De Voorzitter: Mijnheer Hofland, slaat dit op
iets, dat in de vorige vergadering aan de orde is
geweest? Dan kan ik u zeggen, dat die medcdeelin-
gen, die inlichtingen, ontvangen zijn en aan den Raad
zullen worden overlegd.
De heer Hofland: Worden die bekend gemaakt
aan den Raad?
De Voorzitter Ja, zij worden aan den Raad
overgelegd en dan kunt u dus bij de mededeelingen,
zoo noodig, er nog het woord over voeren; dan
hebben wij tevens de stukken vóór ons liggen,
Vraagt een van de heeren nog het woord? Of
hoofdelijke stemming? Niet? Dan is ook deze Begroo
ting goedgekeurd.
Aan da orde is dan XIV.
Een van de heeren het woord?
De heer Hofland M. de V., het antwoord van
B. W, in zake de bemerkingen in de afdeelings-
vergadering betreffende het Distributie-bedrijf vangt
aan met deze verklaring«Deze Begrooting werd
opgemaakt toen de maximum-prijzen nog niet waren
vastgesteld. De voorzichtigheid is betracht geworden,
waartoe te meer aanleiding bestond omdat niet bekend
was en nog niet bekend is of de Rogeering
ook een deel van de onkostenrekening voor haar
rekening zal nemen. De organisatie van dezen dienst
heeft thans de volle aandacht», enz.
Nu gaat dat antwoord eigenlijk een beetje en wel
twee beetjes ook bezijden de opmerking, in die atdee-
iings-vergadering gemaakt. Ik heb zóo geredeneerd
men kan een begrooting voorzichtig samenstellen,
zooals hier dan ook trouwens wordt verklaard, maar
men kan die voorzichtigheid ook te ver drijven en
daardoor in de Begrooting en door de groepeering
der cijfers de leden van den Raad een beeld malen
omtrent de gevolgen van de Distributie-wet, dat ten
opzichte van andere vraagstukken, waarvoor geld
noodig is, zekere neerdrukkende kracht heeft.
En dat is gebeurd, dacht mij, bij het samenstellen
van de Begrooting voor de Distributie-wet,
De Distributie-wet zal natuurlijk enorme lasten te
dragen geven; daarover zijn wij het allemaal eens.
In eersten aanloop hebben wij al behandeld, hoe wij
ons zullen dekken voor de lasten, welke wij hebben
te dragen. Daarover dus geen woord meer; maar ik
zou toch willen vragen: zijn B. W. nu uitgegaan
van deze stellingde Regeering maakt het ons tamelijk
moeilijk, want zij laat ons een betrekkelijk groot na-
deelig saldo dragen, n.l. i/io, tegenover het Rijk 9/10,
en omdat het Rijk het ons betrekkelijk heel lastig
inaakt, zullen wij het maar zoo somber mogelijk voor
stellen. Maar men kan toch niet aannemen, dat Minister
I'osthuma zal bepalen dat je de groene erwten moet
koopen voor 44 cent per K.G. en er daar 22 voor
terug mag vragen? Dat zal niet voorkomen, M. de V.
Eu als nu hier iemand bezig is geweest, die niet der
zake kundig is, dan geef ik dadelijk toe. dat hij een
slag in de lucht heeft gegeven. Het wordt hier voor
gesteld, dat we f1700000 zullen uitgeven en zullen
terugontvangen f850000, Dat scheelt precies 100 pet.,
of omgekeerd precies 50 pet, Zóo dacht mij, dat wij
ons geen beeld voor oogen moeten stelleu van het
werken der Distributie-wet, want dan wordt het een
schrikbeeld. Laten wij ons de zaak toch niet erger
voorstellen dan zij reeds is en geen enkele prijsbe
paling van artikelen, die de Distributie-wet tot dusverre
heeft beschikbaar gesteld, geeft er aanleiding toe, dat
wij ons zouden voorstellen, dat op een artikel 50 pet.
moest worden verloren.
