RECLAME-BOTTINE
Bank-A§sociatie
Prima distributievrijc Eierbrikctten
16.75
16.75
16.75
J. 6R00TEND0RST, Hof 20
16.75
Fa. L. van Aehterbergh's Brandstoffenhandel
Telefoon No. 155 Bestelkantoor: Arnhemschestraat la
In Augustus wordt verwacht een beperkt kwantum
Stookwaarde minstens 0000 calorie» Gruis vrij Vroegtijdige bestelling gewenscht
f
l
fc» "D,fBn;»«'BM.'Oi B- B.m o
.DE GELDERSCHE VALLEI"
Wij noteeren voor
Volle Melkcent per liter.
Gepasteuriseerde flesschenmelk, gesloten met capsule 15 flesch.
Karnemelk8» liter.
Itoom karnemelk6 flesch.
Koffieroomf >.2° liter.
Slagroomf2.4°
Roomboter onder Rijkscontrole tegen Marktpriju. Eieren tegen Marktprijs.
In 't bijzonder vestigen wij Uwe aandacht op onze gepasteuriseerde melk in flesschen
welke absoluut GEEN KOOKSMAAK heeft en van de meest hygiënische sluiting voor
melkflesschen Is voorzien.
De Directeur,
P.S. Voor belangstellenden is de fabriek te bezichtigen. T. SIEPERDA.
J'BJ» WW WrratrOdlWKirm KJIHJ! K-WKr
Instituut voor Physische Therapie.
AMERSFOORT Technisch-Directeur II B A A R N
VLASAKKER WEU 40 i| JACQ DEKKER, jj TELEFOON 177
Spreekuur te Amersfoort
Maandag, Woensdag en Vrjjdag van 2 4 unr.
Voor iniuvoriHOgeudoii l'/a2
Afdeeling voorElectrische-, Heetelucht- en WaterbehandelingDiathermic, Massage,
Vibro- en Douche-massage, Bewegingskuren, Zweedsche Heil- en Adumgymnastiek,
Kunstzonbestraling enz.
Behandeling van: algemeeun lichaamxzwakto. gedeeitolyke verlammingen, hardlijvigheid,
namhelen, slechte hlnoMverdeeling (stuwing).
Behandeling na hoenbreuken, ontwrichtingen, verstuikingen, gewrichtsontstekingen enz.
Specialo behandeling van Voetklachten,
(Pijnlijke-, Zwakke- en Platvoeten.)
Slechts een kleine partij PRIMA ROX RUND-
LKEREN Derby ltj|gbottines mot leeron
tussclicn/.oul en lakneus (Iste klasse fabrikaat)
voorhanden bij
L. G. PONNE, v™„"riS" Amersfoort
Levert tot blllijkste Q LlCllt ell El'dClll
Eleetromotoreri UMMh»
uit voorraad van
0,5 tot 20 P.K.
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeniging 1853
Kantoor Amersfoort
Zuidsingel 43
Kapitaal en Reserves 119.400.000
Alle bank- en effectenzaken
FEUILLETON.
H et testament.
7-
Als een dolzinnige in een vlaag van razernij,
zonder spreken, sprong Leendert op Remme
toe, stiet hem zijn mes in de borst.
Een kreet, een gil sneed door 't stille
donker.
Ontnuchterd van den schrik sprongen de
anderen op uil hun roes, als verlamd stond
Leendert naast't roerloos lichaam van Remme,
natrillend en schokkend nog zijn zwaar ge
folterd lijf, al zijn hartstocht weggebliksemd,
zijn blinde drift uitgebarsten en heengevloeid,
nu mat en slap zijn handen, leeg en duf
zijn hoofd.
Dan zijn uitroep, gedempt kortaf.
»Vort jonges! Weg! As de bliksem! 'k
Heb hem, 'loof ik, doodgestoke.»
De woorden flitsten en priemden in hun
hersens, ze begrepen en in angsLige ontzet
ting snelden ze heen, verdwenen naar ver
schillende kanten in 't duister van den nacht.
Vroeg in den ochtend, toen pas de zon
aan de kimmen te gloren begon, de oedauwde
landen en hoeven nog waren zonder beweeg
van menschen, 't vee nog dommelend ge
strekt lag voor de hekken, kwam Kooiker
in snellen draf de wetering afrijden, hield
stil voorSijmens behuizinge, sprong van den
wagen.de oogen schril, 't petje scheef op 't
hoofd, begon dan met bevende handen te
kloppen op de vensterluiken.
•Velders! Velders! Wor' wakker.»
Begon dan opnieuw, dat de ruiten rinkel
den, de hond omsprong met rumoerig ge
rammel van de ketting, blaffend en huilend
en jankend om beurte.
Velders! Kom deruit!»
Dan de plotse klank van schurende gren
dels, Velders in nachtk'.eeren kwam in de
open deur, in 't schemer donker van de gang,
ver naar achter Tulke, opgeschrikt uit 'r
slaap met bange oogen,
Kooiker! Wat is er?«
Kom mee!»
•Wat is er dan?»
Ken ongeluk met je jonge.»
Velders gezicht verbleekte; hij haastte
zich naar binnen, kwam even erna gekleed
terug.
•Zeg nou. wat er is!»
•Ja. 'k zei het je zegge, maar je mot je
niet bang make. Ze hebbe gevochte gister
avond, wie, dat ken ik niet zegge, maar
Remme was er bij, Ze hebben hem gestoke
met een mes. Hi) leit op Spaandershoeve.
