Donderdag 23
November 1916.
No. 8803
67e Jaargang
Uitgave van de Naanilooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FRID S&I££
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maandenfi.—
franco per post/T. 15. AdvertBDtiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel -
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofliciecle- en onteigenings-
advertentiön per regel 15 cent. Reclames 1 5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar bieten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KCHT2£G'SACSX 9.
KENNISGEVING EN.
BROODKAARTEN.
De Burgemeester der Gemeente Amers-
foort
maakt bekend, dat de broodkaarten op tus- 1
schentijdsche aanvragen ELKEN WOENS- 1
DAG van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur
zullen worden uitgereikt aan het Levens
middelen-bureau.
De uitreiking geschiedt alléén van kaarten
waarvoor de aanvraag vóór den Zaterdag
te voren is ingeleverd.
Amersfoort. 21 November 1916.
De Burgemeester voornoemd.
Van RANDWIJCK
UITVOER BOONEN.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort
maakt bekend, dat, in gevolge circulaire
van den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel dd. 13 November 1916, het ver
bod van uitvoer uit de Gemeente voor
rogge, roggemeel, tarwe, gerst en haver,
wordt uitgebreid tot
Paardenboonen Wierboonen Schapen-
boonen Duivenboonen en Waalscbe- of
Tuinboonen.
Amersfoort, 21 November 1916.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
MAXIMUM-PRIJZEN VOOR
HANDELS-MATERIALEN IN IJZER
EN STAAL.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort
maakt bekend, dat door den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel bij circu
laire van 21 November 1916 is medege
deeld, dat zijn vastgesteld de volgende
maximum-prijzen voor handelsmatcrialen in
ijzer en staal per 100 Kilogram
Vloeiijzer, plat, rond en vierkant f20.
hoek en T-ijzer -21.
Hoefijzer en wielbeslag -21.—
Weiijzer, Duitsch -21.—
hoek, W.U. Nachrodt
P. L. H. Kroon -22.50
Zweedsch P. P. S. - 32. -
S. P. -40.—
Bandijzer en halfrond - 22.—
Duitsche platen, onder 3 m.M. dikte - 24
Staalplaten, 3 tot onder 5 m.M. - 25.—
vlak en geruit,
5 m.M. cn dikker -22.50
Strippen 150 m.M. en breeder,
8 m.M. en dikker 20.
150 m.M., onder 8 m.M. -21.—-
Gegalvaniseerde staalplaten no. 10
en dikker - 36.—
gegolfd no. 20 - 44.
22-48.-
24-50.-
bandijzer 1 a 2,
nos. 10,12 en 14 - 27.—
Gepolijste staalplaten, nos. 14—16 - 39.50
17—20 -43.—
2126 -50.—
Staalplaten (houtskool) 53-—
Veerenstaal, Duitsch ïste kwaliteit -31.
2de - 25
Engelsch ïste *44-
2de - J4-—
Balk-en U-ijzer, boven 80 m.M. hoogte -18.
De hierboven voor de verschillende mate
rialen gestelde prijzen zijn grondprijzen,
geldende voor de normale afmetingen, kwa
liteit en hoeveelheden. Prijsverhoogingen
voor afwijkeade maat, lengte, kwaliteit en
geringe hoeveelheid, mogen niet hooger
worden berekend dan is vastgesteld:
a. voor staaf- en profielijzer: door het
Sthahlwerks-Verband A. G. Dusseldorf, Abt.
Stabeisen-Ausfuhr, Holland (Ueber-Preis-
liste für Stab- und Universaleisen, Ausgabe
10 Januar 1916);
b. voor strippen, als voren (zeilde ueoer-
preisliste)
c. voor zwart bandijzerdoor het Stahl-
werks-Verband Abt. Stabeisen Ausführ,
Dusseldorf (Bandcisenskala van 9 Juni 1916);
d. voor gegalvaniseerd bandijzer; door
de firma Thyssen Co., Mühlheim, Ruhr
(Ueberpreisliste van Augustus 1916);
e. voor Duitsch plaatijzer onder 3 m.M.
en staalplaten van 3 tot onder 5 m.M, door
de Schwarzblech-Vereinigung te Keulen
(Ueberpreisliste für Feinbleche, Ausgabe
October 1913);
f. voor staalplaten 5 m.M. en dikker,
door het Schiffsbau-Sthahlkontor te Essen
(Grobblech- Ausfuhr-V ereinigung, U eber
preisliste, laatste uitgaaf 1916);
g. voor gegalvaniseerde platen, door de
Ausfuhrvereinigung te Keulen (Ueberpreis
liste van 3 Augustus 1916);
h. voor gepolijste platen, door het Gene-
ral-Gouvernement für Belgien, te Brussel
(lijst van Mei 1916);
i. voor Zweedsch ijzer, als in den handel
gebruikelijk voor dit soort materiaal
j. voor veerenstaal, gelijk i.
