, een rijwieldief is geworden door het voortdurend onbeheerd zien staan van fietsen. Ik ben het volkomen met dien man eens; de gelegenheid maakt den dief. En daarom meen ik, dat wij, als overheid, moeten zorgen, dat die gelegenheid niet wordt geboden. Ik zou den Burgemeester, als hoofd der politie, willen verzoeken, maatregelen te be ramen tegen het onbeheerd laten staan van rijwielen. De Voorzitter: Mijnheer Leinweber,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 7