Doet hij dit wel, dan kan het niet anders, of hij laadt
het odium op zich, dat zijn betreffende verklaring een
platonische verklaring is zonder meer.
Wanneer men de gehuwde onderwijzeres liever niet
in de school ziet, is het zoo logisch mogelijk, dat men
geen bepalingen maakt, om het haar zoo gemakkelijk
mogelijk te maken. De eenvoudige zaak is deze,
dat wanneer een onderwijzeres een bevalling ver
wacht, men haar van de zijde der Gemeente het ver
blijf in de school niet mogelijk moet maken, maar door
het achterwege laten van bijzondere bepalingen, haar
moet noodzaken ontslag te nemen. Wanneer men geen
faciliteiten verleent, is de oplossing, dat men ze dringt
ontslag te nemen. Dat is geen barbaarsche maatregel
en geen beroerde maatregel, maar ten slotte in het be
lang van de menschen zelf en daar gaat het om. Als
men er van overtuigd is, dat het in het belang van de
mepschen zelf en van hun gezin is, dat ze van de school
verdwijnen, dan moet men ze zulke faciliteiten niet geven,
maar ze dwingen vooral in dergelijke omstandigheden
ontslag te nemen.
De Wethouder J o r i s s e nM. de V., het hcele
betoog van den heer Stadig zou alleen dan waarde
hebben, als er geen gehuwde onderwijzeressen waren,
maar wij hebben ze en nu acht ik dit geen goede manier
om van haar af te komen. Nu kan men op die wijze
trachten langs indirecten weg van haar af te komen,
als zij in haar huwelijk haar huwelijksplicht hebben te
vervullen, maar daar doe ik niet aan mede.
Art. 3 wordt daarop goedgekeurd met 17 tegen 1 stem.
Voor stemmen de heeren: Oostervcen, Overeem,
Polder, Rekke, Ruitenberg. Verhoef, Vels-Heyn, Vos
kuilen, Hardenbrock, Hofland, Jorissen, Kraan, Kroes,
Leinweber, Nieuwcndijk, Noordewier en Noordman.
Tegen stemt dc heer Stadig.
Art. 4.
De heer Stadig: M. de V., onder 3 zie ik, dat
wordt voorgesteld, om wanneer dc belanghebbende den
rang van sergeant of een daarmede gelijk gestelde hoo-
geren militairen rang bekleedt, het geldelijk inkomen,
dat hij als zoodanig geniet, in mindering te brengen
van hetgeen de betrokkene krachtens de bepalingen van
art, 4 zal genieten. Ik zou hier een cenigszins gewijzigde
bepaling willen voorstellen, n.l. om slechts af te trekken
75 °/0. Want het komt mij niet juist voor de volle hon
derd procent af te trekken. Men moet bedenken, dat
wanneer iemand in dienst is, hij in levensomstandigheden
komt, die veel nadeeliger voor zijn beurs zijn, dan
wanneer hij burger is, doordien hij gescheiden van zijn
gezin moet leven. Daarom stel ik voor slechts 75 °/0 af
te trekken. Dan bereiken wij toch, wat de gedachte is
geweest, n.l. om te zorgen, dat hij aan de eene zijde
geen nadeel ondervindt, maar er anderzijds ook geen
voordeel van heeft. En wanneer wij dat werkelijk willen
bereiken, geloof ik, dat wij den aftrek op 7 5 v/„ moeten
stellen.
De heer Ruitenberg, Wethouder van Onderwijs:
M. de V., ik geloof, dat de heer Stadig geheel vergeet,
dat er staat, wanneer het een vrijwillige verbintenis is.
Als iemand onderofficier wil wezen, maar er eventuecle
schade niet voor over heeft, dan kan hij immers in de
burgermaatschappij terug kceren. Ik zie dus niet in,
waarom er slechts 75 °/0 ingehouden zou moeten worden.
De heer Stadig: Ik geloof niet, M. de V., dat de
zaak nu juist wordt voorgesteld. De bepaling slaat wel
degelijk op den man, die zijn gewone militaire plichten
vervuld. Het slaat op dc reservisten en daarbij geldt
het een gedwongen vrijwilligheid, die wij practisch gelijk
kunnen stellen met het vervullen van de militieplichten
krachtens de militiewet.
