Stadsnieuws.
Waarom nu toch moet er gewacht tot de
paar weken tusschcn l'aschen en Pinksteren
Dan roepen allen te gelijk om de hierbc-
doclde werklieden, zijn er dus handen tekort,
is er teleurstelling en ontevredenheid over
de slechte bediening, en krijgt men half werk,
dat wel moet worden afgeroffeld omdat er
zoo velen te gelijk beslag leggen op de
knechts.
Waarom veel van dat werk niet thans
laten doen
Het is voor den werkman toch zooveel
verheffender, verdiend dan gegeven brood
te eten.
Zeker, wij waardeeren ten volle de betoonde
filantropie, doch beschouwen haar toch in den
grond der zaak als een noodzakelijk kwaad.
Ze heelt een demoraliseerenden invloed.
Daartegenover geldt nog steeds het: arbeid
adelt.
Moge deze opwekking haar uitwerking
niet missen.
De mogelijkheid van een
dunrzanien vrede.
In het Engelsche weekblad «The Nation»
is een uitvoerige gedachten wisseling gehouden
over de vraag, of voor de duurzaamheid van
den toekomstigen vrede besliste voorwaarde
is. dat de Duitschers met geweld uit het be
zette gebied van België en Frankrijk worden
gedreven en dat de Geallieerden in staat
zullen zijn. in Duitschland zelf hun tegen
standers de vredesvoorwaarden te dicteeren,
De bekende staathuishoudkundige, prof.
J. A. Hobson. beantwoordt deze vraag ont
kennend. Hij is van oordeel, dat, indien
Duitschland er toe gebracht kon worden,
als eersten stap tot den vrede, vrijwillig de
bezette gebieden te ontruimen, een dergelijk
einde van den oorlog verre te verkiezen zou
zijn boven een beëindiging door de over
macht der wapenen.
Schijnbaar zou een vrede op grond van
militaire overmacht en gepaard gaande met
verovering van de Duitsche vloot, vernieti
ging van de fabrieken van Krupp, oplegging
van een reusachtige schadeloosstelling en
instelling van een bezettingsleger, tot naleving
dezer voorwaarden, meer kans bieden om de
kans op nieuwen oorlog te voorkomen. Maar,
zegt Hobson, zulk een stelsel zou in waar
heid juist den geest van het Duitsche mili
tairisme versterken en in stand houden. Z.ou
het niet juist zoo het geval zijn bij ons, indien
Duitschland ons land binnenviel, onze vloot
vernietigde en ons op rantsoen stelde? Zou
onze geest van verzet dan worden gebroken
En het denkbeeld, dat sommigen hebben,
dat de werking in Duitschland anders zou
zijn dan bij ons, omdat het Duitsche volk
zou erkennen, dat al die straffen een recht
vaardige vergelding waren voor hun aanval
lende politiek, is te dwaas om ernstig weer
legd te worden. Zulke slechte psychologie
is slechts te verklaren door oorlogskoorts.
Neen, een vrijwillige ontruiming van België
en Frankrijk, als formeele erkenning, dat de
aanvalspolitiek is mislukt, zou op het Duitsche
volk een veel opvoedender invloed hebben.
Indien het Duitsche militairisme zal worden
gebroken, is een allereerste vereischte daar
voor. dat het Duitsche volk het falen van dit
stelsel erkent. Overwinningen op het slagveld
alleen kunnen dit niet bewerken, en evenmin
de straffen, door den overwinnaar op te
leggen.
Dit laatste betoogt Hobson op de volgende
gronden
1. De Geallieerden kunnen niet door mili
taire macht Duitschland bij voortduring zóo
onderdrukken, dat een herstel van militaire
kracht onmogelijk wordt. Er zullen Duitsch
land altijd nog vele geoefende soldaten over
blijven. evenals wetenschap, tucht, vaderlands
liefde en andere eigenschappen, die een volk
sterk maken, als een oorlogsdoel hen nog
drijft,
2. De immer voortdurende poging der
Geallieerden om zulk een herstel van Duitsch
land door geweld te verhinderen, zou het
militairisme en den verplichten krijgsdienst
met alle kosten en gevaren in Engeland en
ieder land van Europa laten heerschen.
