Zaterdag 22 f|g|| September 1917. No. 8931 67e Jaargang. N. V. Centrale Crediet enLandbouwbank SAFE DEPOSIT. - BINNENLAND HOOFD-REDACTEUR J. Corn. RUGAART, AMERSFOORT. Uitgave van de Drukkerij „De Aniersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff' Verschijnt Dinsdag-, Dond» en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden j i.— franco per post/1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. ReclameB 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAUX: KORTE GRACHT 9 VALKESTRAAT 19. Postbus 9. Telefoon 19. DISTRIBUTIE LEVENSMIDDELEN. Burgemeester en Wethouders van Amers foort maken bekend, dat in de week van 24 September tot en met 30 September 1917 zal worden verkrijgbaar gesteld op bon No. 35 RIJST. ZEEP, HONDENBROOD bij vooruitbestelling. KAARSEN a 50 cent per 300 gram, SCHEMERLICHTEN a 50 cent per doos plus to cent per glaasje. Voor lichtlooze gezinnen op een bewijs, dat aan de gasfabriek kan worden afge haald, bovendien op een geneeskundige verklaring in hoogst noodzakelijke gevallen. Laatstgenoemde verklaring moet op het Levensmiddelenbureau worden afgestempeld en ingevuld. Amersfoort, 20 September 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. De Burgemeester der Gemeente Amers foort, gezien de circulaire No. 8472/6 van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del, waarin wordt voorgesteld wijziging te brengen in het gewicht van het wittebrood, maakt bekend Dat met ingang van Maandag 24 Sep tember a.s. alleen mag worden gebakken en afgeleverd brood van 50 gram, 250 gram en veelvouden van 250 gram. Amersfoort, 20 September 1917. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Goede vormen. Laten wij de vormen der wellevendheid niet minachten. Zeker, er bestaat weieens aanleiding om het te doen zonder dat zou onze aan sporing geen zin hebben dikwijls zijn ze een dun gaasje, uitgespreid over iets on schoons om er de leelijkheid van te bedek ken of een bedrieglijk masker, dat slechts werkelijkheid achter fraaien schijn verbergt. Maar daarmee laten zich enkel zeer opper vlakkige lieden beetnemen. Wie iets gezien en doorleeft heeft in deze wereld, kent het ruischen van het klatergoud en weet wel ongeveer wat er mee opgepronkt wordt; slechts onnoozelen laten zich er op den duur mee verschalken. Maar heeft ooit het misbruik de verwaarloozing kunnen wetti gen? Is het dan niet waar, dat het leven gemakkelijker wordt gemaakt en onze on derlinge verhoudingen minder met stoornis worden bedreigd, als wij gebruik maken van den toon en van de manieren die te beschouwen zijn als het merkteeken der beschaving. Nu is het zeker r.iet moeilijk, wanneer wij onder gelijkgezinden zijn, en er geen sprake is van strijd, nog over meeningen nog over belangenopzettelijke ruwheid, met het doel om te kwetsen wèl te on derscheiden van jolige boert, die soms baar vormen onleent aan een vreemde-woorden- lijst zal men zich daar niet veroorloven. Anders is het, wanneer we tegenover elkan der staan als aanvaller of verdediger; als er belangen op het spel staan, die men van weerszijden onaangetast wil houden. Dan worden het onderwerp van den strijd en de persoon van den strijder éénaan de argu menten om zijn goed recht te staven, heeft men niet genoeg; er wordt gegrepen naar andere wapenen dan die in een eerlijken kamp zijn te gebruiken; er komen grofhe den, scheldwoorden, beleedigingen. Wijsgeerig genoeg om deze te laten voor bijgaan als pijlen, die hun doel missen, zijn slechts weinigen. Uit een taalkundig oog punt moge er iets voor te zeggen zijn, dat alleen datgene beleedigt, wat werkelijk leed doet, in den regel vat men dat anders op; ruwe uitdrukkingen prikkelen tot weder- keerigheid, hoe waar het ook zij, dat zij alleen getuigenis geven van de onbeschoft heid van wie ze bezigt. En dan natuurlijk wordt de kloof, die de strijdenden scheidt, steeds dieper; geringer de kans, dat men tot een vergelijk zal komen weggevaagd de mogelijkheid dat een van beiden den ander zal overtuigen, zoodat de miskenning van de vormen der betamelijkheid oorzaak wordt, dat volkomen gemist zal worden wat het doel behoort te zijn van iederen strijd de vrede. Men moet niet uitgaan van de onderstelling, dat hij, die niet gelijk denkt of hetzelfde wil als wij, noodwendig een schavuit moet zijn, of dat men gerech tigd is er hem voor uit te maken; op zulk een verkeerde