F
A
ROOIE
POLLY
Het Eenzame Fafl
Mie soorten UURWERKEN
BEDWATEREN
Drinkt steeds J. 8. C. Limonade m J. BARON Co.
Gereserveerd voor de Borstel- ea Kwastenfaliriek van
S_ SMIT,
AMERSFOORTSCH
BIOSCOOP- en
VARIÉTÉTHEATER
Langestraat
PROGRAMMA VAN
31 OCT. TOT KN MET 3 Not. 1919.
HAP-COURANT (Actueel).
DEHOCUINSTKRMUNZ IN TIROL
(Pracht Natuurbeeld).
NIET OPSCHEREN
LACHEN. LACHEN.
Sensationeel drama in 5 afd,
in de hoofdrol onze beroemde film-
artiste ELLA HALL.
In deze film maken wl| kennis meteen,
paar mooie kinderkarakters. Het was
toch warempel Polly's schuld niet. dat
zij was geboren met vuurrood haar en
zoo was het ook met huar broertjes gesteld
.VOOR EN ACHTER HEI VOET
LICHT» (Oerkomisch nummer)
PROGRAMMA VAN
4 TOT EN MET 6 NOVEMBER 1919
is
BENS COURANT (Zeer interressant)
NEW-YORK voorheen en ihaus.
Smokkelaars-drama in 5 afd.
De strijd van de Amerikaansche
Regcering tegen den vrijen verkoop
van sterken drank. Gedurende den
burgeroorlog besloot de Ameri
kaansche Regeering een zware be
lasting te heffen op het gedistilleerd,
welke belasting is blijven bestaan.
1» 1 STIU.JIMIER
REGEERING TEGEN
GEMEUBILEERDE KAMERS
(Uw lachspieren komen los.)
Pr(jzen der plaatsenLoge 90 et.
1ste rang 75 et., 3de rang 45 ct.
3de rang 30 ct.
VERBODEN TE ROOKEN.
Zaterdag I November en Woens
dag November EINDER-MATI
NEE. Als Hoofdnummer «ROOIE
POLLY».
Ter eere van deze film geven wij
in de matineé's aan alle kinderen
«net KOOI) HAAK vryen foegang.
Voor alle andere kleuren haar zijn
de prijzen
Eerste Rang 19; Tweede Rang 15,
Derde Rang 10 cent.
In twijfelachtige gevallen met het
haar beslist de zaalchef of de kin
deren er niet of wel gratis in mogen.
Wij hebben den prijs zoo laag
g(|steld, dat ieder kind deze film
kan gaan zien, daar bet leerzaam is.
tl
G. Philippo
Amersfoort'
ebt 26, b.h. Postkantoor
ATELIER VOOR REPARATIÊN.
De ondergeteekende beveelt zich
beleefd aan tot het
Wasschen, Glanzen en Strijken
<an alle soorten tan Goederen
tegen zeer billijken prijs.
Hopende met Uw gunst vereerd te worden
verblijf ik,
Hoogachtend,
Mej. J. M. ds WINTER.
Woestijgerweg 19, Amersfoort.
spoedige radicale genezing ook verouderde
gevallen door de bekende URIEPILLEN
no. 2. Prijs f 2.50, 6 flacons f 13.50.
„N. Y. SANITAS".
Amersfoort
Langestraat 102.
T. WATERYIS
Lid Ned. Broederschap van
Accountants, STATIONSSTR. 23a.
INRICHTEN, CONTROLEEREN,
BELASTINGZAKEN
behoort bij iedere
uitrusting; vlug;
spaarzaam; glans*»
houdend in regen.
LIMONADEFABRIKANTEN
AMERSFOORT HARDERWIJK
Stationsstraat 17 - St. Jorisstraat 19 btationslaan 47
Agenten der Bierbrouwerij ,,l)e Gekroonde Valk" v.h. VAN VOLLENHOVEN C'o.
AMSTERDAM
Distributie vrij e-Brandstoffen
le soort Baggert urf (zeer zwaar)
le en 2e soort korte, harde Turf
Houtskool Briketten Houtskool, Vuurmakers
FIRMA L. VAN ACHTERBERGH
ARNHEMSCHE STRAAT la TEL. 155 - MAGAZIJNEN: KOESTEEG 3-5.
==-== CONCERTBUREAU HANSAUGUSTIN -
Amloltlft Dlnsaas <1 Novemtoor O
le ABOlTXTEMETTTS COrTOEIlT
JOZEF PEMBADGR
Kaarten f 2.— en Abonnementen f 6.—, verkrijgbaar bij den Pianohandel Louis Klein
L. G. PONNE,
Levert tot billijkste
noteering
Electromotoren
Amersfoort
Licht en Kracht
Installaties
alleen uit eerste klasse
materialen gemonteerd
vX_ _A__ v_ Barneveld
Kampstraat. 0 - Telefoon 193 interc. - Amersfoort.
