per week buiten schooltijd onder leiding van door de
Commissie te benoemen deskundigen openluchtoefe
ningen te doen houden.
Op de gemeente-begrooting voor 1918 is een bedrag
van f 500.- uitgetrokken voor koston van het op-
richten en instandhouden van openbare speelplaatsen.
Wij hebben de eer 17 voor te stellen dit bedrag
als subsidie voor iqi* aan de Commissie toe te kennen
en haar tevens tot wederopzegging kosteloos een ge
deelte van het terrein aan de Kruiskamp, nailer an-
geduid op de hierbij overgelegde teekcniug, in bruik
leen af te staan.
Een bedrag van f500.— zal genoeg/aam zijn. zoo
lang bij wijze van proef de leerlingen van slechts twee
of drie scholen onder deskundige leiding openlucht
oefeningen zullen houden, doch het spreekt vanzelf,
dat de kosten belangrijk hooger zullen zijn. indien
deze maatregel ten opzichte van alle scholen zal
worden toegepast.
I.<
be p a
1 08s
Inge
rklieden Desteks
Nadat in Uwe vergadering was gesproken over de
loonen van de losse werklieden, in dienst der gemeente,
hebben wij aan de hand van de gegevens, onl zangen
van de verschillende belanghebbende organisaties,
nagegaan of de bestaande regeling hieromtrent wel
voldeed aan de eischeu, die billijkheidshalve ntogen
worden gesteld in verband met de loonen in hel vrije
bedrijf en die, welke door de gemeente aan haar vast
pertoneel worden toegekend.
Wij stelden het uurloon van deze losse werklieden
daarna vast op 26 cent, met opheffing van den
duurtetoeslag.
Dit laatste vond hierin zijn grond.
Toen voor de eerste maal gedurende de crisis duur
tetoeslag aan de werklieden der gemeente was toege
kend, waren daaronder tie losse werklieden niet begre
pen.
Deze vroegen daarna verhooging en ons college
overwoog toen. wat voor de werklieden voordeeliger
zoude zijn, een duurtetoeslag, zooals die bestond voor
de vaste werklieden of een verhoeging van loon. Hel
eerste bleek het geval te zijn en dus werd de duurte
toeslag op 2 Juni 191b toegekend.
De praktijk leerde. <i*t het toekennen van een duur
tetoeslag op de basis als door Uwe vergadering vast
gesteld, bezwaren opleverde bij los personeel, omdat
het dienstverband soms weken, soms dagen, ma.ir
soms ook slechts uren duurt.
Het wil ons voorkomen, dat er op dit oogenblik
dan aanleiding kan bestaan, om te voldoen aan liet
verzoek van de afdeeling Amersfoort van den Neder
landschen Bond van werklieden In openbare diensten
en bedrijven, welk verzoek den Maart 1918 om
prae-advies in onze handen werd gesteld
Adressanten zeggen in hun adres: Door dit besluit
van 2 Juni 191b gingen eerstgenoemde werklieden met
f 2 loon per week meer naar huis, terwijl de losse werk
lieden, door intrekking van den toeslag van hen, met
pl.m. 50 cent per week meer naar huis gingen»
Deze wijze vae voorstelling is absoluut onjuist en
wij mogen niet nalaten er onze spijt over uu te
spreken, dat de organisatie, waarmede wij telkens
overleg hebben gepleegd, op zoodanige wijze haar
doel tracht te bereiken. Onjuist zoggen wij. en wel cm
deze reden aan de vaste werklieden werd met
ingang van 1 Januari een looneverhbogiug toegekend
van f 2 met behoud van den duurtetoeslag.
Maar het verband, dat wordt gelegd tusschen deze
loonsverhooging en die van de losse werklieden, gaat
niet cp. Wat de gemeente voor haar vast personeel
meent te moeten doen, behoeft nog niet per só ook
aan de losse werkkrachten te worden toegekend.
Dat dit zoo is, blijkt uit den bustaauden toestand,
die voor beide groepen niet gelijk is en niet gelijk
kan zijni Het is bovendien onjuist te meenen, dat de
losse werklieden slechts so cent verhooging van loon
ontvingen.
Feitelijk in strijd met de besteksbepalingen, genoten
de losse werklieden een uurloon, waarvan de basis
22 cent bedroeg. Wij verleenden, zooals is gezegd, op
2 Juni 1916 een duurtetoeslag, waardoor de basis werd
verhoogd tot 24,5 cent per uur. Hij een gemiddelden
arbeidstijd van 60 uur, bedroeg de verhooging dus por
week 60 X 2,5 cent f 1.50. Bij besluit van y> Nov.
