GOURAHT.
Donderdag 10
Februari 1916.
No. 8682
66e Jaargang
,e#;
Stadsnieuws.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsclie Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
IiOOFD-REDACTEUR:
F. J. FREDESIKe,
AMERS F O O R T.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/i.—
franco per post/1.15. Adverteutiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertcntiön per regel 15 cent. Reclames 1 5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent,
Bij advcrtentiün van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
ZORTEGRACHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
KENNIS »i E V I S (J.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Amersfoort heelt ontvangen
>De Twentsche Nijvcrh .id in Nederland».
Belangstellenden kunnen bovengenoemd
prachtwerk voor eenige dagen ter lezing ont
vangen aan tc vragen bij den ondergetee-
kende.
II ER Ms. 1'. VAN HASKLEX,
Secretaris.
Amersfoort 10 Februari 1916,
Voor den vrede.
De internationale «Centrale organisatie
voor een duurzamen vrede", waarvan de
«Xederlandsche Anti Oorlogs-raad« het bu
reau is, krijgt steeds meer aanraking met
vooraanstaande personen in de verschillende
landen, zoowel in de oorlogvoerende, aan
beide zijden, als in de neutrale.
De Internationale Raad, welke aan het
hoofd staat van deze organisatie, bestaat
thans uit 190 personen van zeer verschillende
richting uit 32 verschillende landen.
Behalve de Bestuursleden van den X. A.
O. R. hebben thans de volgende personen
zich bereid verklaard, voor Xederland in
dezen raad zitting te nemen: inevr. 11. van
BicmaIlijmans. Presidente van den natio-
nalen vrouwenraad van Xederland; nir. H.
Goeman Borgesius; jhr. mr. A. P. C. van
Karnebeek, Minister van Staat, lid van het
Mof van Arbitrage; II. II. van Kol, Xed.
vertegenwoordiger in het Internationaal
socialisten-bureau dr. A. Kuyper, Minister
van Staat; mr. B. C. J. Loder, Bestuurslid
van de International Law-associationmr.
J. A. I.oefT; prof. mr. J. de I.outer, lid van
het Instituit de Droit international; jhr. mr.
A, F. de Savornin I.ohmnn, Minister van
Staat, lid van het Hof van Arbitrage; mr.
M. Tydeman, lid van het uitvoerend Comité
van de Interparlementaire unie.
Geschiedenis-onderwijs.
Ofschoon er afwijkingen zijn in de pro
gramma's der vredesvercenigingen en andere
pacifistische groepen, die zich in vroegere
tijden hebben gevormd of onder den drang
der hedendaagsche gebeurtenissen zijn ont
staan hierin komen zij alle overeen, dat
zij op den voorgrond stellen de noodzake
lijkheid, het besef van de solidariteit der vol
ken als grondslag van de internationale be
trekkingen. Alle mensehen moeten overtuigd
zijn van de waarheid, dat geen volk op zich
zelf en voor zichzelf alleen kan bestaandat
zij allen elkander noodig hebben, ten einde
zich ia stoffelijkcn, maar vooral in geeste
lijken zin tc verrijken door uitwisseling van
arbeidsvruchtendat de welvaart van het
cene volk, wel verre van schade tc doen aan
die van het andere, integendeel daarop terug
werkt, gelijk het licht niet beperkt wordt
tot zijn bron, doch uitstraalt tot in wijde
verte.
