Donderdag 19 Augustus 1920 No. 9372 70e Jaargang Uitgave van de Drukkerij „DU AMERSFOORTSCHE COURANT" voorheen Firma A. H. van Cleeff. Verschijnt DINSDAG-, DONDERDAG- en ZATERDAG. ABONNEMENT per 3 maanden tl.—franco per post f1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIËN 1—6 regels 95 cent; elke regel meer 15 cent. Bij regel-abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale-, ofitcieele- en ontelgenings-advertentiön per regel 20 cent. RECLAMES 15 regels fi.55; elke regel meer 30 cent. Incasseerkosten worden In rekening gebracht. Inzending van advertentiSn op den dag van verschijnen uiterlijk 10 uur, voor het Zaterdagnummer uiterlijk Vrijdagavond. REDACTEUR: K. LUBERTI, AMERSFOORT BUREAUX: KORTEGRACHT 18 EN VALKESTRAAT 19, TELEFOON 19 De Rechten van het Geziu. (Vervolg). Onhoudbaar en onwaarachtig in de hoogste mate! Daargelaten of het mogelijk ware werkelijk naar bekwaamheid en dieust- prestatie te salariëeren, en dan zou men eerst zien of de gezinBverzorgerg ook de bekwamen en vlijtigen waren terwille van hun geziu! er zijn geen grooter tegen- standera(sters) van een eerlijke differenti eering naar werkelijke bekwaamheid en vlijt dan deze propagandisten der leuze. Juist deze z.g. moderne vakbonden eischen uniforme loonen voor geheele groepen van menschen met de meest uiteenloopendc capaciteiten ijver en alleen gedifferentieerd naar de meest onreëele uiterlijke bekwaain- heidsbepalingen als diploma's e.d,, welke voor de werkelijke practische vakbekwaam heid niets of weinig meestal beteekenen. Het zijn deze bonden die b.v. voor alle 35000 leerkrachten bij het L. O. hetzelfde salaris vragen, voor den meest luien en onbekwaraen, mits niet ontslagen onder wijzer, zoo goed als voor den ijverigsten paedagooR. En die de «dienslprostatic en bekwaamheid* aldus afmeten als de S.D.A.P.- ers te Amsterdam, die een onderwijzer niet ceuige verhooging, maar 2 X zijn salaris uitkeeren, als hij öf een M. O.-aktc na 3- jarigen cursus verwerft en «leer or* wordt óf als zijn vrouw in school blijft of gaat, doch die den bester meest onderlegden paedagoog aan de volksschool voor oneindig zwaardere taak met 1 X dit inkomen honoreeren. In Bern daarentegen was in 1918 het salaris bij L. O., M. O. en H. O. resp. 7000, 8000 en 9000 Francs, doch voor vrouwen slechts 1400 Francs minder. »En voldoende voor een gezin, maar gelijk voor allen.* «Gelijk loon voor gelijken arbeid !c Hoe onhoudbaar wederom en hoe on waarachtig. Wat is voldoende voor een gezin en voor welk gezin f 4500 voor een ambtenaars gezin met 4 kindereuSoit! Maar die f 4500 is absoluut onvoldoende, wanneer ook alle vrouwen, ongehuwden en kindcr- loozen f4500 ontvangen en dc gehuwde dubbeltrekkars dus f 9000. En dat is toch wel zeer eenvoudig te begrijpen De positie- eischen van een groep, corps, klasse, worden bepaald door het gros. En dit gros bestaat thans uit kinderloozen. Deze voeren dc levenseischen in kleeding, woning, meubilair, gezelschapsleven als steeds op tot de grens van hun inkomen. Aan deze positiceischcn móet de gezinsverzorger in verschillende opzichten voldoen doch niet voor 1 of 2, maar voor 6 of meer personen. En of nu f 4500 wordt verhoogd tot f 5000 of 6000, de gezinsverkommering blijft dezelfde of neemt zelfs toe. Dit zelfde geldt trouwens ook bij promotie, die de gezinsverzorger maakt. Een leeraar of schoolhoofd met een normaal gezin van 4 of meer kinderen moet dikwijls nog meer »bijverdienen* en zijn gezinsleven dus verwaarloozen dan een onderwijzer-gezinsverzorger. De andere zijde dezer fatale «gelijkheid* voor een of voor zes menschen is nog leelijker. De prijzen, vooral lu tijden als de tegenwoordige houden toch verband vooral met de koopkracht. En nu is het een feit, dat fabrikanten, groothandel en kleinhandel niet de minste reden hebben de prijzen te verlagen wegens afnemend debiet. Integen deel, nooit was het verbruik ook en juist van de duurste artikelen zoo groot als thans. De reden biervan is wel zeer duidelijk. Door de geweldige loonsverhoogingen, be rekend en bestemd voor een gezin, dus voor 6 personen, zijn de ongehuwden en kinder loozen, welke het overgroote gros uitmaken en die een inkomen voor 6 personen ge bruiken voor 1 of 2 menschen, gemakkelijk in staat eiken woekerprijs te betalen. Dit is ook de voornaamste reden van het uit blijven van elke reëele actie tegen de A. H. y. NIEIWKERK Alilogondcstr. 