Daarom zou ik, voorloopig althans, die cijfers niet
astgesteld willen zien, maar die willen aanhouden
tot de prijzen der verschillende artikelen ter kennis
zijn gebrscht van het College van B. W. en laten
wij die vaststelling binden aan een bepaalden termijn
laten wij zeggen 1 Januari 1917
Dan zullen wij wel weten wat de Regeering vraagt
voor groene erwten, zeep havermout, rijst, gort, enz.
Dat bet 50 pet. zou kunnen bedragen, is, nu, enfin,
op zijn minst genomen, is dat toch zóo onwaarschijn
lijk, dat ik geen vrijheid vind, die twee bedragen bij
deze Begrooting zóo voor te stellen. Dan komt men
mat een voorstelling van feiten, die ons schrik op het
lijf zal jagen, als er straks geld wordt gevraagd voor
sociale maatregelen. Er wordt dan gezegd: «weheb-
al zóóveel te dragen, dat kan er niet meer bij «en ik
heb'de vaste overtuiging, dat die twee cijfers fictieve,
denkbeeldige cijfers zijn, waaraan wij niet moeten vast
houden en vooral daaraan niet mogen verbinden het
denkbeeld, dat wij daarop zóo veel zullen verliezen,
dat wij niet uit de voeten zouden komen. Ik stel mij
dan voor, die beide posten vast te stellen vóór 1 Janu
ari I9»7-
De Voorzitter: Mag ik dat voorstel schriftelijk
ontvangen Het luidt«Post x in de ontvangsten en 6 in
de uitgaven vast te stellen, indien de verschillen van
inkoop en verkoop der Regeerings-artikelen bekend
zijn en in elk geval deze vast te stellen voor 1 Janu
ari «917*.
De Voorzitter: Wordt dit voorstel ondersteund
De heer Renners Alleen met dc bedoeling om
antwoord te krijgen op de gestelde vraag, want dit
schijnt noodig te zijn.
De Voorzitter: Wordt het verder ondersteund?
De heer Hou ba er: Ja, M. de V.; uit courtoisie.
De heer Van N ij natten: Dan heb je toch nog
wat van mij geleerd.
De heer H o u b a e rPardontóch niet.
De Voorzitter: Ik kan niet ontkennen, dat er
veel waar is in hetgeen de heer Hofland heeft gezegd.
Toen de begrooting werd ontworpen, waren de prijzen
nog absoluut niet bekend. Nu weten wij sedert dien
zeker meer. Maar waarom zijn B. W. er niet toe
overgegaan, die bedragen te veranderen? Omdat zij
nog lang niet alles weten. Onlangs hebben we een
circulaire van den Minister gekregen omtrent de uit
voering van de Distributie-wet en toen pas hebben we
daarvan een voorstelling gekregen. Maar nu weten
wij ook, dat B. W. misschien boven het hoofd hangt
hot buitengewoon ingewikkelde bon-systeem. Datschijnt
het eenig mogelijke te zijn. Wat mij betreft, lijkt het
mij verschrikkelijk omslachtig, maar het is misschien
noodig, en het kost verschrikkelijk veel. Deze Be
grooting is, evenals zooveel andere, een slag in de
lucht. Met de andere bedrijven is het net zoo. Zal
bijvoorbeeld de prijs der kolen op I21 blijven? Wie
zal zeggen, dat dit in April niet f40 moet wezen en
dat de olie niet 50 of 100 pet. in prijs zal zijn ge
stegen? Maar wij moeten toch een Begrooting hebben
en de Raad bindt zich tot niets, behalve wat betreft
de tractementen van het personeel. Maar dc post van
17 ton staat niet vast; die hangt geheel in de ruimte.
Het Is maar een schatting om Gedeputeerden eenigs-
zins een blik te doen slaan in onze plannen.