1917. no. 7 werd het uurloon verhoogd tot 26 cent,
onder intrekking van den duurtetoeslag. De verhoo
ging bedroeg dus toen, vergeleken bij het laatst geno
ten loon 60 X 1.5 =9° cent, bij dat, hetwelk vroeger
werd genoten f 1.50 -f f 0.90 f 2,.to. Op hel «ogen
blik, dat wij deze regeling troffen, bedroeg het loon
in het particulier bedrijf 2 7 cent. De Gemeente deed
du» meer dan werd gevraagd.
Ook is de regeling in volkomen overeenstemming
met die, geldende voor de vaste werklieden, zooals
die luidt krachtens Uw besluit van 18 December 1917.
Zou aan den wensch van adressanten worden vol
daan, dan zouden de losse werklieden een zoodanig
I loon ontvangen, dat de vaste daarin onmiddellijk aan-
leiding zouden vinden. Uwe vergadering om loons
verhooging te vragen.
Op grond hiervan hebben wij da eer L te advi-
«eeren op het verzoek afwijzend te beschikken.
Intusschen hebben wij hiermede niet willen betoogen,
dat de bestaande loonregeling van het niet in vasten
dienst der gemeente werkzame personeel, ons geheel
bevredigt.
Zij, die ten behoeve van de gemeente werk ver
richten, kunnen in drie categorién worden gesplitst
a, de vaste werklieden en tijdelijk aangestelden,
vallende onder het werklieden-reglement
b. de werklieden, welke arbeid verrichten ten
behoeve van aannemers vae gemeentewerk
c de werklieden, welke door de verschillende
takken van dienst in lossen dienst worden genomen.
De loonen van de categorie onder a genoemd, zijn
onlangs bij verordening geregeld en kunnen thans
verder onbesproken blijven-
Die van de tweede categorie zijn geregeld in de
z e n. besteksbepalingen, maar deze zijn geheel ver
ouderd. Intusschen werden de loonen van deze werk
lieden tegelijk met die. genoemd onder c door ons
geregeld, als boven is aangegeven
Welke methode van loonregeling voor het vaete- en
ion. overheidspersoneel het meest esnbev.llns ver
lies, daaromtrent h» ast oog geen vaetstaande
meentrg En dit valt niet te verwonderen,
wordt bedacht, hoe geheel anders de positie van d»
gemeente, bijv. als werkgeefster is geworden, door de
voortdurende uitbreiding van haar taak, terwijl de
verhoudingen tusschen werkgever en werknemer in
het vrije maatschappelijk verkeer evenzeer zijn veran
derd.
Zag de overheid zich aanvankelijk tot plicht toege
wezen, het volgen van eigen Inzicht, omdat in het
vrije bedrijf elke organisatie bijna ontbrak, later werd
het haar plicht geacht te zorgen voor zoodanige loon
regelingen, dat zij voorbeelden zouden zijn voor den
particulieren werkgever. Besteksbepalingen moesten
dienen als motor, tot opdrijving van den loonstandasrd.
Thans is een nieuw stadium ingetreden, en wordt
die regeling voor de meest gewenschte gehouden, welke
met hut vrije bedrijf hand aan hatxl gaat. zoodat in Am
sterdam dc periodieke verhoogingen zijn afgeschaft.
Zooals is gazegd, bevredigt ons de bestaande toe
stand voor tie catcgoriSu, onder b en c genoemd, niet.
En de oorzaak hiervan is te vinden, in de verhouding
waarin de gemeente tot de particuliere bedrijven staat.
Wanneer de gemsente werk uitbesteedt of arbeiders
in l"ssen dienst neemt, dan onderscheidt zij zich als
werkgeefster in niets van den particulier.
Toch bestaat er tusschen beiden, ten aanzien van
de loonregeling een belangrijk verschil
Dc werkgeefster-gemeente is ais overheid gebonden
aan regelingen door het vertegenwoordigend orgaan
vastgesteld. Kn het spreekt wel van zelf dat deze
regelingen niet telkens voor verandering vatbaar zijn.
In hot vrije bedrijf is langzamerhand organisatie
gekomen, aan beide zijden, bij de patroons en arbeiders.
