Donderdag 6 |§Jj§ April 1916. No. 8706 66e Jaargang Uitgave van JNaamloozc Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff", HOOFP-RRDACTEUR P. J. FS.ED3!i1J!aS. A M V. R S F O O R T. Verschijnt Dinning-, Donderdag- on Zaterdagavond. Abonnement. per .5 maanden i franco per post ƒ1.15. Adverteutii'n 1—6 regels (>o cent; elke regel meer 10 cent. Hij regel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. 1.egale, ofliciecle- en onteigening» advertentie per regel 15 cent. Reolamos 1-5 regels 1.15 Hcwijsnummcr» naar huiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cont. Bij adveflentien van buiten de stad worden de incasseerkoston in rekening gebracht. nUREA U SOZvT&GnACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Meer publiciteit. In een zeer groot gedeelte der vorige editie konden we nog opnemen de Regec- ringsverklaring, Dinsdagmiddag in do open bare vergadering van de 'Tweede Kamer der Sinten-generaal afgelegd door den Minister van Binnenlandsehc Zaken, tijdelijk Voorzitter van don Ministerraad, en welke luidt »De Regeering stelt er prijs op. in aan sluiting aan het medegedeelde in comité- generaal, openlijk te verklaren, dat het schor sen van het verleencn van periodieke ver loven een maatregel is van voorzorg in ver band met liet onwrikbare besluit om onze neutraliteit stipt te handhaven. >Dic maatregel is niet het gevolg van be staande verwikkelingen, maar berust op gegevens, welke een toeneming der gevaren, waaraan ons land blootstaat, doen duchten. IIet zou niet in 's lands belang zijn, om trent den inhoud dezer gegevens eenige mededeeling te doem, Niet onverdienstelijk is hetgeen het >1-Iaagschc Dagblad» dienaangaande schrijft in de volgende bewoordingen Ziehier, in kort overzicht, wat ertusschon Regeering en Volk om en bij 1 April is verhandeld. RegeeringZie je wol, dat ik geen ver lof geef aan militairen en dat ik de goede rentreinen in beslag neem on dat er geheime zitting van de Kamer zijn zal VolkJa. Er is dus zeker wat. RegeeringRaad eeii9. VolkDe Tubantia. Regeering: Misgeraden, Ma, ha! Volk De Palembang. Regeering: Mis! Wa, ha, ha! VolkEngeland wil doortocht. Regeering Koud Ma, ha, ha, ha Volk De l'arijsche conferentie omtrent de voedingsmiddelen. Regeering: Nog kouder! Mi, hi, hi Volk Maar er is toch wat, <-f met den een, <>f met den ander, Regeering Zal ik het maar zeggen Geef je het op Nu dando jongste maatregel in zake militaire verloven houdt geen verband met eenige bestaande diplomatieke verwik keling tusschcn Nederland on con der oor logvoerende partijen. VolkDus er is geen diplomatieke ver wikkeling i Regeering: Dat zeg ik niet. Ma, ha' Volk: Nu ja; niet Nederland, Regeering: Dat zeg ik <iok niet. Ik zog alleen, dat de jongste maatregel geen ver band houdt Volk Maar wat is er dan wèl 't RegeeringWat een nieuwsgierigheid Wat een fantasie! Ma. ha, ha, ho, iio, ho, hi. hi, hi Zóo staan de zaken. En onder deze omstandigheden komt de Tweede Kamer /Ier Staten-Gonenuil in ge heime zitting bijeen om te beraadslagen over Met comité-generaal van de Tweede Kamer de Eerste werd geheel buiten spel gelaten heeft Dindag anderhalf uur geduurd, van kwart voor twaalven tot kwart over oenen, Het resultaat er van was de voorlezing in openbare vergadering van de Regecrings- verklaring waarin elke positieve mededeeling omtrent de aanleiding der Vrijdag gewekte opschudding ontbreekt. Wel zeer juist i9 hetgeen de zoo goed inge lichte Haagsche redacteur van het «Handels blad* schrijlt, namelijk, dat de Regeering zeer goed zou doen, over dergelijke zaken althans in deze tijden kleine conferenties te houden bijvoorbeeld met het Dagelijksch bestuur van den Ned. journalistenkring (drie leden, van welke de Voorzitter woont te 's-Gravonhngo) waarvan dan door die vak organisatie oen