Dus M. de V., ik handhaaf mijn voorstel.
De heer Kroes: M. de V., de redactie zou ik zoo
danig willen wijzigen, dat gelezen wordtIndien iemand
tengevolge van een vrijwillige verbintenis inkomsten
geniet. Wanneer iemand verplicht is tot dienon, ben ik
het eens met den heer Stadig, maar het slaat hier op
twee verschillende personen. Er staat niet bij van vrij
willig dienen, het kan gedwongen dienst zijn. En vind
ik het in het eerste geval billijk, dat het volle bedrag
afgehouden wordt, in het tweede geval vind ik het
onbillijk, want dan is men er toe gedwongen en als
men dan aan dc grens ligt, terwijl het gezin evengoed
moet worden onderhouden, dan is het leven veel duurder,
dan wanneer men zijn gewone betrekking bekleedt.
De heer Oost er veen: M. de Y„ het spijt mij,
dat de heeren Kroes en Stadig geen leden meer zijn
van de R.P.S.R.-commissie. Daar hadden ze in moeten
blijven, dan hadden ze de zaak beter kunnen bekijken.
In die commissie was men van oordeel, dat wanneer
iemand den rang van sergeant bekleedde of een hoogcren
rang, waardoor hij van den dienst geen schade ondervond,
de Gemeente geen uitkeering behoefde te doen.
Mijnheer Stadig, u volgde vroeger nog al graag de
commissie. Ik zou zeggen, doet u dat dus nu ook.
De heer Stadig: M. de V., ik wil graag de commissie
volgen door dik en dun, maar als de bedoeling is, dat
de man er geen schade van zal hebben, dan moeten de
heeren met andere cijfers komen.
Misschien dat de heer Oosterveen niet in dienst ge-
De heer Oo.sterveen: Ja zeker wel!
De heer Stadig: Dan moet u toch uwe herinnei
ringen beter ophalen, want dan zult u nog wel weten,
dat in dienst het gold minder waard is, dan wanneer
je thuis bent.
Alinea 3 van artikel 3 wordt nu aangenomen
met 15 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen dc heerenHofland, Jorissen, Kraan,
I.einweber, Noordewier, Noordman, Oosterveen, Over
eem, Polder, Rekke, Ruitenberg, Vels-Heijn, Verhoef,
Voskuilen en Van Hardenbroek.
Tegen stemmen de heeren: Kroes, Nieuwendijk en
Stadig.
De overige artikelen evenals het voorstel in zijn ge
heel worden voorts goedgekeurd z. d. of h. st.
756. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot opheffing van den cursus ter voorbereiding
van de Hundelsnvond uit avondvuktcekenschool.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
757. Voorstellen van BurgemeesterenWethoudors
tot toekenning van vergoeding van diensten
bewezen door personeel van den eursu^ ter voor
bereiding van de Handelsavondschool en avond-
vakteekenst hooi.
Als voren.
758. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der Verordening op de heffing van
opcenten op de hoofdsom der l'orsoneele Belasting
(Gedr. Verz. No. 711).
Als voren.
759. Vaststelling 3e suppletoir kohier school
gelden voor het Gymnasium, dienst 1918/1919
Als voren.
760. Vaststelling 2e suppletoir kohier school A.
Als voren.
761. Vaststelling 3e suppletoir kohier school B.
Als voren.
762 Vaststelling 3e sup> letoir kohier school C.
Als voren.
763 Vaststelling 3e suppletoir kohier school D.
Als voren.
764. Reclames tegen aanslagen in schoolgeld.
Als voren.
765. Afschrijvingen wegens vertrek of overlijden
dienst 1918 en 1919
Als voren.
766. Reclames rioolhelasting dienst 1918 en 1919.
Als voren.
767. Reclames straatbelastingdienst 1918 en 1919.
Als voren.
Alvorens wordt overgegaan tot de Rondvraag heeft
een vergadering plaats met gesloten deuren van 10.20
tot 10.30 uur.
RONDVRAAG.
De heer Nieuwendijk: M. de V., er is onlangs
eervol ontslagen een ambtenaar aan de Centrale Boek
houding en die heeft tot 1 Juli duurtetoeslag genoten.
