WAAROM GEWELDIGE OPRUIM**® PLLTERIJEN - WOLLEN SHAWLS - wO]^N^SJLS g0jT Jolles moet weg- Spotkc >opjes Mode-fla^azijn „UK l'LIJl Naüonale EjpottW Amsterdam. SCHURK* VOIL. KORTE TIM' J C. v. d. LOGT GELDERSCHE CREDIETVEREENIGING ARNHEM - - Opgericht 1866 Amsterdam. Nog sleolats eenige dagen üototoen wij nog mooie Keuzo Ij, J. LUIJCX ZO"N TELEFOON I!K> A.1IEBF00RT VOLGESTORT KAPITAAL f 400 000.- WJXARBORGKAPITAAL 4000000.- De Bank verstrekt gelden op le Hypo theek op huizen, landerijen en boerenplaatsen tegen uillijke en gemakkelijke voorwaarden. Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen te richten tot hare Agent, de firma GELDERSCHE CKEDlETVEhEENIGING f 1.40 I'Elt 100 STI JKS - AFGEHA.LD Brands tof'fenhandei KRTjiSieiAMP 28 ^r|i 4 I, AMI EST RA AT 13 mJ» TELEFOON 212 GESTORT KAPITAAL f 10.000.000— RESERVEN f 4.400.000— Deposito rento een maand opzegging 3 pCt. drie maanden opzegging S'/2 een jaar opzegging4 wordt juist de Erdal Schoencrê me zoo dikwijls nagemaakt? Omdat de uitstekinde kwaliteit algemeen bekend e a gevraagd is. De kwaliteit is beter dan vóór len oorlog. Om echter misleidin- g onmogelijk te maken en het publiek voor schide te vrijwaren, wordt de echt- t Erdal alleen en uitsluitend geleverd in doozeu net den Oranjen Pelikaan. Het fabrieksmerk staat U borg. Erdalfabriek ;e zwaai van zijn pet eiJhij el oliekan en fladderende lx- ^en hij achter een der deivn van het stationsgebouw. Ik bad den tijde! een woord te reppen van mijn verbazig over de hartelijke verhouding die er schin te bestaan tussohen mijn elegant nichtje o zulk een roetigen stoker, want de trein it Amsterdam hield met groot geraas vlak v*r ons stil en Lina, mij in den steek latei, liep naar een der portieren, waarvoork tante reeds zag staan. Oom en de jongens stegen uit en ig eens, maar nu niet zoo in optima forti, werd ik voorgesteld. Oom Duyns was gehl de man van mijn verbeelding, eigenlijk c- cies het type var. tante, groot, breed, ti goedig verstandig gezicht, een ietwat iet wild groeiende baard, een flaphoed, goe kleeren, maar zonder eenige zorg gekon of gedragen. Onmiddellijk lag een zijir ongehandschoende, erg naar tabak rieket- vuisten onder mijn kin„En dit is dus i nieuwe nichtje, fijntjes en bleek, een et stadsmolletje I.ien, maak er maar gauw flinke buitendeern van, hoor!" »lk ben al druk bezig, vader," antwoord I.iua vroohjk. De tweelingen waren levendige blozen jongens van elf jaren, gekleed in losse eri linnen pakken. Zij werden mij voorgest, O llh "a ï°m' ElSen,ijk heette John, J .0,1 behoorde lom le luisteren naar der. naa van loon, maar beide Hollandsche nam. waren veramenkaanscht en hun eigenare ft" y met be,cr of zij heetten zo, haïï h X-e" hu" moeder om de En dadel')k nlel de vraag „Ln hoe heet jij ook weer?" .Vbowin," dde,t bij voorbaat voelend hoe miin na»m JOU Ulukuu i„ dmeI1 kr. "'""—«...mu .ïuTiubfhï"'""''' Jït" mii dwars vunr de» roos aaldaPPel 'ijdmliw, "ou n naaó P* W, ,laW« FEUILLETON. Bergafwaarts „Zie je," zei tante met een breeden glim lach van genoegen, »hier is nu een voor beeld van het gemoedelijke buitenleven, ledereen kent je, Hannes weet nu al dat ik hier blijf wachten op oom en de jongens, die een paar minuten later hier komen, van den tegenovergestelden kant, uit Amsterdam, en dal mijn corpulentie niet toelaat zoolang te blijven staan,'' Het was warm, tante knoopte haar keel linten los, sloeg ze over haar rug. en zonk neer op den matten stoel. Lina en ik stonden voor haar, toen wij plotseling opschrikten door een oorverdovend gjtsis,en onze hooiden keerende naar de zijde vanwaar dat schelle geluid kwam, zagen wij de losgelaten loco motief van den trein een eind verder op- sioomen tot bij de waterkraan, wasemwolken witte stoom over een gedeelte van het perron ontlastend, >Ik ben toch nieuwsgierig,..." .mom pelde Lina en t. en zonder een ophelderend woord van haar moeder, nam zij mijn arm en liep met mij het perron op, in de richting van de locomotief. Plotseling stond zij stil, toen van den leader een man sprong en haastig onzen kant utliep. Over Lina's frisch, blank gezicht vloog een blijde scbijn van herkenning. Tot mijn grenzenlooze verbazing waren haar oogen gericht op den man die snel