ELECTROTECHNISCH BUREAU
MATTHIAS UUITHOOSSTRAAT 9
Begrootingen kosteloos
FEUILLETON.
Het Pariameisje.
54)- o—
«O, ik weet, het is verachtelijk, onman
nelijk, dit jammeren, maar laat het me eens
zeggen... eensi Wat kan 't me schelen
dat je mij hoort, je begrijpt me toch niet.
Alles is weg... mijn... mijn levensdoel...!
Zal ik dan nooit meer hooren dien veer-
krachtigen, vluggen stap over de gang
nooit meer mijn deur zien opengooien met
een ruken dan hem zien staan ln de
vierkante lichte plek pinken met mijn
oogen, als een nachtuil aan de duisternis
gewend, eer ik in 't licht kon zien. De
Duisternis, was ik dat niet, het Licht Adolf!
Ik was het die hem dien naam gaf van
Kroonprins van Sprankelen, en had ik dan
geen gelijk I Was daar ooit een Prins
mooier dan Adolf Swaenecroon van Spran
kelen? Elke beweging van zijn goed ge
bouwd lichaam verried jonge, zelfbewuste
kracht, en dan die overmoedige lach, die
spottende vroolijke oogen
«O, mijn God ik heb nooit goed
geweten hoe mooi mijn lieveling eigenlijk
was I O, ik hield van hem als een moeder
van haar kind. En nu voor het eerst zie
ik hem goed, nu het te laat is, dood
dood is bijI Maar hoe kan dat, hoe kan
vergaan, wat zoo volmaakt is O
mijn Prins, mijn eenige Prins Schoonheid
in het rijk der Jeugd! Och! ik weet het,
hij had gebreken, groote gebrekenHij
was lichtzinnig, egoïst roekeloos maar
voor het laatste boet hij toch met zijn jong,
heerlijk levenEn als men zoo mooi is als
Adolf, mag men zelfzuchtig zijn als hij.
Men noemde mij zwak, omdat ik zijn
gebreken niet telde, hem altijd weer vergaf
en door mijn stille giften hem zijn
vroolijk leven mogelijk maakte Begrijpt
men dan niet, mijn vereering voor hem
Toen ik nog jong was, en leed onder mijn
noodlot, toen wenschte ik ts zijn «Prins
Schoonheid in het rijk der Jeugd»... Onbe-
reikbaar is het ideaal! Maar ik zag mijn
ideaal verwezenlijking worden in Adolf 1
Wat ik altijd zoo gaarne had willen, maar
nooit heb kunnen worden, dat werd Adolf.
Ik was de ontaarding van mijn geslacht,
maar in Adolf's krachtige schoonheid lostte
zich op mijn zwakke leelijkheid, in zijn
jonge uispattende overmoed, het dépit van
een onbevredigde, verlangende ziel in een
mismaakt lichaam. Is Adolf te vesl geweest,
welnu ik was te weinigIk, mijn bestaan,
was voor mij en mijn geslacht een vraag-
teekenwelnu, het antwoord zochten
wij in Adolf
Lang reeds snikte Otto niet meer, maar
de woorden vlogen hem van de lippen met
ontembare haast, het verdriet had zijn tong
ontboeid, zooals de storm het water van
het meer in bruisende golven slaat over
den dam dien het binnen de perken hield.
Plotseling stond hij op en trad op Leonie
too, twee scherpe roode plekken brandden
op zijn wangen, star zag hij haar aan met
zijn groote donkere, drooge oogen, wild
van droefheid. En zij stond midden in de
kamer, meer nog dan in de hooge toren
kamer, onder den indruk van den diepen
blik dien zij sloeg in dit veelbewogen in
gewone omstandigheden zoo gesloten ziele-
leven, Vol bevende ontroering hoorde zjj
bet slot van zijn klacht:
«Toen zag ik jou mooi, jong, krachtig,
een toonbeeld van aantrekkelijk vrouwelijk
schoon, zooals Adolf van gezonde mooie
mannelijke jeugd. Ik vond in je de deugden
van mijn geslacht, jo bent fier, oprecht,
trouwje hadt Sprankelen Hef zoodra
je het zagI Ik dwaas, een oogenbllk
het spoor bijster, droomde van een onzinnige
zalige toekomstmaar de komst van
Adolf, hem te zien staan naast jou, schudde
mij bijtijds wakker, enik liet je aan
hem't Was immers de consequentie
van mijn leven van abnegatieWat
gaf hier mijn eigen persoonlijks smart,
mijn... onedele jalouzle! Ik hielp vader
luchtkasteelsn bouwen, wij zagen je samen
met Adolf blijven op Sprankelen, wij hoopten
op een tijdperk van weer ongekenden bloei
en vooruitgang van ons geslachtO ja,
het sneed me wel door het hart, dien kus,
dien ik hem je geven zag dezen ochtend
toch was het wat ik wenschte, wat papa
en ik in de hand werkten, door jelui veel
samen te latenEn nuAlles is wegI»
Met een wanhopig gebaar sloeg hij een
wilden blik op de baar waarop Adolf lag,
hij wankelde en zij ving hem op in hare
jonge krachtige armen. Zij leidde hem weg
uit die zaal, door de voorkamer naar de
hal, waar nog de bloemen geurden die zij
er met Adolf bracht eiken ochtend, en
daar liet zij hem zitten op de groote bank.
