Dinsdag 22 fff|| Februari 1916. No. 8687 66e Jaargang Uitgave van de Naanilooze Vennootschap „l)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. K. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR: Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/1.— franco per post/1.15, Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- P. J. FHEDEEIKS abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- advertentiön per regel 15 cent. Reclames 1-5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten AMERSFOORT. w ln reken'ng gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Bij advertentiön van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ZORTEGRACBr 9. KENNISGEVINGEN. HINDERWET. l)e Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. F. HAAR8MA, alhier, ingediend ver zoek, inet bijlagen, om vergunning tot het op richten van eun gasmotor, met een oapiciteit van 8 P.K., voor het drijven van een draaibank, .-Iijpstéen, boormachine en ventilator, inhei perceel alhier gelegen aan den Hoogoweg No. 14, tiij het Kadaster bekend onder Sectie A, No. 1809, op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dot op Vrijdag den 3 Maart deB voormiddags te half elf uren gelegen heid ten Hoadhnize wordt gegeven otn, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van éen of meer zijner leden, bezwaren tegen het op richten van du inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Ilinderwot, zijn volgens do bestaande jurispru dentie, alleon zij gerechtigd, die overeenkomstig, artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of éen of meer zijner leden zijn versche nen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 18 Februari 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. K. KAAN Jz. loco-Secretaris, Kindcr-ruil. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door de Directie van de HOLLANDSCHE IJZEREN SPOORWEG MAATSCHAPPIJ, te Amsterdam, ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het opriohten van eene inrichting voor electrische beweegkracht door middel van een 15 P.K. electro-motor op een draaischijf van 20 M. middellijn, op het stations- emplacement gelegen, bij hot Kadaster bekend onder sectio D, 110. 3020, op de Secretarie der Gemeente ter viBie ligt, en dat op Zaterdag den 1 Maart aanslaande, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt ge geven om, ten overstaan van het Gemeentebe stuur of van éen of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van da inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 dor Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of éen of meer zijner leden zijn versohenen, ten einde hunne bozwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 19 Februari 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. 11. VE15NSTRA. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, gelezen het verzoek van H.C, IPENBURG. d.d. November 1915, om vergunning tot het uitbreiden van eene wagenmakerij met een electro-motor van 3 P.K. voor het drijven van een zaagbank, in het perceel, alhier gelegen aan de Kleine St. Jansstraat No. 15, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, Sectie E, No. 3481, besluiten de beslissing op voormeld verzoek te ver dagen op grond, dat het ingestelde onder zoek nog niet is voltooid. Amersfoort, 15 Februari 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. In «Reizen en trekken*, het orgaan van de Nederlands reisvereeniging, die thans ruim 11500 leden telt, lezen toe: Het jaar 1916 brengt voor onze leden alweer enkele nieuwe plannen. Eén daarvan is de zoogenaamde kindor-ruil. De bedoeling is, leden, die hun kinderen in de vacantie elders willen zenden, hiertoe op geschikte en weinig kostbare wijze in de gelegenheid te stellen door wedcrzijdsche ruiling van kinderen. Het denkbeeld is niet nieuw In het bui tenland is de zaak reeds lang in practijk beproefd en zelfs was zij vóór den oorlog internationaal geregeld. Kinderen van Fran- sche families wisselden met Duitsche kinde ren, evenaoo met Engelsche Aan dit betee- kenisvolle ruilverkeer is nu plotseling een eind gekomen Wie weet voor hoeveel jaren. Thans organiseert men dergelijke ruil bin nen de eigen grenzen. Deze regeling heeft ons gediend voor het werk, dat wij nu ten bate van onze leden gaan ondernemen. Vergissen wij ons niet dan hebben wij jaren geleden ook wel eens in de couranten gelezen, dat men iet? dergelijks in Neder land was begonnen maar later hebben wij er nooit meer van gehoord en wij mogen daarom wel aannemen, dat het nimmer k vam tot een flinke organisatie. De Nederlandsche reisvereeniging, met haar groot ledental, haar veie relation en haar centraal-bureau, lijkt wel het aangewe zen lichaam om een dergelijke zaak aan te vatten en te doen slagen. En bij al die factoren kan nog worden gevoegd de zeker niet minder