Stap opl Gauw!»
Kooiker striemde het paard, dat het met
een schok de dam over, de steeg opstoof,
nagestaard door Tulke, die nu bleek en
bevend stond onder de popels, het tenger
lichaam rillend in de morgenkilte; als ze niets
inecr zag, keerde zc haastig naar de hoeve,
wierp met een ruk open de deurtjes van
Remme's slaapstee.
Hij is er niet! God! Niet thuisgekomme.
Een ongeluk! O! O!»
Angstig wrong ze de handen.
•Nou zelle m'n voorgevoelens en droome
vervuld worde!»
Nou wist ze, wat beduidde der staage
vrees, der angst om te gaan in 't donker,
der beven van den uchtend tot den avond.
Nou wist ze, waarom ze nachten achtereen
niet slapen kon, om de onrust, die er aldoor
in haar was, het hangen voor den wind,
dien ze buiten zoo klagend hoorde ruischen
door de popels, begreep nou, wat het
zeggen wou het bloed, dat ze in haar droo-
men zag. Erbarming, Heer!
Voor de bedstee zonk ze op de knieën
en bad.
Dan rees ze op, keerde andermaal onder
de popels, stond er leunend tegen 't hek,
oogen starend in de verte met kloppend
hart en pijnlijk hootd, aldoor wachtend.
Onderwijl deden Kooiker en Velders den
snellen rit naar Spaandershoeve.
Velders zat onrustig, bevend, 't gezicht
vertrokken, aldoor vragend, zijn woorden
bijkans onverstaanbaar door 't knarsen en
botsen van as en wielen.
En Kooiker vertelde stotterend, hoe ze
gewekt waren door Tiemke, den wegwerker,
die Remme vond liggen, op de berm
dat ze hem naar Spaandershoeve hadden ge
dragen en den dokter gehaald.
•En wat zeit die?»
•As er leve is, is der hoop, Velders.»
Leefde-n-ie Kooiker?»
En Kooiker, zonder opzien, het paard
striemend en drijvend met de zweep:
»Ja, ja! strakkies leefde-n-ie.»
Dan zwegen ze een korte poos, Velders
grauwbleek, gansch ontdaan van benauwende
spanning en stijgende vrceze.
Bolderend met hol geratel ging bet voort
tot dicht bij Spaandershoeve.
't Knechtje kwam door 't hek ze tegemoet.
Kooiker met een ruk aan den teugel bracht
het paard tot staan, wierp den jongen de
leidsels toe, sprong af, gevolgd door Velders.
Ze snelden 't erf op, maar dan stond Kooi
ker, greep Sijmcn bij den arm: Velders!
Je mot niet schrikke!»
•Schrikke! Jezus! Zog dan! 'k Zei 't be
sterve.»
•Remme het veul bloed verlore. Veul
hoop is er niet.»
•He! Dat zei je liege!
Bedaard nou! Remme is er heel slecht
aan toe.»
En Sijmen, verward, als had ie zijn zinnen
verloren, met knikkende knieën:
O! Der is meerl Je durft 't niet zegge!
Hè Dood is ie,'k ken't zien an je gezicht.»
Hij knelde Kooikers arm als in een ijzeren
schroef.
Dood?»
Kooiker zweeg, zag bedrukt.
Dood! Dood!»
Dan schoot Velders voort, snelde naar
de hoeve.
Veldersl Velders!»
Maar Velders hoorde niet.
Hij stortte naar binnen, 't gezicht ver
wilderd.
In 't voorvertrek hadden ze Remme neer
gelegd, overdekt met een laken, Barte zat
erbij, in een hoek stonden 'r dochters met
rood bekreten oogen.
Waar is ie? Remme!»
Met een ruk wierp ie 't laken achter zich,
hij stond er als versteend, kromp dan ineen
zijn gansche lichaam schokte, 't welde hem
naar de keel, hij greep met trillende vingers
naar zijn hals, of ie stikken zou. Zijn wangen
grauwden, stonden ingevallen, strak als
verstijfd.
Dan zonk ie op zijn knieën naast het lijk
streelde sprakeloos de kille wangen, woelde
om in de klamme haren, met diepe zucht
zonk zijn hoofd terzij als van een geslagene.
Zwijgend-beklemd, den adem inhoudend,
staarde het gezin op Spaandershoeve, roer
loos, |vol meelij naar 't tooneel van heftige
zielesmart.
•O Jezus! God!»
Dan sprong ie op, sloeg de handen voor
de oogen, rende als een verbijsterde de
woning uit, het erf af, den weg op.
Dood! O God! Mijn jonge! Remme!
Mijn jonge! weg! A lies weg! Alles voor
niks! O! O!»
Halverwege zonk ie neer bp de berm,
kermend en kreunend, koelde zijn koortsig
verhitte wangen aan 't kil-vochte gras,
klemde zijn vingers ineen, dat de nagels
een bloedende wond in 't vleesch lieten,
lag er met gejaagden ademtocht, hartstoch
telijk huilend met krampachtig geschok van
lijf en leèn.
Als de zon al te steken begon, de frischte
al verging, rees ie moeizaam op, dof de
oogen met gloeiende wangen, nu, dat t»et
zweet hem uitborst van alle kanten, dan
weer klappertandend als van kou bevangen,
heesch zijn stem.
•God! La me wete, wie me dat gedaan
het!»
Dan flitste het in zijn hersens als een
bliksemschicht
De jongens van Boukel
(Wordt vervolgd.)
1