basis construeert men nooit een harmonische figuur. Dat alles moet nog door velen worden geleerd. Er moet zelfs wat meer aandacht aan dat onderwerp gegeven worden dan tot dusver geschiedde: want wij loopen wei eenig ge vaar van een maatschappelijke verwildering, die zich openbaart in de vormen en door deze wordt voortgeplant. In ons land zijn wij nog niet zoover heen als in andere lan den, waar de in hoogheid gezetenen te dik wijls de goede vormen vergeten. Men spreekt v-eleens van Hollandsche kalmte; als er niet iets anders, niet iets hoogers bijkomt, dan achten wij haar geen voldoenden waarborg tegen het volgen van slechte voorbeelden. Bij ons moet het be waren van den goeden toon en het eerbie digen van beschaafde vormen een kwestie van overtuiging zijn, de neiging daartoe een eigenschap, die we met zorg aankwee- ken, als een nationaal kenmerk, als een maatschappelijke deugd. Buitenkndsche Kroniek. Buiten de slagvelden, waar op 't oogen- blik het hevigst gestreden wordt bij Yperen, met succes voor de Engelschen, wordt met niet minder kracht de papieren oorlog voortgezet, een strijd, die welhaast van niet minder beteekenis is dan die met het blanke wapen. De strijd van de geesten toch be werkt het menschelijk denken, dringt hem in een of andere richting, wat weder van invloed kan zijn op de houding, welke de volken tegenover den oorlog zullen blijven aannemen. Er is op 't oogenblik in alle landen een sterk verlangen naar den vrede al wordt dat verlangen door de oorlogs partijen nog met geweld onderdrukt maar toch, dat verlangen is er, en uit zich steeds krachtiger. Dat 't groeiende is, bewijst de hartstocht haast, waarmede men zich op de toch nog voorloopige berichten omtrent Duitschlands houding tegenover Belgie ge worpen heeft. Omdat ze geven een sprankje van licht. 't Is flauw, 't spettert als een nachtlicht wegens te weinig olie. Maar als men er tijdig bij is, kan 't nog weer opvlammen tot een groot licht, tot het licht van den vrede. Veel licht is er nog niet, doch er is iets. Wat een spoor van hoop geeft. De Lokal Anzeiger laat zich ten opzichte van de Belgische quaestie als volgt uit »Voor zoover wij ingelicht zijn heeft in den laatsteu tijd inderdaad de Engelsche voelhoorn zich met betrekking tot de Bel gische quaestie gewend tot een bevriende mogendheid en in evenzoo onverbindelijken vorm is daarop antwoord gegeven, dat men zich bezig houdt met het Engelsche voorstel om het Belgische vuistpand te ruilen tegen de Duitsch-Afrikaansche koioniOn. Of het antwoord in positieven of nega tieven zin gevat is of dat tevoren een in williging van voldoende waarborgen voor Belgie geëischt is, behoort reeds tot het gebied van meer of minder juiste vermoe dens waarvan de openbare meening zich meester heeft gemaakt. Daartoe behoort ook de bewering, dat Engeland besloten is om ons een deel van het Congogebied tegen Duitsch-Zuidwest-Afrika aan te bieden. Tot zoover zullen de zaken, gelijk wij meenen te weten, nog lang niet gevorderd zijn. In elk geval verdient het feit volle aandacht, dat de Britsche regeering haar voelhoorns uitstrekt tot alle oorlogs- en vredesquaesties, Wij veronderstellen dat de openbare meening eerstdaags iets naders zal vernemen van oe opvatting der Duitsche regeering en van het standpunt, dat zij besloten is in de Bel gische quaestie in te nemen. Dan eerst zullen wij weten of de vele combinaties die door rechts en links achter de coulissen aan de jongste gebeurtenissen worden vastgeknoopt als juist kunnen gelden of niet.* De Times begrijpt dat de jongste vredes manoeuvres van Duitschland, en de aandui ding, dat het geneigd schijnt te zijn, de eischen betrefFende België te wijzigen, in bevoegde Engelsche kringen worden be schouwd als teekenen van de toenemende overtuigin™ n Duitschland, dat de oorlog voor da id verloren is, en dat al zijn pogingen ei .hans op gericht moeten zijn, een zoo gunstig mogelijken vrede te ver krijgen. I Als teekenen van 's vijands oorlogsmoe heid worden deze manoeuvres als belang wekkend beschouwd als pogingen om de geallieerden af te brengen van de nastreving hunner grootsche doeleinden, zijn zij mis lukt. Uit Washington wordt aan de »Times< geseind, dat men zich daar geenszins er over verwonderen zou indien Duitschland voor den winter een nieuwe vredespoging deed. In officieele kringen te Washington verwacht men zelfs