Deze gedachten zijn geenszins nieuw; het
pacifisme is wellicht geboren gelijk met den
allcrcerston oorlog, en men vindt het terug
in de geschriften der oudste volken. Toch
zijn zij niet zoo diep gedrongen in dc volks
ziel, dat zij alle nationale handelingen ;n
strevingen beheerschendat de oorlog tegen
den oorlog tot een duurzame overwinning
heeft geleid; dat het denkbeeld, bij opko
mend geschil zijn goed recht door krachts
ontplooiing te staven, als iets monsterachtigs
wordt verworpen. Het moet zoo wordt
thans gezegd, bij den verschrikkelijken aan
blik van den toestand, tot welken de mensch-
heid is kunnen komen door dit beginsel los
te laten en de theorie van het «macht boven
recht» te aanvaarden - den kinderen van
het eerst# oogenblik dat het ontwakend zelf
bewustzijn zich openbaart, worden ingeprent,
niet alle middelen, die den opvoeders ten
dienste staan, dat de menschen, die in een
ander staatsverband leven, nooit als vijand
mogen worden beschouwd en •behandeld,
ofschoon ze in eenig opzicht tegenstanders
kunnen zijn in een conflict, dat dan tot een
oplossing moet komen of tot een schikking
kan worden gevoerd op soortgelijke wijze als
wordt gehandeld met overeenkomstige ge
vallen in het burgerlijke en maatschappelijke
leven, waar men ook niet de vuisten op
elkanders aangezicht werpt om te bewijzen,
dat men gelijk heeft.
Om die overtuiging te doen groeien tot
een levensbeginsel, tot een onmisbaar ele
ment, zonder hetwelk geen gemeenschaps-
bestaan denkbaar is, moet al hetgeen haar
kan voeden in verteerbaren vorm worden
toegediend, van de vroegste jeugdhet moet,
volgens de bekende huiselijk-Xederlandsche
uitdrukking „niet den paplepel worden in
gegoten".
Dat is dus een quaeslie van volksopvoe
ding, en als zulk een zich voordoet, richt
men het eerst de blikken naar de school,
met uitschakeling van de andere factoren, I
die in de geestelijke vorming van het op
komend geslacht een minstens even gewichtig
aandeel hebben.
Het zij zoo; ontkend mag in elk geval
niet worden, dat de richting, bij het volks
onderwijs gevolgd, op die van het volks
leven in de naaste toekomst van grooien
nvloed is. En, op die gedachte doorgaande,
komt men natuurlijk tot de vraag: Waar
is, in het onderwijsstelsel dor gewone Lagere
school immers de kweekplaats voor de
geestesontwikkeling van vijf-en-negentig
procent onzer bevolking het speciale
plekje, meest geschikt om de vredes-idee
wortel te doen schieten, te doen uitgroeien
tot een krachtige plant?
Het vrij eenparig antwoord is bekend.
Het onderwijs in de Vaderlandsche geschie
denis moet zich. minder, liefst maar in het
geheel niet, bezighouden met oorlogsgebeur
tenissen (de «histoire bataille») doch de volle
aandacht geven aan de werken des vredes,
door het voorgeslacht tot stand gebracht.
Xiet wat de mannen van vroeger te land en
ter zee presteerden bij aanval of verdediging,
maar wat zij deden in kunst en wetenschap,
behoort het opkomend geslacht te prikkelen
tot navolging. Als voorbeelden van helden
moed, die zelfs geen vrees voor levensverlies
deed gelden, zullen niet worden voorgesteld
een Jan Haring, die in den slag op de
Zuiderzee dc Spaansche vlag van het admi-
schip haalde, maar Frans Narebout, de
beroemde loods van Walchcren's kustde
grootheid van Tromp en De Ruyter zij
minder in het licht gesteld dan die van
Frans Hals en van Rembrandt, en de jeugd
worde meer gebracht voor de beeltenis van
Vondel en Van Leeuwenhoek dan voor die
van de Prinsen Maurits en Frederik Hendrik.
Dit, wat betreft het biografisch gedeelte
van het Geschiedenis-onderricht, waarbij de
leerling wordt geplaatst tegenover de voor
beelden, ter navolging aangeprezen.
Maar er is meer. De algemeene strekking
behoort minder nationalistisch te zijn, niet
wekken tot het gevoel van de gtootore
voortreflijkheid van eigen natie met be
trekking tot haar verleden. Dat begint al
met de Batavieren en de Friezen, die zóo
dapper en zóo trouwhartig waren, dat dc
Romeinsche keizers hen onderscheidden,
011 loopt verder door totja tot het
oogenblik, waarop zekere critiek de tijdge-
nooten kan treffen, die dan plotseling wor
den geacht in allerlei dingen bij andere vol
ken achter tc staan. Want dit is óok wel
iets merkwaardigs, iets, dat onverklaarbaar
lijkt, alhoewel het dat niet is, dat er ook
een soort vaderlandsliefde wordt op na ge
houden, die het naar omlaag halen van
eigen volksaard als middel bezigt om haar
aan den dag te leggen.
