3LANTi DRIE T. WATERVIS BEDWATEBEN L- G. Philippo Alle soorten UURfERKEI Alles weten is alles vergeven mm? lndianenbloed De mooie Typiste Gereserveerd voor de Borstel- ee Kwastenfattriok van HEERLUK VOEDZAAM VOORDEELIG j ummi PLANT1NSOTS L. G. PONNE Het Paria-meisje. Wasschen, Glanzen en Strijken tan alle soorten tan Goederen tegen zeer billijken prijs. Hopende -met Uw gunst vereerd te worden verblijf ik. Hoogachtend, Mej. J. M. de WINTER Woestijgerweg 19, Amersfoort. I.to Ned. Broederschap van Accountants, STATIONSSTR. 23a. INRICHTEN, CONTROLEEREN, BELASTINGZAKEN spoediye radicale genezing ook verouderde gevallen door de bekende URIEP1I.LEN no. 2. Prijs f 2.50, 6 flacons f13.50. „N. V. 8ANITAS". Amersfoort Langostraat ICS. rZ.'?*£StV4Ktf i Amersfoort'! Kortegra' ht 26, b.h. Postkantoor ATELIER VOOR REPARAT1ËX. behoort bij iedere uitrusting; vlug; spaarzaam; glans houdend in regen. AMERSFOORTSCH bioscoop- VARIÉTÉTHEATER 31» angostraat PROGRAMMA VAN 5 TOT DN MKT 8 SKPTKMBEIt B B 1. HISTORISCHE KASTEELEN in frankrijk. 2. ONSCHULD OVERWINT. Pracht-comedie. Als Hoofdnummer: Prachtig levensdrama 111 5 Aid. Vervaardigd in de Select-Pictures- fabrieken, en in de hoofdrol onze beroemde filmactrice CLARA KIMBALL YOUNG als Zara Zenova. Als e 1 nummer Komisch. PKOGRAMMA VAN 1 TOT EN MET II SEPTEMBER FABRICATIE als Hoofdnummer. Prarhtdraiiin in 5 Al'd. Prijzen der plaatsen Loge 90 ct. Isle rang 75 ct., 2ile rang 45 ct. 3de rang 30 ct. DE DIRECTIE a: F. H. 1,OMAN'S - 48 Hof Telefotl 356 - AMERSFOORT Electro-Technisch Bureau Licht- en Krachtinstallalie Moderne Bliksembeveiliging vT_ _A__ v_ Barneveld Kampstraat 6 - Telefoon 100 int ere. - Amersfoort. V///////////U/////////////////////////////////////////////////////, Levert tot billijkste noteering Electromotoreii uit voorraad van 0,5 tot 20 P. K. Iv I A II 'J 1» It IJ F \V K It li E N Licht en Kracht Installaties alleen uit eerste klasse materialen gemonteerd FEUILLETON. 38). -o- Men dacht dat ik mij verschool uit schuld gevoel, maar in waarheid zonderde ik mij af omdat ik voor het eerst in mijn leven de behoefte voelde alleen te zijn, een be hoefte die naderhand een tweede natuur is geworden. Waarom ik toen niet naar papa of mijn kinderjuf ben gegaan om ophelderin gen te vragen, weet ik niet te verklaren, tenzij 't instinctmatig wantrouwen was in den rechtvaardigheidszin van ouderen, dat reeds zoo dikwijls overgevoelige veronge lijkte kinderen schuw heeft gemaakt. Dagen en weken liep ik rond met de geheime smart over de ontdekking van mijn onher roepelijke mismaaktheid, mij zelf pijnigend met naar het waarom der dingen te vorschen. Ik was zoo vast en innig het vrome Swaene- croonscbo geloof toegedaan, dat 's nachts een engel door den schoorsteen naar binnen vloog en als een goddelijk geschenk een kindje legde in de wieg der verlangende vrome ouders. Waarom maakte God Adolf dan recht en mij krom! Gewend aan de vaderlijke kastij dingen, die zoo prompt volgden op de euveldaden, bezat ik nog een ander even groot geloofdat straf een gevolg is vati misdaad. Maar wat had ik ongeboren wicht God, den Hemelschen «Vader,» gedaan om gedoemd te worden met gekromden rug, mijn weg door het leven te gaan Je hoort het Leonia, het noodlot van ge brekkige kindaren ontkwam ik niet, vroeg wijs scheen ik in elk geval te zijn, Och kom. alsof een paar weken sinart niet ouder maakt dan jaren onbezorgde jeugd. Leed opent de oogen, leert denkan, vreugde maakt bekrompen, zelfzuchtig en ongevoelig. Mijn stugge smart nam toe met de dagen, j Op een avond weigerde ik mijn gebedje op f te zeggen. »Toe dan Otto,« vermaande juf: «Zeg me na: «Vader, dia in de Hamel is, ik dank U voor alle zegeningen van dezen dag.» En plotseling van gedachten verande rend, zeide ik haar die woorden na, maar liet er op volgen «Alleen voor mijn bochel, Hemelsche Vader, dank ik U nooit Juf, een innig vrome ziel, schrikte van dit profaan gebed en gaf me een flinke oorvijg. Het arme schepsel, de kluts kwijt, strafte het slachtoffer in plaats van den misdadiger, ook al weer een volkomen mensehelijke dwaling. Die oorvijg was zoo erg niet, toch begon ik erbarmelijk te schreeuwen want de kleine lichaamspijn deed het vlies scheuren dat mijn stugge terughoudendheid had geweven om mijn zielewond. Mijn schelle kreten drongen door de muren en deuren, mijn ouders kwamen naar de kinderkamer. Ik vloog om mijn vaders hals. hij was een streng vader, toch wist ik met het instinct van een kind dat hij mij, het zoontje van zijn meest geliefde vrouw, innig liefhad. En aan zijn borst, hortend en stootend, open baarde ik nu al wat mij drukte De arme goede sloof van een