Cocac*
GELDERSOHE CREDIETVEREENIGING
Verricht alle Bankzaken
Langestraat 63
Het Utrechtsch Consultatie-Bureau
W. VAN BEEK Co, Kerkstraat 4-6
FEUILLETON
HOOG SPEL.
ARNHEM - OPGERICHT 1866
KANTOOR AMERSFOORTUTRECHTSCHESTRAAT
TELEFOON 49 EN 185
Kapitaal en Reserves f 18.622.000
62 KANTOREN
DER NEDERLANDSCHE VEREENIGING TOT BESTRIJDING VAN DE
GeslaolitszieBLteD
geeft kosteloos raad aan mannen en vrouwen omtrent het genezen van geslachtsziekten
en het voorkomen van de verspreiding der besmetting daarmede.
Aan onvermogenden kan, zoo noodig, tegemoetkoming in de noodzakelijke kosten
voor behandeling worden verleend.
Het bureau Is gevestigd bij Dr. a. a. Th. Sedée, Domplein 24, Utrecht, en
geopend Dinsdag en Vrijdags telkens van half 5 tot half 6.
Hebt u de FLÏJER KLEIN AUTO al gezieu?
Leuk 2-persoous wagentje lie Prijs f 600
W INDIAN MOTOREN ONDERWEG. INDIAN
ONDEllDEELEN OPNIEUW IN VOORRAAD ALS
BLADVEEREN ENZ. F. N. Dl/O-ZITTINGEN f 55.—
NOG VERSCHILLENDE MOTOREN ALS POPE
INDIAN met ZIJSPAN ENZ. ZEER GOEDKOOP
Telefoon 457 Amersfoort
N. V. WESSANEN'S KONINKLIJKE FABRIEKEN
WORMERVEER OPGERICHT 1765.
Voedert uw Too met
Murwe Lij nzaadlioelien merk «ster» en w. l.
Halfzaotite Idem w. r.
Lljnmeel merk »ster< in geplombeerde zakken.
SoyaDoonenlioelten merk W. l.
Alles gegarandeerd Zuiver en uitmuntende door groote Voedingswaarde.
Eere-Diploma Parijs 1900 Negen Gonden Medailles.
Goede cacao behoort, ter-
wille van smaak en aroma,
in BUSSEN verpakt te zijn.
is uitsluitend verkrijgbaar
in BUSSEN van
een kiloƒ2.50
pondft h 1.3S
tt half pond0.75
onsft ft 0.32
»J)
Ze gaf alle hoop op, en daar zij moedig
van hart was, kwam de kalmte der berus
ting over haar; haar hulpgeroep verstomde.
>Bidt voor mij!< riep zij miss Everett toe
Maar het volgende oogenblik kwam de
hoop terug, en met haar zooals in de
natuur der dingen ligt ook de vrees.
Een man, blootshoofds met waaiende haren,
kwam op een ongezadelden pony aanrennen,
nog luider en angstiger schreeuwend dan
de beide vrouwen. In razende vaart dreef
hij het dier op den stroom toe, en toen het
den oevsr bereikt had, en zijn poolen schrap
zettend plotseling staan bleef, wierp Hope
zich over den kop van het paard in het
water en hield in een oogwenk zijn kind
in den arm. Met den anderen arm zwom
bij met alle kracht tegen den stroom op,
maar deze was hier vlak bij den afgrond
zoo sterk, dai beiden verder en verder voort-
gesleurd werden, terwijl Hops den oever
trachtte te bereiken. Ze naderden dien ook
wel, maar tegelijkertijd hoorden zij steeds
luider het bruisen van den waterval, die
hen met onweerstaanbare kracht naar zich
toe trok. Nu waren ze er vlak bijmaar
daar vertoonde zich, redding belovend, de
overhangende twijgen van een wilg. Hope
greep er naar en het gelukte hem ze beet
te pakken; toen greep hij een tak vast en
ten slotte dan stam, toen zijn voeten juist
weer door de kracht van deD stroom werden
meegetrokken. Beider leven hing van dezen
boom af, dien Hope met den rechter arm
omvatte, terwijl hij met den linker het jonge
meisje vast hield.
«GraceMarysla je arm om mijn
hals,> zei hij, zich dwingend tot kalmte.
«Dadelijk, lieve Hope,< gaf zij rustig ten
antwoord.
«Zoowees nu maar niet bang meer
het gevaar ls voorbijDraai nu langzaam
om mij heen, en hou je stevig aan mijn
rechter arm vast.» Ze deed wat hij ver
langde. «Hou je nu met je linker hand aan
den oever vast, maar zonder mij los te
laten.
«Ja, lieve Hope», zei de kleine heldin,
die alle vrees had laten vareu, Binds hij
baar te hulp gekomen was.
Nu greep Hope den boom met zijn linker
hand vast, schoof met de rechter Mary
omboog tegen den oever op en in 't vol
gende oogenblik hield hij haar op den be-
ganen grond In de armen. Toen echter bad
er een verandering in hem plaats, die Mary,
daar zij in eiken man een hoogtr, bijwijlen
boven menschelijk wezen zag, in de hoogste
mate verwonderde. De sterke, dappere man
trilde als een blad en weende, en terwijl
bij het meisje hartstochtelijk kuste, riep hij
snikkend
«O, mijn kind, mijn kindl»
Nu begon van den weeromstuit Mary
ook te schreien, maar met haar licht ver
anderlijk gemoed had ze weldra genoeg
van de ernst. Ze streelde Hope's wangen,
kuste hem en trachtte hem te kalmeeren.
