Stadsnieuws.
Is er voldoende geld om een goed plan
te maken
De Voorzitter: Met de contributies
van 1916, ad f672.00, mee een f3500.
De heer Van Goor verzamelt thans ge
gevens in de archieven van den Rijks- en
den Provincialen waterstaat en die van de
waterschappen en zal trachten een minder
gedetailleerd plan te maken.
Dit is ons in overweging gegeven, opdat
te eeniger tijd de Staats-commissie hierop
kunne voortbouwen.
Mr. Van Daalen herinnerde, dat de
voorloopige commissie uitging van het
zelfde denkbeeld als thans door den heer
Van Haren Noman is ter tafel gebracht.
Zij confereerde o.a. met mr. Van Leeuwen,
thans Commissaris der Koningin in Noord-
Holland, doch deze achtte toen (1910) den
tijd niet rijp voor dit plan.
>p het scheepvaartcongres, op de Entos,
in 1913, is spr. doodgezwegen door de
Amsterdnmsche pers. terwijl de verslag
gever van het «Handelsblad* spr. rede vrij
wel belachlijk maakte, hetgeen te vreem
der is omdat de Hoofdredacteur van dat
blad, de heer Charles Boissevain, het warm
had aanbevolen.
Mede hierdoor is de gedachte ontstaan
aan kleinere plannen o.a. voor een ver
binding langs Arnhem dat wel spreekt
van havenwerken als te Düsseldorf, doch
er niet veel voor doet - of door de He-
tuwe naar de I.imburgsche mijnen en zelfs
naar de Rhönehet plan, dat o. a. «Ir.
Heekman besprak.
Spr. zou het zeer toejuichen, dat Amster
dam toont belang te stellen in het plan en
als er uit den Amsterdamschen handel
zekere drang kwam.
De heer Van Haren Noman achtte
den weg door de Betuwe den mooiste
omdat daar niet veel geaccidenteerd terrein
eu dus weinig grondverzet is.
Het bevreemde spr., dat de houding der
Amsterdamsche pers in 1913 zoo geheel
anders was als in 1909 toen met name het
«Handelsblad zelfs zeer warin dit kanaal
aanbeval. Dergelijke dingen zijn afhanke
lijk van momenleele gevoelsquaesties den
ken we aan de 4 millioen, die in 1878 de
Amsterdamsche handel in nog geen 3
dagen bijeenbracht.
Nu wijlen de heer Dirks, de vroegere
directeur der handelsinrichtingen, had een
bijzondere meening over het kanaal door
de Geldersche vallei, was er zeer tegen en
had er een absoluut verkeerde meening
over. Thans is Amsterdam niet tevreden
over het Merwede-kanaal, dat absoluut niet
voldoet. Thans begrijpt Amsterdam, dat
het na den oorlog een groote toekomst
heeft op transportgebied om het gebrek aan
voorraden aan te voeren on het zal wel
zorgen, dat de havens goed worden geoutil
leerd. Wat dit beteekent. ziet men te Rot
terdam, dat het wint van Antwerpen, waar
niet alle denkbare zorgen zijn besteed aan
de havens. Thans is die neiging er reeds
te Amsterdam, al spreekt zij zich nog niet
uit, gelijk wij, vaklieden, gevoelen dat ze
zich moest uiten.
Als men de handigheid heeft, een prima-
plan te geven dan zal men zeer veel kans
van slagen hebben en ruimen steun vinden
om de grootere moeilijkheden bij de uit
werking te overwinnen.
.Spr. wil het Bestuur bovenal in over
weging geven, niet te modderen met kleine
dingen, doch het beste te geven, dat te
krijgen is. Eerst dan zal Amsterdam's wel
begrepen eigenbelang spreken (instemming).
Een kanaal kan niet bestaan van bin-
nenschipperij alléén men stelt thans heel
andere eischen dan zelfs een tiental jaren
geleden.
Onmiddellijk na den val van Antwerpen
ging spr. daarheen, omdat ook daar een
afdeeling is van zijn Maatschappij cn hij
vernam er, dat na den vrede Antwerpen
weer zal worden de haven van België, wel
licht gesteund door de thans geallieerde
mogendheden. Meen niet, dat Amsterdam
daarvoor bevreesd is en dit behoeft ook
niet mits het gebruik make van zijn geo
grafische ligging en een up-to-date ver
binding make met den Rijn.