Ddar, nu overvloedig schreiend, loste zich
zijn verdriet op ln een tranenstroom. Zij
ging naast hem zitten en troostte hem met
k.^rte moederlijke woordjeseven als hij,
den tijd vergetend.
Toen plotseling, hen opschrikkend alle
twee, klonk door het holle huis, het geluid
van een kamerbel. Bijna dadelijk daarop
kwam de bejaarde binnenmeid de trap op
die naar het sousterrein voerde. In de hand
droeg zij de mahonyhouten theestoof met
koperen beslag, waarop het water in de
rood-koperen ketel reeds zingend en prut
telend wasemde. Een meewarige blik trof
Otto, en als om zich voor hare komst te
verontschuldigen zeide zij tot Leonie «Me
vrouw belt om het theewater, juffer.»
Otto stond op van de bank, een ander
man: «Breng het dan binnen, Maartje,
maar laat nog niets blijken van het
gebeurde. Ik zal gaan als jij terugkomt en
het dan vertellen 1»
Zij volgden de meid met de oogen ter
wijl deze langzaam de lange gang door
schreed, het bruine salon binnenging, de
kamerdeur achter zich openlatend. Ademloos
luisterden beiden naar de geluiden die
mochten komen uit die kamer. Zij hoorden
het rinkelen van het porselein op 't theebhd,
dat Maartje voor Mevrouw Swaenecroon
op tafel plaatste en in dit halfleege holle
huia waar zoo duidelijk de geluiden zich
voortplantten vingen zij de angstige vraag
op van den ouden heeri «Maartje... is
Jonker Adolf thuisgekomen?»
Daarna het antwoord van de meid: «Ik
geloof dat graaf Otto zoo even een bood
schap heeft ontvangen.»
«Vraag graaf Otto dan dadelijk hier te
komen dadelijk 1»
De meid kwam weer uit de kamer, waar
zij ook de lamp had aangestoken. Nu was
er schemerlicht in de hal, waar met de
lauwe Juniavond, de voordeur wijd open
stond een geur van pas gemaaid gras naar
binnen brengend. Leonie zag het beven van
Otto's wenkbrauwen, zij greep zijn hand
die koud als ijs voelde en fluisterend smeekte
zij: «Otto... wacht nog even.., het is
immers zoo vreeselijk voor je.zijn ouders te
moeten zeggen dat...N Haar stem haperde.
Otto beantwoordde den handdruk,
maar met ren droef bitter glimlachje, een
fiere hoofdbeweging zeide hij«Wat later
of wat vroeger wat komt dat er op aan
Wanneer deinsde een Swaenecroon ooit
terugde laatste en de minste van allen
zal evengoed zijn plicht weten te doen
Leonie liet zijn hand los, en zij zag haar
oudsten neef gaan, zijn gebogen gestalte
van uit de al donkerder wordende gang
komen in de lichtstreep die uit de geopende
kamerdeur breed viel op de marmeren
steenen. Even stond hij stil, de knop der
deur in de hand, het hoofd gewend naar
de hal. Zij raadde, meer dan dat zij het
kon zien, dat zijn oogen, als om zedelijken
steun vragend, zochten naar haar. En zij
stond op van de bank, in haar licht luchtig
kleedje, in de vallende schemering der hal,
nog een duidelijk waarneembare gestalte
Toen ging hij naar binnen en sloot de
deur achter zichen als met loodzwaar
gewicht viel toen plotseling de duisternis op
alle-".,. Leonie's hart bonsde haar tegen de
keel aan, toch, zij wist het, al had zij een
oogenblik bijgewoond van groote zwakheid,
Otto zou sterk zijn, zijn zwaren plicht wetsn
te vervullen als geen ander voor hera
(Wordt vervolgd.)