3. Deze politiek zou den militairistischen
geest in Duitschland sterk houden. De Re-
gcering zou tot het volk kunnen zeggen
«Gij ziet hoe wij gelijk hadden, door te
zeggen, dat een samenzwering van jaloersche
en wraakzuchtige volkeren uw Rijk wilde
verbreken en ontwrichten, uw koloniën wilde
stelen en uw handelsvooruitgang wilde strem
men. Door overmacht in aantal slaagden zij
voor het oogenblik. Doch wachten wij onzen
tijd af».
4. Zoo zou Duitschland's militairisme niet
gebroken zijn, maar zou het zich steeds wijden
aan intriges om bondgenootschappen sluiten
en wraakplannen te maken.
3. Iedere hoop op een waarlijk Europeesch
concert, waarvan Asquith en Sir Edward
Grey getuigden, dat dit de eenige voorwaarde
voor een vredelievende toekomst is, zou
bierdoor vernietigd zijn.
Hobson weet niet, of de Duitschers ooit
eenig redelijk voorstel zullen doen. Misschien
zal een vernietigingsoorlog noodzakelijk zijn.
Dit echter bepleit hij, dat, mocht Duitschland
een redelijke basis voor besprekingen aan
bieden, dit voorstel niet zal worden van de
hand gewezen op grond van de gevoelens
der voorstanders van een verdelgingskrijg.
Tegenover het verlangen naar een «straf»
merkt Hobson nog op, of dan de straf, die
Duitschland thans reeds ondergaat door dood
en lijden, ontbering en zekerheid van finan-
cieele ruïneering, voor niets telt? Is
alleen de straf, die op dezen oorlog zou
volgen, van eenige beteekenis? Zijn zij, die
een verdelgingsoorlog prediken, die de levens
zal kosten niet van hen zeiven, maar van
ontelbare duizenden hunner medeburgers,
wel voldoende zeker, dat de «straf» hun zal
verzekeren het bereiken van hun doelde
vernietiging van het Duitsche militairisme
voor altijd?
Het komt Hobson voor, dat het waar
schijnlijk is, dat die «straf op Europa in zijn
geheel zwaarder zal drukken dan op Duitsch
land alleen en de waarschijnlijkheid opeen
volgenden Europeeschen oorlog juist zou
verhoogen».
In verband met de verhooging der ver-
pleegkosten voor armlastige krankzinnigen,
wier aantal voor de Provincie Utrecht 374
bedraagt, van welke 264 uit de Gemeente
Utrecht, stelden Gedeputeerde Staten voor,
de Provinciale opcenten op de Grond- en
de Personeele belasting te verhoogen met
een half en aldus te brengen op 15.5.
Het begint er veel op te gelijken, dat er
hoe langer zoo minder gebruik wordt ge
maakt van de tram.
In de afgeloopen maand werden slechts
7017 betalende passagiers vervoerd, of 669
minder dan in Slachtmaand 1914, 9499
in de zelfde maand van 1913 en 10074 *n
1912.
De vervoer-opbrengst, tevens de totale
ontvangst, was f350.20, of f36.35 minder,
tegen f473.50 in 1913 en f540.90 in 1912.
De dagkilometer-opbrengst was f 6.48, of
f0.67 minder dan in 1914.
De heer E. H. Buijtenhuijs, benoemd tot
Hoofd van school A te Harderwijk, hoopt
1 Februari daar in functie te treden.
Als opvolger van luitenant-generaal G. A.
Ruhlman is met ingang van 8 December
benoemd tot luitenant-generaal en comman
dant van het veldleger generaal-majoor \V.
H. van Terwisga. thans commandant der 3e
divisie.
Wel een jonge Excellentie; immers hij is
slechts even 54 en is sedert 2 Juli 1879
officier.
Tot reserve-ze luitenant bij hun tegen
woordig korps zijn bevorderd de kornets B.
P. baron Van Harinxma thoe Slooten en J.
van Walré de Bordes, beiden van het ie
regiment huzaren, en G. A. I.. Boissevain
en jhr. H. van Sminia, beiden van het ie
regiment veld-artillerie.