algemeen communiqué zou kunnen gegeven. Inderdaad heel wat agitatie zou voorkomen, heel wat gefantaseer belet zijn door een oflicieuse mededeeling in dezer voege: «De Regeering heeft ons meegedeeld wat er aan de hand is; wij kunnen verzekeren, dat er geen reden is voor bijzondere ongerustheid». De Regeering, die veel vertrouwen vraagt van Kamers en Pers en die zoo dikwijls de hulp der Pers inroept,sehenkc ook eenig vertrouwen. Moe zit het er nu eigenlijk mee!' Is de toestand ernstig, of is hij niet ernstig Want de Regeering stelde er prijs op, uit te spreken, dat de Vrijdag gepubliceerde maatregel er een »van voorzorg- is, «ver band houdende niet het onwrikbaar besluit om onze neutraliteit slipt te handhavenDie maatregel, zeide zij, was »nict het gevolg van bestaande politieke verwikkelingen», Dat is dus - men zal het mosten erken nen geheel in de lijn van de Regeering». daden sedert het begin van den oorlog. Niets zou dus ongerustheid rechtvaardigen. Maardan komt het staartje, dat min der onschuldig lijkt >de maatregel is niet het gevolg van bestaande politieke verwik kelingen, maar berust op gegevens, welke een toeneming der gevaren, waaraan ons land blootstaat, doen duchten», F.n omtrent den Lhoud dier gegevens ocrigo mededee ling te doen (d.w.z. 'in de openbare Ka merzitting) zou niet in 's lauds belang zijn. Wat wil dit zeggenDucht de Regeering meer dan sedert 1 Augustus 1914, dat tóch het oorlogsgevaar over ons land zal komen We gelooven het niet. We geloovon veeleer, dat. nu de oorlog zich op zeer verbitterde en verscherpte wijze uit, ons klein neutraal land, dat tegen de grenzen der gevechtster reinen aanligt, hoe langer zoo meer in het hoekje van de slagen zal komen, hoe langer zoo ineer te lijden zal hebben van den strijd, die om ons woedt. En onder dergelijke om standigheden acht de Regeering het nood zakelijk, dat wc op de moest uitdrukkelijke wijze ons voornemen doen kennen om voor onze belangen op te komen. Niet een recht- streeksche belaging van onze onafhanke lijkheid en onze neutraliteit, doch een on willekeurige, indirecte krenking van onze bcluiiguii is te vrcczen en met don dag meer te vreezen. Dat lezen wij tusschcn do regels der Re- geeringsverklaring. De alnrmeeronde berichten, die vooral hier ter stede Vrijdagmiddag zooveel onrust wek ten, zijn reeds Zaterdagochtend gevolgd door eenigszins kalmecrende. De zelfde oflicieuse berichtendienst, welke Vrijdag aanleiding gaf 0111 schorsen van nieuw verlof te verwar ren met intrekken van reeds toegestaan ver lof, berlchtet, dat de specifiek militaire maat regelen niet in verband 9london met diplo- matickc verwikkelingen. Ons volk heeft zich dus gelukkig /onder voldoende reden bezorgd gemaakt. Gevraagd mag evenwel worden, waarom do kalmecrende nadere verklaring niet aanstonds daarbij is gevoegd; men mag toch aannemen, dat zoowel het een als het ander, weliswaar I niet van Regoeringswoge is uitgegaan, niaar I toch niet zonder haar medoiveten is openbaar gemaakt. Kn men kon toch begrijpen dat zulke berichten - - zoo zonder moer golnn- I ceerd onvermijdelijk zeer groote ontroo- ring moesten verwekken, ja mogelijk een paniek konden veroorzaken evenals op 1 I Augustus 1914. Ze klonken zoo zorgwek- i kend mogelijk. Met blijkt dus, dat liet slechts voorzorgs- j maatregelen waren. Maar ook in dit geval zou oen weinig moer vertrouwen in hot Ncdcrlandschc volk wellicht mogelijk kun- i non zijn. Immers de berichten waren gcona- j zins onjuister moet dus iets verwacht wor- den. Ook het comité-generaal van de Tweede Kamer, Dinsdag gehouden, wijst daarop, Er moet dus iets mede te deelcn zijn. Kan daarvan niet iels openbaar gemaakt worden, hetwelk een positieve aanwijzing geeft van den aard en don omvang van het ge vaar Oogenschijnlijk is op er het