Mia MD UUEWEHKEB
iit:.
I Heersn Overjassen en Demisaisons
1
1
1
r sf tot
rG. Philippo i
AM KM- A RUBBER ZOOLBESLAG
0 0 (kguJ
fê
f
Courant
©♦0®00®00©00©0®@0©00®00©00©00©
f lc^! C'Ifi U W
m»
m
0
ROSE-MA RIK
Amorsfoorr I
Kortegracht 26, U. Postkantoor
A T E II E R V >OR^ REP AKA^tMKN
COX SI M l'TIK-lSOON KX
voor ite Wintermaanden
vry van Distributie
Smakelijk en voedzaam,
per 2 s kilo f 3.— per 5 kilo f 5.50
10 f 10.I 25 *24.-
Winteruien per 5 kilo f 1.50
Inmaakuitjes 5 1 -.50
ZENDT POSTWISSEL
Kweekerij AURORA - Rillepi.
WAAR VINDT MEN
EEN GOED ADRES
VOOR ALLE .SOOR
TEN DRUKWERK
HOUTSKOOL (mikloos)
por ax. f4.25, I»j
groote hoeveelheden reductie.
Firma LVAN ACUTKi.'IIKltMII.
Arnhemsclii'slrnitl In Telefoon 155'
STKRK -- Pi! ACTED!! - GOEDKOOP
Verkrljg'oarrbij J. GROOT SNDORST, 1I0E 38
0 0
ij n
KLtC.OtMC or r-lflAT
r V - iOdr^mP3fc5Z,"3f7Tt!c>><i? V« S^sterTli.jy .«c
0 0
i> \o
l.AHGES'KAAT 62-GA-66 ,"41
0
0 0 - -
©♦♦©♦♦©❖0G >090!3©0©00©00©00®©©©
YOOKOEELHÏi; AANBIEDING IN ZEliFVEBVAARDIGDE
1'
BIJ DE DRUKKERIJ
DE AIERSKOORTSCHE
rafe Do ingetreden slapte in ons Ma.it Irijf (K> eding naar Maat) heeft ons gelegenheid gegeven een beperkt aantal
HCHIESDFLIIIIV 0-^7x?3JFiarA«SïI32Xr te maken, din in tón woord SCHITTEREND zijn.
De/o Overjassen zijn gemaakt van PRIMA STOEPEN. OXFORDS, CHEVIOTS, VICUNAS, ou uitsluitend in
DONKERE KLEUREN.
De Overjassen hebben eon geheel nieuwe pasvorm, niet zen nijd als do Ulsters, en ook niet aangesloten, zoodat fik
cogtuum or onder gedragen ka worden. Wij hebben 'e winterjassen gemaakt met prima zijde lluweelen kragen
en mooie bukskiouitv wring. DEMISAISONS met degelijke uitvoering en lengte.
0
0
SS C5 «J»
A'
C 'i<
v/II. I A. A. H. v. Ci.km; k
KORTE GRACHT 9 -
Telefoon* 19
VALK EST RAAT 19.
i
Ito prijzen zijn \oor (leze WIXTKB.JASSE T
Kn voor WMISALSONS
.en zijn 1 let te onderscheiden van Maatwerk en wij gt-i
afwerking en kleur.
0
oor tie.» overjassen vólkernen garantie
Bij ïerzoeken U deze keurige collectie te kamen bezichtigen, zonder eenijs verpMcdting tot keopen.
F E L' 11, L K T O X
EEN ROMAN
VAM
H. S CII O IJ E R I
33-) o—
D# marteling, die b«m dat veroorzaken
zou, voeide hij reeds bij ingeving. Mocht
hij dan niet een weinig troost uit haar blik,
uit een handdruk putten? Hij moest haar
nog eens alleen zien te spreken.
IDs gelegenheid w»3 hem gunstig. Hij
zag haar z.iiten In de op zich zelf staande
veranda, door haar ulot onaardig a's >het
vogelhuis* bestempeld en kwam ijlings, met
kloppend hart. aan hare zijde.