dat Duitschland een onmiddellijke poging zal doen om voor Kerstmis een alzonderlijken vrede met Ame rika te sluiten. Dit zou evenwel op een mislukking uitloopen. Erg vriendelijk worden de vredespogingen van Duitschland door de Engelsche- en Amerikaansche pers niet ontvangen, wat te verwachten was. Spreekbuizen van de re geeringen ijveren zij voor voortzetting van den oorlog. De Amerikaansche pers ver heerlijkt den groei van het Amerikaansche leger, dat na 3 jaar geheel klaar zal zijn om Duitschlanu den genade-slag toe te brengen Of om gereed te zijn tegenover Japan Want dat Amerika zijn troepen zal opofferen op de Europecsche slagvelden, nemen we niet aan. voordat dat millioenen- leger met z'n duizenden vliegtuigen in Europa geland is. In den tijd, welke dat tijdstip nog van ons scheidt, zal het vrtdes- verlangen groeien tot een groote kracht Of da .regeeringen van thans er dan weerstand aan zullen kunnen blijven bieden? Met een enkel woord gewaagden we van het succes der Engelschen bij Yperen. De geheele vooruitgang bedraagt daar anderbalven K M. ongeveer en op de kaart gezien strekt zich het Engelsche front daar ter plaatse thans ongeveer uit tot de Noord- Zuid loopende linie Zonnebeke-Cheluvelt. Daarbinnen vallen dus nu het Inverness- kreupelbosch en het Glencorse-bosch.aar.de weg van Yperen naar Meenen en voor het grootste gedeelte ook het Polygon bosch. Ook het dorp Veldhoek aan den evenge noemden weg is in Engelsche handen ge valle: en voorts het noordelijker gelegen dorp Zevenhoek, waarmede misschien Ze- venkotte nabij Zonnebeke is bedoeld. Duitsche tegenaanvallen zijn afgeslagen. Voorloopig wordt gesproken over ruim 2000 gevangenen ook zouden eenige kanonnen vermeesterd zijn. Het veroverde terrein wordt van groote strategische beteekenis geacht. De antwoorden van Oostenrijk- Hongarije en Duitschland aan den Paus. De antwoorden van de twee groote Cen trale mogendheden op de jongste nota van den l'aus, zijn gepubliceerd. Hun inhoud is teleurstellend. Met veel woorden worden algemeene be tuigingen van vredesgezindheid gegeven, echter zonder scherp omlijnde gedachten, die een basis zouden kunr.en vormen voor den inzet van zij 't dan ook slechts heel voor loopige vredesonderhandelingen. Over Bel gië wordt in het Duitsche antwoord niet gerept. In het Oostenrijksche antwoord heet 't Ook zijn wij doordrongen van de hoop, dat een verheffing van het rechtsbewustzijn de menschheid zedelijk zal regenereeren. Wij vereenigen ons daarbij met de opvatting van U. H., dat onderhandelingen tusschen de oorlogvoerenden tot een overeenkomst daarover mogen leiden, en dat met het in voeren van daarvoor dienende waarborgen, de toerustingen te land en ter zee en in de lucht tegelijk en aan alle zijden en succes AMERSFOORT SOEST Lange Gracht 8 Van Weedestr. 20S. Tel. interc. 363. Tel. Interc. 6. T e 1 e g r a aa-a d r e s „CREDO sievelijk tot een bepaalde maat zouden worden verminderd, en dat de van rechts wege aan alle volken der aarde behoorende open zee van de heerschappij of over- heersching van enkelen bevrijd en voor het gelijke gebruik van allen opengesteld zou worden. De groote beteekenis voor den vrede van het door U. H. voorgestelde middel, om internationale strijdquaesties te onderwerpen aan een internationaal scheidsgerecht volko men inziende, zijn wij bereid ook over dit voorstel van U. H. in onderhandeling te treden.* In het Duitsche antwoord begroet de keizerlijke regeering met bijzondere sympa thie de leidende gedachte van den vredes oproep, waarin Z.H. op duidelijke wijze de overtuiging te kennen geeft, dat voortaan in de plaats van de materieele macht der wapenen, de moreele macht van het recht moet treden. Ook wij zijn ervan doordron gen, aldus de nota, dat het kranke lichaam der menschelijke maatschappij slechts door een versterking der zedelijke kracht van het recht gezond kan worden. Hieruit zou, naar de meening van Z. H. de gelijktijdige vermindering der strijd krachten van alle staten en de instelling van een verplichte arbitrage voor inter nationale geschillen voortvloeien. Wij deelen de opvatting van Z. H., dat bepaalde regels en zekere waarborgen voor een gelijktijdige en wederzijdsche beperking der bewapening te land, ter zee en in de lucht, alsmede voor de ware vrijheid van en het gemeenschappelijk recht op de open zee, voor het eerst besproken moeten wor