oorlogstooneel niets veranderd, hetwelk ntecr waakzaam heid nondig maakt dan in don laatster) tijd noodzakelijk scheen. Met spreekt van zelf. dat de Regeering berichten, haar langs diplomaticken dan wel anderen weg toege komen, omtrent plannen of voorbereidingen var. een der oorlogvoerende partijen niet aan de openbaarheid kan prijs geven. F.n dit is wel de meest voor de hand liggende wij zouden zeggen bijna de eenlg mogelijke gevolgtrekking, welke uit dit alles is te ma ken de Regeering vraagt geen comité, generaal als zij nlot iets heeft mede te doelen. Ook het zeer de aandacht trekkende rapport van het stoomschip «Breda», waarin wordt gesproken van «ontmoetingen, te belangrijk om in dezen tijd gepubliceerd te worden» wordt hiermee, niet zonder reden, in verband gebracht. Zij wijzen in een bepaalde richting, nu uit de Rcgeoringsmcdedcclingen en die van de vertegenwoordigers der oorlog- voerende Staten blijkt, dat Nederland en het Ncdcrlandschc grondgebied daarbij niet rechtstreeks is betrokken. Kortom, wij hebben slechts ontkenningen, doch niets positiefs. Wc weten, dat geen diplomatieke verwikkelingen zijn ontstaan en dat geen schending van ons grondgebied door een der oorlogvoerenden wordt voorgenomen. Het zou een geruststelling geven indien do Regeering een stap verder kon gaan en eenigszins wilde aanduiden van welken aard het gevaar dan wèl is, waartegen zij haar zoo uiterst kostbure voorzorgsmaatregelen meende te moeten nemen. Altijd onder voorbehoud, dat dit mogelijk is, zou men haar algemeen in do lande daar voor dankbaar zijn. Berichten omtrent voor zorgsmaatregelen, waarvan men de reilen niet weet, geven onvermijdelijk aanleiding tot de meest phantastischo geruchten, die gretig gehoor en overal geloof vinden. Dat dit in hoogere inate ongewcnscht is, vooral in tijden als deze, behoeven wij niet te /eg gen. En daar tegen is hot beste middelde waarheid. Een aanwijzing althans van welken kant het gevaar dreigt, ware zeer gewenscht. Met betreft toch immers oen zaak waarin de hoogste belangen van het gohcclc volk zijn 1 betrokkendit hoeft liet recht, niet in on- wetendheid gehouden tc worden van dc ge varen welke het bedreigen en niet mogolij- j kcrwijs gesteld tc worden voor een falt- I accompli, wanneer dc gebeurtenissen, waar tegen men zijn maatregelen noemt, werke lijk mochten plaats grijpen, onverwacht voor allen, die niot in do Regeerlngsgehcimen i zijn ingewijd. Wanneer er gevaren dreigen I voor ons volk, dient dit daarmee in kern te worden gesteld, voor zooverre althans Je betrekkingen mot andere mogendheden zich daartegen niet verzetten. Wij wijzen in verband hiermede op dc zeer belangwekkende beschouwingen van den oud-minister (,'olijn in «Stemmen des Iijds.. I Daarin wordt o a. gewezen op de moge- lijkhcid, dat, al zijn wij bereid en volkomen in staat een schending van ons grondgebied door een dor oorlogvoerende partijen te koe ren, de andero partij niet overtuigd zou kunnen zijn van de voldoende kracht onzer weermacht, Dit is een mogelijkheid waarmoe j inderdaad steeds rekening moet worden ge- I houden. Kunnon wij de overtuiging, niot 1 alleen van onzen wil maar ook van onze macht 0111 een aanval over ons grondge bied op dat van een der strijdenden te kee- ren, niet schenken dan loopen wij elk «ogen blik gevaar, dat oen dor partijen hel In het belang zijner veiligheid zal achten do be dreigde punten in Nederland zelf te bezetten, gelijk dit is gebeurd In Griekenland. Vlis- singen een tweede Salonlkl om maar eens iets tc noemen, ofschoon het daarover ver breid gerucht thans door dc Regeering op do meest ofliciecle en stellige wij'.o wordt tegengesproken en daarmee zouden wij in don oorlog worden meegesleept. Is hot wonder, dat medcdeelingcn als die van Vrijdagmiddag alom in den lande