105, 1051, 107 Tel. 543 IN AMEUBLEMENTEN EN KANTOORMEUBELEN duurte. Voor 't gros der leden der zg. «moderne* vakbonden van ambtenaren en werklieden is er geen «gezinsnood*, welke slechts bestaat voor een minderheid. En 't is veel gemakkelijker van de Overheid met politieke en andere machtsmiddelen een nieuwe verhoogiug af te dwingenwaarbij dan de mede zelf veroorzaakte «nood der gezinnen* alleen genoemd wordt als motief dau op doeltreffende wijze stelling te nemen tegen woekerprijzen, waar dit laatste toch werkelijke persoonlijke opofferingen zou vragen van het gros der ongehuwden en kinderloozen, nl. een tijdelijke inkrimping in aankoop van allerlei artikelen. Duidelijk is het dus, dat de duurte stijgen zal bij dergelijke dwaze loonregeling, dat daardoor steeds opnieuw de loonen te laag zijn cn dat de gezinnen meer dan vroeger telkens gedupeerd worden. «Voldoende voor een gezin* bestaat er dus nimmer of nooit, of het loonbedrag op f 4500 of op f9000 wordt gebracht, zoolang dl» 7,-iro-. b-dr?g bestemd voor 6 personen, ook uitgekeerd wordt aan ongehuwden en kinderloozen, die 't gros vormen. Het is stellig waar, dat alle gezinsver zorgers in Overheidsdienst met een normaal gezin van 4 kinderen in de diepste elleude cn zorg verkecren voor als na de verhoogin gen der laatste jaren. Doch tegelijk Is het even waar, dat alle bioscopen, wedstrijden, cafés enz. enz. steeds uitverkocht zijn ook tegen de hoogste prijzen, terwijl het debiet ook der duurste winkels eveneens enorm is toegenomen. «Voldoende voor een gezin, maar gelijk voor allenl< is onhoudbaar; maar het ge bruik dezer leuze is tevens weer buitenge woon onwaarachtig. Er is een tijd geweest, dat de prijs, de koopsom, welke,voor de koopwaar «arbeid* werd betaald, weid uitgekeerd als voor elke andere koopwaar, waarbij de kooper niets heeft te maken met de levensomstandig heden van den verkooper. Toen moest die koopsom der arbeidswaar, het loon dus, voor den arbeider niet alleen «voldoende* zijn voor een gezin, maar evenzoo voor alle overige onderhoudszorgen, ziekte, werkloos heid, ouderdom en invaliditeit, zwangerschap, recreatie (vacantie) enz. Dit is veranderd gelukkig -- reeds lang voor het Over heidspersoneel, doch ook voor het particulier bedrijf door middel van sociale wetgeving. De overheid keert loon uit zonder werken bij ziekte enz. Doch niet «aan allen* doch zooals van zelf spreekt aan dengene, die ziek is en wanneer hij ziek is. De overheid geeft dus niet een loon «voldoende voor* ziekte, zwangerschap, werkloosheid enz. enz., en «gelijk voor allen*. Deed zij dit, dan zou het loon aanzienlijk hooger moeten zijn voor allen. Alleen voor de werklieden van Amsterdam bedroegen de kosten der ver loven wegens ziekte enz. meer dan 1 millioen, dat was toen */3 van het ioontotaal dezer werklieden. Alleen reeds de schrapping der vacantie, die z.g. voor alien dan toch geldt, met «loon zonder werken- zou voor som mige groepen een grootc verhooging eischen. Stel toch dat, -- afgezien natuurlijk van de andere factoren, die bij het onderwijs voor voor vacantie pleiten bij het M. O. ieder leeraar zelf zijn vacantie moest bekostigen zonder loon bij nist werken. Dan zou elke gezinsverzorger in de eerste plaats 1.2 X het huidige salaris moeten ontvangen volgens dc redeneering van het «voldoende voor* cn in de tweede plaats er niet aan