Tromp.
Snouckaert-laan.
l.einweber.
Sprengel.
i Vermoedelijk waren het, evenals in 1803, en later
ionder de regeering van Koning Lode wijk, financieele
omstandigheden, die hem noopten, de betrekking aan
I te nemen van onder-prefect in het arrondissement van
Amersfoort, waartoe hij den igen Mei 1811 benoemd
werd. In October ran dat jaar, was hij verplicht om
zich (evenals alle Staatsambtenaren) te onderwerpen
aan het bevel om bij het bezoek van den Keizer te
Amersfoort een aanspraak te houden, hetgeen hem zeker
tegen de borst moet hebben gestuit.
>Het is voornamelijk In deze betrekking van onder
prefect. dat hij de dankbaarheid heeft verdiend van
Amersfoorts ingezetenen.
«Na de plundering van Woerden, op den z^en No
vember 1813, waarbij men zonder het sparen van
burgerbloed mocht te werk gaan, werden den daarop
volgenden dag ongeveer 300 Franscben, onder bevel
van kolonel Falba, na uit Woerden te zijn terugge
zonden, naar Utrecht en van daar op Amersfoort ge
dirigeerd, omdat de Fransche generaal Molitor vreesde,
dal Utrecht, waar hij commandant was, anders het
zelfde lot als Woerden zoude ondergaan. Deze woeste
bende, dien zelfden avond nog te Amersfoort aange
komen zijnde, haakte voortdurend naar de voor haar
zoo verblijdende lijding, aldaar te kunnen handelen
als in het ongelukkige Woerden, doch werd, dank zij
de doeltreffende maatregelen, genomen door den onder
prefect, in bedwang gehouden, en zoo werd de stad
voor een dusdanig schrikkelijk lot gevrijwaard. Drie
bange dagen en nachten verliepen in een aanhouden
den angsteindelijk, in den vroegen ochtend van den
a8en November, verliet dit gespuis de stad de onder
prefect liet hen de Utrechtsche poort om 4 uur uit
de lantaarn, waarvan hij zich bij die gelegenheid be
diende, werd door de familie in 18S5 aan het Museum
van «Fléhite» in bruikleen afgestaan. Nauwelijks had
hij zich weder ter ruste begeven, of hij werd opnieuw
gewekt door de aankomst der kozakken vóór de Kamp
poort, welke hij binnenliet, niettegenstaande hij daar
door zijn leven op 't spel zette, daar Falba hem had
gezegd dat hij terug zou komen («je vais faire une
promenade») en verantwoordelijk had gesteld voor alles
wat er in zijne afwezigheid zoude gebeuren. De
omstandigheden echter veroorzaakten, dat hij niet terug
kwam, daar Amersfoort bezet werd door de verbonden
mogendheden
Tot zoover het verslag.
Dat heeft hij gedaan met een lantaarntje en dat kunt
u nog zien in het Museum «Fléhite».
M. de V., dat is het eenlge, dat ik daaromtrent kan
meedeelen.
De Voorzitter: IV W., maken geen bezwaar,
het amendement over te nemen.
Het aldus gewijzigde voorstel wordt goedgekeurd
z. h. st.
236. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
in zake aanstelling van tijdelijk personeel hij (5e-
moente- werken in verhand mei do voorberr dende
werkzaamheden voor don school bouw (Gedr. Verz.
No. 82).
De heer Van N ij n a 11 e n M. de V., is het de be
doeling. het salaris te bepalen op f 100 per maand en
per persoon, of voor beiden?
De Voorzitter: Per persoon.
De heer Van Nijnatten: O.
Goedgekeurd z. b. st.
237. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot verkoop van een perceel fabrieksterrein nabij
de Ramstraat, groot ongeveer 7000 Ma, f3 per
M-'. aan de N.V. «Nederlansche Confectie fabriek,
v/h A. Cohen Je Co.», te Amsterdam (Gedr. Verz.
No. 80).
Goedgekeurd z. d. of h. st.
238. Voorstel ran Burgemeester en Wethouders
tot verkoop van een perceel bouwterrein aan do
Huijgenslaan, groot ongeveer 900 M3. a f2.25 per
M3. aan jhr. A. W. den Beer Poortugael (Gedr.
Verz. No. 78).
Als voren.
239 Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onttrekking aan den openbaren dienst van
ongeveer 3 M2 vaarwater van de Beek en tot
verkoop daarvan aan don heer Albert Heijn voor
f300 (Gedr. Verz. No. 79).
De heer Leinweber: M. de V., heeft de Gemeente
het recht, een gedeelte van een openbaar water, van
de Beek. te verknopen? Ik dacht, dat de Gemeente over
de Beek niets te zeggen had, maar het Heemraadschap.
De Voorzitter Het Heemraadschap heeft slechts
te zeggen over de Buitensingels. Daarom stellen B. W.
voor. het water eerst te onttrekken aan den openbaren
De heer Leinweber: Dan is het toch beter, te
zetten Gracht.
De heer Van Nijnatten: Singel is de naam.
De heer Leinweber: Singelgracht.
De Voorzitter: Ja, dat is juister. Dan wordt dat
aldus gewijzigd.
De heer Hofland: M. de V., het beteekent wel
niets, maar in de stukken wordt telken male gesproken
van verkoop van «grond», terwijl hier wordt gesproken
van «water». Hoe moet je dat nu eigenlijk lezen?
De Voorzitter: Mijnheer Hofland ik geloof, dat
op het oogenblik het water wordt verkocht.
De heer Van N ij natten: Als ik de zaak goed
begrijp, wordt het vaarwater aan den openbaren dienst
onttrokken en dan wordt de eigendom van den grond
verkocht.
De Voorzitter: Ik geloof, dat de heer Albert
Heijn het water koopt.
De heer Van N ij natten: Neen, M. de V.. het
is hem te doen om den grond onder dat telkens weg-
stroomende water.
De Voorzitter: Vindt de Raad het goed, na
dere nasporing te doen omtrent de jui6te benaming en
B W. te machtigen, de redactie naar aanleiding
daarvan vast te stellen
De heer Hofland; Er zit toch wel iets in, M. de
V„ want het geeft verandering.
De Voorzitter: Zeker, mijnheer Hofland, dat
geef ik ook toe. Het is wel iets om ook voortaan op
te letten.
Aldus gewijzigd wordt het voorstel goedgekeurd z.h.st,
240. Voorstel vhii Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van het perceel Hof no. 7 (Gedr.
Verz. No. 86;.
Goedgekeurd z. d. of h. st,