»Zie eens, I.ahnsteiu, is dat uw oppasser
niet?» vroeg Rose-Marie en wees nasr den
straatweg, waar men, nog veraf, maar toch
reeds duidelijk, een man te paard zag, die
een ander paard bij den teugel voerde.
>Ja, hij ia 't! Nu is het uur van scheiding
weer daar.» antwoordde hij met een hoor
baren zucht.
«Het spijt me zoo, dat je weg moet.»
Rose-Marie trok een lipje als een pruilend
kind. «Wat zal ik mij nu op Weiszenfelde
doodelijk gaan vervelen'»
«Zult u mij dus missen vroeg hij, buiten
adem schier.
«O je weet niet,» ging zij bijna met
Innigheid voort, «hoe ik je noodlg heb! Je
waart mij hier tot steun en bescherming in
elke richting.»
«O, als ik dat maar altoos voor u mocht
zijn!» Hij was zeer dicht bij haar gekomen
en deed al z'n best haar in 't gezicht to
zien, maar de sleep van haar zwarte zijden
kleed was ergens aan blijven vasthaken en
zij zag zich genoodzaakt, dien voorzichtig
weer los te maken. Daarbij verliepen enkele
warme oogenblikken, Toen zeide zij heel
vrijmoedig
«Die Ebcrsdorf ma;
z'n galanterief-n. hij
scheiden en hij zal 't
jij weg bent, Lahnste:
Lahtmteiti kreeg een Koud gevoel lanes
zijn rug, maar wilde haar niet nogmaals
zeggen, dat het voor oen deel haar eigen
schuld was,
«Op wanne r is uw vertrek bepaald,
freule." vroeg hij daarom alleen.
«Op Maandag. A.s. Maandag ga ik
's morgens met den trein van i.egcn uur
op reis; papa verwacht mij om één uur aan
Huda, Ik zal hemd darken
Een gunstbewijs
vergeten zult.»
toeken zou das
i die
hier
ion lijd in 't geheel j 1
«En krijg ik 1
niet meer to ziei
KoRe-Mariu haalde haar schouders op.
«Ja. als je niet hier hoon L mt --- dat 'is
wel de conigo kans.»
'Dan beu ik ir. elk g'-viil te Scddin aan
t station om u vaarwel to />ggen,t ant
woordde hij onmiddellijk, ('air hij ree-in
besloten v.as met hot natuurlijk onvermijde
lijk beleefdheidsbezoek op Weiszenfelde te
wachten tot Rose-Marie zou vertrokken zijn.
Maar dan hoop ik,« voegde hij erbij, «dat
hot afscheid niet van langou duur zal wezen;
mijn verlof in October wil Ik te Herlijn'
doorbrengen, ais als ik er op rekenen
mag, bij u welkom to zijn.»
«Nu, 't idéé is niet kwaad, zelfs zonder
uw voorwaarde. Je kunt jo bij ons weer
wat opfrisscheu. Lahnstein, en w at provincie-
stof van je afschudden,» meende zij t iet
zonder b-p ekenis en schoof daarbij de
rinkelende armbanden op en neer.
«En u, Rose-Marie -- u zelf?» vroeg hij
mot aandrang.
(O, mij zal 't zeer aangenaam zijn, u hij
ons te zien.»
«Moe afgemeten zegt 11 dat! Daarmede
mag een oude Excellentie tevreden zijn,
maar ik ben 't niet.»
«Wset jo wel, vriendlief, dat je somB buien
van Instlglu-id hebt? Wat wou ju dan nog
lijk
ikjav,
«Veel, heel veel meer!
een toeken, dat je mij niei
«Wat voor een bij/oudei
wel mouten zijn
•Geef me die Malmaison-roos van uw
borat, uw bedil, Rose-Marie!»
Rose-Marie lachte en nam do bloem uit
het knoopsgat van haar keurslijf.
jo andere nleta verlangt, daar is ze,
maar verwelkt haast en geurloos.»