denken Vs a lh van het jaar verlof te nemen voor een recreatie, die bij toch voor 6 of meer personen nooit kan bekostigen. Thans echter heeft hij i/i deel van het jaar gedwongen werkloosheid, waarin hij mag toezien, dat de ongehuwden en kinderloozen reizen en naar buiten trekken, mede ten koste dus van zijn salaris bij deze redeneering van «voldoende voor*. Wanneer een gehuwde onderwijzeres zwangerschapsverlof heeft, kost dit de gemeente 5 maanden loon voor niet werken vermeerderd met de kosten der remplaceering, d.l. een bedrag van f2000 k f3500, mede ten koste van zijn sslaris dus. Zoo bij ziekte, wachtgeld enz. Is bet niet buiten alle redelijkheid, dat de Overheid, welke voorziet in de zorgen bij ziekte, werkeloosheid enz., zorgen, welker veronachtzaming vanwege de overheid wel wreed zou zijn, doch voor de belangen van den dienst meer voor- dan nadeel zou geven, geen rekening zou mogen houden met de hoogste en voornaamste onderhoudszorgen in aile, de zorg voor het gezin? Het is dus verregaande misleiding van wege de betrokken groepen, wel te vragen «voldoende voor een gezin, maar gelijk voor allen*, doch daarbij niet tevens te sischen dan ook «voldoende voor alle onderhouds zorgen*. Dezelfde onwaarachtigheid in argumentatie geldt de overige z. g. bezwaren «loondruk* alsof deze dan niet zou gelden voor de loon- uitkecringen bij ziekte enz., en alsof juist het omgekeerde niet plaats vindt, zooals ook de feitcr- van binnen en buitenland bewijzen. «Bevoorrechting van ambtenaren* idem. «Moet voor alle burgers cn ineens* idem waarom toch wel geleidelijke invoering van loon bij ziekte enz. eerst bij de ambtenaren en dan bij de overige burgers door sociale wetgeving en alleen niet bij gezinsonderboud? Kan niet bij particulier bedrijf, juist de ge zinsverzorgers zullen dan als duurdere krach ten geweerd worden*; alsof de wetgeving of overeenkomst de kosten niet gelijkelijk kan omslaan, zooals dit bij rijksongevallen verzekering e.d. thans reeds geschiedt. Al deze en andere nog meer onbeduidende z.g. bezwaren dragen in de hoogste mate het stempel van onwaarachtigheid en ge zochtheid, waartoe ook de misleidende en bestaande antithese «loon naar prestatie* of «loon naar behoefte* gebruikt wordt. Wat de V. O. E. G. vraagt is principieel precies als het bestaande een loon zooveel mogelijk naar prestatie met daarnaast onderhoudszorg bij normale behoeften, bij ziekte en/, maar ook bij gezinsvorming en gezinsonderhoud. De mogelijkheid tot gezinsvorming en ge zinsonderhoud overeenkomstig de beroeps- eischen cn overeenkomstig godsdienstige en zedelijke overtuiging, is dan ook een eisch van goede loonregeling op zich zelve. Deze hoofdvoorwaarde voor elke loon regeling zal door de felste tegenstauder(ster) zelfs niet worden aangevallen. Integendeel, elk request der vakbonden grondt haar looneiscben op deze hoofdvoorwaarde, die het eerste motief ook der regeering is bij het toekennen van verhoogïngen. En ook de «gelijkheid voor allen* is reeds lang los gelaten. Wat toch is de hoofdstrekking der periodieke verhooging anders dau een rege ling naar stijgende gezinsbehoefte? En heeft dc noodzakelijkheid zelve niet deze differenti- eering gebracht en aangevuld met huwelijks- en kindertoeslagen, In ons land als in heel Europa? In 1878 jhad men de «gelijkheid voor allen*, toen in 3/4 der gemeenten f 400 het salaris der onderwijzers was en bleef. En het duurde tot 1901 en 1905 toen daaraan periodieke verhoogingen werden toegevoegd en tot 1913, dat er kindertoe lagen bijkwamen. Doch steeds te iaat en met bespottelijk lage bedragen in grondloou en toelagen. En dit is zeker, dat bij ver slechtering de differentieering naar gezins grootte en zonder afdoende gezinsloon- regeling het te vreezen is of erger wel stellig vaststaat, dat het «algemeene gelijke* salaris der onderwijzers wederom allertreurigst laag zal moeten