De ontwikkeling, waarin het instituut van het collec
tieve contract zich mag verheugen, heeft verder steun
gegeven aan «lic organisaties om regelingen te treffen
voor bepaalden tijd. Daarin ligt, naar wij meenen, veel
goeds, zoowel voor de patroons als voor de werk
nemers en 'i"k voor dc gansehc maatschappij. Het is
de vrije wil van beide parijen, die een contract tot
stand doet komen, terwijl de kracht van de organi
saties en de plaats welke zij gaan innemen, waar
borgen inhouden voor een richilge uitvoering van het
gecontracteerde.
Dusdanige regelingen moeten, naar wij goloovm.
op den duur bevrediging schenken. Zij hebben boven
dien ook nog dit voor - een voordeel, dat zich in
«lezen tijd mogelijk meur zal doen gelden, dat de
loonregeling in verhouding blijft tot den levensstandaard
Deze bewegingsvrijheid mist dc gemeente als werk-
geefster, zoolang de uitvoerders gebonden blijven aan
verordeningen, door den Raad vast te Stellen. Maar
nu de gemeente steeds meer en meer met de loonre
gelingen in aanraking komt, omdat haar laak zich
uitbreidt en wijzigt, moet ook zij haar standpunt wij
zigen, moet aan de uitvoerders meer bewegingsvrijheid
worden gelaten.
De dubbele positie, waarin de gemeente verkeert
overheid-werkgeefster - verbiedt haar echter te gaan
slaan aan de zijde van een der partijen dat kan niet.
Maar wat wel kan en wij zijn van oordeel, dat het
dezen kant uit moet, dat is. dat de gemeente zich als
neutraal derde eenvoudig aansluit bij de regelingen,
hij collectief contract gesloten tusschen werkgevers en
werknemers. Wanneer daartoe wordt besloten, zal de
gemeente worden ontheven van een taak, welke haar
wel eens wordt toebedeeld, maar haar als werkgeefster
toch oict toekomtvan werkgevers-standpunt be
schouwd, die, 0111 loonsverhooging legen te houden;
van werknemers-standpunt beschouwd, die om loons
verhooging te bevorderen.
Van zelf komt de vraag naar voren, hoede gemeente
dan zal staan tegenover haar vast personeel. Een
afdoend antwoord hierop vermogen wij nog niet te
geven. De ondervinding zal den weg moeten wijzen.
Intusschen vergel* men niet, en wij wezen daar reeds
terloops op, dat er in de positie van de categorien a
on b, belangrijke verschillen bestaan, waaraan, naar
wij meenen. ook door de organisaties te weinig aan
dacht wordt geschonken.
De vast aangestelde werklieden staan niet bloot aan
het gevaar van werkloosheid en zijn daardoor van de
zorg ontheven voor tijden van werkloosheidgelden
daarvoor behoeven zij niet af te zonderenzij zijn
pensioen gerechtigd, waarvoor de premie door de
gemeente wordt betaald, terwijl zij in de gelegenheid
zijn hun nabestaanden tegen een matig» premie te
verzekeren, voor hot geval zij als kostwinner komen
te vallen. Hierop behoeft eciit»r thans niet nader te
worden ingegaan.
In den laatsten tijd hebben ons adressen bereikt,
waarin er op werd gewezen, dal du bestaande besteks
bepalingen een belemmering waren, voor het tot stand
komen van een collectief contract tusschen de patroons
en werklieden in de bouwvakken. Deze belemme
ringen behooren te worden opgeheven en dat kan ge
schieden door aanneming van het ontwerp-besluit.dat
wij de eer hebben. U hierbij aan te bieden.
Dc Raad der Gemeente Amersfoort,
Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet
houders gedaan bij missive van den 23 April 1918,
Afd. 1, no, 1153.
BESLUIT
u. in te trekken zijn besluit van 28 Mei 1907, laatste
lijk gewijzigd 28 Maart 1913. tot vaststelling van de
voorwaarden, die bij het ten uitvoer brengen van door
de Gemeente in 't openbaar aan best e«d werk, nage
komen moeten worden
b. in te trekken alle beslaande regelingen omtrent
de loonen van niet op proef of vast aangesteld per
soneel, in dienst der gemsente werkzaam;
c. Burgemeester en Wethouders op te dragen zich
namens de gemeente aan te sluiten bij de bestaande
of nader vast te stellen, door werkgevers en werkne
mers in het vrije bedrijf opgemaakte collectieve arbeid»
contracten, zoodat de daarbij vastgestelde arbeidsvoor
waarden ook zullen gelden voor allen, die, hetzij direct
hetzij Indirect, voor de gemeente werkzaam zijn en
niet vallen onder de bepalingen van het Werklieden
reglement, een en ander onder deze twee voorwaarden
1. dat Burgemeester en Wethouders zich geen partij
mogen stellen bij- en niet mogen deelnemen aan de
onderhandelingen over bet sluiten of wijzigen van
contracten;
2. dat van elk besluit, waarbij Burgemeester en
Wethouders zich verbinden iul nakoming van een
contract, daarvan kennis wordt gegeven aan den Raad,
die de bevoegdheid behoudt de overeenkomst voor de
Personeel jaarwedden en loonen.