De heer Van Mqnatten: M. de V,, het is net
als u zegt: het is een slag in 't wilde, liet komt er
niet op aan of wij daarvoor »pro memorie* dan wel
een cijfer zetten. Als wij dan straks maar in het "oog
houden, dat wij dit gehcele zaakje moeten uitschakelen
en het bij bespreken van een uitgave voor dit of
voor dat niet als argument mogen nemen de cijfers,
die in dit ding staan.
Dat wilde ik slechts zeggen.
De Voorzitter: Dat zal toch heel moeilijk gaan.
Wij zijn absoluut gedwongen, tegenover Gedeputeerde
Staten met bepaalde cijfers te komen. We zijn er van
overtuigd, dat de controle door een bon-systeem goed
zal kunnen geschieden, doch dat zal zeer veel geld
kosten, In elk geval is er zekere basishet zal meer
of minder zijn, maar om het heelcmaal buiten be
schouwing te laten, dat gaat tocli niet op.
De heer Hofland: Ja, M. de V., ik begrijp óok
wel, dat het moeilijk gaat, met meer gepreciseerde
cijfers te komen, maar dut doet er niet toe. Als men
een Begrooting samenstelt, tracht men zooveel mogelijk
de werkelijkheid te benaderen. Nu vrees ik en die
vrees is versterkt door het antwoord van u dat
wij aanstonds, bij de verdere behandeling der Begroo
ting cn van de voorstellen, die daarbij zijn ingediend,
wel degelijk rekening zullen houden met het groote
verlies, dat hier is voorgesteld alleen op de levens
middelen. Dat heeft met een bon-systeem en een aparte
administratie niets te maken. Maar een verlies zich
voor te stellen van 8.5 ton op 1.7 millioen, dat lijkt
toch nergens naar. Er was geen enkele grond voor
om de cijfers zóo voor te stellen. U weet toch óok
wel wij hebben over de zaak met elkaar al
eens briefjes gewisseld dat de verschillen bedroe
gen ongeveer 10, 20 of 30 pel, Toen u met 1 October
het lofwaardige standpunt innam, dat toen de Distri
butie-wet moest worden ingevoerd, hebt gij dat gedaan
op een wijze, die ieders tevredenheid kon wegdragen.
Ieder was het er over eenshet gaf wat beslommering,
maar in elk geval, de zaak was gezond en toen hebt
gij zelf kunnen zien. dat er in de verste verte geen
sprake van was. dat cr artikelen waren, waarop 50
pet. werd verloren; 30 pet. was het hoogste, 10 a 12
pet. regel. Hoe komt gij er nu toe, eeu adviseur te
volgen, die het verlies raamt op 50 pet,? Dat is een
voorstelling van feiten, die nergens op lijkt en daar
kom ik tegen op. Zeg desnoods, dat je op t millioen,
5 ton zult verliezen, of 3. of 2, of 1dan is dat al
veel maar dit lijkt nergens naar.
Daarom stel ik voor een post «pro memorie», tot
men de rekening zal kunnen maken meer juiste
gegevens,
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, in dit systeem,
geloof ik. dat het 't beste is. dat de cijfers worden
veranderd. Ik weet zelf óok wel, dat de Begnoiing
is opgemaakt toen er niets bekend was en daarom
zou ik willen voorstellen, bij het bedrag van 8.5 ton
ontvangsten te voegen 2 ton, zoodat het verlies dan
wordt teruggebracht tot 6.5 ton. liet aandeel van het
Rijk bedraagt hierin f 585 ooo, voor de Gemeente
f65000, waarvan een bedrag van f25000 uit onze
gewone middelen zou komen. Maar als wij rekening
houden met de gewij- zigde omstandigheden aan den
eenen kant moeten wij dat óok doen aan den anderen
kant en moeten wij dus rekening houden met het
bon-systeem, en daarvoor Wordt zelfs genoemd een
bedrag van f 20 000. Andere Gemeenten schatten de
kosten op 10 pet., dus even hoog als de Gemeentelijke
bijdrage.