«Voor tnij grot iter van waarde dan all
bloemen van do wer*'d to znnien. Ze komt
uit uw band, bereidwillig mij gegeven, wel
een bewijs, dat je mij vergiffenis hebt g—
schor.k"ii en dat ik u welkom zal zijn.»
sprak hij met vliegenden adem cn kuste de
mijn lii
sell! Wa
ehenken? E11 weet je zelf niet, hu
sympathiek je u.ij altijd bont gewest, in
I'eri'jii al, en dat ik je hier dat alleen heb
bewezen, zelfs ten koste van mijn loeder
gevoel
In stedo t
har» hand e
aan hare zijde op,
Ik ben vandaag weer slecht geluimd,»
verklaarde Rose-Marie en stampte daarbij
op den grond; -als ik nog langer op Weis
zenfelde bleef werd ik het onuitstnanhaarste
tnensch va.i do wereld. Braafheid cn helden
moed in katoenen-kleedjes ergeren mij ge
weldig en Eamiy Vogel h ft werkelijk iets
heldhaftigs over zich: niets laat ze merken,
dat kleine ding!»
«Wat gaat ons bunny Vogel aan sprak
hij, half verwijtend.
Op eens zag zij hem vol in 't gezicht;
in de staalgrijze oogen lag -weder tüo zachte
un toch zoo innige gloed, waarmede zij hem,
als zij dat verkoos, aan hare voeten had
kunnen doen neerknielen, en hotn hare
beide handen toereikond, zeide zij met een
zachte stem:
«Vaarwel, Lahnstein, vaarwell Dat wo
elkander spoedic moven wederzien.
Ja, Kohtt-Marie was £-*«• engel, dat wist
zekerheid als I.ahnstein, toen hij in dien
prachtiger,, stillen, gchelmzlnnigcn zomer
nacht naar Scklin terugreed.
HOOFDSTUK IX.
i )C
was nfgeloopon. De officieren
zaten bij l.öffuliiiann om een plechtige bowl
en vierden l.almstelns herat'.!. Zulke ge-
logenht-é::'!'. die de Ulanen a.tnluiiiing gaven
tot het vieren van het oen enander feestje,
wan-, te welkom, dan 'lat men er een on
gebruikt zou laten voorbijgaan, al had ook
do huid van don dag zelf daar m1 heel
winig mots op.
Luhtibtt'in was zenuwachtig gejaagd. Niet
in sta.it om stil te blijven zitten, liep hij
ti lkeiiB mat grooto stappen d -or 't ruime
vertrek, wat de adjudant van zijn escadr<>11
do njiraerkiiig deed maken, d .t l.aliiistvin
zich scheen te voelen als een paard, dut
vior weken achtereen in do wei is geweest.
Andere goodkoopo aardigliciion volgden
tol men ten slollo heel geleidelijk was ge
raakt op hel tegenwoordig voor Seddin zoo
hoogst belangrijk thema: froulo vou Gilsach.
«Het deed l''i.dor pijnlijk aan, dimt naam
vati zoovelo profano lippen te nrooton hooron
en al werd de persoon in kwestie door allen
ook hemelhoog verheven, hij had toch het
liefst tusschen beiden willen komen inet
hot ernstige verzoek aau de hceren om over
de jonge dame, 't zij in goed 't zij
in afkecrcnden zin geen enkel woord meer
te spreken. Maar tot nog toa had hij daar
toe niet het recht.
Tot nog toe niet! Of hij 't wol ooit zou
verkrijgen Hij meende van ja, maar dat
droeg ook al niet hij oin do onrust te be
dwingen. dio hem martelde.
Wat zou zij nu doen? Waar was zij op
't oogeulriik. Stond dio onafscheidelijke
Ebersdorf weer naast haar en fluisterde hij
weer zijn onzin aan haar sierlijk oortje?
(Wordt vervolgd.)