naderde, jong, gespierd, gekleed in een blauw linnen boezeroen en broek, terwijl bij voor de warmte zijn hemd aan den bals uoncha- lant had opengeknoopt. Hij zag vies en zwart vau roet en transpiratie. In de hand droeg hij een oliekan. Weikelijk, eene Horst van Batensteijn zou al deze détails tenauwernood opgemerkt hebben, tenzij uit een gevoel van medelijden, zoo haar attentie Diet zoo zon derling op zulk een individu gevestigd ware geworden. Lina ziende, stond de stoker want zooiets moest hij zijn eveneens stil, een glimlach, die een rij hagelwitte tanden ontblootte, kwam op zijn besmoezeld gezicht. Wel," zeide hij, >al terug? Dat was anders een verrassing, Juffrouw Duyns, u te Utrecht in dezen trein te zien stappen." Ik stond schier met open mond. Sinds wanneer spraken mannen uit de heffe van het volk het eerst elegante, jonge dames aan? 't Is waar, bij was slank, mooi gebouwd; flink gewasschen met veel zeep en water, zou hij wel een heel knap joogfnensch blijken te zijn. Zijn levendige, bruine oogen, zijn gelijke, witte tanden, zijn fluweelzwart he.ar, waren reeds groote aantrekkelijkheden, maar gaven die hem het recht een dame op gewonsn conversatietoon het eerst aan te spreken? O weein welk een kring was ik ge komen Reeds ging grootmama's profetie in vervulling: >De hemel weet met welk raar volk zij daar in aanraking zal komen 1"... En het werd nog erger. Heel gewoon vervolgde het vreemd indi vidu »Ik meende u eergisteren voor een séjour op Scheveningen weg te brengen •Neen," antwoordde Lina, ook alweer op een manier alsof het voor haar dagelijksch werk was met stokers van locomotieven te converseeren: >Ik ging mijn familie in den Haag eens opzoeken." De vreemde zag mij toen aan, het bloed «teeg mij in groote, warme golven naar het gezicht, zoo vrijmoedig, zoo onverholen be- i wonderend zag bij mij aan. Ik hoorde naast mij Lina, zacht, ingehou- 1 den lachen: Wacht eens," zei ze: »Ik ver gat het haast, laat mij u even aan elkaar voorstellen: Yhowine, mijnheer Vermaas, atoker op de Hydro, van de lijn Utrecht Heizand; mijn nichtje Ybowina Horst van Batensteijn I" Zij lachte, neen zij schaterde om die voor stelling, die ik al heel zonderling, zoo niet ongepast vond en de stoker lachte dapper mee, Hij greep naar zijn hoofd als tastte I hij onwillekeurig naar den rand van een hoeddie er r.,;et was. Toen narr, hij zijn zwart lakenseh pe,je af. met veel zwi er, diep buigend, maW aldoor lachend. Ik knikte, heel stijfjes een en ander was re e toch al te deir.ocratisch Amerikaansch. En 'erwijl ik daar nog stond, vei ward, verbijsterd over zulk een «en ve rwar- ring van alle mogelijke standen en co nven- tles in het maatschappelijk verkeer, -vroeg Lina weer op den vriendelijksten toon: >Hoe gaat het nu, bent u al op dreuf?" „O ja, vandaag heb ik zelfs mijn eerste ongeluk gehad." Lina keek hem ontsteld aan: On geluk, lacht u daarover 1" »Nu ja, er zijn geen mens chenlevens of zoo iets te betreuren, mèar voor mij was het toch een groot ongeluk. U moet weten, ik neem a'itijd op dit uur b oterhammen en koude koffie uit Utrecht raee, om ze hier in dit rustige half uur op Heizand op te peuzelen. En nu heb ik mijn pakje bij een draai van den weg vaH den Lender afge schopt." Hij lachte weer zoo jolig: >Ik stelde mijn baas voor even te remmen, maar hij was doof aan belde ooreu. »En'nu kunt U vasten?" >Tot van avond, ja, want voor ik naar het dorp en terug ben geloopen, is mijn trein al lang weg." Hij had gelijk, het dorp Heizand Jajg twintig minuten van het station. Onze vreemde cavalier werd in de rede gevallen door een barsche stem, d:ie van de locomotief riep: »Jan, toe nou, Klets oiet langer, schiet wat op". En ik zag een zwaar j gebouwd m*n met een grooten bzard en I barsch gezicht, in een fluweel buis, maar overigens even nonchalant gekl eed en zwart I bt »ki als mijn nieuwe keunis,, zich uit de j macuine vooroverbuigen. 'Ja, ja, machinist, dadelijk J" riep Jan te rug, En toen nog even, zac'ül, haastig tot Lina en ruij »En ongemakk.elijk heer. mijn baas, en 't is zaak hem tot vriend te houden. Hij is toch al niet gesteld op ons soort, >Er moet gediend worden!" is zijn leusl" Een vloog weg. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 4