Als den huidigen Burgemeester, den heer
Tellegeen, een hoogst bekwaam man, door
cijfers kan worden bewezen, dat Amster
dam er belang bij heeft, zal hij zeker een
werkelijk gezond en prima-plan steunen en
is het slechts een quaestie van tijd.
Men moet wat élan hebbenaan den
moedige is de overwinning.
Gezamenlijk moeten we de hand aan den
ploeg slaan en eerst propaganda maken
voor een werkelijk prima-plan. Het «Blauw
hoedenveem" wil gaarne bijdragen (instem
ming).
De Voorzitter: Van 1913 tot 1914 is de
Rijnvaart toegenomen van 10 tot 11 mil
lioen tons, dus met 10 pet. Ik hoop, dat
thans de stemming te Amsterdam is omge
draaid.
De heer Van Haren Noman: Ik wil
geenszins illusies opwekken, doch wil men
succes hebben dan moet men komen met
een prima-plan.
De heer Eggink meende, dat van den
beginne -- dat is sedert 190.' een plan
voor schepen vati alle' grootte is ont
worpen eerst later is daarvan afgeweken,
althans gesproken van een kanaal voor
kleinere schepen. Reeds in 1906 heetc de
schippers-verceniging Schutte vacr» gezegd,
dat het Merwede-kanaal niet voldeed en
een kanaal door de Gelersche vallei een
goede toekomst zou hebben. Spr. hoopte,
dat een groot plan zou worden ontworpen
n en ruimen steun zal vinden.
De Voorzitter vereocht hierop den
heer Van Haren Noman, zitting te willen
nemmen in het Bestuur (instemming).
De heer Van Haren Noman: Ik ben
niet Amsterdam, doch slechts een heel klein
deeltje er van men verwachte niet te veel
van mijn invloed. Iniussehen aanvaard ik
gaarne de benoeming (instemming).
De heer Sa lm (Amersfoort): Ik hoorde
weinig van den landbouw. Wordt er rekening
gehouden met de afwatering
De Voorzitter; Stellig, Dit is inge
sloten bij de opdracht aan den heer Van
Dc heer Van Haren Noman: De
landbouwbelangen komen vanzelf tot hun
recht, want men reikt door dit kanaal, dat
tevens zal dienen tot regularisatie van de
afwatering, de hand aan den landbouw.
Dc Secretaris: Hoe denkt de ver
gadering over lezingen om het ledental uit
te breiden en daardoor den moreelen steun
te vergrooten 'f
De Voorzitter: Het resultaat van de
lezingen door dr. Beekman is, althans
buiten Amersfoort, heiaas zeer gering ge
weest wel veel applaus, doch nagenoeg
geen leden.
De heer K leber herinnerde, dat, toen
hel wetsontwerp voor het kanaal door dc
Geldersche vallei met éen stem meerderheid
was afgestemd, de heer Rutgers van Rozen
burg zeide «liet kanaal moet tóch komen».
De heer Van Haren Noman: Zeer
juist. Ook het weekblad De Amsterdam
mer» van 20 Augustus 1SS0 was die
meening toegedaan en bracht deze in beeld
met het onderschrift: «Het kanaal door de
ieldersche vallei moet omhoog».
De vergadering werd hierop te drie uur
gesloten.
Bemoedigende klanken.
«En... men voelt het meer dan het is
te beredeneeren, haast schijnt het laatste
stadium van den oorlog aangekomen. Dp
jongste rede van den Rijkskanselier, een
uiterst voorzichtig en consciëntieus man, die
niet zoo duidelijk Duitschland's noodzake
lijke eischen geformuleerd zou hebben,
wanneer de verwezenlijking daarvan nog
aan grooten twijfel onderhevig was, heeft
dezen indruk nog versterkt. En men hoort
herhaaldelijk de verwachting uiten, dat de
herfst het zwaargeteistenle Europa den
vrede zal brengen».
Aldus schreef de Berlijnsche medewerker
van de «Arnhemsche ('rt.«, welke in die
woorden ziet bemoediging en hoop op een
lichtende toekomst, waarin het weer vrede
zal zijn onder de volkeren. Die zelfde be
moedigende klanken vindt liet blad aange
duid, zaehtkens geuit, in den jongsten
Staatkundigen brief van inr. S, van Hou
ten, co. 9 van «le serie 1916.