De landweerlichting 1909 vertrekt 17
December met klein-verlof, nu de oudste
landstormlichting van de depots naar het
veldleger kan overgaan.
Het Militair tehuis aan de Beekstraat zal
andermaal worden vergroot.
De Bloemendames, die al zóo veel vreugde
brachten aan patiënten in ziekenhuis of hospi
taal, vragen bij advertentie in dit nummer
een bijdrage voor een extra-Kerstgave.
Onnoodig te zeggen, dat bij het zeer groote
garnizoen er meer patiënten zijn dan anders;
eigen jongens en Belgische kameraden wor
den natuurlijk op geheel gelijken voet be
dacht.
Als iedere lezeres en elke lezer nu iets
geeft dan kan aan allen de Kerstdag tot
een niet al te droeve worden gemaakt.
De Inspecteur van den landstorm heeft de
volgende circulaire verzonden aan de com
mandanten der landstormafdeelingen
Nog enkele malen komen klachten bij mij
in, meestal van familieleden van vrijwilligers
bij den landstorm, dat dezen, in weerwil
van geopperde gemoedsbezwaren, door hun
commandanten verplicht zouden worden, deel
te nomen aan oefeningen op de Zondagen.
Dit bevreemdt mij en daarom breng ik
nogmaals, voor zoover dit noodig mocht zijn,
in herinnering, dat vrijwilligers, van wie mag
aangenomen worden, dat zij bepaaldelijk ge
moedsbezwaar hebben tegen oefeningen op
de Zondagen, alsmede op de erkende gods
dienstige feestdagen, tot geen enkele dienst
verrichting op die dagen verplicht mogen
worden.
Aan het wijs beleid der commandanten
moet ik natuurlijk overlaten de beoordeeling
of die gemoedsbezwaren niet worden aange
voerd als voorwendsel om zich aan een uit
geschreven oefening te kunnen onttrekken.
Bij twijfel late men echter liever den man
vrij dan hem, ook tot verdriet van zijn
familieleden, tegen zijn geweten in te doen
handelen.
Ook zijn er vrijwilligers, die op zich zei
ven geen bezwaar hebben, op de Zondagen
te oefenen, doch toch niet gaarne op dien
dag de godsdienstoefeningen wenschen te
verzuimen. Bij de regeling van de oefeningen
moet ook, althans voor deze personen, met
deze omstandigheid rekening worden ge
houden.
Voor velen zal het bezwaar om op Zon
dag te schieten, worden overwonnen, in
dien zij slechts verplicht worden, hun aan
tal patronen te ko.nen verschieten en zij on
middellijk na afloop daarvan ook indivi
dueel kutinen inrukken.
Allerminst moet echter uit het voorgaan
de worden afgeleid, dat wegens de aanwe
zigheid van enkele gemoedsbezwaarden bij
de afdeeling voor allen de oefening op
de Zondagen gestaakt behoort te worden.
Venmits toch het meerendeel der vrijwillige
landstormmannen door burgelijke betrek
king, als anderszins, op de werkdagen ver
hinderd is, bij daglicht te oefenen, moet,
zoo eenigszins mogelijk, gebruik gemaakt
worden van de onmisbare Zondagen voor
het houden van schietoefeningen met scher
pe patronen no. 1, alsmede van andere oefe
ningen, waartoe de duisternis zich minder
goed leent.
Het concert, dat Marius Kerrebijn, die ook
bij den T. B. C.-avond zich hier deed hooren,
op 20 December in „Amicitia" kan door
hoogst ernstige ziekte van den kunstenaar niet
doorgaan.
Heden acht dagen, precies te halfacht, zal
de zangvereeniging van Toonkunst ten ge-
hoore brengen Dvorak's »Stabat Materen
Beethoven's »Eroica«.
Solisten zijn mevrouw C. van RijssenVan
Boecop, sopraan; mejuffrouw Anna van Hoorn,
uit I.aren, altde heer N. I. N. van Wensen,
uit Utrecht, tenoren de heer K, Brons
geest, uit Coblenz, bas.