kinderjuf die door haar «onverstandig» jokken, de oor zaak was van mijn vergissing, kreeg haar ontslag. Weer geloof ik, dat hier een slachtoffer viel van de machtelooze woede van een aardsch vader die zijn toornige hand niet mocht opheffen tot een ondoor grondelijk «Schepper» I «Mij echter heeft men nooit ineer ge dwongen te bidden en ik ik vergat het Arme Ottoen was daar nooit, nooit één troost in je leven Op schertsenden toon begonnen, was Otto's stem al zachter geworden, ja, mede gesleept door de sympathie die er straalde uit haar mooie oogen, was hij bezweken voor de charme van vrouwelijke deelneming en had hij voor het eerst van zijn leven de diepste schuilhoeken van zijn hart aan een ander blootgelegd. Zij schreide niet, maar hij zag de tranen van medegevoel langzaam opwellen in hare oogen en droppel voor droppel glijden langs hare wangen. Zij maakten hem gelukkig, zij deden hem zijn voorzichtig, natuurlijk wantrouwen in het j geluk vergeten. Op hare vraag antwoordde hij«Ja zeker, welk Jong leven is er zonder j hoop, de eenige goede gave die immers bleef in de doos van Pandora en Psyché, 1 het zoeken naar geluk dragelijk maakte. En weer dankte ik de veerkracht te blijven strijden en hopen aan die onnoozele domme kinderjuf met baar voorliefde voor fantasti- j sche verhalen en sprookjes.» I Otto Swaenecroon stond op en ging naar zijn groote boekenkast, Leonie bleef bij de tafel staan. Van af haar plaats zag zij, toen hij het groen saaien gordijn wegschoof de rijen boeken met titels op den rug, meestal I in een taal die zij uiet verstond«Zie eens,» zeide hij: «te midden van allerlei geleerde Latijnsche en Grieksche werken dit oude kinderachtige boekje: «De Sprookjes van Moeder de Gans!» Hij nam met een zekere voorliefde het kinderboek In de hand: «Die onverbeterlijke Juf zond het mij als een afscheidssouvenir uit Arnhem, waar zij een nieuwe betrekking had gevonden. En hier, dit sprookje: «Riket met de Kuif» onder streepte zij. Ken-je het verhaal, Leonie?» Niet heel op haar gemak, antwoordde zij: «Eigenlijk ben ik het heelemaal ver geten «Het is van een prins met een bochel, die bespottelijk leelijk is, maar beel knap, en van een prinsesje heel mooi, maar heel dom, De derde persoon is de tooverfee, die den prins de gave schonk aan de vrouw, die hij lief kreeg, meê te dealen van zijn geest, aan ,t domme prinsesje het voorrecht hem wien zij haar liefde schonk, de helft van haar schoonheid te geven. O, wat voelde ik mij één met dien leelijken prins, wat heb ik mijn best gedaan knap te worden ais Riket in de hoop eens mijn prinsesje te ontmoeten. Ik, domme jongen, vatte het sprookje letterlijk op. Ik dacht werkelijk dat de prins mooier en de prinses knspper waren geworden toen zij vroolijk bruiloft vierden samen. Het deed me 7.00'n plezier voor den prins! Eerst veel later begreep ik den echten naam van-de tooverfee die zulke wonderen verrichtte. En weet je hoe die fee heette, Leonie?» »N neen, Otto.» «Dan zal ik het je zeggen: «Liefde!» Prins en Prinses veranderden volstrekt niet, ze zagen elkander alleen maar aan door de vermooiënde oogen hunner genegenheid,» Otto sloeg het sprookjesboek met een slag dicht en plaatste het, heel zorgvuldig, op zijn oude plaats tusschen de andere boeken in de kast. Hij stond daarbij met den rug tiaar Leonie. Zij zag hoe de hand waarmede hij het boek vasthield beefde, toen hij, met eigenaardig stemgeluid en zonder zich om te keeren zeide: «Prins Riket met zijn bochel en zijn geluk is een echt sprook jesfiguur, dat leerden mij wel mijn andere boeken, tenzijer werkelijk zulk een prinsesje bestond Wat dunk-je, Leonie Reeds, toen hij haar het sprookje vertelde wist zij dat eindelijk deze vraag moest komen. Met ingehouden adem luisterde zij uaar zijn woorden, 't Werd opgelost, wat als een half doorzichtig raadsel om b had gezweefd, sinds haar verblijf op Spram ien. En het schreien stond haar nader dan het lachen. Werd ooit kiescher om haar wederliefde gesmeekt? Een «Prinsesjes was zij voor hem, zij, die tot driemaal toe slechts als koopwaar was beschouwd geworden. Dit was liefdeo, waarom dan kwam liefde in een,.,, «onoogelijke pij!» Nu kon zij hst mooie er van niet zien. Daar 6tond hij voor haar, schijnbaar met niets anders bezig dan de boeken netjes en gelijk te schikken op do boekenplank, waarin hij het oude sprookjesboek weer plaatste, een houding die het als de natuurlijkste zaak van de wereld medebracht dat hij stond met den rug naar haar toe, maar aan het verraderlijk beven van zijn nerveuse hand wist zij dat hij riettoevallig zich deze houding gekozen had. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 4