Het is een mooi stuk, geschreven naar
aanleiding van Asquith's rede tot de 1-ran-
sche parlementsleden op 10 April. Mr. Van
Houten wijst op deze, door den Engelschen
premier gesproken woorden«Wij willen
als resultaat van den oorlog, dat internatio
nale vraagstukken in vrije onderhandeling
onder gelijke voorwaarden tusschen vrije
volken worden behandeld-,
«Is dit het einddoel, moeten er dan, vraagt
hij, nog verdere otters aan goed en bloed
gebracht worden r Zijn Duitschland, Oosten-
rijk-I Iongarije, Turkije en Bulgarije onge
neigd om tot het ze'fde einddoel mee te
werken Ik kan het niet aannemen, aut-
woordt hij. Ten aanuen van de laatste drie
landen is dit oordeel slech's gebouwd op
een algemeen vertrouwen op gelijke humane
gezindheid als, volgens Asquith, bij de ver
bondenen bestaatten aanzien van Duitsch
land bovendien op mijn kennis van het
Duitsche volk en de Staatkunde zijner
leiders, die ik sedert meer dat een halve
eeuw in bijzonderheden heb gevolgd».
Volgens mr. Van Houten heeft Asquith
bij de beoordeeling van de Duitsch-Pruisi
sche Staatkunde verzuimd in rekening te
brengen den belangrijken factor van de
traditioneele Fransche Staatkunde tegen
over Duitschland. meer bijzonder sedert
Bodewijk XIV. In de «Revue des deux
mondes» van 15 September heeft André
Beaumier het uiteengezet, dat niet sedert
Napoleon III en het ministerie-Olivicr de
Eransch-Duitschc twist dateert. «Die twist,
zegt hij, vult al de eeuwen en de taak van
ons land in de geschiedenis is, Germanje
te bedwingen of terug te dringen». In die
aldus aangeduide Fransche Staatkunde ligt,
volgens mr. Van Houten, de diepere grond
van den thans woedenden strijd, voor zoo
ver deze Duitschland en Frankrijk, betreft.
Mr, Van Houten gaat dan dc historie
nade twcospdlt tusschen IVuisen eu
Oostenrijk, uitloopend op den oorlog van
1866, doch daarna vervangen door het
hechte bondgenootschap tusschen Duitsch
land met Oostenrijk-Hongarije, waartoe
later Italië toetrad; de daarop gevolgde
toenadering van Rusland en Frankrijk.
In het Fransch-Russische bondgenoot
schap ziet mr. Van Houten «de grootste
bron van het Duitsche militairisme. d. i.
van het overwicht van het militair bestuur,
en de reden van het langzaam verdwijnen
der aanvankelijk daartegen gerichte sterke
liberaal-socialitische cn Roomsche op
positie».
Nu brepkt naar aanleiding van de grieven
van Oostenrijk-Hongarije tegen Servië de
oorlog uit; hij wordt, ook tot groote teleur
stelling van Von Bethmann Hollweg door
den Duitschen inval in België ook uitge
breid tot Engeland en de eerste groote
zeeoorlog met de nieuwe strijdmiddelen en
het nieuwste wapen der zwakken, de duik
boot, is aan den gang.
«Wegens de internationale beteekenis,
die juist de wijze heeft waarop die zee
oorlog wordt gevoerd, rijst de vraag, of
naar Asquith's bedoeling ook het beheer
der zee zal behooren tot de onderwerpen
van regeling door vrije volken onder ge
lijke voorwaarden».
Aldus mr. Van Houten.En hij antwoordt
zelf: «Vermoedelijk zal het antwoord be
vestigend zijn. Asquith kan immers niet
bedoelen, dat niets geregeld wordt en even
min, dat de tegenwoordige practijk het
erkende oorlogs-zeerecht dor toekomst zou
worden. In dat geval kan hij ook moeilijk
weigeren, aan een nlgemeene volkenrechts-
conferentie deel te nemen, nevens en onaf
hankelijk van een conferentie der oorlog,
voerenden over hun vredesvoorwaarden.
