VAN BEElfS
RIJWIELEN
I
BERIJDT
Gebrs. DE VRIES
Een St Nicolaas-Cadeau
rG.Philippo
Amsterdani.
ALLE
Vre desemde rhan deling,'en
„VULKAAN
Luxe artikelen en speelgoed
IJzer- en Koperwaren, Huis
houdelijke- en Bouwartikelen,
Gereedschappen, Landbouwwerktuigen
GEBRS. DE VRIES
Lieve Vrouwestraat 50
Krommestraat 36 en 38
fi. PIHLEPPfl
is altijd een nuttig en welkom geschenk.
ZIE DE ETALAGE^
ROSE-MARIE
Axnorsfoort^i
Kortegncht26,b.h. PuiUtnteor
ATELIER VOOR RÉPARATIËN
VOLGESTORT KAPITAAL f 400 000.—
W AARBORGK APITAA14 000 000. - -
De Bank verstrekt gelden op le Hypo
theek op hulxsn, landerijen en boerenplaatsen
tegen billijke en gemakkelijke voorwaarden.
Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen
te richten tot haren Agent, de firma
F. fan Lanschot's Bank
MUFRHUZKN 15 te AM KUS>00K I
zijn nog niet geopend. Manr daarop moet ge ook niet wachten. Wilt ge reclame maken
door middel van een annonce of hebt U drukwerk noodig: Wendt U tot de
Drukkerij „De Amers oortscae Courant' Kortcgracht 9 en ïalkestraat 19
TELEFOON 19
bestaande uit Erwten. Booncn enz. Meer
mogen wij niet noemen, doch alles wat U
dagelijks te kort heeft
Kweekerij „AURORA", llillegoui.
sPNierop
Langeatr 90
•Amersfoort
Telefoon
St. Mr. zal op 5 Iter. ALLKKJI DIE
heistellingen AAS hui» bezorgen welke
tfldig zijn opgegeven.
LIEVE VUOl'WESTRAAT 50, AMERSFOORT
HEBBEN DE EER U HIERMEDE TER KENNIS TE
BRENGEN DAT ZIJ HEDEN HEBBEN GEO PK ND
KROMMES TRA A1' 3b EEN MODERN INGERICHTE
2de WINKEL IN
£]nz Enz
MINZAAM AANBEVELEND.
UIT HET MAGAZIJN VAN
HOItLOOERlK, KORTEÜKAUHT (n.b. Pistknotoor),
FKUILLKTOX
EEN ROMAN
VAM
H. SCHOBERT.
l«4 -0—
Toe, Marianne, apreek eens ronduit met
ms,« bad Fanny harte ijk. terwijl zij bij haar
bed kwam zitten en Marianne's band in de
hare sloot. >Zeg mij, wat je ter neer drukte
Och, dat begrijp je immera toch niet,
kind,» meende mevrouw von Ebersdort op
den bekenden toon, die een oudere zuatcr
maar al te veel pleegt aan te slaan, maar
Fanny, die alt meer jongere zusters
andera nog al gauw op haar teentjes was
getrapt, liet zich ditmaal door Mariannes
neerzetting niet afschrikken.
•Wie weet.» sprak zij zacht en m»tneer
gebogen hoofd, >mist<'hien toch wel.»
•Dus heb je Labnstein lief?»
In plsats van cenig antwoord, verhief
zich krampachtig Fanny's borst. Toen brak
zij in een hartstochtelijk smW'cen los en be
dekte haar gezicht met de beide handen.
Sussend gleed Mariaune'a hand langs het
bruine haar:
•Arm kind! Arm kind!»
Maar hij ie zoo goed en hij had mij
lief tot tot jelui hier kwaamt met Rose-
Marie. O, waarom moest dat gebeuren?'
klaagde zij. al haar kalmte verliezend en
geen meester meer over hst geheim van
haar onerv. en hart.
Mevrouw von Ebersdorf knikte stilzwij
gend met het hoofd, maar dat zag Fanny
niet.
Misschien was het zoo toch nog het
beet,« sprak zij peinzend. »Hnor eens hier,
Fanny, wat Ik je nu ga zeggen, heb ik nog
nooit tegen iemand uitgesproken en zal dit
ook zeker tegen niemand anders doen Be
merken anderen het toch, dan ia het buiten
mijn schuld Onze ouders hebben ons
ontegenzeggelijk lief gehad en ons naar
hun besta weten opgevoed, maar dan had
den wij om gelukkig te zijn, ook moeten
blijven in onzen kring. Neem jij den jongen
Dort: op Schonlanke, Günther op Trettin,
neem mijnentwege Anderten of luitenant
von Bettering, mannen, die aan onze kluin-
woon zijn en niets anders verlangen, om
dat zo niet anders kennen, maar om 's hemels
wil niet iemand ..Is Wolf of als I.ahnsiein
Voor zulke heervn deugen wij - iet, want
in plaats van hen des te beter te doen uit
komen, werpen wij op ben al tc dikwijls
een schaduw at, die hen hindert 1 f be
schaamd maakt. Al doen wij ook al ons
best wij kunnen noch in toilet, noch in
vormen do .chic» vtrkrijgi-n, die hun nu
eenmaal onontbeerlijk is geworden,en andere
meer schitterende verschijningen dringen
ons hij hen onwillekeurig naar den achter
grond. Ik geloof, .at (le liefde hij zoo menig
mm, zoo met geheel uitgedoofd, dan toch
sterk verminderd is bij het zien van het
halt medelijdend glimlachje, dat du wereld,
waarin hij zich tiiuis gevoelt, voor zijn vrouw
over had.