zijn. Bij geen groep van ambtenaren toch beeft de talrijkheid, maar vooral de inderdaad ontstelleedo verhoudingen op gezinsgebied zulke funeste gevolgen op de salarieering als bij de 35000 onderwijzers bij het L.O. van welke bijna 50 pCt. bestaat uit vrouwen en de rest uit veel ongehuwden en geheel of bijna kinderloozen, dubbeltrekkers en gezinsverzorgers met allerlei bij verdiensten uit noodzaak. Het zal spoedig blijken, indien aan de verderfelijke en onrechtvaardige actie der tegenstanders (sters 1) wordttoegegeven.dat de uitkomst naar alle zijden fataal zal zijn. In Amerika en Engeland, waar onder femi- nistischon druk deze ongelijke «gelijkheid* ook is gehandhaafd tot heden, bestaat het corps voor 80 ;i 90 pCt. uit vrouwen. En in geen beschaafd land is het peil der volks school zoo ontstellend laag als in deze overigens zoo vooraanstaande landen, welke in de scherpste tegenstelling staan tegenover Dultschland en Zwitserland, welke steeds aan de spits stonden en als model dienden en dienen op het gebied der volksschool, de bekwaamheid aan zijn onderwijzerscorps en de door differentieering ten bate der gezinsmogelijkheid hoog opgevoerde sala rissen. Vooral bij ds onderwijzers is deze eisch van de differentieering het meest klemmend. Doch tevens het meest overeenkomstig den aard van het altruïstisch beroep. En de ongelijke «gelijkheid*, welke bij de overige ainbtenaarsgruepon dwaas cd verderfelijk is, zal bij hst onderwijs tot een débacle moeten leiden, ook indien dat «gelijke* salaris zeer hoog werd bepaald, wat echter dan zeker niet kan of zal gebeuren. De rechtvaardigheid en noodzakelijkheid van gezinsioon wordt dan ook in die om geving, van welke juist ds felste campagne tegen «fokpremies* werd gevoerd, d. i. Amsterdam, steeds beslist uitgesproken. Eind 1918 werd door de afd. Amsterdam van den B. v. N. O. het voorstel vanj. W. Gerhard tot huwelijks- en kindertoelagen aangenomen met ongeveer 46 tegen 41 stemmen. Wel werd dit later door de hetze der «furiën* (zooals een inzender lndeSoc- rabajacourant het later noemde) weer onge daan gemaakt, doch ook een andere afdec- llng en vele vooraanstaande leden getuigden op zeer gedocumenteerde en nimmer weer legde wijze voor dit voorstel. De afd. A'dam van het N. O. G. verklaarde zich met 30 tegen 10 stemmen voor kindertoelagen In 't begin van 1930 en zoo ook de afd. A'dam van de Vereen, v. H. v. Scb. met 16 tegen 15 stemmen. Verder alle Chr. en Kath. onderwijzersbonden, welke in 1913 nog af wijzend of vrij onverschillig tegenover kin dertoelagen stonden. Zoo ook bij het M. O. en H. O. en het schooltoezicht. De concurrentie der vakbonden en partijen en het gebrekkig sociaal besef dvr Neder- iandsche vakbonden dost echter veel te veel invloed toekennen aan het «feminisme* der beroepsvrouwen, dat vooral In den B. v. N. O. den boventoon voert. Dat echter juist de V.O.E.G.-salarieering een eerste voorwaarde is voorde vrijmaking en zelfbepaling der vrouw, is niettemin ge makkelijk in te zien. De vrouwenarbeid toch is niet een gevolg van liefde tot den arbeid of zucht naar zelfstandigheid, doch vooral van de onmogelijkheid voor man en vrouw tot gezinsvorming en gezinsonderhoud. Als een vrouw thans huwt en kinderen bezit, moet zij met 6 of meer menschen een armelijk kommerlijk bestaan leiden van hetzelfde in komen, dat zij anders alleen voor zich zelve ontvangt- En het i-die gezinsonmogelijkheid, die de vrouw, ook de gehuwde tegen alle roeping en hoogste levenswenschen van het gros in, drijft naar fabriek en betrekking en niet of in zeer geringe mate de ideologische argumentaties, welke alleen gelden voor rijke en ledige vrouwen. Inplaats dat deze vrouwenarbeid dus een symptoon van cultuur en vooruitgang zou zijn, is ze een kenteeken van droeve malaise. Ook In de voorafgaande eeuwen brachten

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 5