In ons schrijven van S October 1917. Gedr. Verz
No. 20ft, bespraken wij de wenschelijkheid van het
samenstellen eerier commissie, welke tot taak zou heb
ben, van voorlichting te dienen omtrent de jaarwedden
en loonen van de ambtenaren en werklieden.
Het lag toen niet in onze bedoeling deze commissie
spoedig in het leven te roepen. Daartoe bestond toch geen
aanleiding, omdat die wedden en loonen toen werden
herzien, en ook, omdat zij het onderzoek naar de ver-
b mding tusschen loon en levensstandaard zou instellen
zoodra meer normale tijden zouden zijn aangebroken.
Wij waren toen reeds in het bezit van een schrijven
van liet bestuur van den Algemeenen Nederiandschen
Ambtenaarsbond, waarin op instelling van een soort
gelijke Commissie wordt aangedrongen.
liet komt ons bij nadere overweging gewcnscht
voor, dat thans tot de instelling van die Commissie
wordt overgegaan,
De ondervinding toch, bij de behandeling van de
loonregelingen opgedaan, is deze, dat het verkregen
resultaat noch belanghebbenden, noch ons heeft kunnen
bevredigen, en we gelooven niet, dat Uwe vergadering
er anders over denkt
En dat kan ook bezwaarlijk anders, want, zonder
ook maar iets te kort te doen aan den eerbied voor
de werkzaamheden van den Raad, mag worden gecon
stateerd. dat samenstelling, noch werkwijze zich bijzon
der eigenen 0111 met voldoende kennis van zaken te
kunnen ourdeelen, over de werkzaamheden die de ver
schillende ambtenaren verrichten en de waarde daar
van in betrekking tot liet bestuur van de gemeente.
Hoe licht kan daarvan 1 iet het gevolg zijn, dat besluiten
worden genomen, die geen voldoenden steun vinden in
dc werkelijkheid en daardoor schade doen aan het
behoud van de noodigu verhoudingen
Zulke besluiten scheppen voor ons college moeilijk
heden, kweeken ontevredenheid hij de ambtenaren.
De ervaring van den jongste» tijd heeft, meenen wij,
de juistheid hiervan meur dan bewezen.
Bij -ie gestadige uitbreiding van het corps ambte
naren on werklieden kan de tegenwoordige wijze van
handelen dan ook moeilijk worden bestendigd, of tel-
zullen adressen inkomen «iie om hersti1
mlcn
kans
dat
verhoudingen worden geschap
Intusschen dienen, bij du beoordeeling van dit alles,
twee zaken niet uit het oog te worden verloren; ten
eerstedat de eindbeslissing bij den Gemeenteraad
moet blijven en dat de Commissie steun moet vinden
in de Gemeentewet, althans met die wet niet strijdig
Wat het eerste punt betreft, z
mogen aannemen, dat. wanneer met goedkeuring van
Uwe vergadcring.de regelingen op nader te schetsen
wijze zullen zijn tot stand gekomen. Uwe beslissing
meer een formeel karakter zal aannemen, al blijft de
gelegenheid om in te grijpen, wanneer daartoe aanlei
ding besta-t, volkomen intact.
En wat het tweede bezwaar betreft, daaraan kan
worden voldaan, naar wij meenen, op een wijze, die
toch weer aan de belanghebbenden voldoende gelegen
heid laat hunne belangen te beliartlgeti.
Waar nu hel college van Burgemeester en Wet
houders een groot deel van de verantwoordelijkheid
draagt voor den goeden gang van zaken, komt het
ons voor, dat ook aan dit college den invloed op de
indeeling van het personeel in rangen en de bezoldi
ging. welke daaraan zal zijn verbonden, niet mag
worden onthouden
Daarom komt deze regeling de meest gewenschte
in hut voorbereiden van de noodige regelingen om
trent de jaarwedden en loonen van liet in dienst
der gemeente zijnde personeel, en omtrent alle aange
legenheden de rechtspositie van dat personeel betref
fende, worden Burgemeester en Wethouders bijgestaan
door een Commissie van bijstand, overeenkomstig arti
kel 54 van de Gemeentewet.
