Bank-Associatie
Adverteert in dit blad!
Het onbekende
Eiland
HIS «SSIOKAIH
De Erfenis van
9.000.000
IEDEREEN ZEGT
NIEUW PARIJN
Wed. J. Lohmann - Langestr. 35
Langestraat 63
FEUILLETON
HOOG SPEL.
I Amersfoortseh Bioscoop-
en Variété-Thee ter
I Langestraat
PROGRAMMA TAN
12 t/m 15 NOVEMBER 1920.
1. Bioscoop-Courant. (Actueel)
2. Panorama Laren (Natuuropname)
3. Een Nootlottige Tergissing.
(Komisch)
4_5_6—7—8
Drama In 5 afdeellngen.
PROGRAMMA TAN
16 t/m 18 NOTEMBER 1920.
(L'Heiitage de 9 Millions).
De groote sensationeele seriefilm
der Itala-film-fabriek begint thans
haar triomphtocht te Amersfoort.
EERSTE SERIE
De Zwarte Domino,
drama in 5 afdeelingen.
Zie Yerdcr uitgebreid pracht
programma.
Inleiding der eerste serie van de film
DE ERFENIS VAN 9.000.000
Op een carnavalsnacht betrapt men
Iemand op heeterdaad. Twee agenten
verrassen een man, die bezig is een
koffer langs de straten te sjouwen. De
man is waarschijnlijk dronken, of
misschien wist hij dat
Prjjzen der plaatsen Loge 90 cent,
Eerste rang 76 ct„ Tweede rang 46 ct.
en Derde rang 30 et.
DAT
de grootste sorteering speelgoederen,
luxe- en huishoudelijke artikolen heeft.
UITERSTE PRIJZEN
TIJDIG INKOPPEN IS IN UW EIGEN BELANG.
P. S. St. Nicoiaas telt brengt deagewenscht de goederen bfl fluit.
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeiiiging 1853
Kantoor Amersfoort
Utrechtsclieweg 1
Kapitaal en Restrict f 19.500.000
Alle bank- en eliectenzaken
«7)
Het fijngevoelig jonge meisje bloosde bij
dezen lof, maar zei toen
»Hoe verdieastelijk van mijl Overigens,
neef Walter, heb ik geboord; dal vleierij
gif is, en daar ik geen lust heb me te laten
vergiftigen, Ze eindigde haar zin met
de daad. Met eeu uitdagende blik op Walter
bracht zij haar paard in galop, dwong den
jongen man haar eeu kwartier laDg in dit
tempo te volgen, en toen zij het paard
eindelijk inhield, zag zij er met haar gloeiende
wangen en stralende oogen zoo schoon uit,
dat Walter in sprakelooze bewondering den
blik niet van haar kon afwenden.
Was Hope thuis geweest, dan zou Mary
meer toezicht gehad hebbenHartley was
volkomen tevreden, zoolang ze maar op tijd
aan de maaltijden verscheen. Toch werden
deze toevallige ontmoetingen, deze wande
lingen en ritten die het jonge paar zoo ge
lukkig maakten, plotseling onderbroken,
juist toen ze begonnen tot gewoonte te
worden. Clifford Hall mocht zich verheugen
In het bezoek van een, vooral in vrouwen
oogen, zeer blzondere en opmerkenswaardige
persoonlijkheid de scboone Julia Clifford,
die een rijke erfgenaam, achternicht en pupil
van den kolonel was. Zij was groot en slank,
had donkergrijze oogen en fijn geteekende
wenkbrauwen, die bijna tot elkaar reikten
boven de welgevormde, niet te groote
adelaarsneus. Haar forsche mond, waarvan
de bovenlip door een dunne lijn van zwart
dons geaccentueerd werd, en die vol uit
drukking was, toonde twee rijen prachtige
tanden. Een donkere zuivere, door het warme
bloed doorgloeide gelaatskleur voltooide de
edele schoonheid van het negentien-jarige
meisje.
Kolonel Clifford bad haar met warme
genegenheid en ouderwetsche hoffelijkheid
ontvangen. Daar hij echter kort na haar
aankomst een hevigen jichtaanval kreeg,
bevorderde hij zijn zoon tot haar geleider
te voet en te paard.
Miss Clifford, die aan voortdurende hulde-
be wij zen gewend was, vond het vanzelf
sprekend, dat zij Walter dag in, dag uit in
beslag nam. Daar zij van beweging hield,
moest hij haar 's morgens op een wandeling,
's middags op een rijtoer vergezellen. Eerst
zuchtte hij daaronder, omdat het hem van
Mary scheidde maar langzamerhand vond
hij daarvoor een zekere schadeloosstelling.
Julia Clifford was een even koene als be
kwame paardrijdster en daarbij bepaald
voornaam.
Toen hij haar voor de eerste maal zou
begeleiden, vroeg hij haar op wat voor
paard zij wilde rijden.
»Mij is elk paard goed, als het maar niet
lui of kwaadaardig is.«
»Een mak of een vurig ?c
«Liever een vurig.»
»Wilt u mij de eer aandoen met mij mee
te gaan om zelf uw keus te doen
»U bent heel vriendelijk met veel
genoegen.*
Hij ging met haar naar den stal en zij
koos een mooie zwarts merrie met een zijig
glanzende huid.
»Dat dacht ik wel.c zei Walter eenigszins
ontstemd>ik had er een vermoeden van,
dat u dit dier zou kiezen. Maar het is
onmogelijk; ik ben zelf niet in staat, het
te berijden.»
«Is het kwaadaardig?
>In 't minst niet.»
>Nu dan
Een oude groom kwam naderbij, groette,
en zei beleefd
»Te driftig en te onrustig, juffrouw
Ik zou er niet graag op rijden.»
»Het arme dier is het slachtoffer van zijn
zenuwachtigheid,» verklaarde Walter.
>Ik zou liever deugcne die het berijdt het
slachtoffer noemen, meende de oude groom.
»Nu ja, goed, George zei Walter.
Ze zou bij voorbeeld voor een steeple-chase
uitstekend geschikt zijn, als ze niet reeds
voor het starten verging van ongeduld
maar voor een rijtoer is ze niet te gebruiken.
Na vijf minuten is ze heelemaai met schuim
bedekt, en dat zou uw mooie rijkleed totaal
bederven. De jonge dame heeft zoo'n eigen
aardige manier om den kop achterover te
gooien, dat zij haar berijder met witte
vlekken overdekt.»
»Ze zou met zachtheid behandeld moeten
worden,» meende Julia Clifford.
«Neen juffrouw,» zei de groom, »ze moest
Zondags adergelaten wordeD en in de week
hard werken. Als het dier mijn eigendom
was, liet ik het zes maanden lang een kolen
wagen trekken dan zou het wel kalmer
worden.»
>Ik wil op dit paard rijden», gaf Julia
bedaard ten antwoord>op dit paard of in
't geheel niet.»
«Goed, George, je kunt het zadelen,» zei
Walter, die verdere tegenspraak opgaf. «Ik
zal Goliath nemen de zwarte Bess mag
zich niet op een slecht voorbeeld kunnen
beroepen Goliath is zoo zacht als een lam,
juffrouw Clifford, hij is bizonder mak.»
«Ik zou er niet graag op rijden,» merkte
de oude groom weer op,
>U schijnt moeilijk te bevredigen, Mr.
George,» zei Julia; «mag ik vragen, hoe
het paard moet geschapen zijn, dat u zou
willen berijden
(Wordt vervolgd.)