belangrijke, dat deze zaak geheel ligt in de lijn van ons werken. Want door de kinderen van den zeekant in de gelegenheid te stellen, hun vrije weken bijvoorbeeld door te brengen temidden van heuvelen en bosschen, en om gekeerd de kinderen uit bosch- en heistreken eenige weken aan het strand te brengen ot in de Zuid- of Noord-Hollandsche landouwen, kweeken wij zonder eenigen twijfel bij deze jeugdige vaderlanders zoowel kennis van eigen land en volk als den lust tot reizen *^fcn, en voeden hen aldus op tot een later lidmaatschap van de N. R.V. Maar ook vele ouders zullen met inge nomenheid dit nieuwe plan begroeten, want j velen zouden zoo gaarne hun kinderen eens 1 het opwekkende genot gunnen van eenige weken in een andere omgeving te verkeeren. Men weet echter niet waarheen, en de kosten schrikken ook menigmaal af. De Kinder-ruil is de aller-eenvoudigste oplossing van de zaak. Het Hoofdbestuur der N. R. V. heeft het nieuwe plan nauwgezet voorbereid en daar bij overwogen, dat deze kwestie voor de meeste ouders nog een andere zijde heeft, waaraan alle aandacht moet worden gewijd. Men wil weten bij wie men zijn kinderen zendt; men wil weten welk soort van kin deren men bij zich zal ontvangen. Er is hier zulk een verscheidenheid van wenschen en eischen te verwachten, dat het van de N.R.V. niet kan worden verlangd, dat zij zelf de regelingen maakt en voor de doelmatigheid j van elke regeling instaat. Daarom is als beginsel aangenomen, dat de N. R. V. alleen j de families tot elkaar brengt, hen zelf alles met elkander laat bespreken en bedisselen en verder geen enkele verantwoordelijkheid, j van welken aard ook, wenscht te dragen. Er moet nu eenmaal een centraal punt zijn, waar de menschen, die elkaar zoeken, elkaar kunnen vinden. Daarvoor is de N. R. V. een geschikte en uit den aard der zaak aange- I wezen gelegenheid; maar hiermede houdt j het op. I Toch zal het noodzakelijk zijn, wil deze proef slagen, reeds vooraf eenige inlichtin- gen van algemeenen aard in te winnen, waaraan de verschillende families eenig hou- I vast hebben. Daarom zijn een aantal bepa lingen ontworpen, waarin alles wordt gere geld, en is ook een inschrijvingsbiljet gereed gemaakt, waarin tal van vragen staan, die beantwoord moeten worden, bijv. betreffende j leeftijd, sekse, godsdienst, maatschappelijke positie der ouders, gezondheidstoestand van de kinderen, verlangde streek waar de va cantie moet worden doorgebracht, slaapge legenheid, leden van het gezin, bijzondere wenschen, enz., alteniaal gegevens op grond waarvan door het Centraal-bureau der N. R. V. zal worden getracht zooveel mogelijk bij elkaar passende families met elkander in verbinding te brengen. Verder moet bij de inschrijving een verklaring van den huisdokter worden overgelegd, dat het kind niet lijdt aan een erfelijke of besmettelijke ziekte. De Kinder-ruil is alléén opengesteld voor leden der N. R. V.voorloopig een voldoende ruim arbeidsveld. Voor elk kind moet voor eiken ruil fo.50 betaald worden als vergoe ding van onze onkosten. Voor alle belanghebbenden is een exem plaar van de bepalingen beschikbaar, bene vens een of meer inschrijvingsbiljetten. Bij voldoende ruimte zullen wij in het Maartnum mer van >R. en Tr.< deze bepalingen op nemen. Eindelijk is nog vastgesteld, dat de kin deren, die dat willen doen, over hun vacantie- tochtje opstellen kunnen maken. Minstens éénmaal per jaar organiseert het Hoofdbestuur een wedstrijd met prijzen voor de beste op stellen. Wij hopen, dat de proef moge slagen en zullen in dat geval trachten, te leercn van de ervaringen, die het eerste jaar ons geven zal, ten einde in de volgende jaren, waar noodig. te verbeteren. En als het lukt, dan opent zich na afloop van den oorlog een mooi verschiet voor internationale regeling dezer zaak, waarvoor reeds een voorloopige toe- zegging uit het buitenland werd gedaan. Ken geldcrisis in aantocht Onder dezen titel 'publiceert het week blad »In- en uitvoer* de volgende beschou wing. Onze Nederlandsche geldmarkt vertoont in den laatsten tijd symptonen, die niet on bedenkelijk zijn. Tal van verschijnselen wijzen er op, dat tegenover een zeer groot aanbod van geld een geringe vraag staat. Dit blijkt o.a. uit de gretige opneming van alle emis sies; zelfs groote uitgiften, zooals de leening Amsterdam, worden sterk overteekend. Op het zelfde wijzen voorts de stand der prolon gatie-rente, ongeveer 2 pet., en het particu lier disconto, dat zelfs tot 1.5 pet. is gedaald. In vergelijking met den toestand in Enge land en in Duitschland schijnt dit zeer ab normaal, doch zulk een vergelijking gaat onder de huidige omstandigheden niet op, Ten gevolge van de verregaande storing in het internationaal verkeer is men gedwongen, de financiön van elk land afzonderlijk en grootendeels buiten verband met andere landen te beschouwen. Een