Vorengenoemde prijzen gelden voor den
kleinhandel en bij betaling op 4 maanden
netto franco vervoermiddel vóór het leve
rend magazijn, voor den tusschen- en den
kleinhandel verminderd met de gebruikelijke
reducties, die door den groothandel worden
gegeven.
Amersfoort, 22 November 1916.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJK.
DISTRIBUTIE-WE l\
Burgemeester cn Wethouders van Amers
foort
maken bekend:
1. dat G. BROM, Puntenburgerlaan 35,
gedurende een week is uitgesloten van het
verkrijgen van Regeerings-varkens
wegens het verkoopen van Rcgeerings-
varkensvleesch aan een weder vrkooper
2. dat J. BOUMAN, Leusderweg 104,
tot 1 Januari 1917 is uitgesloten vau de
distributie van R e g e e r i n g s-a a r d a p-
pelen wegens het geven van te weinig
gewicht.
Amerstoort, 20 November 191'!.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De Burgemeester.
Van RANDWIJCK.
De Secretaris.
A. R. VEENSTRA.
HINDERWET.
Burgemeester eu Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat eeu
door A. LOK, ingediend verzoek, met bijlagen,
om vergunning tot liet uitbreiden van zijn
wasscherij en bleekery door het plaatsen van
een stoomketel met een verwarmend oppervlak
van 25 M>..
in het perceel alhier gelegen aan de Ileiligen-
bergerweg, bij het Kadaster bekend onder .Sec
tie B, No. 2378, op de Secretarie <<er Gemeente
ter visie ligt, en dat op Maandag den Decem
ber a.s., des voormiddag» te half elf uren, ge
legenheid ten Kaadhuize wordt gegeven om,
ten overstaan van het Gemeentebestuur of van
éon of meer zijner leden, bezwaren tegen het
uitbreiden van de inrichting in te brengen.
Tol het beroep, bedoeld in art. 15, le lid
der Hinderwet, z(jn volgens de bestaande juris
prudentie alleen zij gerechtigd, die overeen
komstig attikel 7 der Hinderwet voor het
Gemeentebestuur of óen of meer zijner leden
zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren
mondeling toe te lichten.
Amersfoort, 20 November 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Burgemeester eu Wethouders van Amers
foort,
Gelet op arit. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door W. van GENDEREN, ingediend verzoek,
met bijlagen, oin vergunning tot het oprichten
vau een electromotor van 7.5 l'.K. tot aand' ij.
ving zijner zaag-, boor- en frais-machine.
in het perceel alhier gelegen uun den Veld
weg, bij het Kndasier bekend onder sectio
D, no. 3401. op de Secretarie der Gemeente
ter visie ligt, en dal op Douderdag den
7 December aanstaande, des voormiddags to
half elf uren, gelegenheid ten Ilandhtiize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van éen of meer zijnor leden, bezwaren
togen het oprichten van de inrichting in te
brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens do bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of éon of meer zijner leden ziju verschellen
ten einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 23 November 1916.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Duurtetoeslag.
(INGEZONDEN.)
»Ik hoop, dat de heeren de portée van
•deze gewichtige quaestic goed zullen be-
grijpen».
Inderdaad, deze woorden, gebezigd door
den Burgemeester in de Raadsvergadering
van 9 November, waren niet overbodig.
Want als men de beraadslagingen over den
duurtetoeslag leest, zooals die ziju weerge
geven in het Stenografisch verslag, dan
krijgt men den indruk alsof het hart der
quaestie den mcesten leden is voorbij ge
gaan. Was de Raad vermoeid, toen om 10
het rapport der Commissie daaromtrent
tafel kwam? Het lijkt wel zoo, want reeds
van den aanvang af heerschte een algemeene
begripsverwarring ter zake van dit onder
werp en de meermalen herhaalde uiteen
zetting van het punt waar het om ging,
door den Burgemeester een uiteenzetting,
die aan duidelijkheid niets te wenschen liet
vermocht niet tot de leden door te drin
gen. De heer Van Nijnatten verklaarde zelfs,
dat het hein groen en geel werd cn ik ben
overtuigd, dat hem dit niet was overkomen
wanneer de Raad zich niet zoo hopeloos
had vastgewerkt in het labyrinth: loons-
verhooging-duurtetoeslag-werklieden-ambtc-
naren-gcempl-iyeerden-progressieve schaal-
degressieve schaal, enz,
Het is dan ook niet anders dan toe tc
juichen, dat ten slotte het besluit is gevallen
om de zaak te verdagen wij hebben nu
ten minste de kans, dat de leden van den
Raad de gewichtige quaestie, aan hun oor
deel onderworpen, nog eens van alle kanten
zullen bekijken en dat ten slotte een wel
overwogen beslissing zal worden genomen.
