'7 Maart Kroes. Waterleiding. /.in. Dat de erwten en boonen. door den heer Hofland ter tafel gebracht, en die er nog liggen, erg slecht zijn, is een feit. In gewone tijden zouden ze in den winkel niet verkocht mogen worden. Maar een commissie kan die bonnen nok niet weren. Wij moeten ze acceptecren of weigeren, maar dan krijg je toch geen andere. Wij zijn nu in een noodtoestand. 202 De heer K roesM.de V.indevorigevergadering heb ik gesproken over de waterleiding en nu zou ik gaarne van den Wethouder der Bedrijven vernemen «i onze waterleiding in een minderwaardigen toestand verkeert vergeleken bij de Utrechtsche. De heer Veis Heyn. Wethouder der Hedrijvcn M. de V.. in de vorige Raadzitting heeft de heer De Kempenaer beweerd, dat de ITrecbtsche waterleiding niet bevroren is geweest. Ik heb dat op dit oogi-nblile niet kunnen tegenspreken, omdat men later pas kan constateeren of de hoofdleidingen zijn beschadigd. De Voorzitter hamert en vraagt Mag ik de attentie verzoeken voor het water of is er slechts aan dacht voor de boonen? De heer Van Kalken M. dcV.. mag ik even het woord De Voorzitter: Het woord is aan den heer Veis Hcijn, maar de boonen vormen zoo'n attractie dat ik hem even moest interrompeeren. De Wethouder Veis Heyn Mijne herren, dan zal ik trachten voor te gaan. Ik heb z-meven beweerd, dat ik in de vorige Raadzitting niet heb kunnen uit maken. of werkelijk de Utrechtsche waterleiding in een gunstiger conditie stond als de Amersfoortsche, omdat do omvang der storingen alleen kan blijken, wanneer de dooi is ingetreden. N'u kan ik echter per tinent verklaren, dat van de Amersfoortsche waterlei ding niet «Vu hoofdbuis is bevroren, terwijl ze in de Utrechtsche op 4 plaatsen zijn gesprongen. Ik mag niet aannemen, dat dit veroorzaakt is door den hoogeu druk •Ier Utrechtsche waterleiding. De ervaring heeft Amers foort wel anders geleerd Wij mogen aannemen, dat de hoofdbuizen ook bij een hoogeu temperatuur hier zeer gunstig liggen. De hoofd buizen hebben hier niet geleden, maar en kele dienstleidingen, die worden afgetapt van de spruit der" hoofdhuizen zijn bevroren geweest. Wat de verhou ding angaut tusschen de Utrechtsche waterleiding en de Amersfoortsche, geloof ik. dat gelet op het aantal aansluitingen, dat bij de Utrechtsche zeer klein is en t>ïj onze eigen waterleiding zeer groot. Amersfoort een heel goed figuur gemaakt heeft. 1 >an is er gelanceerd, dat wanneer wij maar spui- kranen hadden, het bevriezen niet zou zijn voorgeko men. Hoewel het in het project van den heer Van Poelgeest niet was opgenomen zijn later onder deskun dige leiding spuikranen aangebracht en dat is wel een reden geweest, dat tn de binnenstad het bevriezen totaal niet heeft plaatsgevonden. Amersfoort heeft in dat opzicht een heel gunstige ligging, want de wateropstuwing moet in het pompstation hooger komen dan het hoogste gedeelte van den Berg en daardoor is het op dat betrekkelijk korte traject altijd nog eenige graden warmer dan de vorst die hef omringt. Doordat het voortdurend stroomt is bovendien de kans op bevriezen geringer. De heer Kroes: M. de V., ik dank den Wethou der der Bedrijven wel voor zijn uitvoerig en gerust stellend antwoord. De Commissie der Fabricage is overtuigd, dat onze waterleiding in een betere conditie verkeert dan de Utrechtsche, maar juist waar door éen van onze leden critiek is uitgeoefend, heb ik deze vraag willen stellen. Toen ik vernam, dat de Utrechtsche waterleiding op 4 plaatsen was gesprongen, had ik werkelijk schik, dat Veis Heijn. Waterleiding. is niet 'hristelijk. maar aan den anderen kant toch wel, want ons werk werd aangevallen en ik mocht mij dus wel even verheugen. 