Maar laten wij niet afdwalen. Erkend kan
worden, dat dc oorlogsgeschiedenis tc zcor
op den voorgrond treedt, meer dan die der lasting niet te zullen worden ingetrokken, zij
beschaving. Of zulks nu juist in Nederland het ook, cat de mogelijkheid niet is uitge-
in zoo bijzondere mate het geval is, dat het sloten, dat het tarief van heffing wijziging
dan tijd word er een veldtocht tegen zal ondergaan,
openen, is nog de vraag,
erst zij opgemerkt, dat de invloed;
door de gewraakte richting van dat onder
wijs geoefend, niet groot kan zijn. In den
regel begint het met het vierde leerjaar, om
dat eerst dan de vereischte vatbaarheid wordt
ondersteld aanwezig te zijn, en neemt een
einde met het zesde. Gedurende deze drie
jaren wordt dan wekelijks een, hoogstens
twee uren Geschiedenisles gegeven.
Kan wel in dien korten tijd in de ziel een
element worden gebracht, zóo vastliggend,
dat andere ovewegingen van menschen-
minnenden aard, noch latere ervaringen op
economisch gebied, den aldus ontstanen
chauvinistischen plooi niet meer kunnen glad
strijken
Daar zijn er, die meenen, dat men maar
I Wel zeer opmerkelijk is het Kon. besluit
waarbij, op zijn verzoek, eervol ontslag is
verleend aan mr. M. W. F. Treub als Mi-
nister van Financiën.
i Immers het bevat de toevoeging«met
dankbetuiging voor de vele en zeldzaam be
langrijke diensten den lande in deze moei-
lijke tijden bewezen».
Dat is wel een zeer vleiende erkenning
voor den nu afgetreden bewindsman.
Degenen, die zich hebben belast met de
inzameling van adhiesie-betuigingen op het
adres tot behoud van Minister Treub, dat
gelijk men weet ter teekening ligt bij de
firma Jans Co., agente van de stoomvaart
maatschappij «Nederland». Kortegracht 20,
u.»r sr. aie meenen am m„»r vs„oeken ons mede le deolen dat%n,0e»el
liever he heele r.eKtoedenie-ondM.ij. uit de „ieuw0 M|„tet bcooandi
het leerplan der Lagere school moest ver- 1 - -
wijderen; het is toch zoo'n bitter beetje.dat
de kinderen als blijvend bezit er van meene
men het is zoo gauw vervloeid. Als dat de
geheele waarheid is, en niets anders er te
genover staat, dan zou er ook geen grond
zijn voor de meening, dat liet krachtig ge
noeg is om nationaal exclusivisme op te
wekken. Maar zou het wel goed zijn, de aan-
knoopingspuntpn
zij zich aanbevolen blijven houden voor toe
zending van adhtesie-betuigingen, ten einde
aldus een juist overzicht te krijgen van de
stemming van het Nederlandsche volk over
de motie, den 28 Januari j.l, door de Tweede
Kamer aangenomen.
Vanwege het Gemeentebestuur van Amers-
foort is een begin gemaakt met het verwij-
onze geestelijke natio- deren der zandbanken, die bij de jongste
nale bezittingen, met onze kunst, met onze
literatuur, die toch vol zitten met historische
herinneringen, buiten het bereik te stellen j
van de groote meerderheid van ons volk
En dan, Geschiedenis is, men vergete het
niet, de kennis van hetgeen geschied is. In
het verleden hebben oorlogen plaats gehad j
in een heftige en langdurige worsteling is
ons volk geworden. Zou men dat feit, en
alle andere feiten, waarbij de wapenen wer- Een lezer van >De Eembode» schrijft aan
den opgegrepen, eenvoudig verzwijgen, on- dat b'a('
danks den machtigen invloed, dien de strijd Het kan misschien zijn nut hebben, onder-
heeft gehad op den loop van ons nationaal 1 staande regelen onder de aandacht uwer
bestaan? Het is geen verheerlijking van den 1 'ezers te brengen.
oorlog, geen miskenning van den vredes- I 'l Is mijn bedoeling, door tusschenkomst
zegen, geen verlevendiging van volksantipa- ^an uw blad ®erJ n'f' a"edaagsch,
j overstrooming in de Eem zijn gespoeld, e
wel met het oog op de scheepvaart.