De heer Hofland M. de V., we weten natuurlijk
niet, wat dat zal kunnen bedragen, maar ik heb mij
toch een ernstige voorstelling gemaakt van de wer
king van het bon-systeem - en van de kosten, daaraan
verbonden cn ik kan mij voorstellen, dat de Distri
butie-wet eigenlijk een struikelblok is, maar wij moe
ten er overheen. Ik kan mij echter niet -voorstellen,
dat juist het bon-systeem de groote kosten zal bren
gen. Dat bon-systeem is ongeveer het zelfde als je
nu hebt met de kaarten voor het hrood en nu weet
ik toch wel, welke kosten op die broodkaarten rusten.
Naar aanleiding daarvan heb ik ongeveer begroot
wat het bon-systeem zal kosten, maar dat geloof ik
niet, dat dit bon-systeem, dat over si artikelen zal
gaan, ons zóo veel zal kosten. Het kan veel vereen
voudigd worden ik heb er trouwens al een onder
houd over gehad met den Directeur en ik kan mij
voorstellen, ais dat nog eens in de Commissie van
Bijstand voor de Distributie-wet o neen, die bestaat
helaas niet, dat zou de Commissie van Bijstand voor
den Keuringsdienst moeten zijn of door B. W.
zelf wordt besproken, het wel wat zal meevallen. Ik
kan mij niet voorstellen, dat het bon-systeem een
lastig ding is voor het publiek en den winkelier er,
zulke groote kosten zal meebrengen voor de
Gemeente; maar het spreekt vanzelf, als het bon
systeem zal worden ingevoerd, moe' Je post «Bureau
kosten» worden verhoogd. Maar als wij nu van
f4000 maken f 14000 dan geloof ik, dat wij eeu heel
eind zullen komen en de heele som zal zijn gedekt.
De Voorzitter: Het is eigenlijk zoo jammer, dat
onze strijd een spiegelgevecht is; wij weten nog
niets met zekerheid. Als ik echter een cijfer noem
van f 20 000, dan is het nog niet zoo vreemdwilt
U echter liever f 15 000, goed, laten wij dan het ver
schil maar deelen (Gelach). Ja, wij moeten practisch
zijn. U weet het niet en ik weet het niet. Laten wij
dan net doen als in den koophandel, alsof we op de
markt zijn.
De heer Kroes: M. de V., ik kan mij volfcomen
vereenigen met deze verrekening en ik kan mij niet
begrijpen, dat daartegen bezwaar kan bestaan. De
quaestie is alleen, dat wij het verlies op dc levensmid
delen hebben geraamd op 50 pet. en ik geloof, dat
dit een veilige maatregel is, waar het Rijk °/io van
dit bedrag zal bijdragen. Het is hier maar een globale
begrooting en ik geloof, dat wij al die berekeningen
görust op zij kunnen schuiven. Wij kunnen er onzen
heelen avond wel aan zoek brengen, maar feitelijk is
het toch een wassen neus. Ik zou ten minste willen
voorstellen, deze Begrooting, die toch niets meer is
dan een raming, opgemaakt in een tijd toen we nage
noeg geen enkel gegeven hadden omtrent de Distri
butie-wet, zóo goed te keuren.
De heer Hofland: M. de V., ik meende, dat wij
al zoo aardig op weg waren, deze Begrooting meer in
overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.