203. M. de V„ in een onzer vorigeverg.ideriiigen.il houde mij ten goede dat ik meteen maar doorhaniei', hebben wij het besluit genomen, dat de winkeliers *s avonds geen licht mochten branden. Nu heeft mij het verzoek bereikt van verschillende winkeliers, om alleen voor den Zaterdagavond te beginnen met Zater dag as., 1 Maart, tot en met Mei (den Zaterdag voor Pinksteren, en den Woensdag \óor Hemelvaarts dag (den 16 Mei) vergunning te krijgen éen gaspit je of een electrisch pitje te branden. Ik doe die vraag expres hier, omdat ik daarop waarschijnlijk we! ant woord zal krijgen van den Wethouder der bedrijven. De Wethouder V c Is He ij 11 M. dc V.. zeer zeker zouden B. A.' W. gaarne den tijd zien aanbreken, dat tegemoet gekomen kan worden aan een dergelijk zeer billijk verlangen. Maar ik geloof, dat ieder over tuigd zal wezen, dat wij aan dit verzoek niet kunnen voldoen, wanneer ik meedeel, dat volgens de opnamen door mij gedaan, van 1 tot '5 Maart, wij niet vs maar slechts .40.1 n/0 hebben bezuinigd Dit zal voor ons een motief zijn om angstvallig elke verruiming van het gasverbruik te vermijden, daar wij anders gevaar zouden loope.11 de medewerking van het kolen- bureau te verliezen, waarvoor ik, wat onze gemeente betreft, mets heb dan lof. Gelukkig gaan de winkeliers een beteren tijd tege moet, door de invoering van den zomertijd, terwijl ik hoop. dat na de beëindiging hiervan aan dergelijke verzoeken wel voldaan zal kunnen worden. 204. De heer II oubaer M.de V. .met prijzenswaar dige!! spoel hoeft de Commissie tot onderzoek naar voor de teeit van aardappelen geschikte terreinen haar taak opgeval. Nu zou ik willen vragen of dc Raad goed kan vinden den heer Van-Stralen, den technischen adviseur, een telefoon te verstrekken aan zijn huis De Wethouder Jnrissen. Hij kan geen telefoon moer krijgen. De heer Houbaer: Absoluut niet De Wethouder J or ia sen Neen. De lieer Holland: Is dat niet wel mogelijk 205. De heer Va n K a k e n Met was is het begin van Augustus iot|. de tijdelijke Arbeidsbeurs werd opgerichtdaarnaast is o k werk verschaft door het Steuncomité, aan de z.g. betonfabriek. Ik geloof niet <lat alle leden van den Raad daarvan een voldoende voorstelling hebben. Ik heb mijn halve leven doorge bracht met sociale onderwerpen. Dan wordt je lang zamerhand een sociaal mensch en een sociaal mensch behoort «iet aan zichzelf, maar aan de gemeenschap. Zoo is het ook met mij. en als zoodanig heb ik mij ook voortdurend met plezier op de hoogte gesteld van het werk aan die betonfabriek. Nu heb ik van ver schillende lui gehoord, dat die fabriek moet opdoeken, want het werk dat daar gemaakt wordt, deugt niet. Hoe eer zij verdwijnt, hoe beter. Zou stond ik toen alleen, maar ik heb getracht steun te vinden bij de financiecle commissie, bij het Burgerlijk Armbestuur en ook bij de Arbeidsbeurs en tot mijn hooge vol doening kan ik zeggen, dat ik dte steun heb gevonden. Verschillende personen zijn op verkenning uitgegaan cn tot mijn groote voldoening kregen ze sympathie voor de onderneming. Het scheen, dat de tegels die in deze fabriek werden gemaakt, nog niet de volmaaktheid hadden bereikt. Maar tot mijn ontzaglijke voldoening blijkt nu toch dat ze gebruikt kunnen worden, ze zijn goed, hoevre! nog niet best.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 16