Door deze verdaging is tevens het voor
deel verkregen, dat ook aan de burgerij de
gelegenheid wordt geboden, van hare belang
stelling te doen blijken, ccne gelegenheid
die ik gaarne aanvaard. Echter niet om
critiek te oefenen op het gesprokene Het
ligt geenszins in mijne bedoeling, in debat
te treden over de juistheid of de onjuist
heid van het door ieder der sprekers inge
nomen standpunt, noch over de daarbij ge
bezigde argumenten. Daaromtrent wil ik
slechts dit opmerken, dat ik het teil zeerste
betreur, dat de heer Hofland zich niet vol
doende meester is kunnen blijven in het
debat en zich heeft laten verleiden tot een
persoonlijken uitval tegen den Burgc-
Wie onbevooroordeeld het standpunt na
gaat, door den Burgemeester tegenover
alle onderwerpen, in den Raad behandeld,
ingenomen, zal niet anders kunnen getuigen
dan dat dit steeds is boven de partijen.
Tegenover zulk een objectieven, zakelijken
leider is elke persoonlijke aanval, van welke
zijde ook. geheel misplaatst.
Dat uit den Raad zelve niet aanstonds
daartegen is geprotesteerd, heeft mij ver
baasd.
Wat is nu de bedoeling van de uitkee-
ring van een duurtetoeslag, of liever
wat moet zij zijn Dezetegemoet te ko
men aan hen, die itt deze abnormale
tijden niet meer zouden kunnen rondkomen
met hunne gewone verdiensten. Een
tegemoet koniing, geen algeheele
vergoeding! Laat ons toch vooral dit
onderscheid in het oog houden om bij eene
regeling dezer aangelegenheid billijk te
blijven tegenover allen. Wij leven nu
eenmaal in een tijd, waarin ieder, dieniet
tot degenen behoort, die men als ÖAV.-ers
pleegt aan te duiden, verplicht is, bezui
nigingen in zijn budget aar te brengen. De
steeds hooger stijgende prijzen van alle
levensbenoodigdheden, de s.eeds doorgaande
verzwaring der belastingen nopen ieder
daartoe; ieder in zijn stand. Het ligt voor
de hand, dat hoe hooger het inkomen is,
hoe minder bezwarend de verhoogde uit
gaven zijn en hoe minder voelbaar de aan
te brengen bezuinigingen en dat hoe lager
het inkomen is, des te eerder ook de grens
van het mogelijke bij die bezuinigingen
wordt bereikt. Maar dit neemt niet weg,
dat bij het toekennen van eenen duurte
toeslag nimmer het streven mag zijn hen
die daarvan profiteeren geheel terug te
brengen tot den toestand als vóór den
oorlog en eenen zoodanigen toe
slag toe te ken n e n, dat s ij kun
ne 11 doorleven alsof voor hen
die abnormale t ij den niet be
stonden.
Ik wil de ethische zijde der zaak als
bijv. het verzwakken van het verantwoor
delijkheidsgevoel voor het oogenblik
geheel buiten beschouwing laten. Ik wil er
slechts op wijzen, dat daarmede eene groote
onbillijkheid zou worden begaan tegenover
de grootste categorie van belastingbetalers.
Men houde toch rekening er mede, dat
elke belastingverhooging ten behoeve van
duurtetoeslag slechts voor een relatief klein
gedeelte door de grootere inkomens wordt
gedragen, maar in hoofdzaak zal moeten
worden opgebracht door de inkomens be
neden f 3000.die het grootste percentage
vaa de belastingbetalers omvat. Elke gulden,
die deze categorie meer zal moeten op
brengen in de Gemeente-belasting, zal door
haar, die door de verhoogde Rijks-belas
tingen, den verhoogden levensstandaard en
de verminderde opbrengst van coupons tóch
al zoo geducht wordt aangepakt, u'tgezui-
nigd moeten worden. Een winkelier, een
kleine rentenier, een particulier geëmploy
eerde, in ó-en woord ieder die niet in Ge
meentedienst is en wiens inkomen misschien
veel minder dan f 1000,bedraagt, zal
moeten bijdragen in den duurtetoeslag voor
den Gemeentelijken ambtenaar, die wél dat
inkomen heeft.
Is de Raad verantwoord, deze opoffering
te vragen ten bate van hen, die in Ge
meentedienst zijn, wanneer niet de over
tuiging bestaat, dat hetgeen wordt toege
kend, beslist noodig is, niet om door te
leven alsof er geen abnormale tijden be
stonden, maar om, met in acht neming
der zuinigheid, die door de om
standigheden voor iederen stand
geëischl is, rond te komen?
Eerst wanneer de burgerij overtuigd is,
dat op dien grondslag van haar eene be
zuiniging wordt gevraagd, ten bate van
een ander deel der burgerij, zal niet wor
den gemopperd over eene verhooging der
belasting, welke die ook moge zijn.
Maar wanneer in het wilde weg tnaar eau
cijfer wordt vastgesteld, (>eenigszins wille
keurige cijfers» zooals een lid der Com
missie erkende) zonder na te gaan of die
toeslag inderdaad beantwoordt aan den
bovengestelden eisch, zou het dan te ter
wonderen zijn als de burgerij mopperde
•omdat zij een paar cent belastingverhooging
per week moet betalen»?