Dat is omgezet in verhoogd loon en uit hoofde daarvan
zou hij het verhoogde loon krijgen verminderd met wat
hij als duurtetoeslag genoten had. Dat is niet gebeurd.
Nu kan ik mij voorstellen, dat B. W. hebben gezegd,
je krijgt het volledig of je krijgt niemendal, maar deze
ambtenaar heeft een gedeelte gekregen met als antwoord,
hij was nog wat jong en zoo kon het wel. Ik zou daar
over gaarne in deze of in de volgende vergadering
inlichtingen ontvangen.
Mag ik u dan nog vragen, of er ook in het begin
van dc vergadering melding is gemaakt van een in
gekomen adres van de handelsschool? Het is mij ont
gaan en misschien mag ik nog even van u weten, wat
daarmede is gebeurd.
De Voorzitter: Op uw eerste vraag zullen B.
VV. u in de volgende vergadering antwoorden. Het
adres van de leeraren van de handelsschool om ver
betering van positie is naar B. \Y. gegaan om advies
en ik meen, dat dit punt reeds in behandeling is bij
de R. I'. S. R.-commissie.
Dc heer Rekke: M. de V.. de Voetbalvcreeniging
H. V. C. heeft een adres ingezonden om haar behulp
zaam te zijn in het vinden van een geschikt terrein.
Ik kan u mededeelen, dat die Voetbalvcreeniging in
ernstige moeilijkheden verkeert en zou willen vragen,
of B. VV. bereid zijn in de volgende vergadering
hierover nadere mcdedeelingen te doen?
De Voorzitter: Ik kan u mededeelen, mijnheer
Rekke, dat B. \V. zich in hun laatste vergadering
reeds zeer druk hebben bezig gehouden met een discussie
over een speelterrein.
De heer Noordewier: M. de V., wij hebben ge
hoord, dat de Minister katoen beschikbaar zou stellen
en zijn toen op onderzoek uitgetogen, waarbij ons is
gebleken, dat er enorme behoefte bestaat aan dat
artikel. Den prijs dien dc Minister op fo.50 wil stellen,
vinden wij echter over het algemeen te hoog. Men
vreest, dat bij den vastgcsteldcn prijs, die voor de
kwaliteit die geleverd wordt wel niet te hoog is, de
menschen toch omdat zij zooveel geld er niet voor uit
kunnen geven, meer ordinaire soorten zullen kuupen.
Daarom zou ik willen vragen, kunnen wij de menschen
daarin nu niet tegemoet komen? Zij hebben gedurende
den oorlog een grootcn achterstand gekregen en het is
m.i. de plicht van de gemeenschap te zorgen, dat zij
dien achterstand inhalen. Wij hebben in die richting
straks al ccn besluit genomen met dc brandstoffen. Ik
zou zeggen, laten wij nu neg een stapje verder gaan
en ook hier een tegemoetkoming vcrleenen. Zooals de
sociaal-democratische vrouwenclub zegt, !s de prijs voor I
dc kwaliteit, die geleverd wordt wel met tc hoog, maar
omdat de menschen niet over het noodige geld be
schikken, zullen zij hun toevlucht nemen tot inferieure
kwaliteiten, waarmede zij in volstrekten zin nog duurder
uit zijn. j
Ik zou daarom het volgende voorstel aan den Raad
willen doen:
Ondergetcekenden stellen voor, gehoord de be
sprekingen en gelet op het advies van de Soc.-Dem.
Vrouwenclub
van gemeentewege worde ovtrgegaan tot den aan
koop volgens aanbieding van den minister, van katoen
tot dit doel een blanco crediet toe te staan, alsmede
tot dekking der distributiekostcn, waaronder begrepen
het nadeclig verschil ad 10 ct. per el, zijnde het
verschil tusschen inkoop en verkoopsprijs.
NOORDEWIER.
POLDER.
REKKE.
VOSKUILEN.
HOFLAND.
OVEREEM.
De Voorzitter: Mijnheer Noordewicr, ik kan u
dit antwoorden: De heeren Wethouders zijn nog niet
van de zaak op de hoogte, omdat wij in de vergaderiring
van B. W. nog geen tijd hebben gehad om ze aan
dc orde tc stellen. Ik wist dat de Minister katoen be
schikbaar zou steilen tegen 50 cent en volgens onze
inlichtingen is dezelfde kwaliteit hier in de winkels ver
krijgbaar voor 50 a 60 eent, terwijl de prijs van onge
bleekt katoen 37 J cent zou bedragen. Voor een hemd
is 4 el katoen noodig, dit is dus voor twee gulden,
terwijl voor een geheel hemd f 2.69 wordt berekend.