Mejuffrouw H. J. F. Mezger heeft de orgel-
partij op zich genomende Arnhemsche
Orkest Vereeniging zal den zang begeleiden.
Frans Rodijns, de hoogst artistieke kunst
smid uit Lier, wiens werk op de tentoon
stelling der geïnterneerden, verleden jaar in
»Amicitia« gehouden, zoo terecht werd be
wonderd, heeft in opdracht van de Belgische
officieren, die sedert hun interneering gast
vrijheid genieten in die sociëteit, een keurig
St. Nicolaas-geschenk vervaardigd.
Rond het uurwerk eener groote pendule,
wier wijzerplaat uitmuntend harmonieert met
haar kunstvolle omvatting, vervaardigde hij
een gesmeed ijzeren kast met wonderfraaie
loovers en takken van Zweedsch ijzer en
geheel in den stijl twee lichtdragers, ieder
met drie electrische lichtpunten, welke wor
den gevoed door een op den schoorsteen
geplaatst elementje.
Kolonel Vermeulen bood Zondagochtend
het zeer gewaardeerde geschenk namens de
hier vertoevende Belgische officieren aan het
Bestuur der sociëteit aan. De heer H. W.
van Esveld, Voorzitter, dankte in het Ne-
derlandschdr. Ph. H. Peyrot, Commissaris,
in de Fransche taal.
Onder het midden der wijzerplaat is aan
gebracht een gestyleerd koperen schildje,
waaropLes Officiers Beiges a la société
Amicitia Amersfoort décembre 1915.
Bij de gisteravond gehouden verkiezing
van kerkvoogden der Ned. Hervormde ge
meente is herkozen de heer C. J. van der
Nagel, en werd in de vacature-Bolk gekozen
de heer A. C. Couvee.
Voor den cursus in veekennis, uitgaande
van de afdeeling Amersfoort en omstreken
van het Utrechtsch Landbouw Genootschap
en welke zal worden gegeven door dr. H.
A. Vermeulen, uit Utrecht, hebben zich aan
gemeld 15 deelnemers.
Ook de barbiers- en kapperspatroons hier
ter stede zinnen op tariefsverhooging.
Einde week zal een lid van het Hoofd
bestuur van den vakbond het goed recht
van deze verhooging komen bepleiten.
H. V. C. 1 ging Zondag niet naar Daven-
tria, omdat het terrein - een IJsel-uiter-
waard was afgekeurd.
Haar tweede elftal sloeg hier Sport Staalt
Spieren, uit Doorn, met 11—o.
Quick 2 sloeg Velox 2 met 10.
Amersfoort 2 sloeg Ares met 2o,
V. V, A. 1 sloeg Hercules 4 met 6—0.
Naar de kaasmarkt werden gister aange
voerd 22 wagens met 9000 pond kaas.
De prijs liep van 66 tot 69 cent.
De handel was vlug.
Aan de Centrale V. P. N.-mijn werden
heden verkocht 47 378 Regeerings-eieren.
De prijs liep van f 8.00 tot f 9.00 per
honderd.
Eén van de exporteurs kreeg een groote
bezending terug omdat de door hem gezon
den eieren veel te klein waren. Het impera
tief voorschrift is, dat er moeten worden
geleverd eieren van ten minste 57 Kilo per
duizend.
Nogmaals, dit zijn versebe eieren, die alle
worden geschouwd en worden verkocht aan
den handel, uitsluitend voor binnenlandse!»
gebruik.
De schrikkelijke storin van Zaterdagnacht,
die hier wel het hevigst woedde tusschen
middernacht cn éen uur, heeft hier gelukkig
zeer weinig schade aangericht.
Wat dakpannen, een paar ruiten, een
enkele schoorsteen, eenige takken moesten
het ontgelden; doch het telefoonnet werd
niet gestoord en ook persoonlijke ongevallen
zijn niet te betreuren.
Een infanterist kreeg gistermiddag in de
Van Persijn-straat een klap van een paard,
die zóo aankwam, dat twee passeerende
Belgische kameraden hem moesten dragen
naar het Politie-bureau. vanwaar hij per
brancard werd vervoerd naar het militair
hospitaal.