Fanny schudde krachtig h«*t hoofd.
.Je overdrijft, Marianne, bepaald, jo over
drijft! Hoe kan do liefde van zulke uiter
lijke dingen, die heelernaal buiten het hart
omgaan, afhankelijk zijnY Zou 't jou niet
onverschillig wezen, ot Wolf zijn mo ie»
knevel verloor? Zou je hetn daarom minder
lief hebben?» -- En toen du zuster niet
antwoordde, ging zij na een poosje te heb
ben gezwegen, op iets zachter toon voort:
Maar als je dat alles nu zoo goed inziet
wie heeft je dat dan geleerd, Marianne?»
Mijn hart, mijn verstand.»
Waarom duldt jij dan Rose Marie otn
en bij je? Is zij niet in haar heele voor
komen, in ai haar doen en latan precies
zooals jo denkt, dat tic vrouw mort zijn om
Wolf te behagen? Ik kan me niet begrijpen,
datje haar nog kunt uitstaan!»
»ik ben haar niet vijandig gezind, maar
wil van haar loeren, zooveel ik kan. Boven
dien is zij de dochter van onzen generaal,
en dat is iels. wat wij ook niet uit het oog
mogen verliezen VVoif heeft heel veel kans
om tegen den herfst bij hem adjudant te
worden; de generaal heeft hem dat zoo
goed ais belooft, toen wij Kose-Mario hier
te logecren vroegen
Maar ik kan haar niet lijden,» begon
l-'am.y koppig weer op nieuw. «Anderten
ook niet.»
Rose-Marie wordt door heel ve.d men-
schee, verkeerd beoordeeld» zeide Marianna
nadenkend; «ik heb hij herhaling op haar
gelet en verzeker liet ju in alle oprechtheid,
Fanny! De meeste vrouwen zijn min of
meer jaloersch op haar en bezorgen haar
daarom een slechte renommee.»
Maar jij, Marianne, jij zelf,» gitig Fanny
in opgewondenheid voort, »kan het jou zoo
heelernaal onverschillig zijn, als Wolf jou
om haar verwaarloost, als hij baar liefheeft
en eindelijk misschien
Kind,» viel mevrouw von Ëberdorfhaar
tnet ernstigen blik in le rede, miijn man is
een man van eer, vergeet dat niet, en laat
men freule vou Oilsach coquet noemen, Zoo
veel tnuii wil, zij is van top tot teen eone
dame.»
•Jij hout dus niet jaloersch op haar?*
Ik vertrouw alle twee, en geloof 111e,
Fanny, vertrouwen ie in 't huwelijk liet
voornaamste.»
>Zeg wat je wilt, ik kan haar niet uit
staan.»
•Lahnstein daarentegen bijzonder goed en
't is ook beter zoo. Jij kunt niet zooveel
verdragen als Ik. Fanny, dat brengt je aard
niet mee. Blijf in den kring, waarin jo na
genoeg met zekerbsid weet, dat je geluk
kig zult zijn en een ander gelukkig zult
maken, zonder droevige, vernederende er
varingen en zonder eenige opoffering van
jou kant.»
De arme Fanny zag heel diep voor zich
noer en brak toen plotseling iu snikken los.
Dat klonk zoo hartverscheurend, dat Mari
anne zich oprichtte, haar beide armsn om
baar zuster heensloeg en dat zich, wang
tegen wang gedrukt, beider tranen met
elkander vermengden.
Des middags merkte zelfs (ie amtmami
do blceko wangen zijner jongste op en zeide
i mot een opwelling van bezorgdheid;
Wat is dat, meisje, je ziet er uit, of je
ook al aan de mode moest meedoen en
heel interessant bleek worden! Je zorgt me,
dat je geen bleekzucht krijgt, hoor! Dat
komt in mijn kraam niet te pas!»
Lahnstein sloeg, bewust van schuld, een
snellen blik op Fanny, wie onmiddellijk
weer het bloed naar 't hoofd «teeg. Ilij
alleen wist het 't best, wat do rozen van
1 hare wangen bral doen verdwijnen. Maar
Rose-Marie zeide lachend;
Ziet u nu wel, papaatje, hoe zelfs do
slimste vleier, als men maar goed op hom
let, al heel gauw als zoodanig kan ontmas
kerd worden? Mij hebt u de nitgc/orluste
complimenten over inijn teint gemaakt en
nu praat u heel eenvoudig vau bleekzucht,
die u natuurlijk verafschuwt, zoodra er
sprake is van uw eigen dochter.»
I -Precies geraden, freule v.m Gilsach,»
meesmuilde de oude heer, >ik zal het altijd
blijven zoggen, u is een pracht van een
meisje! De inijnen moeten mode wangen
hebben, daar houd ik van, en dat hoort
ook bij zulke appeltjes vau 'i land, maar
u ja, met u is <lat heel wat anders: als
ik u aanzie, moet ik altijd denken aan onze
rozen daarginds, de trots van mijn bloemen
tuin, wonderschoon maar zeide hij,
listig één oog toeknijpend en eigenlijk met
een kwajongens-lachje »nict erg duur
zaam, alleen tot sieraad, practisch niet te
gebruiken.»
En Kote-Maric lachte. Zij zelve dorst veel
te zeggen tegen menschen met wie zij op
een goeden voet stond, maar ze had tevens
de goede eigenschap, laad veel van hen to
kunnen verdragen.
(Wordt vervolgd.)