Over het nieuwe zeerecht hebben immers
dc gezamenlijke Staten, niet enkel de thans
oorlogvoerenden, te beslissen».
Maar dan wijst mr. Van Houten op iets,
dat ons opschrift boven dit artikel recht
vaardigt, op iets, „dat hen kan bemoedigen,
die snakken naar het einde van het moor
den en vernielen en naar wederopvatting
van rustigen vredesarbeid«.
«In Asquith's rede, zegt hij, wordt, hoe
wel de rede speciaal tot Fransche gasten
was gericht niets gezegd over dein 1871
aangenomen Fransch-Duitsche grens; daar
entegen wordt met ronde woorden gezegd,
dat het streven der verbondenen niet is
Duitschland's nationaal leven te vernietigen
of te verminken.
Mag dit in dien zin geïnterpreteerd
worden, dat de Fransche wenschen te dezen
aanzien niet door de gezamenlijke mogend
heden der entente worden ondersteund? Het
zou in overeenstemming zijn met de ook
in 1871 door Engeland en Rusland gevolgde
gedragslijn, 11.I. de Fransch-Duitsche grens
lijn te beschouwen als het resultaat van den
strijd, die daarover sedert eeuwen heeft ge
woed en door Frankrijk moeilijk ooit onder
gunstiger omstandigheden zon kunnen
worden gevoerd dan in 1914 1916 en toch
weder tot dusver een voor Frankrijk nadeelig
beloop heeft gehad.
«Ik durf omtrent dit punt geenerlei gis
sing wagen. Wel durf ik onaanneemlijk
achten, dat de Fransche bevolking, indien
wijziging der I ransch-Duitsche grens als
algemeen oorlogsdoel der entente is uitge
schakeld, zou willen voortgaan zóo zware
ofters te brengen als deze oorlog vergt,
om Engeland ter zee oppermachtig te ma
ken, Polen weder onder Russisch bestuur
te brengen, of wel Rusland in het bezit te
stellen van Constantinopel. Te meer als
permanent internationaal overleg, gelijk
Asquith nu op den voorgrond stelt, na den
oorlog mocht zijn verzekerd, hetwelk stel
lig een ideaal van Franscben oorsprong is,
evenzeer als het herstel van een zelfstandig
Polen».
Aldus mr. Van Houten,
Moge hij met zijn scherpen en van hoog
standpunt de zaken nverzienden blik, juist
zien.
In de Remoiistantsche kerk hoopt aan
staanden Zondagochtend voor te gaan ds.
P. Heering, emeritus uit 's-Gravenhage.
Zondagmiddag van 3 tot 5 uur wordt
ter gelegenheid van den zevenden verjaar
dag van Prinses Juliana op het terras van
«Amicitia» een matinee gegeven door het
harmoniekorps der geïnterneerden, aange
boden door kolonel A. A. Vermeulen.
Mocht het weder omslaan dan wordt het
concert gegeven in de zaal.
De Tweede Kamer heeft gister zonder
discussie of hoofdelijke stemming aangeno
men het wetsontwerp tot invoering van den
zomertijd van 1 Mei tot 1 September.
Dc Eerste Kamer onderzocht het ont
werp reeds heden in de afdeelingen.
Hel wetsontwerp tot wijziging yan de
grens tusschen de Gemeenten Amersfoort
en Lensden is thans ingediend bij de Tweede
1 Kamer.
1 In het votig nummer werd op gezag van
het doorgaans zeer goed ingelicht corres-
1 pondentie-bureau meegedeeld, dat de hoe-
I veelheid wittebrood, op attest van een me-
I dicus verkrijgbaar voor zieken, enz. per
1 dag zou zijn 300 Gram voor een volwas
sene en 150 Gram voor een kind beneden
14 jaar.
Men licht ons in, dat deze hoeveelheden
niet juist zijn, doch betrekking hebben op
de bloem welke door tusschenkomst van
j het Rijks bureau voor de distributie van
graan en meel wordt verstrekt aan bakkers
j wanneer hun voorraad bloem is uitgeput.
De hoeveelheid brood (wittebrood) voor
zieken, enz. np advies van een medicus
j verkrijgbaar, is 500 Gram voor een vol-
wassene en 250 Gram voor ecu kind be
neden 14 jaar, welke hoeveelheden corres-
i pondeeren met de boven vernielde hoe
veelheden bloem.