Verder wordt ingesteld een commissie, bestaande
uit vertegenwoordigers van de belanghebbenden. Deze
commissie bestaal uil afgevaardigden van alle georga
niseerde groepen van ambtenaren en werklieden De
organisaties wijzen zelf haar vertegenwoordigers aan.
Teneinde er verder voor te waken, «lat ook rekening
zal worden gehouden met de verschillende verhoudin
gen in den dienst, komt het ons noodzakelijk voor,
dat een der hoofdambtenaren zitting neemt. En einde
lijk komt het noodzakelijk voor. dat ook uit de vrije
maatschappij een tweetal vertegenwoordigers zitting
nemen. De verhoudingen tusschen de arbeidsvoor
waarden bij de gemeente geldende cu die van het
vrije bedrijf, grijpen meer en meer in elkaar.
De Commissie zou dus aldus worden samengesteld
een vertegenwoordiger van dc verschillende geor
ganiseerde groepen, door haar aan te wijzen
een vertegenwoordiger van de hoofdambtenaren,
door de groep zslf aan te wijzen;
een patroon uit het vrije bedrijf en een werkman
uit het vrije bedrijf, beiden aan te wijzen door Burge
meester en Wethouders.
De Commissie van bijstand zal bij hel verlichten van
haar werkzaamheden met deze Commissie in nauw
contact moeten staan. Hun verhouding te reglemen
teeren schijnt ons niet aanbevelenswaardig. Wij zou
den liever de proef willen nemen met een vrije over
eenkomst; beide commissies zullen deze voordracht
tol grondslag kunnen nemen tot het bepalen van
uunne verhouding en dan is hel tiiel twijfelachtig, of
de bedoeling is, dat gewenscht wordt een zoo innig
mogelijke samenwerking.
Onder niededeeling van het vorenstaande, hebben
wij de eer U voor te stellen over te gaan tot het
benoemen van een Commissie van bijstand in het
beheer van de zaken, in betrekking staande tot de
rechtspositie van het personeel der gemeente en zijne
bezoldiging en tot het in het leven roepen van een
commissie, als is aangegeven, met wie geregeld overleg
zal worden gepleegd.
De daartoe betrekkelijke ontwerp besluiten gaan
hiernevens.
De Raad der gemeente Amersfoort,
Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet
houders van den 24 April 1918, afd. I no. 1151,
BESLUIT:
dat zal worden ingesteld een commissie, waarmede dc
Commissie van Bijstand In het beheer ran de zaken,
in betrekking staande tot de rechtspositie van bet
personeel der gemeente en zijne bezoldiging, geregeld
overleg zal plegen, welke commissie zal worden sa
mengesteld als volgt
a. een vertegenwoordiger van elke georganiseerde
groep van ambtenaren en werklieden, door de groep
zelf aan te wijzen;
b. een vertegenwoordiger van de noolaamuie-
naren, door de groep zelf aan te wijzen;
c. een patroon uit het vrije bedrijf, door Bur
gemeester en Wethouders aan te wijzen;
d. een werkman uil het vrije bedrijf, door Bur
gemeester en Wethouders aan te wijzen;
dat deze commissie uit haar midden zal benoemen
•n voorzitter en een secretaris, telkens voor den tijd
in een jaar
dat de Commissie haar eigen huishoudelijk regie
ent kan samenstellen, waarvan afschrift moet worden
gezonden aan den Gemeenteraad, Burgemeester en
Wethouders en de Commissie van Bijstand;
dat elke georganiseerde groep, welke een afge
vaardigde wensclit aan te wijzen, daarvan moet kennis
sven aan Burgemeester en Wethouders.
Per so n ee 1.
In Uw verga lering van 26 Februari j.l. werd onze
jordracht van 21 Februari t.v. (Gedr. Verz. no. 2t)
inzake het verzoek van de agenten van politie, ver
worpen. zoodat die aangelegenheid nader in behandeling
dient te komen.
Om prae-advies werden verder in onze handen ge
steld een tweetal adressen van ambtenaren, op het
zelfde onderwerp betrekking hebbende.
In verband met onze voordracht van 24 April j. 1.