on- noodigc ongerustheid verweken!' Wij mogen tevreden zijn, dat die onrust niet grooter was. Immers wij zijn aan alle kanten omsingeld door oorlogvoerenden, die in den meest verbitterden, ineedoogeloozen strijd ijn gewikkeld, die toonen zich steeds minder te bekommeren om volkenrecht of het recht der neutralen en zich enkel laten leiden door ovorwogtngcn van hetgeen Iiuii belang medebrengt, ma.w. hetgeen aan hen nnrlogssucces belooft. In doze omstandigheden is feitelijk alle# mogelijk en het geringste geschikt 0111 aller lei vermoedens omtrent gevaren te doen ontstaan. Voorzichtigheid van Regecrings- wogo is daarom noodig, ten einde minder of meer onrustbarende berichten zooveel mo gelijk te doen vergezeld gaan van hetgeen kan strekken om den aard on de omvang dor gevaren te doen kennen. Overwin nzclven. Men spoort ons terecht aan om ons te oefenen in liet denken ovor buitenlandsche politiek. Vroeger meenden wij er te kunnen komen met struisvogelpolitiek, thans hebben wij begrepen, dat niemand dan wijzelf de dupe zouden worden van die strulsvogeldom- hetd, Wij moeten dus denken over «To poli tieke gedragslijn, die ons het best onze zelf standigheid en ongereptheid zal doen bewaren, waarbij het vanzelf spreekt, dat het eerste en voornaamste middol om zich onafhanke lijk te houden, om zijn nationaliteit tc hand haven, is sclf-hoip, zoo goed mogelijk ver- dadlgon. Gaan wil nu aldus denken, dan moeten wij ons voor alles hoeden voot hot tegen overgestelde van vroeger; geen onberaden stappen mogen wij doen, honderdmaal moeten wij ons bedenken eer wij onzen keurs, hoe weinig ook. laten Influenceeren door den koers, weikon grootcrcn nomen. Een tweede gevaar Is aympathloOn-pollllok, het tegenovergestelde van wat de Duitschors «Roalpolitlk» noemen. Hij de bepaling van de pollticko gedragslijn moeten wij vragen naar hetgeen voor ons zelf nuttig Is. niet naar de sympathie- welke wij voor doeene of andere groote mogendheid hebban. Waar Duilschland zichzelf niet krachtig genoeg gerekend heeft voor zulke sympathieën-poli tiek, moeten wij dat zeker niot doen. Neen, hier moet het heilig egoïsme van ons oigen land -- gelijk het tijdschrljft «l>n* l.and» dit noemde het zwaartste gewicht In de schaal leggen. En deze waarheid geldt zoowel voor ons land In zijn geheel als voor leder in het bijzonder. Ieder die buitengewoon dweept niet eon der huitcnlandsche mogendheden, die In cos» vooral met een der groote oor logvoerenden door dik en dun gaat en voor toenadering tot die mogendheid pleit, loopt gevaar, de juiste werking van Hit heilig égoïsme te verstoren en een stemming te schippen, die straks, als wij alleen met ons eigenbelang voor oogen beslissingen hebben tc nemen, one zal belemmeren om te handelen volgensons weloverwogen eigen belang, Voor elk rechtgeaard Nederbindseh burger geldt dus het zeilde, dat voor don Staal geldtgaat gij donken over de beste buitenlandsche politiek van ons tand, dan hebt gij eerst eigen sympathioën, dus twelvcn, tc overwinnen. Met is oen zware clsch. Doch zclfrcgeerlng stelt nu eenmaal hooge «lachen, speciaal waar het betreft dit bij uitstek moeilijke terrein der politiek. En dan bedenke men toch ook. dat du voorkeur van velen voor een bepaald land dikwijls aan de futielstc redenen Is toe te schrijven. Men is niet voor land A, omdat men na ernstig overleg tot de conclusie is gekomen, dut Nederland zijn lot met dat van land A moet verbinden, doch men is vóór A omdat men er dc orde bewondert of er relaties heeft, of er zoc'n prottlgen tijd heeft doorgebracht, of omdat A altijd zoo goed voor ons land is geweest (of land It zoo kwaad) of omdat het zoo n mooie litteratuur of zooveel smaak en organisatie cn stijl en sport, en», en*, heeft.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1