I De prijs van dit wittebrood is normaal,
namelijk voor melkwittebrood per Kilo 27
cent, per half Kilo 13.5 cent en voor water-
(witte)brood per Kilo 23 en per halt Kilo
I J1.5 cent.
I Het «Handelsblad» heeft de aan prof.
dr. R. 11. Sallet,den Amsterdamschen hoog-
leeraar in Gezondheidsleer, diens meening
gevraagd over de voedingswaarde van bruin-
brood.
i 11e hoogleeraar bevestigde, dat het bruine
brood een uitstekend voedingsmiddel is.
j Het is wel moeilijker verteerbaar dan
het wittebrood, maar dat is ook een zeer
verfijnd voedingsmiddel. Dc hoogleeraar
citeerde prof. Riipner, hoogleeraar in de
physiologic aan de universiteit te Berlijn,
door hem een eerste autoriteit genoemd.
Deze schrijft, dat van wittebrood, gebakken
van de fijnste bloem, 4 pet. voo rmensche-
lijk voedsel verloren gaatvan het ge
deeltelijk gebuilde "gaat 6.7 pCt, verloren,
en van het ongebuilde brood, dat gebakken
is van de geheele tarwekorrel, 12 pet.
Prof. Saltet vindt, dat de Regeering groot
gelijk heeft om, wanneer zuinigheid gebo
den is, ons te noodzaken, de geheele tarwe
korrel te verorberen en niet een gedeelte
daarvan aan het veo te voeren. Zelfs van
de zemelen is een groot gedeelte geschikt
als menschelijk voedsel. Van het eiwit ge
bruiken wij 61 pet., van de droge zelfstan
digheid 31 pet. en van de koolhydraten
20 pet.
Ik zie dan ook in het gebruik van het
ongebuilde brood niet het minste gevaar
voor de volksgezondheid, zeide hij.
Als aanvulling van het bericht over den
aankoop van een zeer groot aantal var
kens om in te zouten, verdient een mede-
deeling in het iNed, l.andb. VVbl.« de aan
dacht. waarin wordt gemeld, dat deze aan-
koopeu bedoelen hel mogelijk te maken,
althans een deel van den grooten voorraad
op te ruimen. Mocht aan het einde der
volgende week blijken, dat er plaatsen zijn
waar geen afzet gevonden kon worden te
gen behoorlijke prijzen, dan verzoekt het
Bureau van het Ned. I.andbouw-Coinité
daarvan bericht.
Consenten tot uitvoer kunnen nog niet
gegeven worden, noch v^or varkensvleesch,
noch voor rundvleesch, noch voor schapen-
vleesch.
De jongedames L. Tromp en A. G. M.
van Valkenhoef verwierven de akte van
bevoegdheid voor onderwijzeres.
De Vrijwillige landstorm zal bij zijn
khaki-uniform een grijze kepi krijgen de
zelfde, die thans is ingevoerd voor het
leger.
De gister hier gehouden verkoop van
Emma-bloempjes ten bate van de plaatse
lijke vereeniging tot bestrijding der tuber
culose is, mede door het zeer mooie weder,
een Hink succes geweest.
Hoeveel er wel is ingezameld door de
naarstige verkoopstertjes kon heden nog
niet meegedeeld.
Aa.i act jaarverslag van den Nationale»
.nd van handels- en kantoorbedienden
«Mercurius» over 1915 ontleenen we het
volgende
Het aantal afdeelingen steeg van 35 tot
37, het aantal leden van 2648 lot 3231.
Uitgekeerd werd een bedrag van f 1633.50
aan 78 leden uit het Ziekenfonds, f5138.30
aan 80 leden uit het Fonds tot verzekering
tegen werkloosheid, f3748.34 aan 31 leden
uit het Ondersteuningsfonds, vermeerderd
met f2444.32 wegens voorschotten aan 33
leden en f2005.10 uit de Weerstandskas.
Bovendien werd ten behoeve der Belgische
vakgenooten, die van de oorlogscrisis te
lijden hadden, een bedrag van f 1895.94
ingezameld.
De fondsen van den Bond wezen
op het einde van het verslagjaar aan een
bezit van f iS 343.29 voor het Ondersteunings-
fonda, f 10 576,22 voor het Werkloosheids-