RECLAME-BOTTINE
Bank-Associatie
TWEE KEER
GETROUWD
DE PRINS.
St. Nicolaa§
Mrs. Forrester
16.75
J. 6R00TEND0RST, Hof 20
16.75
16.75
Fa. L. v. ACHTERBERGH's Brandstoffenhandel
Langestraat 63
C. van Ommeren Amersfoort
FEUILLETON
HOOG SPEL.
Slechts een kleine partij PRIMA BOX RUND-
LEEREN Derby Kijgbottines met leeren
tuRschen/.ool en lakneus (Iste klasse fabrikaat)
voorhanden bij
Bagger turf Korte turf - Aanmaakturf - Eiken
kachelblokken - floutskoolbriketten - Houtskool
Vuurmakers Distributievrije Eierbriketten
VERKRIJGBAAR BIJ:
BestclkantoorArab. sir. la - Telefoon 158 - MagazijnenKoesteeg 5-7
Weder geregeld verkrijgbaar onze bekende
BIJ
Langestraat 14 Electr. Bakkerij Telefoon 257
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeniging 1853
Kantoor Amersfoort
Utrechtschewog 1
Kapitaal en Reserves 19.500.000
Alle bank- en eMemaken
Nu is liet de tijd om in te teekenen op den 20en Jaargang van
De mooiste Illustratie in Nederland.
Behalve een groot aantal zeer fraaie platen en portretten, meestal van onze eigen
fotografen, van de voornaamste gebeurtenissen in Nederland en in het Buiten
land, tal van belangrijke geïllustreerde artikelen op elk gebied en boeiende
novellen van bekende auteurs, begint vanaf heden in dit weekblad do zeer
boeiende roman
door
Nieuwe abouné's ontvangen het reeds verschenen gedeelte gratis op aanvrage
■r Alia abonnó's z^ja. verzekard.
Frijn per 13 nummers gedurende 3 maanden f 1.624, franco per post f 1.824
Abonnementen kunnen te allen tijde aanvangen, doch alleen bij het einde
van den jaargang worden opgezegd.
Men abouneert zich bij eiken Boekbandelaar, bij de Agenten en bij den Uitgever
N.J. BOON, Amsteldyk 13, te Amsterdam.
Men ontvangt wekelijks een prachtige illustratie van 16 bladzijden op
mooi papier met 30 i 35 platen.
4)
Op dit oogenblik werd de deur van het
kleine kantoor zacht geopend en e.n bleek,
mager, uitgeput gezicht keek naar binnen.
Het was de vader van het arme kind. dat
tengevolge van ontbering en erfelijke ziekte
docr den dood bedreigd werden hij kwam
om van den vader van het rijke kind, dat
was heengegaan, arbeid en daarmee brood
voor zijn kleine te vragen.
DERDE HOOFDSTUK.
Hope keek nadenkend naar de ineen
gezonken gestalte en aarzelde. Het leek hem
ncch fijngevoelig, noch verstandig, zich met
zakenaangelegenbeden In zulk een droefheid
in te dringen.
Maar, was bet kind Bartley's afgod ge
weest, het geld was en bleef zijn God, en
reeds na korten tijd begon in dit zonderlinge
gemoed de bedreigde hebzucht met de edeler
smart te kampen. Zijn kind was dood, zijn
arm klein bloempje verwelkt 1 En haar dood
benadeelde hem voor twintigduizend pond,
ja, eigenlijk voor tienmaal zooveel, want hij
had ondervinding van handeldrijven en
speculeeren en verstond de kunst een kapitaal
grooter te maken, zoodat het van «en hand
vol geld een groote som werd. Geèrgerd
door de kwelling van deze lage overwegingen
sprong hij plotseling op, smeet het testament
van zijn vrouw woedend op den grond en
begon met haastige schreden in de kamer
heen en weer te loopen. Hope stond nog
altijd verschrikt te kijkeo en waagde het niet
met zijn verzoek voor den dag te komen. Maar
nu kreeg Bartley hem in het oog en staarde
hem sprakeloos aan. Hope zei tot zichzelf
dat het nutteloos zijn zou, op een betere
gelegenheid te wachten; hij trsd nader, en
Bolton's raad volgend, zette hij zoo goed
mogelijk een vastberaden gezicht en zei:
>Ne.mt u mij niet kwalijk, meneer; mag
ik voor een oogenblik uw aandacht vragen
•Wat wenscht u?« vroeg Bartley op den
toon van iemand wiens geest met andere
dingen bezig is.
>De een of andere bezigheid in overeen
stemming met mijn capaciteiten, mene.r;
naar Ik hoor, heeft u een plaats als chef
aan te bieden.»
»Dat is e«n vergissing! Mijn chef ben
ik zelf.»
Moedeloos weak Hope «en schrede terug
en zijn mager gezicht verduisterde bij deze
afwijzing. Maar hij vatte weer mosd, en nog
eens de uitdrukking van vastberadenheid
op zijn gezicht terug dwingend, viel kij op
nieuw aan.
>U weet niet op hoe velerlei wijze ik u
van nul zou kunnen zijn," zei hij. »Een zoo
groote en veelzijdige zaak als de uwe vergt
ook veelzijdige ervaring en kennis van de
zijde van hen, die de eer hebben bij u In
dienst te zijn. Zoo zag ik bij voorbeeld op
uw binnenplaats een kleine locomobiel in
werkingen daar ik nu onder anderen ook
werktuigkundige ben, zou ik de werkkracht
van die machine kunnen verdubbelen door
er een paar tandraderen aan toe te voegen.