De bezwaren, die de heer Kroes heeft aangevoerd,
zijn', dunkt mij, al weerlegd, omdat er geen enkele
redelijke grond bestaat om inderdaad aan te nemen,
dat het verlies 50 pet. zal bedragen. En het is niet
goed, ons een nog somberder voorstelling van
dc werking der Distributie-wet te maken, dan in
werkelijkheid reeds het geval is. Straks komt die voor
stelling in de >N. Rott. Crt.«, in het «Handelsblad»,
in de «Nieuwe Courant» en dat geeft den indruk alsof
voor Amersfoort de Distributie-wet een blok aan het
is, waarmede wij niet kunnen opschieten. En ten slotte
zou zoo'n Distributie-wet gevaar loopen, omdat men
meende, dat, waar ze zooveel moeilijkheden met zich
brengt, ze maaar niet moest woiden uitgevoerd, een
soort sabotage dus van de Gemeente tegenover de
Rijks-rcgeering.
Ik laat nu daar of de Distributie-wet niet beter had
kunnen zijnik laat daar. of de Kamer niet ver
standiger had gedaan met de financiecle lasten geheel
voor rekening van het Rijk te laten maar nu eenmaal
de wet is aangenomen, rust op de Gemeentebesturen
de plicht van loyale medewerking. Door deze fictieve
cijfers aan te nemen, zou, wanneer Amsterdam en
Rotterdam dat óok gingen doen, het waandenkbeeld
ontstaan, dat deze wet niet zóu kunnen worden uit
gevoerd. Maar ze kan en ze moet worden uitge
voerd, omdat ze is in het belang van ons volk en
van onze volkskracht. En m.i. is het dus niet precies
het zelfde, welke getallen wij op de Begrooting brengen
en welke voorstelling wij ons maken van de uitvoering
dezer wet. Het komt er zeer op aan, of wij onze
medewerking verlecnen met volle kracht dan wel
schoorvoetend. Wij moeten die wet loyaal uitvoeren
nu ons de uitvoering is opgedragen cn daarom
hecht ik er groote waarde aan, dat wij zooveel moge
lijk zullen benaderen de werkelijkheid en ik appre
cieer bet ook zeer in u, M. de V., dat u dadelijk
voelde, dat hierin verandering moest worden gebracht
en ik dank u voor uwjloyale medewerking in deze zeer.
De Voorzitter: Wij zullen dus post 3 verhoo-
gen met f 15 000 voor het bon-systeem," zoodat deze
wordt f19000. Dan wordt de heele Begrooting inde
uitgaven f 15 000 hooger en wordt het totaal bedrag
f 1 735 600.
De opbrengst der verkochte levensmiddelen wordt
verhoogd met twee ton en gebracht op f 1 050 000.
Een tiende van het verlies is dus een tiende van
f 650 000, dat is f 65 000, maar daarbij komt f 15 000
voor het bon-systeem plus de f 20 600 die wij ver
schuldigd waren onder het bedrag van f105600.
De aankoop der levensmiddelen was geraamd op
1.7 millioen, de opbrengst op 8.5 ton, zoodat het tekort
óok 8.5 ton bedroeg. Een tiende hiervan is f 85 000,
maar onder post 3 staat niet f85000, doch f105600,
dat is dus f 20 600 meer. Wij krijgen nu de volgende
optelsomf 65 000 -j- f15000 -j- f20600 (het bedrag
waarop aanvankelijk de exlra-onkosten werden ge
raamd buiten het verlies op de levensmiddelen om)
dat is in totaal f 100 600.
Het bedrag onder post 3, bij de gesplitste bijdrage
van f 30 600, kan dus verminderd worden tot f 25 600.
Kunnen de heeren goedvinden, dat B. W. volgons
deze besprekingen zoo noodig veranderingen in de
cijfers nog nader be-ekenen? En kunnen zij dan met
die cijfers meegaan? Niemand daar tegen? Niemand
van de heeren?
De heer Kroes: M. de V., ik wilde toch nog even
in het kort den heer Hofland beantwoorden. Wanneer
de lezers van de »N. Rott. Ct.« en van de andere
door den heer Hofland genoemde bladen ernstig deze
zaken nagaan, dan moet iedereen die zijn gezond ver
sland gebruikt het er over eens zijn, dat dit slechts
is een Begrooting van een Gemeenteraad en dat is
toch geen vast Evangelie. Ik begrijp niet waarin hier
het bclachlijke of onverstandige kan zitten. Ook begrijp
ik niet, hoe de heer Hofland naar voren kan brengen,
dat de kranten in beweging zullen worden gebracht.