«Goede, lieve, beste Mr. Hope», «toe,
huil toch niet 1zei ze. «In het water was
u zoo dapper, en nu, nu alles voorbij is...
En wat was het eigenlijk? Ik heb alleen
maar een bad genomen!»
Bij deze woorden barstte het luchthartige
jonge schepseltje in een vroolijk gelach uit.
Hope was ten hoogste verbaasd; zoowel
zijn aard als zijn sexe zouden hem een dus
danige wisseling van stemming onmogelijk
gemaakt hebben.
«Mijn lief kind», zei hij, «hoe kun je nu
lachenje was den dood nabij, en als
ik je verloren hadwat zou er dan van
mij geworden zijn?... O mijn God!»
Mary werd oogenblikkelijk weer ernstig.
>Ja«, zei ze; Ik was den dood nabij...
voor u was het niet erg geweest, als u ook
gestorven was; u bent zoo goed maar
voor mij zou de dood de straf voor mijn
ongehoorzaamheid geweest zijn. Voor het
overige moet ik u bekennen, dat ik mij
vanaf het oogenblik, dat u uw arm om mij
heen sloeg, in het water even veilig ge
voeld heb als op het land. Daardoor had
ik langer den tijd om tot kalmte te komen,
en dat verontschuldigt mijn lachenNeen,
dat doet het toch niet! Ik ben een dwaas,
lichtzinnig meisje, zonder ernst, zonder
karakter, en ben zooveel liefde heelemaal
niet waard. Waarom houden de menscben
zoo veel van mij? Ze moesten zich schamen
Hope verzekerde haar daarop, ieders
een kleine engel was, en dat bet dat zij
plicht was haar lief te hebben, en dat wie
dit naliet niet waard was te leveD. Mary
ging dadelijk op het woord «engel» door.
«Was ik maar een engel», zei ze, «dan zou
ik niet zoo'n verschrikkelijken honger
hebben. Toe, laten we gauw naar huls
gaan; papa is zoo streng wat op tijd zijn
betreft. Maar nog één ding, Mr. Hops; als
u papa wilt verklappen wat er gebeurd is,
gooi me dan liever weer in 't water. Liever
verdrinken, dan een standje krijgen I»
Bij deze laatste woorden nam zij een
uitdagende houding aan en haar oogen
fonkelden.
«Neen, neen, antwoordde Hope, «ik zal
niets zeggen, wat Bartley zou kunnen ergeren
en jou een standje zou bezorgen».
«Goed, dan zullen we hard naar huis
hollen».
Hierbij greep zij zijn hand, en hij liep
met haar om het hardst, als een speel
kameraad, terwijl zijn vaderhart na hst
doorstane gevaar sidderde en gloeide van
vreugde.
Toen ze het huis naderden, begon het
jonge meisje langzamer te loopen en werd
nadenkend. Zij kon er zeer ernstig èn vol
van gedachten uitzien en dat was ook nu
het geval, zoodat Hope zich afvroeg, wat
het was, dat haar plotseling zoo in beslag
nam. Te oordeelen naar dat diep verzonken
zijn geloofde hij, dat bet plotseling tot haar
bewustzijn was gekomen, hoe dicht ze bij
den dood was geweest.
Toen ze het huis bereikt hadden, vernam
hij wat haar had bezig gehouden; zij bleef
op den drempel staan, wendde zich naar
hem om, terwijl hij nog op het tuinpad
stond, en zag hem met den eigenaardig
vorschenden blik van haar mooie oogen,
die van blauw grijs geworden waren, aan;
en haar handen tegen haar borst drukkend
riep zij met een zekere beslistheid in haar
stem: «Mr. Hope!...» toen stokte zij.
«Nu lieve kind?» vroeg hij dringend.
>U houdt meer van mij dan papaDat
wou ik u even zeggen I»
En nadat ze hem deze ontdekking had
meegedeeld, als een feit dat waard was
overdacht te worden, ging zij peinzend het
huis in.
ZESDE HOOFDSTUK.
Hope bracht een bezoek aan zijn ge
boorteplaat# in Derbyshire en liet zijn arme
familieleden op zoo vrijgevige wijze In zijn
welvaart deelen, dat zij hem van harte
zegenden. Maar ook Bartley, van wien hij
hen vertelde, had deel aan hun dankbaar
heid; want Hope behoorde tot die edels
zielen, die de brug prijzen, waarover ze
den stroom des tegenspoed# veilig zijn over
getrokken.
Naar Sussex terugkeerende bracht hij
onder ander nieuws ook mee het bericht,
dat er een farm van kolonel Clifford vrij
kwam. Walter Clifford had, toen de pachttijd
verloopen was, een hooger geldpacht ver
langd, de pachter had daar echter niet op
in willen gaau.
Eerst scheen Bartley geen gewicht aan
de zaak te hechten, maar na een poosje
vroeg hij:
«Hebt u niet vroeger eens op de bezit
tingen van kolonel Clifford sporen van
steenkool gevonden?»
(Wordt vervolgd.)