den in den nieuwen veelbelovende!» geest, die voortaan in de verhouding der staten onderling moet heerschen. Daaruit zou zonder meer de taak voort spruiten, opkomende internationale meenings- verschillen niet door het aanwenden der strijdkrachten, maardoor vreedzame middelen, in 't bijzonder ook langs den weg van arbitrage te laten beslechten, welker groote vrede-stichtende uitwerking wij met Z. II. ten volle erkennen. De keizerlijke regeering zal daarbij ieder voorstel ondersteunen, dat met de levens belangen van het Duitsche volk en rijk vereenigbaar is. Verder heet 't Slecht onder voorwaarde, dat voor ieder volk bevredigende bestaansvoorwaarden zullen worden geschapen, kan een duurzame vrede tot stand gebracht worden, die de gceste lijke toenadering en de geestelijke opleving der menschWijke maatschappij in de hand werkt. Deze ernstige en oprechte overtuiging geeft ons moed de overtuiging te koesteren, dat ook onze vijanden in de uoor H. ter overweging voorgelegde gedachten, een geschikten grondslag moger. vinden, om onder voorwaarden, die met den geest van billijkheid en met den toestand in Europa overeenkomen, een aanvang te maken met het voorbereiden van een toekomstigen n vrijheid te stellen en zoodra de wet gevende vergadering den nieuwen Russischen staatsvorm heeft goedgekeurd en alle mogendheden den nieuwen Ruslschen regee- ringsvorm hebben erkend. Het vermoeden dat Lord Kitchener niet dood is, is in Engeland zóó sterk ver spreid, dat er, volgens de Daily Mail, bij de Lloyds maatschappij weddenschappen worden aangegaan over de mogelijkheid, dat Kitchener nog leeft. De verzekeringspremie bedraagt vijf shilling voor 100 pond ster ling. Het >Central-News*-agentschap var- neemt uit diplomatieke bron, dat dejapan- sche regeeringo verweegt binnenkort sensatio- neele documenten te publiceeren, waaruit zal blijken, dat Duitschland er naar streefde Japan sinds 1904 herhaaldelijk in conflict te brengen met China, Amerika, Mexico en Engeland. Hel Roemeensch kamerlid, Patrascanu, doet in het blad Lumina, naar het Corr. Bur. seint, mededeelingen over een onderhoud, dat I.ord Grey en Takejonescu vóór het begin van den wereldoorlog heb ben gehad. Grey zeide: ge zijt een welvarend volk. Roemenië is echter slecht gelegen, omdat het Rusland in den weg ligt. Ge moet er dus in berusten, dal ge te gronde zult gaan. Overigens zijn kleine naties niet in over eenstemming te brengen, men moet ze uit- Uitroeien! Wanneer 't gesprek een ver zinsel is, komt toch de huidige houding van Engeland vrij goed met deze verzonnen meening van Gi De Belgische minister van oorlog, generaal de Ceuninck, heeft in een circu laire aan de officieren en onderofficieren verzocht, de soldaten in hun moedertaal aan te spreken. Volgens een bericht uit Petrograd aan Le Petit Journal heeft de regeering van de Russische republiek besloten den Tsaar en de Tsaritsa genade te schenken H. M. de Koningin heeft deze week het mijndistrict in Limburg bezocht. Verge zeld van minister Posthuma, daalde H. M. in de staatsmijn >Emma«, tot op een diepte van ruim 300 M. af. Bij Kon. besluit van 18 dezer is be noemd lot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gereraal, voor het tijdvak der tegenwoordige zitting, mr. D. Fock, lid van die Kamer. Onze regeering heeft aan den gezant te Parijs opgedragen om, mocht het cassatie beroep van M a t a H a r i, de bekende dan seres (die gelijk mon weet is ter dood ver oordeeld weg?ns spionage) worden verwor pen, gratie aan te vragen. Op de marinebegrooting 1918 worden aangevraagd als eerste termijn f 1.000.000 voor drie nieuwe onderzeeërs, f 200,000 voor een mijnenlegger voor den Nederiandschen dienst en f 2 400.000 wordt aangevraagd, waarvan f 1 000,000 voor drie onderzeeërs voor Indiö; voorts voor aanschaffing van vliegtuigmaterieel ter bescherming onzer marine-stellingen en ter voorbereiding van een marine-luchtvaartdienst in IntliC, Blijkens de ooriogsbegrooting 1918 is een nieuwe luchtvaartorganisatie ontworpen met 116 jachtvliegtuigen. 132 verkenningsvlieg tuigen en 40 lecr-vliegtufgen, benevens een groot aantal verschillende auto's en 76 motor rijwielen. Voor vernieuwing en aanvulling van het aanwezige luchtvaartmaterieel zal t8 a 19 millioen noodig zijn. In de naaste toe komst zal voor de iuchtvaartafdeeling jaar-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1