Dat begrijp ik heelemaal niet.
De Voorzitter: Verlangt nog een van de
heeren het woord over deze Begrooting? Of li. st.
Niet?
Dan is aan de orde punt XV.
De heer Hofland: M. au V., Ik zou alleen willen
wijzen op het getal agenten, berekend bij volgnum
mer 145.
De Voorzitter. Daar is gedacht aan 4 agenten
van politie.
De heer H o fl a n dEn nog een Hoofdinspecteur?
De Voorzitter:' Neen, mijnheer Hofland, maar
die post heet zoo omdat de naam is overgenomen van
den post 145 der gewone Gemeente-begrooting. Als u
dat volgnummer vóór u neemt, op pag. 30, vindt u
daar óok: «Uitgave in zake de politie: Belooning van
den Hoofdinspecteur, den Inspecteur, dienaars en ver
dere beambten van politie*is het niet? Die post wordt
verhoogd. De omschrijving er van luidt nu eenmaal
De heer Hofland: Nu heb ik het begrepen. Ik
dank je wel,
Voorzitter: U ziet het trouwens aan de
ommezijde in de Nota. Daar staat: «Voorloopig wordt
voorgesteld, het aantal agenten met 4 te vermeerderen,
met de aanvangswedde van f 750 plus de f 25 toeslag
in den vorm van een periodieke veraöBgitig».*ffet
wordt dus 4 maal f750, d. i. f 3000, plus 4 maal f25,
dat is f 100; dat maakt juist f3100.
Goedgekeurd z. h. st.
Aan de orde is dan nu (te 9.32) punt XVI. Ik zou
willen voorstellen, daarmee te gelijk te behandelen
XVII tot en met XXI.
Niemand bezwaar?
Ik breng dan in behandeling de Uitgaven, volg-
nummer 100.
(Dc volgnummers, iu het volgende niet genoemd,
gaan onder den hamer door).
Volgnummer 101.
De Voorzitter: Deze post moet natuurlijk worden
verhoogd met f 1500, ten gevolge van do aanstelling
van don vierden Wethouder.
Volgnummer 115.
De heer V an X ij n a 11 e n M. de V*., zou ik
cenige inlichtingen mogen vragen over post 115? Ik
zie, dat deze een gevolg is van een Raadsbesluit in
1859 en van een in 1864. Het is dus niet zeer modern
meer. Betreft dat een contract met dien uitgever En
welke soort van kennisgevingen zijn dat?
De Voorzitter: Ik geloof niet, dat het een con
tract is, doch zal dit nazien. Zooals u al opmerkte.
voert deze post ons terug naar het grijs verleden,
Daarvoor heeft de «Amersfoortsche Courant* op zich
genomen.de officieele kennisgevingen op te nemen en
dat is geen kleinigheid. Als de heeren de «Arncrs- I
foortsche Courant» goed hebben gevolgd en hebben
gezien de reusachtige publicaties inet het oog op dc I
Distributie-wet, dan zullen zij zien, dat voor deze toe-
lage een belangrijke dienst aan de Gemeente wordt
bewezen.
De heer Van X ij natten: lk zie ook in de andere I
organen dezer stad wel kennisgevingen voorkomen.
Worden die dan niet betaald
Dc Voorzitter: De andere bladen nemen ze maar
gedeeltelijk op en soms belangrijk verkortzoo bijv.
de publicatie van de maximum prijzen. Ze nomen daar
van een deel misschien over in liet redactioneel gc- 1
deelte, maar niet altijd officieel als kennisgeving.