(Gedr. Vcrz. no. 82) komt het ons raadzaam voor, op
deze adressen geen beslissing te nemen, alvorens de
betrokken Commissies in de gelegenheid zijn geweest
hun meening daarover kenbaar te maken.
Vertrouwende, lat Uwe vergadering zich met onze
genoemde voordracht zal kunnen vereenigen, hebben
wij de eer U voor te stellen, bovengenoemde adressen
aan te houden, tot dat de Commissies zullen zijn in
gesteld.
Invoering vrije Zaterdagmiddag,
in Uwe vergadering van 18 April 191ft werd over
eenkomstig ons voorstel, besloten, aan de afdeeling
Amersfoort van den Nederiandschen bond van werk
lieden in openbare diensten en bedrijven, en dc afdee
ling Amersfoort der Nederlandsche R.K. Gemeente
werklieden», naar aanleiding van door deze afdeclingen
aan Uwen Raad in April 1915 gerichte adressen,
houdende verzoek, voor de werklieden aan alle Ge
meente-bedrijven. ten opzichte van wie het drie-ploegen*
stelsel niet van toepassing In, de week te doen eindigen
op Zaterdagmiddag 4 uur, zonder dat hiermede ver
mindering van loon gepaard gaat. mede te dcelcn,
dat. indien meer normale tijden zullen zijn ingetreden,
het invoeren van den gehcelen vrijen Zaterdagmiddag
in overweging zal worden genomen.
Alhoewel tot heden de tijdsomstandigheden nog
geenszins gunstiger zijn geworden, is ons college
nochtans van meaning, dat met de invoering van den
vrijen Zaterdagmiddag niet langer mag worden gewacht.
ling van den vrijen Zaterdagmiddag na 12 uur geeft
aan, dal «leze per jaar ongeveer zullen bedragen
voor de Reiniging f 1297,92
voor Gemeente-werken f 2000.—
voor de Gasfabriek f2400.—
voor de Waterleiding. f 190.
voor Het Electriciteitabedrijf f 255.
Totaal. f6142.92
voor het geval dat meer personeel zal moeten worden
aangesteld; of dit het geval zal wezen, z. I de onder
vinding moeten aantoonen. Met het genoemde bedrag
wordt dus feitelijk het «/«Woon verhoogd, omdat voor
een minder aantal werkuren eenzelfde loon wordt
uitbetaald.
De invoering zal vooral Hij de Reiniging moeilijk
heden ondervinden. Echter heeft ons College gemeend
vo -r dezen tak van «lienst geen onderscheid te mogen
maken. liet zal evenwel uoodig zijn, met het oog op
het straatvegen na afloop rlcr Zatcniaga vond markt
b.v„ «fat avondwerk wordt verricht. Wij zijn van mee-
ning dat dit avondwerk volgons de werkroosters (die
in verband hiermede zullen worden gewijzigd) en
n/ier vergoeding behoort te geschieden. Dit is ook
billijk te achten als men in aanmerking neemt, dat,
gelijk in den aanhef reeds vermeld is, deze invoering
niet van toepassing zal zijn voor «ie werklieden, ten
opzichte van wie het drie-ploegenstelsel van toepas
sing is.
Kan Uwe vergadering zich met het bovenstaande
vereenigen, dan noodigen wij haar uit hel hlerbijgevoegd
ontwerp-besluit tot wijziging van het Werkliedenregle
ment, verordening, regelende den rechtstoestand der
werklieden in «lienst der Gemeente Amersfoort» wel
te willen vaststellen en ds bepaling van den datum
van in werkingtreding van dit besluit aan ons College
over te laten.
De Raad der Gemeente Amersfoort.
Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet
houders van den 23 April 1918. Afd. 1 No ii -j
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening, tot wijziging van
het werkliedenreglement, veror
dening, regelende den rechtstoe
stand der werklieden in dienst
der Gemeente Amersfoort.
Artikel 1.
Het luuja lid van Art ,s wordt vervangen door
het volgende
te ^eSuurZaterdag8 *lndigt de werk,'id <1m middags
Indien het belang van den dienst zulks medebrengt
kunnen Burgemeester en Wethouders bij de in art 1-'
bedoelde roosters bepalen.dat ook op /„ter,lag ni de7
middags 12 uur en op Zon- en feestdagen bepaalde
werklieden of bepaalde cuiegoriüen van werkheden
werkzaamheden zullen verrichten
„oS :,ts™bedenbii
Artikel 2.
Dit besluit treedt in werking op een nader
Burgemeester en Wethouders te bepalen datum.