vrije internatio nale circulatie van ruilmiddelen en goederen bestaat nog slechts op uitermate beperkte schaal. Gaan we nu in dezen gedachtengang het Nederlandsche geldwezen op dit oogonblik na, dan trekt steeds weer de groote en voort durend toenemende goudvoorraad der Neder landsche Bank onze aandacht. Deze neemt thans zulke afmetingen aan, dat het lang niet uitgesloten is. dat binnen afzienbaren tijd de metaalvoorraad het bedrag der uit gegeven bankbiljetten nabijkomt, of zelfs zal overtreffen. Wij wezen er reeds in een vorig artikel op, dat dit groote metaalbezit een reserve van koopkracht beteekent, die, als de vrede daar is, bij wijs beleid goed benut zal kunnen worden. Dit neemt niet weg, dat die overvloed ons thans geen diensten kan bewijzen. Geld en goud immers kunnen zonder meer geen nuttig werk verrichten. Op de tegenwaarde in goederen en arbeids- toepassing komt het aan. Hoewel dit laatste bij eenig nadenken voor ieder duidelijk is, heeft men zich in het gewone verkeer zoo zeer ontwend, geld te beschouwen als een louter hulpmiddel, dat men zeer licht geneigd is, hoezeer ook ten onrechte, het een kracht uit zichzelve toe te kennen. Hoe onjuist dit is, wordt duidelijk aange toond door hetgeen men thans in Nederland ziet. Wij bezitten wat men in gewone tijden een grooten schat zou achten, die ons de beschikking zou geven over velerlei zaken, welke nuttig waren aan te wenden. Met het goud zouden wjj schepen kunnen koopen ter uitbreiding van onze vaart, machines voor onze industrie en landbouw, kortom veel, dat de welvaart kan verhoogen; met het aldus besteede geld zouden allicht flinke win sten worden gemaakt en in dat geval zouden leeningen voor zulke doeleinden tegen een hooge rente-vergoeding gesloten kunnen worden. Nu is dat anders. Wij gelooven niet, dat men dit mag wijten aan gebrek aan onder nemingsgeest, die trouwens allicht geprik keld zou worden door den geldovervloed. Hij kan zich echter bezwaarlijk uiten ten gevolge van gebrek aan allerlei voor uit breiding noodzakelijke grondstoffen of andere artikelen. Zoo komt het, dat, terwijl groote kapitalen naar belegging zoeken, slechts op kleine schaal behoorlijk rentegeven.de beleg ging kan worden gevonden. Het heeft vrij lang geduurd eer deze toe stand, die een unmiddellijk gevolg is van de storing in het wereldverkeer, op onze geldmarkt duidelijk tot uitdrukking kwam. Eensdeels is dit toe te schrijven aan de groote geldbehoefte van onzen handel gedurende het grootste deel der verloopen oorlogs periode, en vooral in den aanvang, aan de natuurlijke neiging om groote kassen te houden. Ook zijn de beperkingen in het ver keer niet plotseling, doch vrij geleidelijk in getreden en beginnen zij zich naar het schijnt eerst thans met kracht te doen gevoelen. Dat de geldmarkt thans is overvoerd, is een feit. Als wij het juist zien, is dit niet een louter tijdelijk verschijnsel, doch veeleer een verklaarbaar gevolg van den algemeenen economischen toestand. En indien dat wer kelijk zoo is, dan zal de geldruimte een blijvend karakter dragen, waarbij ir. aan merking moet worden genomen, dat zij nog wordt verscherpt door den belangrijken goud- uitvoer naar ons land. Onder deze omstandigheden vraagt men zich af, of niet weldra rekening moet wor den gehouden met een geldcrisis, in dezen zin, dat wij aan overvloed van geld gaan lijden, hetgeen nauwelijks minder bedenkelijk is dan een tekort. En daaraan sluit zich dade lijk de andere vraag aan is er geen middel om dien overvloed van geld te benutten Velen zullen antwoorden, laat ons dat geld beleggen in ons eigen land; doch uit het vorige vloeit al voort, dat dit o. i. niet op eenigszins voldoende schaal mogelijk is. Want om dit te kunnen doen, is het onvoorwaar delijk noodig, te beschikken over allerlei goederen, waarover wij de beschikking thans niet hebben en waarschijnlijk onmogelijk kunnen verkrijgen. Hoe wil men de indu strie uitbreiden, als men niet de macht heeft, nieuwe machines te koopen of te vervaar digen en hoe wil men ze vervaardigen, wan neer de grondstoffen niet voorhanden en niet aan te voeren zijn De macht der fei ten heeft ons trouwens reeds gedwongen, dit beletsel te erkennen. Of zou anders, nu het goedkoope geld tot emissies uitnoodigt, niet van alle kanten vraag naar nieuw kapitaal zijn opgekomen Zoolang de oorlog voortduurt, en wellicht ook nog na het sluiten van den vrede, zul len wij, door ons gedwongen isolement ge noopt, een afwachtende houding dienen aan te nemen. Voor onze welvaart is het niette min van groot gewicht, hoe wij ons tijdens deze periode voorbereiden op de toekomst. Moeten wij de ophooping van geld binnen onze grenzen blijven aanzien zonder althans te trachten, maatregelen te nemen om partij te trekken van ons nu slechts in geringe

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1