De heer V a 11 N ij n a 11 e n Zou het dan niet
wenschelijk zijn, me", den tijd mee te gaan cn, nu wij
hier een dagblad hebben met grootrren lezerskring,
daarin de officieele mededeelingen te laten opnemen
Dan komen ze vlugger onder de oogen van het publiek.
Ik geef dit maar in overweging.
De Voorzitter: B. W. zullen dat eens over
wegen maar zij kunnen u niets toezeggen. Het is niet
behandeld in dc afdcelingen.
Volgnummers 134 en 136.'
De heer Van N ij#iattetiM. b V,, ik heb bij de
algemeene beschouwingen al daarover gesproken. Hier
staat als jaarwedde voor den deurwaarder uitgetrokken
f 1400. Wij trekken dat bedrag dus uit voor deur
waarders-werkzaamheden, en nu ben ik wei geen des
kundige op belastinggebied, maar daaronder behoort
toch m. i. wel degelijk het uitreiken en het ophalen
der bcschrijvingsbilletten en de uitreiking der aanslag
biljetten. Onder no. 136 wordt daarvoor echter nog
eens weer f500 uitgetrokken. Wanneer nu de deur
waarder wordt belast met andere werkzaamheden,
zooals ik in de vorige vergadering al gereleveerd meen
te hebben, wanneer hij grootendeels controle-werk
zaamheden verricht, dan dient die mijnheer m. i, een
anderen titel te hebben. Ik heb er geen bezwaar tegen,
zoo noodig, nog een adjunct-controleur te benoemen,
maar wij moeten de zaken niet verwarren en daarom zou
ik post 136 graag verlaagd willen zien met f ioo en
dus willen brengen op f300,
De Voorzitter: Mijnheer Van Nijnatten, ik
weet niet precies hoe het gaal in den Rijks-dienst, maar
in dezen Gemeentelijken dienst is de taak van den
deurwaarder in hoofdzaak, in de eerste plaats het i 11-
vorderen der belastingen.
Dc heer Van N ij natten: 1 Iet invorderen der
belastingen
De Voorzitter: Wanneer de deurwaarder niet
meer tijd heeft, is hot toch verstandig het - laat ik
nu maar zeggen hot minder soort werk op to dragen j
aan personen, die een minder belangrijk salaris ver-
dienen. De eisch van zuinigheid brengt mee, dat goed 1
onderscheid gemaakt moet worden tusschen post 131.
jaarwedde van den deurwaarder, cn post 130, kosten
van bezorgen en ophalen van bcschrijviiigs-biljetten, '1
uitreiken van aanslag-biljetten, ophalen van school
gelden, enz.
De heer Van Nijnatten: M. de V,, ik ben het
volmaakt eens met hetgeen u daar zegt. maar daar
gaat het niet om. Een deurwaarder moet deurwaarders-
diensten veirichtcn en dat zijn zuivere deurwaarders-
diensten. Wanneer wij hebben een deurwaarder, dan
veronderstellen wij ook, dat hij deurwaarder is
cn laten wij hem anders een andoren titel geven en
hem desnoods noemen sub-adjunct-controleur. Ik-heb
er bezwaar tegen, post 134 te noemen «jaarwedde van
den deurwaarder», terwijl hij grootendeels geen diensten
doet als deurwaarder, zoodat voor een ander f500
voor deze werkzaamheden nog weer moeten worden
betaald.
Dc Voorzitter: U vergist zich in de werkzaam
heden van den deurwaarder. Die zijn niet omschreven
onder volgn, 136. Dat is geen speciual deurwaarders-
werk.
De heer Van Nijnatten: Neen, dat weet ik wel.
Ik wil er niet verder op doorgaan, M. de V., maar
ik hoop, dat naar aanleiding van hetgeen ik heb ge
zegd, de deurwaarder voortaan deurwaardersdienstcn
zal verrichten.
De Voorzitter: Een van de andere heeren het
woord? Niet? Dan is nu (te 0.42) aan de orde
Volgnummer 145.