Wees vriendelijk en aangenaam in den
omgang; als de ingang van uw huis met
distelen is begroeid, komt niemand in uw
rozentuin.
TTit don Omtrek.
Te Baarn heeft de inschrijving voor de
door prof. Lanz uit te rusten Nederlandsche
ambulance voor de verbonden legers der
centrale mogendheden ruim f8700 opge
bracht; daaronder was éen inschrijving van
f5000.
Iemand die onbekend wenscht te blijven,
heeft voor het bij het station De Bildt op
een reeds ten gebruike gegeven terrein te
bouwen Ned. Hervormd kerkje f 10 000 ge
schonken.
AMSTKUÜAMSCHE SNUFJES.
Het geval Schroder.
Men schrijft ons uit Amsterdam
De in-hechteuis-neming van den heer J. C.
Schroder, hoofdredacteur van »De lelegraaf*.
wordt hier druk besproken. Schroder genoot
hier zekere populariteit. Wie heeft nog nooit
gehoord van Barbarossa Wie kende niet den
dagboekschrijver, die In »De Telegraaf» zulke
kostelijke soms ook schrijnende humor kon
ten beste geven
Zeker, hij had niet alleen vrienden. Zijn
aantal vijanden was misschien nog grooter.
Wee dengeen, op wien hij zijn journalistieke
mitrailleuse richttemeer dan eens schoot
Schroder dan met dum dums, die een noode-
looze en wreede wonde nalieten. Maar die
wreedheid zat hem in het bloed
Nu beklaagt ieder den bloeddorstige!) Rood-
baard, zelfs de pro-Duitschers, en men vraagt
zich af of het niet beter en meer doeltreffend
ware geweest, wanneer de uitgaaf van »I)e
Telegraaf* één dag ware geschorst. Alleen
enkele theater-directeuren zullen blij zijn. dat
de gevaarlijke dwarskijker voorloopig veilig
zit opgeborgen.
Het Dam-vraagstuk,
(Van een onzer Amsterdamsche medewer
kers).
Vele Amsterdammers zijn niet tevreden
over hun Dam Het gebouw van de «Groote
Club* is voor velen een windmolen zonder
wieken, en het gebouw van Peek Clop
penburg mag op zichzelf monumentaal wor
den, evenals het te bouwen Dam-hotel, op
de plaats waar vroeger het Commandants
huis stond, het valt niet te ontkennen, dat
de Dam, als geheel, er niet op vooruitgaat.
De Dam, de Amsterdamsche Dam, de his
torische Dam in den Amstel, waaraan Am
sterdam zijn ontstaan heeft te danken
hoewel de historici lachen om die bewering -
de Dam, het hart van het hart des lands,
waarop we zoo trotsch zijn, die we haast
beschouwen als een plekje gewijden grond,
die zelfde Dam. het valt niet te ontkennen,
krijgt al meer en meer een hutspotachtig
karakter.
Vroeger was met het Paleis te concurreeren.
De Damhuizinghen werden al hooger en
breeder, en het gevolg van een en ander is,
dat de Dam zelf er kleiner door schijnt. De
Dam is, zoo zeggen reeds verschillenden,
geen plein meer, maar een kom. Ga niet
zoo voort.
Onder de velen, die zich met hel Dam-
vraagstuk zijn gaan bezighouden, behoort
thans ook de sympathieke jhr. J.H..Schorer
uit Laten (N.-H.) In de «Nieuwe Courant*
van Zondag j.I. schrijft hij een zeer interes
sant artikel, waarin hij o.m. het volgende
schrijft»Men neemt de ontstane disharmonie
in de verhouding der gebouw' 1. onderling
waar; men moppert over den vorm van
dezen en genen hoek van het plein; men
ziet, dat de verwijdering van het Vrijheids
beeld aan den indruk der omgeving geen
wijziging brengten men gevoelt onwille
keurig, dat niets baten zal om een gewenschte
uitkomst te bereiken*.
Jhr. Schorer meent dan echter, dat een
blik in het verleden opheldering geeft de