Het lijkt mij daarom het beste, dat wij ons tot den
Minister wenden met het verzoek den prijs te verlagen.
Misschien is het ook mogelijk dat te bereiken in ver
band met het adres van de Gemeentebesturen.
De heer Noordewier: M. dc V., deze prijs ver
schilt toch aanmerkelijk van den winkelprijs. In De
Faam is dc prijs bij ccn breedte van 90 c.M. 68 cent
en dat is dus beduidend hooger. Wij apprccieeren den
maatregel van den Minister dan ook wel, maar zouden
gaarne willen, dat dc g-meente nog een stapje verder
gaat, want wie het het meeste noodig hebben, zullen
het niet kunnen betalen en genoodzaakt zijn tot het
meer ordinaire katoen over te gaan, waarmede ze
duurder uit zijn.
De Voorzitter: Met het .oog op den tijd zou ik
willen voorstellen dit voorstel aan tc houden tot de
volgende vergadering, opdat B. W, in staat zijn
inlichtingen in tc winnen.
Dc heer Noord e wier: M. de V. ik heb vernomen,
dat het gemeentebestuur reeds maatregelen getroffen
heeft om katoen aan tc vragen en als dat zoo is, dan
zouden wij met ons voorstel achteraan komen.
De Voorzitter: Ik kan u zeggen, dat er nog
geen aanvrage is gedaan.
De heer Noordewier: Ik heb toch gehoord, dat
er een onderzoek is ingesteld.
De Voorzitter: Ja, wel een onderzoek, maar geen
aanvrage. Kunnen de heeren zich er dus mee verecni-
gen dit aan te houden? Dan is aldus besloten.
De heer Hofland: M. de V., Art. 16 van de ver
ordening regelende de jaarwedden van de ambtenaren
en werklieden in dienst der Gemeente Amersfoort zegt:
De bepalingen van dit besluit zijn mede van toepassing
op tijdelijke ambtenaren voor zoover dienaangaande
geen verdere bepalingen worden vastgesteld. Nu ben ik
aan het zoeken geweest, of er misschien ook andere
bepalingen zijn vastgesteld ten aanzien van de tijdelijke
ambtenaren en dat is mij niet bekend, ik heb het al
thans niet kunnen vinden.
De Voorzitter: Misschien kan ik u gerust stellen.
Het is gebleken, dat het besluit van B, VV. van
Augustus niet juist is uitgevoerd, maar dat is inmiddels
in orde gebracht en de desbetreffende brief ligt op liet
bureau reeds klaar om geparafeerd te worden.
Verlangt een van de heeren nog het woord? Zoo
niet dan sluit ik de vergadering (te 10.40 uur).
l'KKIHhBKtJKTKiN.
Zondag 12 October 1919.
Ned. Herv. Gem.
St. Joriskerk,
Voorm. 7I uur, -
Voorm. 10 uur, Godsdienstoefening,
'sAvonds 6 uur,'
Remonstrantsche kerk.
Voorm. io| uur, Dr. K. F. Sparnaay,
Den Haag.
Doopsg-z. kerk.
Voorm. 10V2 uur, Ds. E. M. ten Cate.
's avonds 6'/t uur, Religieus Soc. Verb. Ds.
Banning. (Zangkoor.)
Evang. Luthersohe kerk.
Voorm. io'/j uur, Ds. de Jongh.
Gereformeerde kerk (Langegracht).
Voorm. 10 uur, Ds. Donner.
s Avonds 5V2 uur, Ds. Teerink.
Gereformeerde kerk (Zuidsingel).
Voorm. 10 uur, Ds. Teerink.
's Avonds 51/8 uur, Ds. Donner.
Donderdag 16 October.
's Avonds 7V2 uur- Ds. Wisse van Driebergen.
Chr. Gereformeerde kerk.
Voorm. 10 uur, Ds. Beekamp.
s Avonds 31/2 uur, Ds. Beekamp.