>De machine is goed genoeg zooals ze
is,« antwoordde Bartley onverschillig; »en
een chef heb ik niet noodig.»
BartDy was niet onvriendelijk, maar hij
scheon verstrooid, en maakte op Hope den
indruk, als of hij mechanisch, onverschillig
esn vlieg weg joeg. De arme vlieg in kwestie
verloor den moed en kroop wanhopig weg.
Maar toen Hope de deur bereikt bad wendde
hij zich nog eens om en deed terwille van
zijn kind een nieuwe poging.
>Kunt u misschien een klerk gebruiken?
Ik ben in staat de fransche, duitsche en
hollandsche correspondentie te voeren en ik
kan dubbelboekhouaen.»
>Ik heb geen klerk noodig,» wasanfcpt
stugge antwoord.
>Maar dan misschien esn opzichter in het
entrepot. Ik heb mij bazig gehouden met
de benutting van arbeidskracht, en zou
zorg dragen, met het kleinste aantal werk
lieden de grootst mogelijke resultaten te
bereiken.»
»Ik heb een opzichter,» antwoordde Bart
ley, en terwijl hij Hope voor 't eerst knor
rig den rug toewendde, begon hij weer op
en neer te loopen, in zijn eigen zorgen
verdiept.
I11 vertwijfeling zette Hope zijn hoed op
om heen te gaanmaar toen hij voorbij het
venster kwam, stond bij weer stil. >U heeft
vrachtwagens,zei hij; »ik heb verstand
van paarden, van veeartsenijkunde, en ik kan
met vier paarden rijden. Neemt u mij ais
voerman, als stalknecht, als u wilt.»
>Ik heb geen stalknecht noodig en heb
een voerman.»
Bij deze woorden ging Bartley zitten met
een gezicht, dat duidelijk toonde, dat hij de
zaak voor afgedaan hield. Hope liep naar
de deureen oogenblik leunde hij er tegen
aan, zijn kin zakte neer, hij zag er tien jaar
ouder uit; toen kwam hij, met de mislukte
poging moedig te schijnen, nog éénmaal
terug eu smeekte:
»Neemt u me als loopjongen; Ik ben
jong en vlijtig, en zal den tijd van mijn
patroon niet verbeuzelen.»
Doch ook dit bescheiden verzoek werd
geweigerd. Hope's gelaat was rood van
schaamte, toen hij dit verzoek deed; nu
steunde hij luid, en het hoofd zonk hem op
de borst; daarbij viel zijn oog op het tes
tament, dat op den grond lag; hij raapte
het op en gaf het eerbiedig aan Bartley
terug.
Bartley staarde hem aan, nam het in ont
vangst en dankte hem met een hoofdnijging.
Dit gaf den armen, beangstigden vader
nieuwen moed. De omstandigheid benuttend,
dat Bartley hem zijn gelaat weer had toe
gewend, zei hij met aandrang
Geeft u mij de een of andere bezigheid,
het zal u zeker niet berouwen," en plotse
ling levendig door het bewustzijn van groote
bekwaamheden, voegde hij er bij:
»Ik heb talenten, ervaring, kennis, en in
dezen tijd van wetenschap is kennis rijkdom.
Slechts een voorbeeldDaar ging mij zoo
juist een hoogmoedige man voorbij ik
herkende hem dadelijk het was kolonel
Clifford, wien alle landerijen van mijn ge
boorteplaats toebehooren. Welnu, deze oude
krijgsman vergenoegt zich ermee zijn pacht
gelden te heffen, en ziet niet dieper dan de
wortels van 't gras, dat zijn koeien afgrazen.
Ik verzeker u echter, dat hij bij iedere
wandeling over zijn grond miljoenen met
voeten treedt. Steenkool, meneer, steenkool I
en het ligt dicht onder de oppervlakte, ik
heb verstand van de aanwijzigingen.
Maar ik ben machteloos en dwazen be
zitten het geld waarmee de wijze wonderen
zou kunnen verrichten. Probeert u het met
mij vereer mij met uw vertrouwen. U bent
vader, u hebt, zooala ik gehoord heb, een
lief klein dochterje» Bartley kromp bij
deze woorden ineen van smart »ook ik
heb een klein meisje, en de ontberingen,
waartoe mijn armoede mij dwingt, zijn
verderfelijk voor baar. Ze zou frissche lucht
moeten hebben, de bloemengeur, die zij zoo
heerlijk vindt. Als u haar die goede om
geving wilt verschaffen, dan geef ik u al
mijn ijver, mijn verstand, mijn energie, en
als resultaat van dat alles de winst van een
miljoen.»
Voor 't eerst gedurende het geheele onder
houd werd Mr. Bartlay opmerkzaam.
>Ik zie, dat u hoog begaafd bent,» zei
hij, >maar lk ben niet In de gelegenheid
van uw dienaten gebruik te maken.»
>Kunt u mij zelfs niet een klein beetje
hoop geven vroag de arme jonge man,
nog altijd aarzelend.
Wordt vervolgd.)