Tot agenten van politie 2e klasse zijn, ter
j voorziening in de vacatures ontstaan door
het vertrek van de agenten H. Wobben en
j H. Haalboom, benoemd H. Meesters, uit
Utrecht, en G. Doornekamp, van hier.
op den voorgrond staat, en juist door de
tegenstellingen in helder licht te plaatsen,
zal de bekwame onderwijzer, zonder eenig
verzwijgen van de historische waarheid, de
vredesbeweging in de hand kunnen werken.
Wij gelooven, dat de beantwoording der
gestelde vraag in deze richting moet worden
gevonden.
R.
In de Luthersche kerk hier hoopt aanstaan
den Zondagochtend voor te gaan ds. J. I..
F. de Meijere Joh. Cz., uit Haarlemin de
Doopsgezinde kerk ds. Ten Cate; en in de
Rcmonstranische kerk dr. 11. I.. Oort, uit
Utrecht.
De heer L. Wagenaar, opper-rabijn in
Gelderland, is tijdelijk belast met het opper-
rabinaat over het synagogaal ressort Amers
foort.
doch
>an
Amersfoortsche toestanden aan te halen.
'tZal uw lezers genoegzaam bekend zijn,
dat door de overbevolking van onze stad de
woningnood onhoudbaar isvooral het ge
brek aan arbeiders- en burgerwoningen laat
zich gevoelig gelden.
Nu is het mij minder te doen om de na-
declige gevolgen op zedelijk gebied van
dezen toestand te bespreken, dan wel de
moeilijkheden te schetsen, waarin de minder
gefortuneerde arbeider door dien woning
nood verkeert.
Het komt namelijk meerdere malen voor,
dat huiseigenaren den huidigen toestand te
baat nemen om de huurders te dwingen,
beduidend meer huur te betalen dan voorheen.
Zoo gebeurde 't ook dezer dagen een op
passend huisvader. Sinds lang had hij in het
zelfde perceel gewoond, zonder dat de huis
eigenaar eenige reden tot klagen had, toen
opeens deze laatste de huur met pl.m. 75 pCt.
verhoogde. Den financieelen last te zwaar
vindend, deed de man, die altijd trouw zijn
huur betaalde, al het mogelijke om een
andere woning te bekomen.
De eigenaar echter, in plaats van den
goeden wil van zijn trouwen huurder te
waardeeren, wendde zich tot den deurwaarder
om des te spoediger een hoogere huur van
Dinsdagavond konden we bulletineeren,
dat tot Minister van Financiën is benoemd
mr. dr. Anton van Gijn, thesaurier-generaal zijn huis te kunnen trekken,
van liet Departement van Financiën. I Die oppassende man werd gedagvaard,
En dat de afdeeling Arbeidsverzekering voor het kantongerecht te verschijnen, Hier
wordt overgebracht van het Departement deelde hij mede, dat hij niets onbeproefd
van Financiën naar dat van Waterstaat. j had gelaten om andere huisvesting machtig
Tevens verluidt, dat de Minister van Wa- J te worden, doch dat hij hierin tot hiertoe
lerstaat all teerst zal ter hand nemen dc niet had kunnen slagen,
voorziening in de Ouderdomsrente. j Naar het Steun-comité verwezen, kreeg
Op goede gronden mag worden aangeuo- de man te hooren, dat voor hem niets gedaan
inen, dat de door Minister Treub ingediende kon worden omdat hij geen huurschuld
belastir.gontwerpen in hoofdzaak door zijn had.
ambtsop.oiger zullen worden gehandhaafd. I E11 nu verschenen week is het gebeurd,
Met name schijnt het ontwerp-Pensioenhe- dal die man, die getoond heeft aan zijn